Bitcoins in de inkomstenbelasting
en de omzetbelasting
Beleggen, ondernemerschap en de btwNaam: S. Lie
Studentnummer: 11029080
Mail:
sansanlie97@gmail.com
Begeleider: Mw. S. Overes
Datum: 26 juni 2018
Verklaring eigen werk
Hierbij verklaar ik, Sansan Lie, dat ik deze scriptie zelf geschreven heb en dat ik de volledige verantwoordelijkheid op me neem voor de inhoud ervan.
Ik bevestig dat de tekst en het werk dat in deze scriptie gepresenteerd wordt origineel is en dat ik geen gebruik heb gemaakt van andere bronnen dan die welke in de teksten in de referenties worden genoemd.
De Faculteit Economie en Bedrijfskunde is alleen verantwoordelijk voor de begeleiding tot het inleveren van de scriptie, niet voor de inhoud.
Inhoudsopgave
Verklaring eigen werk ... 2
Afkortingenlijst ... 5
Hoofdstuk 1: de inleiding ... 6
De aanleiding voor het onderzoek ... 6
Centrale vraag en subvragen ... 7
Onderzoeksopzet ... 8
Hoofdstuk 2: de bitcoin, werking bitcoin en risico’s bitcoin ... 9
2.1 Inleiding ... 9
2.2 Wat is de bitcoin? ... 9
2.2.1 Virtuele valuta ... 9
2.2.2 Bitcoin en ontstaansgeschiedenis van de bitcoin ... 10
2.3 De werking van bitcoin ... 11
2.4 Kwalificatie bitcoin... 12
2.4.1 Economische kwalificatie van de bitcoin ... 12
2.4.2 Juridische kwalificatie van de bitcoin ... 14
2.5 Risico’s van de bitcoin... 16
2.5.1 Risico’s van de bitcoin ... 16
2.6 Subconclusie ... 17
Hoofdstuk 3: De bitcoin in de inkomstenbelasting en omzetbelasting in Nederland ... 19
3.1 Inleiding ... 19
3.2 Inkomstenbelasting ... 19
3.2.1 Box 1, inkomen uit werk en woning ... 19
3.2.1.1 Loon uit dienstbetrekking ... 20
3.2.1.2 Winst uit onderneming ... 22
3.2.1.3 Resultaat uit overige werkzaamheden ... 27
3.2.2 Box 3, sparen en beleggen ... 29
3.3 Omzetbelasting ... 30
3.3.1 Kwalificatie in de omzetbelasting ... 30
3.3.2 Bitcoin in de omzetbelasting ... 32
3.4 Subconclusie ... 33
Hoofdstuk 4: De bitcoin in de inkomstenbelasting in andere landen en aanbevelingen ... 36
4.2 Japan ... 36
4.2.1 Belastingstelsel Japan ... 37
4.3 Verenigde Staten ... 39
4.3.1 Belastingstelsel Verenigde Staten ... 39
4.4 Australië ... 42
4.5 Aanbevelingen belastingheffing ... 44
4.5.1 Verschillen ... 44
4.5.2 Aanbevelingen ... 46
4.6 Subconclusie ... 47
Hoofdstuk 5: Eindconclusie en aanbevelingen ... 49
5.1 Inleiding ... 49
5.2 Bespreken subvragen en een korte beantwoording ... 49
5.3 Conclusie: beantwoording centrale vraag ... 51
5.4 Aanbevelingen ... 53
Afkortingenlijst
Australian Taxation Office ATO
Autoriteit Financiële Markten AFM
vermogenswinstbelasting (Australië) CGT
De Nederlandsche Bank N.V. DNB
Europese Bankautoriteit EBA
Europese Centrale Bank ECB
Hof van Justitie van de Europese Unie (sinds 1 december 2009) HvJ EU
Income Tax Assessment Act 1997 (Australië) ITAA
income tax (Australië) IT
Internal Revenue Code IRC
Internal Revenue Service IRS
inkomstenbelasting IB
Ministerie van Financiën (M)F
National Tax Agency (Japan) NTA
officier van justitie OvJ
omzetbelasting BTW
Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling OESO
pagina(’s) p.
