• No results found

Hoe kan er worden omgegaan met privacy gevoelige open data in een smart city?

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Hoe kan er worden omgegaan met privacy gevoelige open data in een smart city?"

Copied!
119
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)
(2)

1. Voorwoord

Deze scriptie is geschreven ter voltooiing van mijn opleiding Interactieve Media met als afstudeerrichting Content en Communicatie. Degene die dit leest is de eerste, tweede of derde lezer die de scriptie zal gaan beoordelen. Aan de andere kant kan het ook zijn dat de lezer een geïnteresseerde is in de onderwerpen: open data, privacy en smart cities. Bij deze wens ik de lezer succes met het nakijken of met het vinden van bepaalde informatie. Ik hoop dat het onderwerp en de scriptie jullie net zo zal pakken zoals het mij heeft gepakt.

Na een week nadenken over verschillende onderwerpen waar ik mijn scriptie over zou willen schrijven, kwam ik telkens uit op ‘smart cities’. Tijdens het vak City Discours dat ik volgde tijdens mijn minor Content in Motion, ben ik voor het eerst in aanraking gekomen met de ontwikkelingen rondom smart cities. Binnen smart cities ben ik op zoek gegaan naar een maatschappelijk probleem, dat opgelost zou kunnen worden. Ik heb besloten om me te richten op privacy en daarbinnen gespecialiseerd op open data.

Het doel van het schrijven van deze scriptie is om zelf meer bewust te worden van mijn privacy. De kennis die ik heb vergaard wil ik overbrengen op andere mensen. In dit geval afstuderende Communication and Multimedia (Interactieve Media)

studenten. Dit zijn namelijk degene die wellicht gaan meebouwen aan het maken van een smart city. Als eindproduct naast mijn eindrapport wilde ik een adviesrapport schrijven. Dit adviesrapport moet bewustzijn creëren over privacy bij de afstuderende studenten.

Het eindresultaat is niet zonder slag of stoot bereikt. Wat mij het meeste moeite heeft gekost is het bouwen van een fundering voor mijn onderzoek. Dit heeft meer tijd gekost dan ik had gewild. Toen het onderzoeksvoorstel werd goedgekeurd, heb ik vaart kunnen maken.

Dit resultaat heb ik niet kunnen bereiken zonder de hulp, aanmoediging en afleiding van een aantal mensen. Mijn afstudeerbegeleider Robert Crain wil ik bedanken voor de keren dat hij voor mij klaarstond. Ook als ik even langs zijn docentkamer kwam om een kleine vraag te stellen. Frans Dugour, mijn tweede lezer, wil ik bedanken voor zijn expertise in onderzoek. Hier heb ik een hoop van geleerd. Mijn ouders wil ik bedanken voor de rust die zij mij hebben gegeven in het proces. Als ik het even niet meer zag zitten, wisten zij mij er meteen weer bovenop te helpen. Tot slot wil ik mijn vrienden van de roeivereniging Nereus bedanken. Zij hebben mij de nodige afleiding naast het harde werk geboden.

(3)

Inhoudsopgave 1. Voorwoord 2 2. Managementsamenvatting 5-7 - 2.1. Gebruikte methodes - 2.2. Deelvragen - 2.3 Hoofdvraag - 2.3.1. Privacy by design - 2.3.2. Transparantie - 2.3.3. Data management - 2.3.4. Bewustzijn - 2.4. Aanbevelingen 3. Inleiding 8-9

- 3.1. Plan van aanpak

4. Probleemstelling, vraagstuk 10

5. Onderzoek 11-31

- 5.1. Deelvraag 1: Wat is een smart city? 11-13 - 5.1.2. Hoe is de term ontstaan?

- 5.1.3. Wat is een smart city en wat maakt een stad smart? - 5.1.4. De smart cities van nu

- 5.1.5. Conclusie

- 5.2. Deelvraag 2: Wat is open data? 14-16

- 5.2.1. Definitie open data

- 5.2.2. Welke open data zijn er beschikbaar in Amsterdam? - 5.2.3. Ontwikkelingen

- 5.2.4. Data bij de burgers - 5.2.5. Conclusie

- 5.3. Deelvraag 3: Wat zijn de risico’s van open data? 17-21 - 5.3.1. Waarom willen we open data?

- 5.3.2. De risico’s van open data - 5.3.3. Indirecte risico’s van open data

- 5.3.4. Hoe gaan we nu om met de risico’s van open data?

- 5.3.5. Wat is de verwachting hoe we omgaan met open data in de toekomst?

- 5.3.6. Conclusie

- 5.4. Deelvraag 4: Wat zegt de literatuur over de privacy gevolgen

binnen een smart city? 22-26

- 5.4.1. Wat is privacy? - 5.4.2. Gevolgen

- 5.4.3. City of Control of City of Trust - 5.4.4. Ontwikkelingen/toekomstperspectief - 5.4.5. Panopticon effect

- 5.4.6. Bij privacy horen trade-offs - 5.4.7. Conclusie

- 5.5. Deelvraag 5: Welke ontwikkelingen zijn er op het gebied

(4)

- 5.5.1. Juridische aspect

- 5.5.2. Hulpmiddelen: Privacy by Design en Privacy Enhancing Technologies - 5.5.3. Conclusie

- 5.6. Deelvraag 6: Hoe denkt de doelgroep over privacy

binnen een smart city? 29-31

- 5.6.1. Doelgroep - 5.6.2. Het doel

- 5.6.3. Aanpak onderzoek - 5.6.4. Resultaten interviews

- 5.6.5. Gegevens over de geïnterviewde - 5.6.6. De behoefte naar advies

- 5.6.7. Conclusie

6. Eindproduct 32

7. Hoofdvraag 33-38

- 7.1. Hoe kan er worden omgegaan met privacy gevoelige open data in een smart city?

- 7.1.1. Privacy by design - 7.1.2. Transparantie - 7.1.3. Data management - 7.1.4. Bewustzijn

- 7.2. Waarom Privacy Enhancing Technologies - 7.3. Doelstelling

- 7.4. Kanttekeningen - 7.5. Aanbevelingen

8. Gebruikte methoden en theorie 39-40

9. Bronnen 41-46

10. Bijlagen 47-119

- Adviesrapport 48-83

- Interviews doelgroep 84-107

- Interview Nuray Gokalp 108-111

(5)

2. Managementsamenvatting

Tijdens het afstudeerproject is er onderzoek gedaan naar de vraag: Hoe kan er worden omgegaan met privacy gevoelige open data in een smart city?

Om de hoofdvraag te kunnen beantwoorden, zijn er deelvragen opgesteld. Deze zijn stuk voor stuk beantwoord. Elke deelvraag bevat een conclusie. Deze conclusie bevat de essentie van de beantwoording van de desbetreffende deelvraag. De resultaten van de deelvragen hebben geleid tot de beantwoording van de hoofdvraag.

2.1. Gebruikte methodes

Om de deelvragen te kunnen beantwoorden zijn er kwalitatieve

onderzoeksmethoden gebruikt. Van de kwalitatieve onderzoeksmethoden is er gebruik gemaakt van halfgestructureerde open interviews en literatuuronderzoek (Verhoeven, 141). Er is bij deelvraag zes gekozen voor halfgestructureerde open interviews in plaats van open interviews, zodat de resultaten vergeleken konden worden. Bij deelvraag een tot en met vijf is er voor literatuuronderzoek gekozen, om een breed perspectief te ontwikkelen. De behandelde literatuur waren vooral online artikelen, omdat het een vrij nieuw onderwerp betrekt en er weinig boeken over te vinden waren.

2.2. Deelvragen

Deelvraag 1. Wat is een smart city?

Nieuwe technologieën stapelen zich op en de beschikbaarheid van data neemt toe. Hetgeen dat hieruit voortkomt is een smart city. Martijn de Waal omschrijft een smart city als een stad waar nieuwe technologieën worden ingezet om een efficiëntere, veiligere en aangenamere stad te maken. (de Waal, Smart Cities) Amsterdam is een voorbeeld van een stad die (slimmer) probeert te worden doormiddel van open data. Deelvraag 2. Wat is open data?

Data is in Nederland open zodra de overheid een ‘juridische check’ heeft gedaan. (Overheid, Juridische check) Dit wordt gedaan om te voorkomen dat er data tussen zit die tot een persoon kunnen leiden. Er blijven risico’s aan vast zitten. Hier gaat deelvraag 3 verder op in.

Deelvraag 3. Wat zijn de risico’s van open data?

Open data heeft directe en indirecte risico’s. Het grootste risico zit in de combinatie van open data en privé data, deze kunnen leiden tot meer gedetailleerde info over een individu. (Hand, Open data is a force for good, but not without risks) Hierdoor wordt identiteitsdiefstal gemakkelijker gemaakt. (Keenan, Are they making our privates public? – Emerging risks of governmental open data initiatives)

Deelvraag 4. Wat zegt de literatuur over de privacy gevolgen binnen een smart city? Privacy draait om het recht om met rust gelaten te worden. (Cooley) De vele

bewakingscamera’s om ons heen, zijn een gevolg van een stad die slimmer wordt. In de steden Songdo en in sommige delen van Engeland kan je toegang krijgen tot de beelden. Dit heeft tot gevolg dat iedereen kan kijken hoe iemand bijvoorbeeld boodschappen doet. (NRC, Britten kunnen meekijken met camera’s in winkels) Privacy is een kwestie van trade-offs. Met betrekking tot de bewakingscamera’s kan men de volgende vraag stellen: wil men meer privacy hebben of een minder veilige omgeving om in te leven?

(6)

Deelvraag 5. Welke ontwikkelingen zijn er op het gebied van privacy bescherming met betrekking tot open data?

