• No results found

Vraag nr. 147 van 6 juli 2001 van mevrouw RIET VAN CLEUVENBERGEN

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr. 147 van 6 juli 2001 van mevrouw RIET VAN CLEUVENBERGEN"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 147 van 6 juli 2001

van mevrouw RIET VAN CLEUVENBERGEN Studenten verpleegkunde – Vakantiewerk

Studenten worden in de schoolvakanties ingescha-keld om bij een te beperkte personeelsbezetting te w e r k e n . Vermits het uitoefenen van de verpleeg-kunde en de vroedverpleeg-kunde beschermd is (koninklijk besluit van 1978), kan men als verpleegkundige slechts tewerkgesteld worden in een vakantiejob indien de volgende voorwaarden vervuld zijn : e e n diploma bezitten en zijn/haar titel laten registreren en viseren bij de provinciale geneeskundige com-missie van de plaats waar men zich wenst te vesti-g e n , dus waar men de studentenjob wenst uit te oe-f e n e n . Ko r t o m , men moet aoe-fgestudeerd zijn als ver-pleegkundige.

Zolang er ziekenhuisassistenten (twee jaar A2) af-studeerden – zij mochten verpleegkunde uitoefe-nen – werd deze invalshoek gebruikt om studen-tenjobs in de verpleegkunde mogelijk te maken. Studenten van verpleegopleidingen vroegen na het tweede jaar de gelijkschakeling met ziekenhuisas-sistenten zodat zij, mits het aanvragen van een v i s u m , een studentenjob binnen de verpleegkunde konden uitoefenen, zij het met enkele restricties. Een mogelijke oplossing zou kunnen zijn de hoge-scholen te laten optreden als tussenpersoon en zo studenten binnen het kader van hun stage – maar tegen betaling – tewerk te stellen. Hierbij kan het werkveld zich ertoe verbinden de begeleiding op zich te nemen in plaats van de praktijklectoren. Ook op verzekeringstechnisch vlak staat blijkbaar niets deze oplossing in de weg : stage mag tijdens de vakantiemaanden, zowel voor de hogeschoolop-leidingen als voor de vierdegraad.

Hierbij is het de rol van de school om als tussen-persoon duidelijke afspraken te maken voor een kwalitatief verantwoord evenwicht tussen gewone stages onder rechtstreekse schoolbegeleiding en vergoede stageplaatsen in de vorm van vakantie-jobs.

Werd de mogelijkheid reeds onderzocht voor stu-denten verpleegkunde om vakantiewerk te incor-poreren in de stage, zodat zij een vakantiejob kun-nen verrichten in de lijn van hun belangstelling en op die wijze hun dure opleiding enigszins kunnen compenseren ?

Antwoord

Ik ga met de Vlaamse volksvertegenwoordiger ak-koord dat zeker tijdens de zomervakantie het te-kort aan verpleegkundigen acuut kan zijn. H e t vaststellen van de beroepsactiviteiten die kunnen worden uitgeoefend na het doorlopen van een op-l e i d i n g, is evenweop-l een federaop-le aangeop-legenheid. D e Vlaamse Gemeenschap is enkel bevoegd inzake de organisatie van de opleidingen.

Het begrip "vakantieperiode" voor de studenten is in het hoger onderwijs iets anders dan in het leer-p l i c h t o n d e r w i j s. Een academiejaar in het hoger on-derwijs omvat een ononderbroken periode van één k a l e n d e r j a a r. De hogescholen bepalen vrij de va-kantieregeling van de studenten binnen het acade-m i e j a a r. In het secundair onderwijs gelden de maanden juli en augustus nog steeds als organieke vakantieperiodes voor de leerlingen. Vanaf het schooljaar 2001-2002 wordt evenwel een nieuwe regelgeving op de organisatie van het schooljaar (= de tijdsordening) van kracht. Hierin is opgenomen dat stages door het hele schooljaar heen kunnen, mits bepaalde limieten worden gerespecteerd. Z o moeten tijdens de maanden juli/augustus aan de leerlingen ten minste vier aaneensluitende weken vakantie worden gegarandeerd. Stageplanning en -invulling zullen op een flexibele wijze kunnen ge-b e u r e n , zonder dat de scholen nog afwijkingen moeten aanvragen.

Een studentenjob is van een andere orde dan een s t a g e a c t i v i t e i t . Het probleem van de betaalde sta-ges kwam hier reeds herhaaldelijk aan bod. I k wens mijn standpunt terzake te handhaven.

De door de Vlaamse volksvertegenwoordiger ge-formuleerde suggesties inzake tewerkstelling in de verpleegsector van studenten in opleiding, s t r o k e n niet met de regelgeving op de leerlingenstages in het secundair onderwijs. De onderrichtingen inza-ke leerlingenstages gelden zowel voor de studie-richtingen Verpleegkunde (vierde graad BSO) als voor alle andere studierichtingen waarin stages op de wekelijkse lessentabel voorkomen. (BSO : b e -roepssecundair onderwijs – red.)

