Vraag nr. 95 van 8 februari 2001
van mevrouw RIET VAN CLEUVENBERGEN Vrijwilligerswerk – Opwaardering
Op 31 maart 2000 besliste de Vlaamse regering het vrijwilligerswerk duidelijker te erkennen en te waarderen.
Hiervoor werd een werkgroep opgestart om de ac-tiviteiten in de grenszone arbied – niet(gewaar-deerde)-arbied te inventariseren. Tevens zouden de knelpunten voor een erkenning en betere waarde-ring van deze activiteiten worden aangeduid. 1. Welke initiatieven nam de minister als
coördi-nerend minister bevoegd voor vrijwilligers om de vastgestelde knelpunten op te lossen ? 2. Worden vrijwilligers in de grenszone arbeid –
niet-arbeid nu meer gewaardeerd ?
N.B. Een gelijkaardige vraag werd gesteld aan de heer Renaat Landuyt, Vlaams minister van Werkgelegenheid en Toerisme.
Antwoord
Met de beslissing van 31 maart 2000 wilde de rege-ring het signaal geven dat zij zowel het vrijwilli-gerswerk als de semi-agorale arbeid waardeert. Voor beide werd een aparte werkgroep opgericht om de verbetering van het juridisch statuut te be-werkstelligen.
De werkgroep "semi-agorale arbeid" valt onder de leiding van minister Landuyt. Daarom verwijs ik naar zijn antwoord op de gelijkaardige vraag. Wat het statuut van de vrijwilligers betreft, w e r d een brief gericht aan de federale regering met de vraag de knelpunten inzake het statuut op te nemen en hierbij overleg te plegen met de V l a a m-se regering en het werkveld.
De federale regering stelde een regeringscommis-sie aan en organiseert een overleg met betrekking tot het statuut binnen het nationaal comité Inter-nationaal Jaar van de Vrijwilliger 2001. Ve r t e g e n-woordigers van de Vlaamse ministers nemen hier-aan deel.