Hoofdstuk 1: de inleiding
De aanleiding voor het onderzoek
De wereld is in de ban van de bitcoin. Ook het nieuws ontgaat de bitcoin niet. Zo was vorig jaar op verschillende nieuwsplatformen te lezen dat een 39-jarige handelaar zijn huis,
onderneming en auto’s verkocht om in de bitcoin te investeren.1 Deze handelaar is een van de
vele handelaren die in een korte tijd veel winst heeft gemaakt door de enorme koersstijging van de bitcoin. Zo was de waarde van één bitcoin op 1 januari 2017 ‘slechts’ 960 dollar, terwijl de bitcoin op 31 december 2017 wel ruim 13.000 dollar was. Echter, hierna was de waarde van de bitcoin weer gedaald met op 16 april 2018? een waarde van ongeveer 8333.57 dollar.2
De bitcoin is de eerste volledig gedecentraliseerde digitale valuta in de wereld3, die als
alternatief voor traditionele valuta’s wordt gebruikt. Het is mogelijk om met de bitcoin
goederen en diensten te kopen of om ermee te handelen. Hoewel de kenmerken van de bitcoin veelal overeenkomen met de kenmerken van traditionele valuta, komt de Rechtbank
Overijssel4 tot de uitspraak dat de bitcoin niet kan worden aangemerkt als een wettelijk
betaalmiddel, maar gezien dient te worden als een ruilmiddel. Het verkrijgen van de bitcoin is eenvoudig, de digitale munt kan aangeschaft worden op online wisselkantoren. Het is ook mogelijk om bitcoins te verkrijgen door ze te “minen”. Dit is het oplossen van complexe wiskundige puzzels, waardoor er bitcoins worden gecreëerd.5
Tegenwoordig zijn er veel particulieren actief in het verhandelen van de bitcoin. Echter, voor de meeste particulieren is onduidelijk hoe de bitcoin fiscaal gekwalificeerd moet worden. Hoewel het duidelijk is dat de bitcoin moet worden belast in de inkomstenbelasting, bestaat nog steeds onduidelijkheid over welke box en categorie het betreft. Er zal gekeken moeten worden naar box 1 en box 3. Hierbij zal de vraag gesteld moeten worden of er sprake is van ondernemen of beleggen.
De fiscale behandeling van de bitcoin roept niet alleen de nodige vragen op bij
handelaren in Nederland, maar ook handelaren in andere landen. Zo wordt de bitcoin in Japan aangemerkt als wettig betaalmiddel.6 De Verenigde Staten ziet de bitcoin als een bezitting.7
Er wordt wereldwijd veel gediscussieerd over de fiscale behandeling van de bitcoin. Het is dan ook interessant om de verschillen in de fiscale behandeling onderling nader te
onderzoeken en verschillende meningen tegen elkaar af te wegen.
1 Nieuwsartikel NRC, https://www.nrc.nl/nieuws/2017/12/27/ik-zal-nooit-mijn-bitcoins-verkopen-a1586301
geraadpleegd op 09-04-2018
2 Koers volgens http://coinmarketcap.com, geraadpleegd op 09-04-2018 3 Brito & Castillo 2013, Bitcoin, A Primer for Policymakers, p. 1.
4 Rechtbank Overijssel. Zaaknummer:C/08/140456 / HA ZA 13-255, uitspraak op 14-05-2014 5 Financial Services Agency 2017, Banking act of japan, section 3
6 Chimal 2017, Bitcoin: Understanding Bitcoin, Mining, Investing & Trading for Beginners, p. 21. 7 Internal Revenue Service 2014, IRS Virtual Currency Guidance, section 4
Centrale vraag en subvragen
Door de opkomst van de bitcoin is het aantal handelaren enorm gegroeid. Naast particulieren zijn ook veel ondernemers interesse gaan tonen in de bitcoin.8 Zo is het aantal ondernemingen
die de bitcoin als betaalmiddel accepteert enorm toegenomen.9 Het handelen in en accepteren
van de bitcoin gaat gepaard met fiscale gevolgen en op dat vlak kan verwarring ontstaan. Het is van belang dat particulieren en ondernemers weten hoe de bitcoin fiscaal correct moet worden behandeld. Dit leidt tot de centrale vraag van deze scriptie.
