Vraag nr. 120 van 6 maart 2001
van mevrouw RIET VAN CLEUVENBERGEN Kleuteronderwijs en kinderopvang – Afstemming In de pers verklaarde de minister onlangs dat ze – vanuit de bekommernis voor twee- tot driejarigen – kinderopvang en onderwijs beter op mekaar wou afstemmen. Ze stelde daarom voor experi-menten te starten waarbij kleuterleid(st)ers in de kinderopvang en kinderverzorg(st)ers in de klas worden ingezet, en dit in overleg met de minister bevoegd voor Onderwijs.
1. Wat werd er concreet met de minister van On-derwijs afgesproken:
– specifiek inzake de kwaliteitseisen voor 2,5-jarigen ;
– specifiek inzake de opleiding kleuter-leid(st)ers en kinderverzorg(st)ers ?
2. Waar starten deze experimenten ? Wanneer ? Hoe worden ze voorbereid ?
3. Wie bedoelt de minister concreet met "kinder-verzorg(st)ers" ? Welke kwalificatie moeten ze hebben ? Is een zevende jaar kinderzorg aange-wezen ?
Antwoord
De Vlaamse volksvertegenwoordiger informeert naar de stand van zaken m.b. t . het verbeteren van de afstemming tussen kinderopvang en kleuteron-derwijs voor twee- en driejarigen, de zogenaamde "naadloze overgang". Vooraleer concreet op de vragen in te gaan, meen ik dat het belangrijk is om de context van het overleg met Onderwijs even te duiden.
Het is inderdaad zo dat ik onder meer over deze problematiek onlangs heb overlegd met de V l a a m-se minister bevoegd voor Onderwijs. Dit overleg was aanleiding voor het opstarten van een gestruc-tureerd overleg tussen de administratie Onderwijs en Kind en Gezin: er worden werkgroepen opge-start over een viertal thema's. Het thema "naadlo-ze overgang van kinderopvang naar kleuterschool" is één van de onderwerpen die worden opgeno-m e n . Andere theopgeno-ma's zijn onder opgeno-meer: o n d e r w i j s binnen het meersporenbeleid buitenschoolse op-vang en opleidingen die toeleiden naar tewerkstel-ling in kinderopvang.
In dit verband is het goed om weten dat Kind en Gezin vroeger samen met de Dienst voor Onder-wijsontwikkeling en onderwijskoepels een inhou-delijke input ontwikkelde omtrent de inhoud van opleidingen die toeleiden naar tewerkstelling in k i n d e r o p v a n g. Dit gebeurde onder meer op basis van de pedagogische criteria die opgenomen zijn in de beoordelingsschalen voor pedagogisch functio-neren in door Kind en Gezin erkende kinderdag-verblijven.
Ook werden vanuit Kind en Gezin in 1998 enkele experimenten opgestart met als doel de mogelijk-heden en knelpunten m.b. t . een naadloze overgang van de kinderopvang naar het kleuteronderwijs te onderzoeken.
Dit materiaal zal nu onderwerp zijn van het over-leg tussen Onderwijs en Kind en Gezin, waarbij zal worden bekeken hoe dit alles kan worden verfijnd. Ook zal worden gezocht naar implementatiewe-gen.
In wat volgt, ga ik concreet op de vragen in.
1. Beide onderwerpen zullen worden opgenomen in het gestructureerde overleg tussen Onderwijs en Kind en Gezin. Er zijn nu dus nog geen con-crete afspraken gemaakt.
2. Reeds in maart 1998 werden door Kind en Gezin twee concepten uitgewerkt in het kader van een naadloze overgang tussen de voor-schoolse situatie en het kleuteronderwijs. Enerzijds ging het om het realiseren van kleu-terspeelzalen in kinderdagverblijven, met onder meer het inschakelen van kleuterleidsters in de k i n d e r o p v a n g, om de opvang van de oudste kin-deren nog beter te laten inspelen op hun ont-w i k k e l i n g s b e h o e f t e n . Anderzijds ging het om het realiseren van een gecombineerd en soepel gebruik van kinderopvang en kleuteronderwijs, met aandacht voor het verblijf in ofwel de kin-deropvang ofwel de kleuterschool, a f h a n k e l i j k van de behoeften van kinderen.
Op basis van deze concepten werden vanuit Kind en Gezin vier projecten opgestart, die via tussentijdse rapporteringen werden opgevolgd. 3. Het antwoord op deze vraag is tweeledig.
opvanggezin-n e opvanggezin-n , waariopvanggezin-n opvanggezin-niet meer wordt gesprokeopvanggezin-n over kinderverzorg(st)ers maar wel over "begelei-d e r s " . Kin"begelei-d en Gezin wor"begelei-dt gelast met "begelei-de be-slissing welke diploma's en getuigschriften in aanmerking komen om in erkende kinderop-vangvoorzieningen te werken. Hierdoor wordt het mogelijk om kinderverzorg(st)ers, o p v o e -d(st)ers én kleuterlei-d(st)ers tewerk te stellen in erkende kinderopvangvoorzieningen.