Vraag nr. 94 van 15 maart 2001
van mevrouw RIET VAN CLEUVENBERGEN Armoede – Sensibilisering leerkrachten
Het samenwerkingsakkoord inzake armoede (1998) legt de verantwoordelijkheid voor de opvol-ging van dit beleid bij het Centrum voor Gelijkheid van Kansen en voor Racismebestrijding. C o n c r e e t legt deze dienst zich onder andere toe op het sensi-biliseren van leerkrachten voor deze problematiek. Bestaat er over het sensibiliseren van leerkrachten een gestructureerd overleg tussen de minister en dit Centrum ?
Gebeurt dit op dezelfde manier in V l a a n d e r e n , Wallonië en het Duitstalige landsgedeelte ? Wa t zijn de resultaten totnogtoe ?
Antwoord
Reeds verschillende jaren is de aandacht voor be-strijding van de dualisering in de maatschappij in het algemeen, een aandachtspunt van het V l a a m s o n d e r w i j s b e l e i d . Een bestaande verscheidenheid aan beleidsmaatregelen brengt deze bekommernis tot uiting in de onderwijspraktijk.
De ontwikkelingsdoelen en eindtermen die in het onderwijs moeten worden nagestreefd en bereikt, vermelden uitdrukkelijk dat leerlingen moeten leren dat sociale en culturele groepen verschillende waarden en normen kunnen bezitten en dat zij res-pect kunnen opbrengen in hun omgang met ande-ren.
Het hele onderwijsvoorrangs- en zorgverbredings-beleid bestaat in de praktijk uit het toekennen van bijkomende lestijden aan scholen die zich gecon-fronteerd zien met groepen "risicoleerlingen". D e scholen kunnen via een aanwendingsplan aan de slag met een aantal methodieken die sinds meer dan tien jaar worden uitgebouwd en ondersteund door wetenschappelijk onderzoek, m a t e r i a a l o n t-w i k k e l i n g, bijkomende pedagogische begeleiding en initiatieven voor professionalisering (onder an-dere het thema zorgverbreding binnen de nascho-ling op initiatief van de Vlaamse regering). D e r g e-lijke beleidsmaatregelen hebben steeds veel ver-derreikende doelstellingen dan de loutere sensibili-sering voor een bepaalde problematiek. We probe-ren aan scholen en leerkrachten hefbomen te geven om op effectieve en efficiëntie wijze te leren
omgaan met diversiteit, en de ontplooiingskansen van elke kind te maximaliseren.
Ook andere initiatieven betekenen een substantië-le bijdrage tot de ontwikkeling van de mogelijkhe-den van het onderwijspersoneel om met armoede-problematieken om te gaan. Hierbij denk ik bij-voorbeeld aan de projecten voor kinderen van trekkende bevolkingsgroepen, het spijbelproject in het secundair en nu ook in het basisonderwijs, o p-v a n g k l a s s e n , het buurtwerkingsstimulerend project Vlaggen en Wi m p e l s, de bijzondere ondersteunen-de maatregelen voor ondersteunen-de Brusselse situatie, of publi-caties zoals "Kansrijk voor kansarm", die recht-streeks voortspruiten uit wetenschappelijk onder-zoek terzake.
Wat specifieke sensibiliseringsacties betreft naar o n d e r w i j s p e r s o n e e l , laat het Centrum voor Gelijk-heid van Kansen en voor Racismebestrijding het initiatief zoveel mogelijk aan de onderwijssector z e l f. Niettemin staat het Centrum altijd open voor vragen vanuit de overheid voor medewerking aan bepaalde initiatieven.
Zo heeft het Centrum bijvoorbeeld op vraag van de toenmalige minister gewerkt aan de brochure "Ik beken kleur". Ook nu nog zal het Centrum, voorzover het past binnen haar opdracht zoals om-schreven in de wet van 15 februari 1993 tot oprich-ting van een Centrum voor Gelijkheid van Kansen en voor Racismebestrijding, steeds zijn medewer-king verlenen aan eventuele vragen van de over-heid.