In deze scriptie staat de volgende vraag centraal:
Wat zijn de fiscale gevolgen van het bezitten, handelen en minen van de bitcoin in de
inkomstenbelasting, voor een ondernemer in de omzetbelasting en in welke mate is de fiscale behandeling van de inkomstenbelasting van andere landen ook door Nederland toepasbaar? Om een antwoord te kunnen geven op de centrale vraag zijn de volgende deelvragen van belang. De deelvragen zullen in aparte hoofdstukken achter elkaar in de scriptie behandeld worden.
1. Wat is de bitcoin, hoe wordt de bitcoin gekwalificeerd en welke risico’s brengt de bitcoin met zich?
2. Hoe werkt de fiscale behandeling van de bitcoin in de inkomstenbelasting voor bezitters, handelaren en miners, en hoe werkt deze voor een ondernemer in de omzetbelasting in Nederland?
3. Hoe werkt de fiscale behandeling van de bitcoin in de inkomstenbelasting voor bezitters, handelaren en miners in het buitenland, en in welke mate is deze behandeling ook door Nederland toepasbaar?
Dit onderzoek bespreekt de fiscale gevolgen van de bitcoin in de inkomstenbelasting en de omzetbelasting voor de BTW-ondernemer. Het doel van dit onderzoek is dat er een duidelijk overzicht wordt geleverd van de fiscale onduidelijkheden en mogelijke gevolgen van de bitcoin in de inkomstenbelasting en de bitcoin in de omzetbelasting voor de BTW-ondernemer. Dit wordt gedaan voor zowel Nederland als voor de inkomstenbelasting in andere landen, op deze manier kunnen verschillen in de aanmerking en belastingheffing van de bitcoin worden vergeleken. Door deze verschillen te vergelijken en door meningen van derden te analyseren, kan gekeken worden naar de toepasbaarheid van deze behandeling door Nederland.
8 Opgehaald van http://www.watisbitcoin.nl/uitgeven.php, geraadpleegd op 09-04-2018 9 J. Kraan 2013, ‘Thuisbezorgd accepteert betaling via Bitcoin’, opgehaald van www.nu.nl
Onderzoeksopzet
De centrale vraag en de daaruit voortvloeiende subvragen worden behandeld door gebruik te maken van kwalitatief literatuuronderzoek. Aan de hand van wetenschappelijke artikelen, jurisprudentie, kamerstukken, rapporten, wet-en regelgeving en vakliteratuur worden de subvragen en uiteindelijk de centrale vraag beantwoord. De subvragen worden in aparte hoofdstukken achtereenvolgens behandeld. Elk hoofdstuk start met een korte inleiding en wordt afgesloten met een korte subconclusie waarin de subvraag wordt beantwoord.
In het tweede hoofdstuk wordt aandacht besteed aan de algemene aspecten van de bitcoin. Er wordt vooral gebruik gemaakt van literatuur en wetenschappelijke artikelen. Daarnaast wordt de economische en juridische kwalificatie van de bitcoin met behulp van arresten toegelicht. Voorts wordt gekeken naar de gebruikersrisico’s en mogelijke
criminaliteit die de bitcoin met zich brengt.
In het derde hoofdstuk wordt het onderscheid tussen ondernemen en beleggen
beschreven. Dit wordt toegepast op bezitters, handelaren en miners van de bitcoin. Ook wordt de omzetbelasting voor de BTW-ondernemer behandeld. In dit hoofdstuk wordt gebruik gemaakt van wetteksten, jurisprudentie en brieven van de minister van Financiën.
In het vierde hoofdstuk wordt vooral gebruik gemaakt van de wet-en regelgeving in andere landen. Eerst wordt er kort uitgelegd hoe de belastingheffing in het desbetreffende land werkt, gericht op de inkomstenbelasting. Hierna wordt de aanmerking en
belastingheffing van de bitcoin uiteengezet. Hiervan uitgaande wordt beschreven wat de verwerking in het buitenland leert voor onze belastingheffing.