De privacy met betrekking tot open data wordt op het moment beschermt door de eerder genoemde ‘juridische check’ van de overheid. Hiernaast is er Privacy by Design en Privacy Enhancing Technologies. Privacy Enhancing Technologies zijn een set regels/maatregelen, om de privacy binnen een project te kunnen bewaren. Privacy Enhancing Technologies vallen onder het overkoepelende Privacy by Design. Dit zorgt ervoor dat er in het begin van een proces wordt nagedacht over het gebruik van persoonlijke gegevens en hoe deze beveiligd kunnen worden. (College

Bescherming Persoonsgegevens, PET: instrument voor Privacy by Design) Deelvraag 6. Hoe denkt de doelgroep over privacy binnen een smart city? Om een beeld te krijgen van hoe de doelgroep tegen hun privacy aankijkt, zijn er acht afstuderende CMD studenten geïnterviewd.

Aan de hand van de interviews kunnen er een aantal conclusies worden getrokken. Alle geïnterviewden zijn zich er niet van bewust hoe op dit moment hun privacy ervoor staat. Laat staan wat de risico’s zijn van open data met betrekking tot de privacy in een smart city.

De doelgroep hecht waarde aan hun eigen privacy en ook aan die van een ander. Ze zouden zelf op een meer transparante manier aan hun gebruikers laten weten, dat ze persoonlijke gegevens van ze gebruiken.

Een aantal van de geïnterviewde hebben toegang tot persoonlijke gegevens van mensen, maar gaan hier verantwoordelijk mee om.

Alle geïnterviewden geven aan dat als ze bijvoorbeeld een app of platform ontwikkelen de gegevens van de gebruiker wel willen bewaren.

Het belangrijkste punt dat ze allen aangeven is de toestemming die ze willen geven als er gebruik wordt gemaakt van persoonlijke gegevens. Dit geldt met name in het geval dat de gegevens voor commerciële doeleinden worden ingezet.

2.3 Hoofdvraag

Aan de hand van de resultaten/conclusies van de deelvragen kan er antwoord worden gegeven op de hoofdvraag. Hoe kan er worden omgegaan met privacy gevoelige open data in een smart city?

Hieronder wordt per aspect beschreven, hoe hiermee om te gaan: 2.3.1. Privacy by design

Privacy by design biedt de mogelijkheid om in informatietechnologie gerelateerde ontwikkelprocessen ruimte te bieden aan privacybescherming. Dit zou ook goed toegepast kunnen worden binnen CMD projecten. Privacy Enhancing Technologies helpen hierbij, het principe gaat uit van ‘less is more’. Zolang het niet nodig is om persoonlijke gegevens te gebruiken dan is het beter om het niet te doen, dit scheelt weer in gegevens die beveiligd moeten worden. (College Bescherming

Persoonsgegevens, PET: instrument voor Privacy by Design) 2.3.2. Transparantie

Er mag alleen data verzameld worden als jij daar toestemming voor geeft, blijkt uit de interviews die zijn gehouden met de doelgroep. (Duinker, Jesper. Hoe kan er worden omgegaan met privacy gevoelige open data in een smart city. Interviews. Augustus 2013. pagina 83-106) Dit heeft betrekking op nieuwe toepassingen zoals apps, webshops en andere digitale platforms die zijn gemaakt door commerciële bedrijven. De overheid heeft open data geïntroduceerd om ‘transparant’ te zijn. Een belangrijke reden is: weten waar de overheid mee bezig is. Obama heeft hier het voortouw in genomen. (AD, Obama wil meer transparantie in overheidsdata)

(7)

Voor de CMD’ers is het belangrijk zich af te vragen hoe zij omgaan met de informatie van hun gebruikers, maar bijvoorbeeld ook met data die zij zelf openbaar maken, over zichzelf of van anderen.

2.3.3. Data management

Volgens hoogleraar Corien Prins, zal er binnen een smart city een centrale partij moeten zijn die verantwoordelijk is voor de data. Wanneer er iets misgaat kan je als burger die partij aankijken en verwachten dat zij met een oplossing komen, zij zijn immers verantwoordelijk. Dit zal ook moeten gelden voor systemen die fouten maken waar de burger de dupe van is. (Prins, De meeglurende overheid)

Data management zou ook toegepast kunnen worden op open data. Datamanagement kan er binnen een project voor zorgen dat er: - Controle/toezicht is op de privacy binnen de gebruikte open data.

- In het geval van een ‘lek’ aan persoonlijke informatie, kunnen de maatregelen om de privacy binnen de gebruikte open data te bewaken worden aangepast. Hier draait het vooral om het analyseren van het project.

2.3.4. Bewustzijn

Het doel van mijn adviesrapport is meer inzicht bieden over privacy binnen een stad die door exponentieel toenemende data en technieken steeds slimmer wordt. Hopelijk wordt hierdoor meer bewustzijn gecreëerd. Door bewustzijn kan de doelgroep weten wat er gaande is en kunnen ze anticiperen op hetgeen wat er om hun heen gaande is. Door bewust te zijn kunnen ze zelf beter omgaan met privacy binnen een project met open data voor bijvoorbeeld Amsterdam Smart City. 2.4. Aanbevelingen

Er zijn een aantal aanbevelingen die gelden voor mezelf en die ook relevant zijn voor vervolgonderzoek.

De onderwerpen van het onderzoek zijn actueel. Dit betekent dat er na een halfjaar weer nieuwe informatie te vinden is op het gebied van open data, smart cities en privacy. Er kan verder worden gegaan met onderzoek op het gebied van de bovengenoemde onderwerpen. Wellicht zijn er meer kritische artikelen of onderzoeksrapporten te vinden, onderbouwt door onderzoeksbureaus of universiteiten.

Iets waar ik niet aan toegekomen ben, maar wat wel interessante informatie kan opleveren is een interview houden met iemand die werkzaam is binnen

informatierecht. Zij houden zich onder andere bezig met de gevolgen die open data kan hebben op de privacy.

Om met meer zekerheid uitspraak te kunnen doen over hoe de doelgroep denkt over open data, smart cities en privacy (met betrekking tot hun gebruikers). Kunnen er nog meer afstuderende CMD’ers worden geïnterviewd.

(8)

3. Inleiding

Het mogelijke risico tot privacy schending is het voornaamste risico van open data. Dit schrijft David Hand in het artikel: ‘Open data is a force for good, but not without risks’ op the Guardian website. Dit is ook toegegeven door de Britse overheid. In 2011 zei de Cabinet Office minister Francis Maude het volgende: "It is my intention that no personal data will be shared with any third party as part of this

initiative." Hand vindt het twijfelachtig of dit haalbaar is, aangezien de verschillende bronnen van data gecombineerd tot informatie over een individu kunnen leiden. (Hand, Open data is a force for good, but not without risks)

De aanleiding tot het probleem is de mogelijke schending van privacy met betrekking tot open data. Simpel gezegd is open data: het op eenduidige wijze, publiekelijk en elektronisch beschikbaar maken van data. (Hack de overheid) Tegenwoordig wordt er steeds meer data gedigitaliseerd. Binnen deze data zitten ook data die betrekking hebben op onze persoonsgegevens. Hierbij moet je denken aan het elektronisch kind dossier, het patiëntdossier en het klantdossier. Een ander voorbeeld is de bonuskaart van Albert Heijn. (Wikipedia, Bonuskaart)

Tijdens het onderzoek wordt specifiek gefocust op open data. De bovengenoemde data zijn nog geen open data. Uit praktijkvoorbeelden blijkt dat open data

persoonlijke data kan bevatten, dan wel indirect tot een persoon zou kunnen leiden. Hierover kan meer worden gelezen bij deelvraag 3: Wat zijn de risico’s van open data?

Onze steden blijven zich ontwikkelen en worden steeds slimmer. Het woord slimmer verwijst naar systemen en apparaten in de stad die steeds meer informatie

uitwisselen. Deze steden worden smart cities genoemd. Een smart city is een stad waarin technologie ervoor zorgt dat er een zo efficiënt, duurzaam en veilig mogelijke stad ontstaat. (Wikipedia, Smart city) Om een smart city te ontwikkelen en draaiende te houden zal alles met elkaar moeten communiceren. Dit wordt ook wel ‘internet of things’ of ‘ubiquitous computing’ genoemd. (Kranenburg, The internet of Things) Dit houdt in dat alles met elkaar in verbinding staat. Hier komen de digitale en de echte wereld bij elkaar. Dit is mogelijk door de toenemende open data, sensors, camera’s en wifi netwerken aan elkaar te koppelen. Mensen, openbaar vervoer, gebouwen en apparaten wisselen informatie met elkaar uit om de levenskwaliteit zo hoog en duurzaam mogelijk te houden.

Amsterdam is een voorbeeld van een stad die slim gebruik wil maken van open data. Dit initiatief heet Amsterdam Smart City. (Smart stories, Amsterdam Smart City) De opzet is anders dan in steden waar vooral commerciële bedrijven zijn betrokken bij de ontwikkeling van een smart city. Zij zijn geïnteresseerd in data omdat het voor hun een schat aan informatie kan opleveren. In Songdo een stad in Zuid-Korea begint zich het volgende probleem te voldoen volgens auteur Greg Lindsay: ‘‘de inwoners van Songdo worden vooral als consument gezien aan wie allerlei diensten verkocht kunnen worden en pas in tweede instantie als burger.’’ (de Waal, Smart cities) Het betreft hier het bedrijf Cisco die verantwoordelijk is voor de meeste techniek in de stad. Cisco is een van de grote bedrijven die zich heeft

gespecialiseerd in smart cities. (Cisco. Smart + Connected Communities) Hiernaast zijn Siemens, IKEA en IBM ook bezig met het ontwikkelen van smart cities.

