Vraag nr. 135 van 15 maart 2001
van mevrouw RIET VAN CLEUVENBERGEN Dementiecentra – Limburg
Tijdens de begrotingsbesprekingen engageerde de minister zich om bijkomende dementiecentra te er-kennen.
Zo zou de toestand worden beëindigd waardoor Limburg geen centrum heeft, en dus bij gebrek aan erkenning en extra middelen een achterstand op-loopt.
1. Wie stelde zich kandidaat voor een dergelijk centrum in Limburg ?
2. Werd er reeds een centrum geselecteerd ? Welke normen werden/worden hiervoor ge-bruikt ?
3. Wie stelde zich in andere provincies kandidaat voor een bijkomende erkenning ?
Werden er reeds centra geselecteerd ? Op welke basis ?
Antwoord
1. Volgende initiatiefnemers uit Limburg zijn kan-d i kan-d a a t-nieuw likan-d van het convenant tussen kan-de Vlaamse Gemeenschap en de leden van het sa-menwerkingsverband ter ondersteuning van de acties inzake de zorg voor dementerende perso-nen en hun omgeving: het OCMW van Hasselt, het OCMW van Genk, de VZW Bejaardenzorg Grauwzusters Hasselt-To n g e r e n , de VZW Sal-vatorrusthuis uit Hasselt en de VZW Aan de Beverdijk, uit Hamont-Achel.
2. De selectieprocedure is momenteel aan de gang bij mijn administratie.
De goedgekeurde begroting voor 2001 maakt de uitbreiding van het samenwerkingsverband met een zesde lid mogelijk.
Rekening houdende met de programmatie die in artikel 6 van het convenant vervat ligt en met het criterium van de regionale spreiding, z a l onder de kandidaat-leden voorrang worden ge-geven aan kandidaten uit de provincie Limburg. Een kandidaat-lid moet het bewijs leveren van kennis en ervaringsdeskundigheid op het vlak
van de ondersteuning van acties inzake de zorg voor dementerende personen en hun omgeving. Hiertoe geeft het kandidaat-lid een beschrijving van de door hem reeds behaalde resultaten ten aanzien van deze doelgroep binnen de hierna vermelde resultaatgebieden die nader worden toegelicht in bijlage 1 bij het convenant :
– informatieverstrekking, – adviesverstrekking en ondersteuning, – sensibilisering, – vorming en deskundigheidsbevordering, – c o n c e p t- en methodiekontwikkeling en studie, – registratie, – signaalfunctie.
Naast de beschrijving en de bewijsvoering van de huidige werking en resultaten, moet ook de toekomstige werking worden omschreven. Bovendien moet een kandidaat-lid een actie-plan voorleggen waarin het beleidsactie-plan, dat als bijlage 1 aan het convenant is gehecht, w o r d t g e c o n c r e t i s e e r d , rekening houdende met de specifieke individuele en regionale situatie van het kandidaat-lid.
Ten slotte moet een kandidaat-lid aantonen dat het over voldoende personeel beschikt om de door het convenant bepaalde taken uit te voe-r e n , of moet het kandidaat-lid vevoe-rklavoe-ren bevoe-reid te zijn daarvoor het nodige personeel in dienst te nemen.
Bij de selectie van kandidaten zal er ook ook re-kening mee worden gehouden of de ervarings-deskundigheid de eigen voorziening of vereni-ging overstijgt.
Deze evaluatiecriteria werden vervat in een om-zendbrief van 6 februari 2001, die aan de respec-tieve koepels in de ouderenzorg werd bezorgd. Zij zorgden voor de verdere verspreiding bij hun leden.
3. In de overige provincies stelden volgende initia-tiefnemers zich kandidaat :
Vlaams-Brabant
– VZW RVT Heilig Hart, Grimbergen – VZW Mater Dei, Pepingen
– VZW Provincialaat der Broeders van Liefde (Rusthuis Sint-Alexius, Tienen)
– VZW Zusters Kindsheid Jesu te Liedekerke, te Gent (Rusthuis Sint-Rafaël, Liedekerke) Antwerpen
– VZW Rusthuizen Zusters van Berlaar (Rust-huis Sint-Jozef, Heist-op-den-Berg)
– OCMW Antwerpen (Rusthuis Huize Jo o s t e n s, Zoersel),
– VZW Emmaüs, Duffel (Geriatrisch Centrum Ten Kerselare, Heist-op-den-Berg)
– VZW Zusters Kindsheid Jesu te Zwijndrecht, t e Gent (Rusthuis De Regenboog, Zwijndrecht) – VZW Rust- en Verzorgingstehuis Maria
Bood-schap, Niel
– VZW Compostela, Antwerpen Oost-Vlaanderen
– OCMW Sint-Gillis-Waas