Hoofdstuk vijf is het afsluitende hoofdstuk. In dit hoofdstuk wordt antwoord gegeven op de subvragen en centrale vraag en wordt een conclusie getrokken. Ten slotte worden aanbevelingen en suggesties voor een mogelijk vervolgonderzoek gegeven.
Hoofdstuk 2: de bitcoin, werking bitcoin en risico’s bitcoin
2.1 Inleiding
In dit hoofdstuk wordt uiteengezet aan welke kenmerken de bitcoin moet voldoen, om juridisch en economisch te kunnen worden gekwalificeerd als geld. Dit is nodig om te onderzoeken hoe de bitcoin in de inkomstenbelasting en de omzetbelasting kwalificeert en wordt belast. Daarnaast wordt ook uitgelegd wat de bitcoin precies is, hoe het werkt en de risico’s die de bitcoin met zich brengt.
De subvraag die centraal staat, luidt als volgt:
Wat is de bitcoin, hoe wordt de bitcoin juridisch en economisch gekwalificeerd en welke risico’s brengt de bitcoin met zich?
In paragraaf 2.2 wordt het begrip virtuele valuta, de bitcoin en de
ontstaansgeschiedenis van de bitcoin nader bekeken. In de derde paragraaf volgt de werking van de bitcoin, hier wordt specifiek ingegaan op transacties en het minen van de bitcoin. In de vierde paragraaf komt de kwalificatie van de bitcoin aan bod. De economische en juridische kwalificatie van geld wordt besproken, waaruit afgeleid kan worden hoe de bitcoin
economisch en juridisch wordt gekwalificeerd. Hierbij wordt gebruik gemaakt van het economische begrip van geld en bijbehorende arresten. In de vijfde paragraaf zullen risico’s besproken worden. Onder andere de volatiliteit en de anonimiteit, die kan zorgen voor gebruik door criminelen, komt aan de orde. Ten slotte wordt de subvraag die centraal staat in dit hoofdstuk beantwoord.
2.2 Wat is de bitcoin?
2.2.1 Virtuele valuta
De term ‘virtuele valuta’ wordt gedefinieerd als een digitale representatie van waarde, welke niet is uitgegeven door een centrale bank, overheidsinstelling noch noodzakelijkerwijs aan traditionele valuta hoeft te worden gekoppeld.10 Het wordt gebruikt als een ruilmiddel dat
elektronisch wordt overgedragen, opgeslagen of verhandeld.11 Virtuele valuta hebben geen
tastbare verschijningsvorm; er zijn geen munten of biljetten die in een fysieke portemonnee worden bewaard. Tevens beschikken virtuele valuta over geheel eigen betaalsystemen. Een betaalsysteem zorgt ervoor dat twee partijen in staat zijn om transacties met elkaar uit te voeren, zonder dat hierbij een derde partij nodig is.12 Voor de traditionele spelers binnen meer
reguliere betaalsystemen zoals financiële instellingen en toezichthouders, is dus geen rol weggelegd.13 Daarom is het voor ontwikkelaars van virtuele valuta geheel mogelijk om eigen