Door de beschikbaarheid van de open data zijn er bedrijven, overheden, politieke partijen en ook terroristen/criminelen die daar gebruik van willen maken. Zij

gebruiken onze open data zonder dat wij hier toestemming voor geven. De gevolgen hiervan kunnen een probleem zijn.

(9)

Naar aanleiding van het vooronderzoek en de hierboven besproken onderdelen, is er onderzoek gedaan naar de privacy binnen een smart city met betrekking tot open data.

De hoofdvraag van het onderzoek is: Hoe kan er worden omgegaan met privacy gevoelige open data in een smart city?

3.1. Plan van aanpak

Via desktopresearch is er onderzoek gedaan naar de ontwikkelingen op het gebied van open data, smart cities en privacy. Dit is aangevuld doormiddel van

literatuuronderzoek. Dit houdt in dat er op systematische wijze op basis van

(wetenschappelijke) artikelen en andere documenten antwoord op de deelvragen is gegeven. Hiervoor zijn onder andere de volgende zoektermen gebruikt: smart city, open data, privacy, gevolgen, risico’s en ontwikkelingen. Aan de hand van de combinaties van deze zoektermen zijn er artikelen gevonden. Vanuit hier kon er ‘gesneeuwbald’ worden. Dit houdt in dat er relevante termen uit het artikel gehaald worden en hier verder op wordt doorgezocht. Er zijn ook databases gebruikt om artikelen of boeken te vinden, zoals: Google scholar, Google books, Gartner,

Book24x7, CBS en de HBO kennisbank. Per deelvraag zijn de literatuur, de gedane interviews en bekeken documentaires geanalyseerd. Per deelvraag is er een

conclusie getrokken. Deze conclusies hebben geleid tot de beantwoording van de hoofdvraag.

Om mijn hoofd en deelvragen te kunnen beantwoorden zijn er kwalitatieve onderzoeksmethoden gebruikt. Van de kwalitatieve onderzoeksmethoden zijn er open interviews gehouden en is er literatuuronderzoek gedaan (Verhoeven, 141). Er is voor gekozen om open interviews te houden. Dit heeft namelijk te maken met de omvang van de doelgroep. Het is een kleine groep, afstuderende CMD studenten en door open interviews te houden kun je meer waardevolle informatie verkrijgen. (Verhoeven, 148).

Voor de interviews is gekozen voor een halfgestructureerd interview. Bij dit interview is er een vragenlijst of een lijst met onderwerpen. Het was belangrijk dat er ruimte was voor de geïnterviewde om zelf met eigen ervaringen te komen. Als interviewer was het de taak om hier flexibel mee om te gaan. (Verhoeven, 150).

Het interview heeft naar de gestructureerde kant geneigd, zodat de interviews naderhand met elkaar vergeleken konden worden.

Het doel van de interviews was erachter komen hoe de doelgroep, afstuderende CMD studenten, over hun privacy denken met betrekking tot privacy gevoelige open data. Zodat het eindproduct, het adviesrapport hierop kon worden aangepast. Het onderzoek is met name beantwoord doormiddel van literatuuronderzoek, de rest is beantwoord doormiddel van interviews. De nadruk lag op de primaire en

secundaire literatuur. De artikelen en boeken kwamen voor het grootste deel van het internet. (Verhoeven)

(10)

4. Probleemstelling, vraagstuk

Het vraagstuk dat opgelost diende te worden was: doormiddel van onderzoek uitzoeken hoe er met privacy gevoelige open data omgegaan kan worden in een smart city.

Obama, Neelie Kroes en partijen als Hack de overheid willen meer data ‘open’ maken voor het publiek/burgers. Wat opgevallen is bij het vooronderzoek is dat de partijen toegeven dat er risico’s kleven aan het gebruik van open data, maar niet concreet aangeven welke. Hiernaast werd er ook niet duidelijk aangegeven hoe er het best met deze risico’s kon worden omgegaan. Dit blijkt uit de blogberichten van Neelie Kroes waar voornamelijk de positieve mogelijkheden worden besproken. (Blog of Neelie Kroes) Op The White House de site van de Amerikaanse overheid zijn ze ook niet duidelijk over de risico’s van open data. Er wordt minimaal

kenbaarheid aangegeven. (White house) Ook een partij als Hack de overheid geeft geen duidelijke hoorbaarheid aan de risico’s van open data. (Hack de overheid) Over het algemeen wordt er minder aandacht gegeven aan de risico’s dan aan de mogelijkheden. Dit is logisch anders hoeft er niet aan open data begonnen te worden. De mogelijkheden en positieve geluiden overschreeuwen de risico’s in de berichten over open data.

Doormiddel van het onderzoek wordt de ‘andere kant’ belicht en bekeken hoe er met de risico’s van open data in een steeds slimmere omgeving om kan worden gegaan. Om het vraagstuk te kunnen oplossen is er onderzoek gedaan. Dit is begonnen met het vooronderzoek, het inlezen over open data en smart cities. Na het inlezen in de literatuur (artikelen) en het bekijken van documentaires, is er een probleem

gedefinieerd en dat was privacy. Dit was de beginsituatie.

De gewenste situatie waar naartoe werd gewerkt, was erachter komen, hoe er

antwoord kon worden gegeven op de hoofdvraag: Hoe kan er worden omgegaan met privacy gevoelige open data in een smart city?

Na het onderzoek zou er antwoord op de hoofdvraag gegeven moeten worden. Hiervoor moesten de risico’s en gevolgen van open data met betrekking tot de privacy gevonden worden. Aan de hand van het onderkennen van de risico’s en gevolgen kan er worden gekeken, naar hoe er kan worden omgegaan met de privacy in een smart city. Het streven was het onderzoeken en vinden van manieren, hoe de privacy beter kan worden gewaarborgd met betrekking tot open data in een smart city.

(11)

5. Onderzoek

5.1. Deelvraag 1: Wat is een smart city?

5.1.2. Hoe is de term ontstaan?

Volgens een onderzoeksrapport van verscheidene universiteiten is de term smart city afkomstig uit de hoek van bedrijven die Information Communication Technologies (ICT) in het productieproces hebben. (Vienna University of Technology, University of Ljubljana, Delft University of Technology, 10).

Bedrijven als IBM en Cisco die zich bezighouden met smart cities. Gebruiken de term als een marketing term, wat later is overgenomen door bedrijven en steden. (Wikipedia, smart city) Dit heeft te maken met het feit dat steden steeds grotere proporties aannemen. Dit komt door de sociale en economische globalisering

waardoor de wereld steeds meer gelijk wordt en steden worden gezien als de centra van economische aantrekkingskracht. De experts voorspellen dat in 2050 70% van de wereldbevolking in steden leeft. Hierdoor verkopen steden en bedrijven het smart city concept om de stad zo leefbaar mogelijk te houden. (The Committee of Digital and Knowledge-based Cities of UCLG, 3)

5.1.3. Wat is een smart city en wat maakt een stad smart?

Ger Baron: programma manager van Amsterdam Smart City en tevens ook betrokken bij andere smart city initiatieven maakt duidelijk wat een smart city is. Baron beschrijft wat nu eigenlijk ‘smart’ is. Met smart wordt bedoelt ‘informatie gedreven’. De systemen en apparaten in de stad wisselen steeds meer informatie met elkaar uit. Dit is niet iets nieuws. Volgens Baron zit hem het grote verschil in dat mensen in tegenstelling tot de afgelopen honderden jaren nu de beschikking hebben over ICT. Hierdoor kunnen ze beslissingen nemen, waarbij fysieke menselijke

aanwezigheid vaak niet meer nodig is. Een bedrijf als Cisco, een van de bedrijven die zich specialiseert in smart cities, voorspelt dat aan het eind van dit decennium 50 miljard apparaten met elkaar verbonden zullen zijn. Dit komt erop neer dat de

informatiebronnen ons kunnen helpen beslissingen te nemen. Om een paar voorbeelden te geven: stoplichten communiceren met het huidige verkeer en verlichting is er alleen als er behoefte aan is.

In het artikel van Baron staat dat volgens Gartner Linked open data het qua belangrijkheid gaat winnen van fossiele brandstof. (Baron, 20)

Baron heeft het vooral over de snelheid waarin de ICT zich beweegt. Bill Gates zei ooit: ‘’If the car industry had kept up with technology like the computer industry has, we would all be driving $25 cars that got 1000 MPG.’’ (Weil).

Martijn de Waal is een hoogleraar en tevens onderzoeker en schrijver op het gebied van smart cities. Hij schreef samen een artikel met Maartje Duin. Hierin geven zij een definitie van een smart city: ‘’binnen een smart city worden nieuwe technologieën vooral ingezet om de stad efficiënter, veiliger en aangenamer te maken. Vertrekpunt is het idee van de stad als een grote kluwen infrastructuur die we zo optimaal

mogelijk moeten beheren.’’ (de Waal, Smart Cities).

Volgens The Committee of Digital and Knowledge-based Cities of UCLG kunnen Smart cities worden geïdentificeerd (en gerangschikt) langs zes hoofdassen of dimensies. (The Committee of Digital and Knowledge-based Cities of UCLG, 7-13). 1. Smart economy

(12)

waar Information and Communication Technology (ICT) is, maar ook in andere industrieën waar ICT is betrokken in het productie proces.

2. Smart people

Het verschil tussen een digitale stad en een smart city is ‘smart people’. Mensen zijn smart aan de hand van hun vaardigheden en opleidingsniveau, maar ook op het gebied van sociale interactie. Dit moet je zien binnen termen als integratie en publiek leven en hun vermogen om open te zijn naar de buitenwereld.