Meer concreet gaat het om het volgende :

(2)

2. stages zijn dus onbezoldigd en zijn gebaseerd op een stageovereenkomst gesloten tussen de s c h o o l , de stagegever en de leerling (indien meerderjarig) of de ouders (indien de leerling minderjarig) ;

3. stages zijn een wezenlijk onderdeel van het leer-p r o g r a m m a . Het is een vorm van leer- praktijkonder-richt waar werkervaring en pedagogische doel-stellingen aan elkaar worden gekoppeld. H e t mag zeer zeker geen verkapte vorm van tewerk-stelling zijn ;

4. naast het stagementorschap op de werkvloer moeten stages ook vanuit de school adequaat worden begeleid. De school moet een deel van haar beschikbaar lestijdenpakket aanwenden voor stagebegeleiding. De Onderwijsinspectie zal hier in de toekomst nog nader op toezien. Deze visie op stages geldt overeenkomstig voor het hoger onderwijs. Stages passen binnen het oplei-dingsprogramma van de studenten en vallen per definitie onder de supervisie en de begeleiding van de hogeschool. De student blijft tijdens de stage het statuut van student behouden, wat onder meer implicaties heeft voor de aansprakelijkheid van de s t u d e n t . Bezoldigde activiteiten impliceren een w e r k g e v e r- w e r k n e m e r r e l a t i e, die het statuut van de student en dus ook het studiecontract met de hogeschool overschrijdt.

De kernopdracht van de onderwijsinstellingen is het verzorgen van de opleiding. Ik acht het niet wenselijk dat de instellingen als tussenpersoon zouden fungeren inzake het uitoefenen van be-roepsactiviteiten die buiten het kader van de oplei-ding vallen. Het staat de hogescholen en of de V Z W S OVO evenwel vrij om, naar analogie van de informatieverstrekking voor afgestudeerden, i n f o r-matie te verstrekken aan de studenten over te-werkstellingsmogelijkheden tijdens de vakantie voor studenten in opleiding ( S OVO : Sociale Vo o r -zieningen – red.). Het uitoefenen van studenten-jobs of andere bezoldigde activiteiten blijft even-wel een exclusieve aangelegenheid tussen de werk-gever en de werknemer. De hogescholen kunnen desgewenst binnen het kader van het erkennen van elders verworven competenties deze beroepsactivi-teiten wel in aanmerking nemen voor het vaststel-len van de vereiste stageomvang. Dit behoort even-wel volledig tot de autonome bevoegdheid van de hogescholen.

Het bezoldigen van stageactiviteiten in bepaalde opleidingen creëert daarenboven een ongewenst precedent naar andere opleidingen toe. Ook in

an-dere opleidingen zien studenten zich soms ge-plaatst voor hoge kosten. Een aantal onder hen compenseert dit door het uitoefenen van (studen-ten)jobs allerhande. Deze activiteiten zijn in de regel evenwel volledig buiten de opleidingscontext en in de meeste gevallen ook buiten de daarmee verwante beroepsuitoefening gesitueerd. Ik meen dat ook de studenten verpleegkunde en vroedkun-de over die mogelijkhevroedkun-den beschikken om een ant-woord te bieden aan de kosten verbonden aan hun opleiding.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Ze stelde daarom voor experi- menten te starten waarbij kleuterleid(st)ers in de kinderopvang en kinderverzorg(st)ers in de klas worden ingezet, en dit in overleg met de

Binnen de sector Maatschappelijk Opbouw- werk wordt door een aantal regionale instituten voor maatschappelijk opbouwwerk doelbewust gekozen om allochtone medewerkers aan te w

De beslissing om gedurende twee jaar het inburge- ringsbeleid binnen een experimenteel kader geba- seerd op de Afsprakennota Inburgeringsbeleid van 21 juni 2000 vorm te geven, samen

van mevrouw RIET VAN CLEUVENBERGEN Actieplan gelijke kansen m/v – Stand van zaken Bij de voorstelling van haar beleidsnota stelde de minister bevoegd voor Gelijke Kansen dat ze, v

Normaliter worden verkeerslichten boven de rijweg aangebracht, zodat het kruispunt vanop voldoende afstand zichtbaar is voor het verkeer vanuit de richting Tongeren.. De

Dit plan heeft als doel de krijtlijnen uit te teke- nen voor het voeren van een permanent beleid in verband met de evenredige vertegenwoordi- ging van mannen en vrouwen in de

Een afwijking wordt enkel toegestaan wanneer vervangende maatregelen voorgesteld worden en/of wanneer het wooncomfort en de verzor- ging van de bejaarden niet in het gedrang k

Zal de psy- chiatrisch verpleegkundige zich op een be- paald moment opwerken tot bijvoorbeeld c a s e m a n a g e r, onder meer in de context van de psychiatrische thuiszorg,