regels rond het gebruik daarvan te hanteren.14
10 EBA 2014, EBA Opinion on ‘virtual currencies’, p. 11. 11 EBA 2014, EBA Opinion on ‘virtual currencies’, p. 11.
12 S. Nakamoto 2009, ‘Bitcoin: A Peer-to-Peer Electronic Cash System’, opgehaald van
https://bitcoin.org/bitcoin.pdf
13 J. Baukema 2013, ‘Bitcoin: een (ongereguleerd) betaalmiddel van de toekomst?’, TFR12/2013 14 J. Baukema 2013, ‘Bitcoin: een (ongereguleerd) betaalmiddel van de toekomst?’, TFR12/2013
De Europese Centrale Bank (ECB) noemt een betaalsysteem en de toebehorende virtuele valuta ‘virtual currency scheme’.15 Zij onderscheidt drie typen betaalsystemen voor
virtuele valuta: de gesloten, de eenzijdige en de meerzijdige betaalsystemen.16 In het geval
van een gesloten betaalsysteem wordt virtuele valuta verkregen door het leveren van een specifieke prestatie, bijvoorbeeld het succesvol behalen van een ronde in een spel. Virtuele valuta kan alleen gebruikt worden door goederen en diensten te kopen binnen het uitgevende platform en kan niet buiten het uitgevende platform worden gebruikt. Ook kan de virtuele valuta niet ingewisseld worden voor andere valuta.17, 18
Bij een eenzijdig betaalsysteem is het mogelijk om met een wettelijk betaalmiddel virtuele valuta te kopen tegen een vaste wisselkoers. Deze vaste wisselkoers wordt vastgesteld door de ontwikkelaars van het uitgevende platform. Het omruilen van gekochte virtuele valuta tegen een wettelijk betaalmiddel is hierbij niet mogelijk. Dit betaalsysteem staat toe de
virtuele valuta te gebruiken om virtuele goederen en dienst te kopen, en in sommige gevallen echte goederen en diensten. 19
Ten derde benoemt de ECB de meerzijdige betaalsystemen. Gebruikers kopen en verkopen virtuele valuta aan de hand van een fluctuerende wisselkoers. Deze fluctuerende wisselkoers komt tot stand door middel van vraag en aanbod.20 Het is mogelijk om de virtuele
valuta buiten het uitgevende platform te gebruiken en om te wisselen voor andere valuta. Ook zijn betalingen tussen gebruikers onderling mogelijk. Baukema stelt dat door deze kenmerken een meerzijdig betaalsysteem in theorie kan gaan concurreren met reguliere valuta, en mede daardoor invloed kan uitoefenen op de reële economie.21 Bitcoin is waarschijnlijk het meest
succesvolle voorbeeld van een meerzijdig betaalsysteem.22
2.2.2 Bitcoin en ontstaansgeschiedenis van de bitcoin
Bitcoin is ontworpen en uitgevoerd door de Japanse programmeur Satoshi Nakamoto. In 2009 publiceerde Satoshi Nakamoto een paper, waarin hij een nieuw betaalsysteem introduceerde: Bitcoin.23 In dit betaalsysteem worden transacties uitgevoerd met de bitcoin, de bekendste
virtuele valuta. Het betaalsysteem is gebaseerd op een peer-to-peer netwerk. Een peer-to-peer netwerk is een netwerk tussen elektronische apparaten, die het uitwisselen van bestanden tussen gebruikers mogelijk maakt met behulp van het internet.24 Een peer-to-peer netwerk
heeft geen centrale server en moet thuis worden geïnstalleerd op de computer. Nadat het is
15 ECB 2012, Virtual Currency Schemes, p. 12. 16 ECB 2012, Virtual Currency Schemes, p. 13, 14. 17 ECB 2012, Virtual Currency Schemes, p. 14.
18 Een voorbeeld hiervan is World of Warcraft gold, dit is de virtuele munt die wordt gebruikt voor het
computerspel World of Warcraft.18 Met behulp van deze virtuele munt kan een speler virtuele goederen en
diensten aanschaffen in het spel om vervolgens complexe opdrachten te voltooien. Wanneer zo’n opdracht succesvol wordt behaald, verkrijgt de speler een beloning in de vorm van World of Warcraft gold. Het is niet mogelijk om deze munt te gebruiken buiten het platform van het spel.
19 ECB 2012, Virtual Currency Schemes, p. 14. 20 ECB 2012, Virtual Currency Schemes, p. 14.
21 J. Baukema 2013, ‘Bitcoin: een (ongereguleerd) betaalmiddel van de toekomst?’, TFR12/2013 22 ECB 2012, Virtual Currency Schemes, p. 21.