3. Smart governance

Dit omvat politieke en actieve participatie, burgerschap diensten en slim gebruik maken van e-government.

4. Smart mobility

Smart mobility heeft te maken met het voorzien van publieke toegang tot nieuwe technologieën, en het gebruik van deze technologieën in het alledaagse leven in de stad.

5. Smart environment

Dit verwijst naar het gebruik van nieuwe technologieën die helpen bij het beschermen en behouden van de stadsomgeving.

6. Smart living

Als het over smart living gaat dan zijn er diverse aspecten samen te stellen. De nadruk ligt op het verbeteren van de kwaliteit van het leven van burgers op het gebied van: cultuur, gezondheid, veiligheid, huisvesting, toerisme etc.

5.1.4. De smart cities van nu

Masdar city wordt als een van de ‘ultieme’ smart cities gezien op het moment. De stad is ontworpen door het architectenbureau Foster and Partners en gelegen in het emiraat Abu Dhabi. Het zal een duurzame stad worden, die volledig van zonne-energie en andere duurzame zonne-energie gebruik zal maken. De stad zal een omvang hebben van zes vierkante kilometer en er zullen naar verwachting 50.000 mensen in kunnen wonen. De kosten van de stad liggen rond de 20 miljard Dollar en ze

verwachten dat de stad tussen 2020 en 2025 af zal zijn. (Collins, Amsterdam leads the way in becoming a Smart City)

De documentaire van de VPRO over de stad van de toekomst, besteedt ook aandacht aan Masdar. De technologie in de stad is onder andere afkomstig van Siemens. Tom Ruyten manager Siemens binnen Masdar, geeft aan dat zij op het moment in de stad testen hoeveel je accepteert van de technologie. Zo wordt het energieverbruik van studenten op alle fronten gemonitord. De studenten zijn de testpersonen die tegen een gereduceerd tarief in de stad kunnen wonen. Er is in de documentaire een experiment gaande, waarin een toren rood gloeit zodra de mensen bij elkaar teveel energie verbruiken. Ruyten geeft aan dat Siemens test op dingen als, het uitstellen van wasbeurten om het gemiddelde verbruik op het

gestreefde gemiddelde te houden. (VPRO Tegenlicht, Making cities: de stad van de toekomst)

Volgens Collins editor van World Cities Network, bewijst Amsterdam dat je ook op een goedkopere en snellere manier het effect van een slimme stad kunt hebben. Amsterdam won in 2012 de World Smart Cities Award met haar open data

initiatieven. Met de data kunnen developers en ondernemers applicaties maken die nieuwe inzichten geven in Amsterdam als stad. Een voorbeeld van een app is ‘Bike like a local’, die toeristen helpt met het fietsen door Amsterdam. De app helpt onder andere met het onthouden van de plaats waar de fiets is neergezet.

(13)

5.1.5. Conclusie

Men kan zich afvragen of het nodig is om een gehele nieuwe stad neer te zetten of dat men de moeite kan nemen om van elke stad een ‘slimme stad’ te maken, waarin Amsterdam een goed voorbeeld geeft met haar open data initiatieven. Het voordeel hierbij is dat het miljarden aan investeringen scheelt en dat je de bewoners van de stad de mogelijkheid geeft mee te bouwen aan een slimmere stad.

Een voordeel van het bouwen van een geheel nieuwe stad is dat je alle technieken om een stad efficiënter, aangenamer en veiliger te maken gelijk kunt implementeren. Bij een bestaande stad zal dit langer duren omdat men te maken heeft met

bestaande bouw en infrastructuur.

Uit onderzoek is gebleken dat open data een belangrijke rol speelt en kan gaan spelen bij het ontwikkelen van een slimme stad. Hiernaast kan een stad als ‘smart’ worden geïdentificeerd aan de hand van zes hoofdassen.

(14)

5.2. Deelvraag 2: Wat is open data? 5.2.1. Definitie open data

Open data kan volgens de organisatie Hack de Overheid beschreven worden als: ‘’ het op eenduidige wijze, publiekelijk en elektronisch beschikbaar maken van data.’’ (Hack de Overheid, Wat is open data)

In Nederland kan men denken aan open data op het gebied van: onderwijs/educatie, bevolking/demografie, stadsplanning en geografie, openbaar bestuur, belasting en budgeten, sport en recreatie, toerisme en cultuur, milieu en afval, voorzieningen, verkiezingen, gezondheid, verkeer en vervoer, economie en arbeidsmarkt en sociale zaken.

Deze lijst geldt als referentielijst voor gemeenten die met open data verder willen. De lijst is afkomstig van data.overheid.nl, het open dataportaal van de Nederlandse overheid. (Data.overheid.nl, Open data referentielijst)

Volgens de overheid kan er gesproken worden over open data als: ‘’ - De data openbaar is.

- Er geen auteursrecht of andere rechten van derden op berust.

- De data zijn bekostigd uit publieke middelen, beschikbaar gesteld voor de uitvoering van die taak.

- De data voldoen bij voorkeur aan ‘open standaarden’ (geen barrières voor het gebruik door ICT-gebruikers of door ICT-aanbieders).

- Open Data is bij voorkeur computer leesbaar, zodat zoekmachines informatie in documenten kunnen vinden’’. (Data.overheid.nl, Start met open data)

Volgens onderzoeker Alexander Schellong, gaat het niet zozeer om wat voor data maar om openheid en de mogelijkheid tot hergebruik. Open data betreft alle overheidsdata die de privacy niet schendt (Schellong, 4).

5.2.2. Welke open data zijn er beschikbaar in Amsterdam?

Voor het onderzoek zal er alleen naar Amsterdam gekeken worden. Er is hiervoor gekozen in verband met het tijdsbestek, hierbij studeert de doelgroep in Amsterdam en woont nabij de stad.

Via amsteropendata.nl zijn er verschillende categorieën waarbinnen de open data zijn in te delen. Er zijn op het moment 19 categorieën: middelen, werk en inkomen, stedelijke ontwikkeling, website statistiek, hulpdiensten, verkiezingen, toerisme, zorg en gezondheid, economie, overig, politiek, cultuur en recreatie, openbare orde en veiligheid, geografie, verkeer en infrastructuur, bevolking, educatie, milieu, energie en water.

Een groot deel van de open data kan worden verkregen via de site van Gemeente Amsterdam, Bureau Onderzoek en Statistiek. (Onderzoek en Statistiek Amsterdam)

(15)

5.2.3. Ontwikkelingen

Amesz stelt in zijn scriptie dat er sinds het aanstellen van president Obama vaart is gekomen in het concept open data. Hij stelde tijdens zijn openingsspeech de kwestie open data gelijk aan de orde: “We will work together to ensure the public trust and establish a system of transparency, public participation, and collaboration. Openness will strengthen our democracy and promote efficiency and effectiveness in

Government.” (Obama, Transparency and open government). De nieuwe

topbedrijven zoals: Marktplaats, Facebook, Twitter, eBay, Marktplaats, Amazon en Google zijn door het beheren/bezitten van data groot geworden. Hoe meer mensen deze diensten gebruiken des te waardevoller worden deze bedrijven. Dit komt doordat zij over veel data van iemand persoonlijk en mensen in het algemeen beschikken. Deze kunnen ze gebruiken om hun diensten mee te verbeteren. Hetzelfde geldt voor de overheid, zij verzamelen open data en eigen data sinds mensenheugenis. Zij hebben de beschikking over een enorme hoeveelheid data, waar op het moment nog weinig mee wordt gedaan. Terwijl open data nieuwe kansen kan bieden voor de burger, bedrijven en de overheid.

De overheid is aan het streven naar een open overheid. Het idee hierbij is dat de burger niet langer participeert bij trajecten van de overheid, maar dat de overheid participeert in het traject van de burger. Hierbij ligt de nadruk op verbetering van de dienstverlening, burgerschap en kansen van open data voor dienstverlening en economische groei. (Data.overheid.nl, Open Government Action Plan Nederland) Er dient ook de nodige aandacht uit te gaan naar de vraag van transparantie. Hier pleit Erik den Hoedt directeur Dienst Publiek en Communicatie ook voor in zijn artikel deel je rijk – Relevante trends voor overheidscommunicatie. (den Hoedt, 19)

De eerder genoemde bedrijven en de overheid weten hoe waardevol open data en hun eigen data zijn. De overheid bezit allerlei datasets, op de meest uiteenlopende gebieden. Dit gaat van informatie over stoplichten, straatverlichting tot transacties op de overheidswebsite. Neelie Kroes spreekt op haar blog over open data als een goudmijn. (Kroes, Blog of Neelie Kroes) De goudmijn is voor een groot deel in de handen van de overheid.

Hack de overheid is een van de groeperingen die deze data graag in een open platform zou zien. De overheid is hierop ingegaan, want er is de laatste tijd veel activiteit rond dit thema. In 2011 werd de eerste versie van data.overheid.nl

gelanceerd. Op de site wordt beschreven welke datasets er beschikbaar zijn en hoe deze gebruikt kunnen worden. Steeds meer gemeenten beginnen ook met het vrijgeven van open data. Zo ook de gemeente Amsterdam. Op

amsterdamopendata.nl zijn de 19 categorieën die zijn beschreven bij: Welke data zijn er beschikbaar in Amsterdam? beschikbaar. Deze data kunnen door burgers gebruikt worden om bijvoorbeeld een app te maken.

