Vraag nr. 94
van 15 februari 2001
van mevrouw RIET VAN CLEUVENBERGEN Lokale besturen – Vrouwen
De installatie van de gemeenteraden is nu een feit. Op de meeste plaatsen zijn de burgemeester en de schepenen aangewezen.
De minister engageerde zich om de colleges van burgemeester en schepenen meer een afspiegeling van de maatschappij te laten zijn, wat concreet be-tekent : stimuli voor meer vrouwen in deze colle-g e s. Dezelfde situatie colle-geldt voor de bestuursfunc-ties in de gemeentelijke adviesraden, i n t e r c o m m u-n a l e s, gemeeu-ntelijke V Z W ' s, . . . Naargelau-ng het ou-n- on-derwerp/domein/werkveld is hier al dan niet een ondervertegenwoordiging van vrouwen.
De minister engageerde zich in het parlement om eventueel quota's in te stellen als de aanwezigheid van vrouwen onvoldoende wordt vertaald in de colleges van burgemeester en schepenen.
1. Is de verhouding op dat vlak tussen enerzijds de samenstelling van de gemeenteraden en ander-zijds de samenstelling van de colleges van bur-gemeester en schepenen reeds bekend ? Wat is het resultaat ?
2. Worden op grond van deze resultaten bijko-mende maatregelen genomen ? Welke ? Met welke timing ?
Antwoord
Voorlopig ben ik nog niet in het bezit van alle ge-gevens omtrent de samenstelling van de gemeente-raden en de colleges van burgemeester en schepe-nen van de gemeenten van het Vlaamse gewest. Daarenboven zal de installatie van de raden voor maatschappelijk welzijn – vanaf 2 april 2001 – ongetwijfeld een wijziging van de samenstelling van de gemeenteraad met zich brengen.