23 S. Nakamoto 2009, ‘Bitcoin: A Peer-to-Peer Electronic Cash Systeem’, opgehaald van
https://bitcoin.org/bitcoin.pdf
geïnstalleerd op de computer is het mogelijk om bestanden uit te wisselen met gebruikers die ook het peer-to-peer netwerk hebben geïnstalleerd op de computer. Het maakt het mogelijk om virtuele betalingen te verrichten zonder de tussenkomst van een financiële instelling of toezichthouder. Zonder de tussenkomst van financiële instellingen en overheden zijn er geen of hele lage transactiekosten en worden transacties sneller uitgevoerd.25
De bitcoin wordt geproduceerd door een proces dat mining wordt genoemd. Het is een proces van computers die complexe cryptografische berekeningen oplossen, wat uiteindelijk resulteert in de creatie van nieuwe bitcoins. Dit kan door iedereen, die over een computer met voldoende rekenkracht beschikt, worden gedaan.26
Virtuele valuta zoals de bitcoin zijn ontworpen om de anonimiteit van de gebruiker te behouden. Gebruikers slaan hun bitcoins op in een digitale portemonnee. Deze digitale portemonnee bestaat uit een reeks van cijfers en letters, welke niet gekoppeld is aan de identiteit van de gebruikers.27 Persoonlijke data van gebruikers worden hierdoor niet gevolgd
of opgeslagen, wat het gebruik van de bitcoin anoniem maakt.28 Naast het minen van de
bitcoin is het ook mogelijk om op andere manieren aan de bitcoin te komen. Het is bijvoorbeeld mogelijk om bitcoins tegen commissie te kopen op online wisselkantoren.
2.3 De werking van bitcoin
Een transactie vereist twee sleutels: een persoonlijke sleutel en een publieke sleutel.29 De
persoonlijke sleutel functioneert als een wachtwoord voor de digitale portemonnee van een gebruiker. Alleen de gebruiker bezit deze persoonlijke sleutel. De publieke sleutel is de data van gebruikers die wordt verstuurd van portemonnee naar portemonnee. Deze transacties worden bijgehouden in een overzicht die voor alle gebruikers van het netwerk zichtbaar zijn. Hoewel de transacties door alle gebruikers te zien zijn, is het niet zichtbaar van wie deze transacties zijn. Gebruikers kunnen namelijk zoveel mogelijk digitale portemonnees
gebruiken, welke bestaat uit een reeks van cijfers en letters, en dus niet gekoppeld is aan de identiteit.30 Voor elke afzonderlijke transactie die zij uitvoeren, kunnen zij een nieuwe digitale
adres maken.
Het overzicht van de transacties wordt ‘blockchain’ genoemd, welke bestaat uit verschillende blocks die chronologisch zijn geordend.31 Blocks zijn nieuwe transacties die
worden samengevoegd en verzameld zijn in een pakket. Transacties worden geverifieerd door het mining proces. Het mining proces dient dus niet alleen voor de productie en distributie van nieuwe bitcoins, maar ook voor het verifiëren van transacties.
Een aan het netwerk verbonden apparaat wordt een node genoemd.32 Een node die
ervoor kiest om mining software te gebruiken, zorgt ervoor dat alle niet-geverifieerde
25 ECB 2012, Virtual Currency Schemes, p. 21.
26 De Nederlandsche Bank 2014, Virtuele valuta’s geen bruikbaar alternatief, DNB307263 27 S. Nakamoto 2009, ‘Bitcoin: A Peer-to-Peer Electronic Cash Systeem’, opgehaald van
https://bitcoin.org/bitcoin.pdf
28 S. Nakamoto 2009, ‘Bitcoin: A Peer-to-Peer Electronic Cash Systeem’, opgehaald van
https://bitcoin.org/bitcoin.pdf
29 D. Hobson 2013, ‘What is Bitcoin?’, ACM1528-4972/13/09 30 D. Hobson 2013, ‘What is Bitcoin?’, ACM1528-4972/13/09
31 J. Baukema 2013, ‘Bitcoin: een (ongereguleerd) betaalmiddel van de toekomst?’, TFR12/2013 32 ECB 2012, Virtual Currency Schemes, p. 23.