Apps for Amsterdam is een initiatief dat inspeelt op developers, studenten en ambtenaren. Zij roepen hen op data vrij te geven en te vertalen naar succesvolle applicaties voor smartphones, web of Facebook. (appsforamsterdam.nl)

Een ander initiatief is Amsterdam Smart City. Dit is een samenwerkingsverband tussen bedrijven, overheden, kennisinstellingen en de Amsterdammer. Het verband heeft als doel om de metropoolregio Amsterdam te ontwikkelen als slimme stad. (Amsterdamsmartcity.com, about asc)

Een voorbeeld van een app die is mogelijk gemaakt doormiddel van open data is ‘Makkie Klauwe’. Deze app confronteert burgers door hun eigendommen in gevaar te brengen. De app combineert beschikbare publieke data, zodat dieven zien op welke locatie zij het best specifieke eigendommen zouden kunnen stelen. Het is een app

(16)

voor Apps for Amsterdam binnen het thema veiligheid. Voor deze app is data gebruikt op het gebied van:

- Besteedbaar inkomen per Amsterdamse buurt (data komt van: Stadstat Amsterdam).

- Specifieke objecten per Amsterdamse buurt (data komt van: Stadstat). - Problemen van burgers op locatie (data komt van: Verbeterdebuurt). (appsforamsterdam.nl, makkie klauwe)

5.2.4. Data bij de burgers

Er zijn groepen die open data graag verder zien ontwikkelen. Een groepering is Hack de overheid, zij maken zich sterk voor de ontsluiting van meer open data door

overheden. Zij experimenteren met databronnen en visualisatie. De evenementen zijn hierbij een belangrijk onderdeel. Deze evenementen zijn zogenaamde

‘hackathons’, hier kunnen programmeurs, ondernemers, journalisten en ambtenaren samenwerken aan innovatie op basis van open overheidsdata. (hackdeoverheid.nl, over ons)

Rob van Kranenburg is ook een voorstander van data open maken. Hij is een van de voortrekkers van the Internet of Things. Bij the Internet of Things staat het

verzamelen en uitwisselen van persoonlijke data centraal. Hij zegt dat er steeds meer data wordt verzameld. Dit brengt gelijk nieuwe mogelijkheden met zich mee. Een belangrijke vraag volgens hem is wie invloed heeft op welke richting we opgaan. Zijn dit naties? Staatshoofden? EU? CEO’s van bedrijven? Of de mensen in wijken zelf? Kranenburg vindt dat de data bij de eindgebruikers zelf moet zijn. In dit geval zijn dat de burgers. Dit is nodig volgens Kranenburg zodat zij zelf met de open data aan de gang kunnen. Dit wil zeggen slimme applicaties of toepassingen maken. Een voorbeeld is om alle wasmachines rond dezelfde tijd te laten draaien in een bepaalde buurt. (participatiemedia.be, the internet of things)

5.2.5. Conclusie

Data is officieel open data als de overheid heeft bekeken of het aan de eisen van open data voldoet. Een belangrijk struikelblok blijft de privacy: is de data niet herleidbaar tot een persoon. In Nederland zijn we internationaal gezien ver op het gebied van open data. De categorieën waarvoor open data beschikbaar is zijn bekend. Hiernaast is Amsterdam een van de steden die zich wilt ontwikkelen op het gebied van open data. Met ontwikkelen wordt er verwezen naar slim gebruik maken van de data, zodat er ook een slimmere stad kan ontstaan. Die efficiënter, veiliger en aangenamer is om in te leven.

Naast partijen als Hack de Overheid zijn ook invloedrijke personen als Obama en Neelie Kroes bezig met het stimuleren van open data.

Er hangen echter ook risico’s aan vast, hier zal verder in de scriptie op worden ingegaan.

(17)

5.3. Deelvraag 3: Wat zijn de risico’s van open data?

5.3.1. Waarom willen we open data?

Een vraag die gesteld kan worden is waarom wil men open data? Er zijn vaak twee redenen die gebruikt worden om projecten met betrekking tot open data op te starten. Volgens Ger Baron een van de voortrekkers van de smart city initiatieven in

Amsterdam zijn dit met name economische en principiële redenen. De economische redenen hebben twee kanten. De eerste is dat bedrijven en andere partijen geld kunnen verdienen door nieuwe producten en diensten te ontwikkelen. De tweede is dat overheden met name kosten kunnen besparen door het hergebruiken van data. De principiële reden die vaak voorbij komt is dat, data die verzameld en opgeslagen is uit publieke middelen ook toegankelijk moeten zijn voor het publiek. (Baron, Iedereen aan de Open Data: de factbased samenleving, 3)

Hiernaast is transparantie een belangrijke reden. Weten waar de overheid mee bezig is. Baron geeft een voorbeeld van de politiek die met cijfers komen die voor de burger niet duidelijk zijn. De burger vindt dit niet langer acceptabel, ze horen hun feiten te kennen zegt hij.

5.3.2. De risico’s van open data

Naast de voordelen en kansen die open data bieden, brengt open data ook risico’s met zich mee. Thomas Keenan hoogleraar Environmental Design aan de Universiteit van Calgary, bespreekt in zijn artikel ‘’Are they making our privates public? –

Emerging Risks of Governmental Open Data Initiatives’’ de risico’s van open data initiatieven.

Keenan vertelt dat overheden over de gehele wereld bezig zijn met open data. De gedachte erachter is dat de burgers betere services krijgen, de overheid niet wordt beschuldigd van het jarenlang opslaan van data en daarnaast geeft hij ook de economische reden. Applicaties met betrekking tot open data kost de overheid vrijwel niets. Organisaties als Wikileaks hebben er volgens Keenan voor gezorgd dat veel overheden overtuigd zijn dat vertrouwelijke data toch naar buiten komt en dat het er op de ‘open data manier’ minder verdacht uitziet. (Keenan, 1)

Er zijn tal van internationale voorbeelden te noemen waarbij de risico’s van open data worden uitgelicht. Een paar voorbeelden zullen worden toegelicht.

New York is een van de eerste steden die overheidsdata beschikbaar stelde aan het publiek. Met hoog aangeprezen data die vrij beschikbaar zullen zijn, heeft de

gemeente 103 gemeentelijke data sets beschikbaar gesteld. De data werd

beschikbaar gesteld op 6 oktober 2009. Hier zat alleen een privacy schandaal aan vast.

Er was namelijk een Excel bestand dat informatie van meer dan 1100 vrouwen organisaties bevatte. Volgens journalist Nancy Scola, zat hier niet alleen persoonlijke data bij als de e-mailadressen, maar ook informatie van the New York City

Commission on Womens Issues. Hierbij waren ook de vragen en het geheime antwoord inbegrepen. (Scola, And then there were 102: NYC’s DataMine Glitch) Het was toeval dat deze data beschikbaar was gesteld, maar het heeft de stad wel aan het denken gezet. Er moet nu op elke dataset gecontroleerd worden of het

(18)

5.3.3. Indirecte risico’s van open data

Volgens Keenan is er reden genoeg om te geloven dat privé bedrijven/commerciële bedrijven open data zullen gebruiken. Dit kan in de vorm van het doorverkopen, maar ook om te kijken hoe bijvoorbeeld oude ontwikkelingsplannen eruitzien, om zo hun eigen commercieel vermogen te verbeteren.

The New York City MTA (die het vervoer van bussen en metro’s regelen), hebben hun data opengesteld. Hierdoor kunnen mensen app’s maken die laten zien hoe laat het vervoer vertrekt en arriveert.

Dit is slim want hierdoor hoeven zij zelf geen app te ontwikkelen en ze hoeven geen verantwoordelijkheid te dragen voor de tijden die worden getoond. Voor als de bus te laat komt bijvoorbeeld. (Keenan, Are they making our privates public? – Emerging risks of governmental open data initiatives)

Hierop trekt het Humanistisch verbond een belangrijke conclusie, wie is er verantwoordelijk voor de data? Is The New York City MTA niet verantwoordelijk omdat zij de data beschikbaar stellen, maar zelf niet in een app gieten? Dit geldt ook voor de data van de overheid, waar kan de burger aankloppen als er iets misgaat? (Humanistisch verbond, Dossier mensenrechten: Het recht op privacy: Introductie) Nu bevat de data van The New York City MTA geen persoonlijke data, wellicht alleen die van de bestuurders van de voertuigen. Bij een website genaamd ancestry.com welke verschillende versies heeft verspreid in onder andere Canada en Engeland is dit een ander verhaal. Aan de hand van hun rapport uit 2010 is te achterhalen dat er destijds in veertien jaar, meer dan zes miljard ‘records’ zijn toegevoegd aan de site. Het gaat hierbij om een site waarbij je stambomen kunt maken en zoeken. De gebruikers hebben meer dan twintig miljoen stambomen gemaakt over twee miljard gebruikers. (Ancestry, Reports 2010 Financial Results) De grootste hoeveelheid informatie komt van de overheid. In hetzelfde rapport vertellen ze ook dat ze recent informatie over Amerikaanse militairen hebben toegevoegd, waaronder ook

informatie over wie er in de gevangenis zit of heeft gezeten. Het probleem is dat deze data nooit is bedoeld voor bedrijven met de gedachte om winst te maken. Daarnaast hebben ze nooit toestemming gevraagd aan degene over wie ze informatie verschaffen.

Een punt van aandacht zou kunnen gaan naar een toestemmingsbeleid. Data waar geen toestemming voor gegeven is door een persoon, mag niet worden gebruikt. In gevallen van commercieel gebruik zeker niet.

Keenan geeft aan dat er op dit soort onzorgvuldige manieren van open data verspreiding een ander groeiend probleem ontstaat. Namelijk identiteitsdiefstal, waarom maakt men het via de site Ancestry gemakkelijk om iemand zijn identiteit te stelen?

Dit wordt nog gemakkelijker als er DNA data openbaar gemaakt wordt. Laat dit nu hetgeen zijn waar Ancestry zich ook mee bezig houdt. Volgens Keenan is dit terug te vinden in een rapport uit 2007. Voor de prijs van $149 is het mogelijk om DNA te laten testen.