transacties in een block worden verzameld. Als een block succesvol is gemined, ontvangt de miner een beloning in de vorm van de bitcoin. Dit is hoe de bitcoin oorspronkelijk is
geproduceerd. Andere miners ontvangen deze block en controleren of de transacties geldig zijn en geen dubbele uitgave.33 Het verifiëren van transacties vereisen een enorme
hoeveelheid rekenkracht en energie, waardoor het voor consumenten nagenoeg onmogelijk is om bitcoins te verdienen door te minen.34 Het minen van de bitcoin is te vergelijken met
mijnwerkers die zoeken naar goud. Het vergt een enorme hoeveelheid arbeid, machines en energie.35 Voor consumenten is het nagenoeg onmogelijk om bitcoins te verdienen, omdat
niet elke miner een beloning krijgt in bitcoins. Zij concurreren met elkaar om blocks te verifiëren, waarvoor de snelste een beloning krijgt in bitcoins.36
Zoals in paragraaf 2.2 eerder aan bod is gekomen, is Bitcoin een betaalsysteem dat gebaseerd is op een peer-to-peer netwerk die het mogelijk maakt om virtuele transacties te verrichten zonder de tussenkomst van een financiële instelling of toezichthouder. De decentralisatie zorgt ervoor dat de ontwikkelaar zelf het totale aanbod en manier van in omloop brengen kan bepalen.
Wanneer het nodig is kan het printen van euro’s ongelimiteerd plaatsvinden. De totale waarde wordt echter wel jaarlijks gecontroleerd door de Raad van Bestuur van de ECB.37 Dit
betekent dat er geen maximale hoeveelheid is die in omloop kan worden gebracht. Het creëren van nieuwe bitcoins daarentegen kan niet oneindig lang door blijven gaan. Er geldt een
maximale hoeveelheid van 21 miljoen bitcoins die gecreëerd kunnen worden.38 Naarmate er
meer bitcoins in omloop zijn, stijgt automatisch de complexiteit van de cryptografische berekeningen. Dit vertraagt de productie van het creëren van nieuwe bitcoins.39 Ten tijde van
het schrijven van deze scriptie waren 16,8 miljoen, ofwel 80%, van de maximale hoeveelheid bitcoins in omloop. Dit betekent dat er nog maar 4,2 miljoen bitcoins kunnen worden gemined voordat de maximale hoeveelheid is bereikt.40
2.4 Kwalificatie bitcoin
2.4.1 Economische kwalificatie van de bitcoin
De euro wordt geproduceerd door nationale centrale banken van landen in Europees gebied en daarna in omloop gebracht.41 Geld zoals de euro, wordt ook wel fiat geld genoemd. Dit
betekent dat de waarde niet wordt gedekt door een ander ruilmiddel zoals goud. De waarde komt voort uit de algemene acceptatie dat de euro wordt gebruikt als geld. 42
Om vanuit het economische perspectief te kwalificeren als geld zijn drie functies waaraan moet worden voldaan.43 Ten eerste moet geld een ruilmiddel zijn. Dit betekent dat
33 D. Hobson 2013, ‘What is Bitcoin?’, ACM1528-4972/13/09
34 J. Baukema 2013, ‘Bitcoin: een (ongereguleerd) betaalmiddel van de toekomst?’, TFR12/2013 35 A. Kampl 2014, ‘Analysis of Large-Scale Bitcoin Mining Operations’, p. 3.
36 A.M. Bal 2014, ‘Taxation of virtual currency’, p. 145.
37 ECB 2018, Banknotes and coins production, opgehaald van www.ecb.europa.eu
38 Nakamoto 2009, Bitcoin: A Peer-to-Peer Electronic Cash Systeem, opgehaald van www.bitcoin.org 39 D. Hobson 2013, ‘What is Bitcoin?’, ACM1528-4972/13/09
40 M.J. Zuckerman 2018, ‘80% of all bitcoins are already mined, only 4.2 million coins left until supply cap’,
opgehaald van www.cointelegraph.com
41 ECB 2018, Banknotes and coins production, opgehaald van www.ecb.europa.eu
42 S.A. Wolla 2018, ‘Bitcoin: Money or Financial Investment?’, Federal Reserve Bank of St. Louis 43 ECB 2015, Virtual Currency Schemes – a further analyses, p. 23.