Volgens de schrijver van lossofprivacy.com zijn hier grote privacy en vertrouwens risico’s aanwezig. Hij geeft een voorbeeld: ‘’Wat als een verzekeringsmaatschappij deze gegevens verkrijgt en iemand een verzekering weigert, omdat degene een mogelijk genetisch vooraf bestaande aandoening heeft?’’ Het probleem hierbij is dat iemand ervoor kan kiezen dit niet te doen, maar zijn of haar broer of familieleden bijvoorbeeld wel. Met als gevolgd dat deze resultaten iets kunnen vertellen over een bepaald persoon, waar hij/zij zich niet van bewust is. (Editor Loss of privacy)

(19)

Privacy blijft het meest vooraanstaande risico dat open data met zich meebrengt. De Britse Cabinet Office minister Francis Maude zei in 2011: ‘’Het is mijn intentie dat er bij dit initiatief geen persoonlijke data met derde partijen worden gedeeld’’.

Hoogleraar Mathematics David Hand denkt hier anders over, zo schrijft hij op guardian.co.uk, dat dit niet bereikt kan worden. Dit komt doordat er verschillende data gecombineerd kunnen worden die kunnen leiden tot informatie over een individu. De combinatie van verschillende databronnen die tot een persoon kunnen leiden, vereist meer uitleg. Personen kunnen op verschillende manieren geïdentificeerd worden. Hier zal op gelet moeten worden tijdens projecten met open data. Zodra een persoon doormiddel van een gegeven geïdentificeerd kan worden, kan er worden gesproken over een persoonsgegeven. Binnen een persoonsgegeven heb je

gegevens waarmee iemand direct geïdentificeerd kan worden, een voorbeeld is een naam van iemand. Naast directe gegevens heb je ook indirecte gegevens. Met betrekking tot open data zijn indirecte gegevens in ieder geval ontdaan van directe gegevens als een naam of NAW-gegevens. Dit neemt alleen niet weg dat indirecte gegevens niet tot een persoon kunnen leiden. Gegevens als postcodes,

huisnummers en telefoonnummers kunnen gecombineerd ook tot een persoon leiden. Dit meldt Stefan Kulk onder andere in het rapport Open data and beyond. (Kulk, 6) Persoonlijke data van bedrijven gecombineerd met open data kunnen ook tot nieuwe inzichten leiden. Met nieuwe inzichten wordt bedoelt meer informatie hebben over een persoon. Er zal een voorbeeld worden gegeven ter illustratie. Een bedrijf dat elektronica in Amsterdam verkoopt heeft van personen hun naam en adresgegevens. Aan de hand hiervan kan het bedrijf zien of de personen bijvoorbeeld in Amsterdam wonen, wat de politieke voorkeur is in de buurt en hoeveel er gemiddeld wordt verdiend. Hier zou het bedrijf bijvoorbeeld zijn marketing naar de klanten toe op aan kunnen passen. Nu is dit geen ‘worst case scenario’ maar het geeft wel aan hoe simpel persoonlijke data en open data tot nieuwe inzichten kunnen leiden over een persoon. Dat is gelijk het grootste risico de ‘nieuwe inzichten’ en hoe wordt hiermee omgegaan door bijvoorbeeld commerciële bedrijven.

Zogenaamde ‘crime maps’ die gebruikt worden in Engeland, maar bijvoorbeeld ook in Amerika geven een beeld van wat voor problemen er kunnen ontstaan. Het voordeel is dat de politie en het publiek een duidelijk beeld heeft waar criminaliteit zich concentreert. Hierdoor kan de politie hun tactieken aanpassen en het publiek kan de buurten vermijden. Ook hier zitten risico’s aan vast, in december 2011 wordt er aangegeven dat er in Surrey Street Portsmouth 136 misdaden hebben

plaatsgevonden. In werkelijkheid waren het er twee. Daarnaast geeft het volgende voorbeeld aan dat het gedrag van mensen wordt beïnvloed door het publiekelijk uitkomen van informatie. Hand geeft aan dat Direct Line Insurance tijdens een onderzoek als uitkomst kreeg, dat 11% van de mensen een incident in hun buurt niet melden. Dit deed men omdat men bang was dat hun huis hierdoor minder goed te verhuren of verkopen zou zijn. (Hand, Open data is a force for good, but not without risks)

5.3.4. Hoe gaan we nu om met de risico’s van open data?

Er zijn wetten en manieren om met de risico’s van open data om te gaan. Deze doelen allemaal op het respecteren en behouden van de privacy. Hier zal verder op worden ingegaan bij deelvraag 5: Welke ontwikkelingen zijn er op het gebied van privacy bescherming met betrekking tot open data?

5.3.5. Wat is de verwachting hoe we omgaan met open data in de toekomst? Advocaten Chantal Bakermans en Peter Kits geven een beeld van hoe open data er in de toekomst uit zou kunnen zien. Zodra het over de toekomst voorspellen gaat op

(20)

open data gebied zijn er weinig bronnen die daar uitspraak over willen en kunnen doen. Er zijn een aantal punten die terugkomen en als relevant gezien kunnen worden.

Zolang open data in het binnen en buitenland nog steeds tot de nodige kritiek luidt, is het nog niet zeker te noemen hoe we er in de toekomst mee omgaan. Volgens de advocaten Bakermans en Kits wordt open data gepresenteerd als een geneesmiddel dat overal tegen zou kunnen helpen. Dit is niet waar want het opengooien van data door de overheid lijkt namelijk niet te leiden tot meer vertrouwen. Hiernaast melden Bakermans en Kits dat de data op zich niet voldoende zijn, er moeten de juiste tools bij geleverd worden om de data ook daadwerkelijk te kunnen gebruiken.

Hiervoor zijn de volgende punten belangrijk volgens Bakermans en Kits. Deze zijn met name relevant voor de makers, bijvoorbeeld CMD afgestudeerde studenten: 1. Toegankelijkheid: Wegens beperkingen vanuit de overheid zijn er niet eenvoudig te hergebruiken formats, die geen ruwe data omvatten. Dit heeft tot gevolg dat de burger bijna geen invloed meer kan uitoefenen.

2. Bruikbaarheid: Er dienen formats beschikbaar gemaakt te worden die ervoor zorgen dat data ook daadwerkelijk hergebruikt kan worden.

3. Betrouwbaarheid: Bij het beschikbaar maken van data, dient duidelijk gemaakt te worden hoe betrouwbaar de data is.

4. Continuïteit: Dit is van belang voor bedrijven en organisaties die business modellen aan de data willen hangen. (Bakermans, Kits, 203)

Ton Zijlstra een van de ‘open data goeroes’ van Nederland, verwacht de komende jaren nog een tegenreactie. Hij stelt in een interview dat het op dit moment hip en trendy is om transparantie te bepleiten, maar mensen die dat eigenlijk niet willen houden hun mond. Zodra die hun kans zien, zullen ze nog tegengas gaan geven. (Zijlstra, 2)

5.3.6. Conclusie

Er zijn verscheidene redenen waarom de overheid open data heeft ingevoerd. De voornaamste redenen zijn uit economisch en principieel opzicht. Doordat mensen waaronder bijvoorbeeld hackers bepaalde data toch ontfutselen, heeft de overheid ervoor gekozen om op een ‘open’ manier de data aan de burger te geven. Zodat het minder verdacht lijkt dan dat een partij als Wikileaks bepaalde data naar boven haalt. De risico’s met betrekking tot open data zitten hem met name in de privacy. Open data kan persoonlijke gegevens bevatten die tot een bepaald persoon leiden. Naast deze directe risico’s zijn er ook indirecte risico’s. Verschillende databronnen die gecombineerd tot persoonlijke data leiden. De verschillende databronnen (open data en persoonlijke data) leveren ‘nieuwe inzichten’. Dit blijkt uit het voorbeeld dat is gegeven over de elektronicazaak. Dat het een aantal keer is misgegaan blijkt uit de directe en indirecte voorbeelden. Dit heeft tot gevolg dat de overheid nu strenger controleert op persoonlijke data.

Voor het open data gebruik door privé/commerciële bedrijven zijn nog geen beperkingen. Zij zouden hun privé databases kunnen combineren en hierdoor nieuwe inzichten kunnen krijgen. Dit kan een positief punt zijn, maar kan wellicht ook tot gevoelige informatie met betrekking tot persoonlijke gegevens leiden.

Op dit moment zijn er nog niet veel tegenbewegingen naar open data. Dit gaat wellicht nog komen.

Als men wilt dat open data gebruikt en hergebruikt wordt, dan moeten er formats ontwikkeld worden. Voor de doorsnee burger vereist het nu teveel vaardigheden om

(21)

er iets mee te kunnen doen. Anders blijft het de vraag hoe betrouwbaar de data is. Dit bevestigt het voorbeeld van Surrey Street in Portsmouth. Zonder vaardigheden bestaat het gevaar dat er foute conclusies worden getrokken.

(22)

5.4. Deelvraag 4: Wat zegt de literatuur over de privacy gevolgen binnen een smart city?

5.4.1. Wat is privacy?

Er bestaan verscheidene omschrijvingen van wat het begrip privacy inhoudt. Degene die het meest wordt gebruikt is die van de Amerikaan Thomas Cooley. In 1879 omschrijft hij privacy als het recht om met rust te worden gelaten. Een jaar later nemen de rechters Warren en Brandeis deze omschrijving over. (Warren & Brandeis, The Right to Privacy) Dit is de eerste juridisch getinte definitie.

In het handboek van de Nederlandse staatsrecht is de volgende internationale wetgeving beschreven.

‘’1. Niemand mag worden onderworpen aan willekeurige of onwettige inmenging in zijn privéleven, zijn gezinsleven, zijn huis en zijn briefwisseling, noch aan onwettige aantasting van zijn eer en goede naam.

2. Een ieder heeft recht op bescherming door de wet tegen zodanige inmenging of aantasting.’’ (Elzinga, 389)

In Nederland is de Wet Bescherming Persoonsgegevens in 2000 geïntroduceerd. Deze wet richt zich op de verwerking van persoonsgegevens en omvangt een groot deel van de privacy wetgeving. (wetten.overheid.nl, Wet bescherming

persoonsgegevens)

In de afbeelding hieronder zijn een viertal privacy niveaus weergegeven, deze niveaus komen terug in consumentengegevens die organisaties over ons verzamelen (Bloem, 23, de afbeelding is van Magenta Advisory):

Binnen open data kan er geconcludeerd worden dat er op dit moment geen van deze privacy niveaus aanwezig is. Dit is terug te vinden op data.overheid.nl

(Data.overheid.nl, A Stel vast of de data openbaar is). Hier wordt onder andere doormiddel van een juridische check nagegaan of de privacy wel gewaarborgd blijft. Mocht dit niet zo zijn dan is de Wet Bescherming Persoonsgegevens van toepassing. Hier wordt bij deelvraag 5 verder op ingegaan. Echter in deelvraag 3: Wat zijn de risico’s van open data, worden wel een aantal voorbeelden gegeven van situaties waar dit soort niveaus van privacy wel aan het licht komen.

(23)

Een voorbeeld is het geval waar de persoonlijke data zoals: emailadressen en persoonlijke informatie (naam en adres) van the New York City Commission on Womens Issues vrijkwamen. Hierbij waren ook de vragen en het geheime antwoord inbegrepen. (Scola, And then there were 102: NYC’s DataMine Glitch)

Bij de lek aan gegevens in de open data is de privacy op verschillende niveaus aangetast.

Namelijk op het punt van Identification data: naam, adres en onder andere emailadressen waren gelekt.

Maar ook op Derived data gebied: in dit geval op het gebied van gedrag. Het gaat hier niet over internet gedrag. Waar dit privacy niveau eigenlijk op doelt, is op het vlak van problemen met bijvoorbeeld een psychiater of dokter. Men kan zich

voorstellen dat dit hoogst persoonlijke informatie betreft en dat dit een hoog privacy niveau betreft. De informatie en de gevolgen met betrekking tot de privacy zijn hierdoor op persoonlijk gebied hoger. Daar kan het volgende stuk meer duidelijkheid in bieden.

5.4.2. Gevolgen

De combinatie van open data en data van privé organisaties kunnen leiden tot nieuwe informatie over een persoon en dus ook meer inzicht in een persoon bieden. Hier is bij deelvraag 3 op pagina 19 al meer aandacht aanbesteed. De koppeling van deze data is hetgeen waar mensen zich druk om maken volgens het onderzoek van VINT. (Bloem, 9)

Het is dan ook niet merkwaardig dat het Humanistisch verbond de volgende punten heeft vastgesteld op het gebied van privacy (Humanistisch verbond, Dossier

mensenrechten: Het recht op privacy: introductie)

‘’1. Een zorgelijke toename van privacy schendende maatregelen. 2. De gebrekkige aandacht voor efficiëntie en doelgerichtheid. 3. De feilbaarheid van technologie.’’

Deze punten hebben met name betrekking tot de verzameling van data in het algemeen, waaronder ook persoonlijke data door de overheid en privé bedrijven. Dit zijn geen open data, maar dit neemt niet weg dat de punten ook invloed hebben op het gebruik van open data. Hier wordt dan ook niet verder over uitgeweid, in verband met het tijdsbestek van het onderzoek.

De feilbaarheid van de technologie is een punt dat betrekking heeft tot de risico’s van open data, maar ook tot de gevolgen binnen voor de privacy binnen een smart city. Zoals ook al besproken is bij de risico’s van open data kan er geconcludeerd worden dat de risico’s voor de privacy groter worden. Met name als er meer data en

systemen worden gekoppeld in een smart city. Deze zouden namelijk weer gekoppeld kunnen worden aan de open data, waardoor er voor bijvoorbeeld

commerciële/privé bedrijven nieuwe inzichten ontstaan over hun doelgroep. Met als gevolg dat er helemaal geen data meer privé is over de burger.

5.4.3. City of Control of City of Trust

David Brin is een science fiction auteur die verscheidene awards heeft gewonnen. In het artikel ‘A tale of Two Cities by Sean Dodson’ omschrijft hij twee soorten steden in de toekomst. De steden zijn destijds omschreven met een visie die ongeveer 20 jaar in de toekomst kijkt. De plaats waar de stad zich bevindt maakt niet uit, dit kan overal zijn. Wat een belangrijk punt is dat bij beide steden zal worden opgemerkt is dat er

(24)

geen criminaliteit meer is. Dit komt doordat er overal camera’s hangen die de burgers in de gaten houden. (Dodson, A tale of Two Cities)

Daar eindigen de gelijkenissen, de eerste stad is The City of Control. Deze stad lijkt op de stad die beschreven wordt in het boek 1984 van George Orwell. Hier leiden de beelden en de acties van de mensen rechtstreeks naar de politie centrale. Hier kijken security officers of de mensen geen acties ondernemen tegen de publieke orde of misschien zelfs tegen het stramien in denken. (Orwell, boek 1984)

Brin beschrijft ook een andere stad deze zal zo transparant zijn als glas. Ook hier zullen overal camera’s zijn. De beelden van de camera’s kunnen door de burger zelf worden opgevraagd. Dit zorgt ervoor dat iemand al om de hoek van een straat kan kijken en kan inschatten of er niet iemand is die hem zal beroven.

De visie van Brin is alweer van een tijd terug. Sean Dodson en de mensen die the Internet of Things aanhangen hebben een andere visie. Zij zeggen dat het verschil zit in de ‘tools’ die er zijn in de toekomst. Hierbij moet gedacht worden aan ubiquitous computing. Dit houdt in dat alles met elkaar in verbinding staat en met elkaar

communiceert. (van Kranenburg, the Internet of Things). Het is aan de burger om te kiezen welke kant het opgaat.

De kenmerken van The City of Control zijn al enigszins zichtbaar, met betrekking tot het gebruik van open data.

Er zal een voorbeeld worden toegelicht, met betrekking tot camera’s in de publieke ruimte in Engeland.

Het NRC meldt eind 2010, dat het bedrijf Internet Eyes de bewakingscamera

beelden in de winkels van winkelcentra en andere openbare ruimtes openbaar heeft gesteld. De gedachte erachter is dat het bedrijf Internet Eyes geld ontvangt van de winkeliers. Want Internet Eyes zorgt ervoor dat de mensen vanuit hun laptop kunnen kijken naar de beelden, in de hoop dat ze iemand op heterdaad kunnen betrappen op bijvoorbeeld diefstal. Er hangt hier een privacy risico aan vast namelijk,

onschuldige burgers kunnen ook ‘real time’ bekeken worden tijdens het winkelen. Uiteindelijk zijn namelijk verreweg de meeste burgers geen dieven. (NRC, Britten kunnen meekijken met camera’s in winkels)

5.4.4. Ontwikkelingen/toekomstperspectief

Er zijn op dit moment een aantal spraakmakende steden op het gebied van smart cities. Deze steden springen eruit doordat zij gebruik maken van nieuwe

technologieën om de stad duurzamer, veiliger, efficiënter en prettiger om in te leven maken.

Volgens Martijn de Waal onderzoeker/schrijver over onder andere smart cities is een van die steden Songdo een stad in Zuid Korea. Songdo is gebouwd om de almaar groeiende bevolking uit de regio Seoul op te vangen. Dit gebeurt niet met rijtjes huizen, maar met luxe appartementen in meanderende straten, die volgehangen zijn met camera’s, sensors en snelle netwerkverbindingen. Wereldwijd wordt Songdo op het moment gezien als de modelstad op smart city gebied.

De stad is uitgerust met de laatste technologieën, deze zijn nauw verweven in het dagelijks leven zonder dat je het merkt. Er is een centraal computersysteem die alle data uit de stad verzamelt. Dit gaat van de energie die gebouwen verbruiken tot de parkeerplekken die vrij zijn. Zelfs de hoeveelheid afval per persoon kunnen ze meten. Er is namelijk een chipkaart nodig om toegang te krijgen tot de afvalcontainers. Door

(25)

al deze data te combineren kan de stad worden geoptimaliseerd. Efficiëntie, duurzaamheid, prettiger en veilig leven zijn de streefpunten van de stad.

In het geval hierboven zijn het geen open data. Het geeft wel aan waar we naartoe kunnen gaan binnen een smart city. Een stad waarin alles keurig wordt gemeten en wordt gekoppeld aan een persoon. Men kan zich voorstellen dat er nog

persoonlijkere data wordt verzameld, waardoor de stad en bedrijven een beter inzicht hebben in hun bewoners. Hiernaast blijft het een risico dat deze data openbaar wordt gemaakt. Bijvoorbeeld om bedrijven en personen betere data te geven om slimmere oplossingen te bedenken. Dit zou inzicht geven in de behoeften en het gedrag van mensen.

Van de smart city merkt de Waal nog niet veel als hij in Songdo is. Af en toe schemert het door het straatbeeld heen. Een voorbeeld zijn de camera’s die bij speelplaatsen staan. Deze zullen niet alleen door de gemeente worden gebruikt, maar de ouders kunnen de beelden ook bekijken (zij zullen hier wel voor moeten betalen).

In dit geval zou de data van de camera’s bij de speelplaatsen, gezien kunnen worden als open data. Het is dan wel beschikbaar tegen betaling, maar bij andere steden zoals bijvoorbeeld in Amsterdam, zijn beelden bij speelplaatsen niet beschikbaar gesteld door de gemeente. Ook niet tegen betaling. Het risico voor de privacy zit in het feit dat als er geen controle op wordt gehouden, iedereen met de camera’s mee kan kijken die daarvoor wilt betalen. Hierdoor kan de privacy van de kinderen die op de speelplaatsen spelen in gevaar komen. Met name als mensen met verkeerde bedoelingen naar de kinderen toe, hier gebruik van gaan maken.

Het bedrijf Cisco is hier verantwoordelijk voor. Cisco is een van de bedrijven dat vooruitloopt met technieken op smart city gebied. Het plan is dat er ook armbandjes ter beschikking komen die de kinderen kunnen omdoen. In het geval dat ze de weg kwijtraken kunnen ze gemakkelijk worden teruggevonden. (de Waal, Smart cities) Het volgende heeft geen betrekking op open data, maar geeft wel aan hoe de ontwikkeling van smart cities er nu voorstaat.

Bij Songdo zie je de meeste gelijkenissen met een City of Control. Dit komt omdat er veel commerciële partijen betrokken zijn geweest bij de ontwikkeling van de stad. Zij willen zo veel mogelijk van de burgers weten, om zo meer geld te kunnen verdienen. Greg Lindsay stelt dat het eigenlijk raar is dat technologische bedrijven betrokken zijn bij de ontwikkeling van een stad. Hier stemt Kranenburg ook bij in tijdens het interview. (Duinker, Jesper. Hoe kan er worden omgegaan met privacy gevoelige open data in een smart city. Interviews, Rob van Kranenburg Augustus 2013. pagina 111-118) Zij hebben hier simpelweg geen verstand van. Het maakbaar maken van een samenleving of problemen oplossen met technologie is niet reëel. Hiermee gaat men de fout in, een voorbeeld is de Bijlmer in Amsterdam. (de Waal, Smart Cities)

(26)

5.4.6. Bij privacy horen trade-offs

Er zijn verscheidene keuzes die gemaakt worden om een ‘beter’ leven, een veiliger leven of een betere economie te krijgen. De keuzes die gemaakt worden hebben ook invloed op de privacy. Zo zijn ouders die op de Facebook van hun kinderen aan het kijken zijn bezig met de opvoeding van hun kind. Even voor de zekerheid kijken of ze niet iets ‘geks’ doen. Dit tekent gelijk het beeld van tegenwoordig, men wil allemaal hun privacy behouden, maar men deelt wel hun leven met de wereld via social media. Bloem beschrijft in zijn onderzoek nog meer ‘trade-offs’. Zo is er de trade-off tussen privacy en gezondheid. Een elektronisch patiënten dossier breekt in onze privacy, maar er is baat bij om een betere kwaliteit van leven aan te bieden. Een van de belangrijkste is die van privacy tegen veiligheid. We vinden het goed dat de overheid controleert op kinderporno, dat er camerabewaking is en vingerafdrukken worden genomen. (Bloem, 29)

Dit geldt ook voor een groot deel voor open data in een stad die steeds slimmer wordt. Wil men dat de overheid transparanter wordt of dat het alle data bij zichzelf houdt? Met als gevolg dat men niet weet wat een overheid over hun volk weet. 5.4.7. Conclusie

Na de omschrijving van de Amerikaan Thomas Cooley, is er aan het principe uit 1879 niet veel verandert. Privacy komt nog steeds neer op het recht om met rust gelaten te worden. Er zijn verschillende privacy niveaus te onderscheiden,

vooralsnog met uitzondering van bepaalde situaties (kijk hier naar het voorbeeld van the New York City Commission on Womens Issues) schaadt open data op het moment geen van deze niveaus. De combinatie van open data en privé data kan tot een bron aan informatie over een persoon leiden. Dit kan gevolgen hebben op de privacy. Denk hieraan bedrijven die zoveel mogelijk willen weten, om zo beter te kunnen verkopen. Dit zou kunnen leiden tot het hebben van geen privé data. Met als gevolg dat we in een door David Brin beschreven City of Control leven. Hetgeen dat de gedachte van een City of Control voedt, zijn de vele bewakingscamera’s. In sommige landen is er toegang voor de burger tot het bekijken van bepaalde beelden in de openbare ruimte. Dit is een begin van data die privé is en openbaar wordt gemaakt voor commerciële doeleinden. Uiteindelijk moet de burger de keuze maken. Bij privacy horen namelijk trade-offs, willen we minder camera’s op straat of meer criminaliteit, geen open data of geen transparantie vanuit de overheid.

(27)

5.5. Deelvraag 5: Welke ontwikkelingen zijn er op het gebied van privacy bescherming met betrekking tot open data?

5.5.1. Juridische aspect

Er zijn allerlei wetten en regels vastgelegd met betrekking tot open data. Hier zullen de meest relevante voor het onderzoek uitgehaald worden. Het is een wirwar aan wetten en informatie, omdat de kennis over recht en wetgeving ontbreekt zal hier niet diep op worden ingegaan.

Jurriaan Amesz die zijn master thesis schreef over open data, heeft het op een toegankelijke manier beschreven en heeft er de belangrijkste zaken uitgehaald. Zo blijft het begrijpelijk en overzichtelijk. Om een beeld te schetsen van de juridische aspecten zullen zijn omschrijvingen als leidraad gebruikt worden.

Om open data te kunnen gebruiken, is het grootste struikelblok de ‘juridische check’. Deze omvat de juridische, privacy en beveiligingsaspecten van open data.

Volgens Amesz kent de juridische haalbaarheid twee kanten: namelijk de wetten die landelijk en Europees openheid stimuleren, met daarbij de wetten die over de

verspreiding van data gaan. In Nederland is er de Wet openbaar van bestuur (WOB), zij stimuleren open data. Deze wet is aangesteld met de gedachte om meer

transparantie en controle op de overheid te hebben. Hierdoor kan iedereen bij de overheidsdata en gebruiken voor publicatie.

De tweede kant van de juridische haalbaarheid heeft betrekking op de verspreiding van data. Er zijn namelijk altijd databronnen die van een rechthebbende zijn. Amesz heeft als laatste punt de juridische onduidelijkheid over vergoeding vragen voor open data. Dit is een punt want als de data voor commerciële belangen worden gebruikt, mag de overheid hier geen geld voor vragen (Amesz, 28).

Een ander belangrijk punt mag niet ontbreken, namelijk privacy. De overheid stelt open data beschikbaar en moet hierbij de veiligheid en controle niet uit het oog verliezen. Data.overheid.nl stelt het volgende over de Wet bescherming

persoonsgegevens: ‘’Het regime van de Wbp is in zijn effecten tegenovergesteld aan dat van de Wob: openbaarmaking (of liever ‘verwerking’) van persoonsgegevens is verboden, tenzij de Wbp het toestaat. Nu kan bestuurlijke informatie

persoonsgegevens bevatten zodat, bij verstrekking zowel de Wob als de Wbp van toepassing zijn. Simpel gezegd, bepaalt de Wob dan dat bij het nemen van die beslissing het bestuursorgaan het (algemene) belang van verstrekking moet afwegen tegen de eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer van de in de informatie

genoemde personen. De cruciale term is dus het begrip persoonsgegeven: is er geen sprake van een persoonsgegeven, dan is de Wbp niet van toepassing en kan verstrekking voor hergebruik gewoon plaatsvinden. ‘’ (Data.overheid.nl, Handreiking, Stel vast of de data openbaar is)

Op Data.overheid.nl wordt beschreven wanneer iets een persoonsgegeven kan zijn. Met een persoonsgegeven wordt bedoeld dat het gaat om alle gegevens die omtrent een bepaald persoon informatie kunnen verschaffen. Dit is niet alleen een naam van een persoon, maar ook indirecte gegevens die iets vertellen over een persoon. Zoals bijvoorbeeld informatie over goederen of gebeurtenissen. Een voorbeeld kan een kenteken van een voertuig zijn of foto’s en verkoopprijzen van huizen. Belangrijk hierbij is de context in de bepaling of iets een persoonsgegeven is of niet. Het is van belang zodra het gegeven bepalend kan zijn voor de wijze waarop de betrokken persoon in de maatschappij wordt beoordeeld of behandeld. (Data.overheid.nl, Handreiking, Stel vast of de data openbaar is)

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

A highly cited definition of smart city that incorporates many of these elements is “a city is smart when investments in human and social capital and traditional

We identified two necessary and 5 “intensity” items and propose an algorithm that translates these items into a single smartc-city index (SCI) that expresses the degree to which

Topic Bachelor thesis about effectiveness of smart mobility interventions in Amsterdam regarding the trend in CO 2 emissions and the perception of local citizens. Goal of

The main question of this research therefore is: “Do governments, businesses, and academics in smart city Groningen deal with privacy differently?” To answer

Heel veel uitdagingen waar we voor staan, daar hebben we wel wat ideeën over, de antwoorden die je zou kunnen geven maar waar men niet precies weet wat voor antwoorden er

the kind of personal data processing that is necessary for cities to run, regardless of whether smart or not, nor curtail the rights, freedoms, and interests underlying open data,

Maar goed kijken naar welke data er zijn en hoe we die kunnen inzetten om de belofte van smart city te realiseren.. Goed kijken dus hoe we de stad met behulp van data

Keywords: Smart Cities, Upscaling, Business Modeling, Partnership, Entrepreneurship, Key Insights, Amsterdam Region, Circular Economy, Mobility, Energy, Amsterdam Smart City,