het moet worden gebruikt als een tussenschakel in de handel om ongemakkelijkheden van een ruilsysteem te voorkomen. Ten tweede moet geld een oppotmiddel zijn. Het moet kunnen worden opgeslagen en in de toekomst kunnen worden verkregen. De koopkracht moet van het heden naar de toekomst kunnen worden overgebracht. Allerlaatst moet geld een rekeneenheid zijn. Het moet fungeren als een standaard voor het meten van waarde, kosten van goederen en services, en activa en passiva. 44
Er is een aantal ondernemingen dat de bitcoin accepteert in ruil voor goederen en services. Hoewel het aantal ondernemingen dat de bitcoin accepteert aan het stijgen is, vertegenwoordigen deze betalingen slechts een klein deel van de economie.45 Daarnaast
maakten een groot deel van deze transacties gebruik van een tussenpersoon, die de transactie vergemakkelijkten door de bitcoin eerst om te wisselen tegen andere valuta.46 Hierdoor
kunnen transacties lang duren en ook veel geld kosten. Bovendien geven mensen over het algemeen de voorkeur aan een ruilmiddel dat stabiel in waarde is, terwijl de bitcoin juist erg volatiel is. De lage acceptatiegraad, transactiekosten- en tijd en de volatiliteit maken de bitcoin ongeschikt als ruilmiddel.
Om als een oppotmiddel te worden gekwalificeerd, is de stabiliteit van de waarde van groot belang. Volgens de econoom Robert Shiller is de volatiliteit van de bitcoin de grootste belemmering om het als geld aan te merken.47 Naast de volatiliteit is de functie als
oppotmiddel verminderd door hackaanvallen, diefstallen en andere beveiligingsproblemen. Zo werd in 2017 een van de grootste bitcoin uitwisselingskantoren, Bitfinex, bestolen van 77 miljoen dollar aan waarde in bitcoins.48 Hierdoor lijkt de bitcoin als oppotmiddel ook
ongeschikt.
Door de enorme fluctuaties in waarde, terwijl de markt altijd open is, moeten
ondernemingen de prijs in bitcoins regelmatig aanpassen. Dit zal zowel de koper als verkoper verwarren.49 Daarnaast fluctueren de prijzen op uitwisselingskantoren onderling, wat kopers
en verkopers meer verwarring zal brengen.50 Als laatst zorgt de hoge prijs van één bitcoin, in
tegenstelling tot de relatief lage prijzen van normale goederen, voor prijzen in de bitcoin van vier of vijf decimalen. Het is dus lastig om de bitcoin te gebruiken als een standaard voor het meten van waarde door de volatiliteit van de waarde, de waarde op uitwisselingskantoren onderling en de verhouding van waarde met normale prijzen.
Ook de ECB stelt dat de bitcoin een gelimiteerde functie heeft als ruilmiddel, omdat het weinig wordt geaccepteerd door de maatschappij.51 De volatiliteit maakt de bitcoin in
termen van goederen en services nutteloos om als een oppotmiddel te worden gebruikt. Daarnaast maakt de lage acceptatiegraad binnen de maatschappij en de hoge volatiliteit de bitcoin ongepast als een oppotmiddel. 52
44 ECB 2015, Virtual Currency Schemes – a further analyses, p. 23.
45 S.A. Wolla 2018, Bitcoin: Money or Financial Investment?, Federal Reserve Bank of St. Louis 46 D. Yermack 2013, Is Bitcoin a Real Currency? An Economic Appraisal, NBER Working Paper 19747 47 R.J. Shiller 2017, ‘What is Bitcoin Worth? Don’t Even Ask’, opgehaald van
https://www.nytimes.com/2017/12/15/business/bitcoin-investing.html
48 T.B. Lee 2017, ‘A brief history of Bitcoin hacks and frauds’, opgehaald van
https://arstechnica.com/tech-policy/2017/12/a-brief-history-of-bitcoin-hacks-and-frauds/
49 S.A. Wolla 2018, Bitcoin: ‘Money or Financial Investment?’, Federal Reserve Bank of St. Louis 50 D. Yermack 2013, ‘Is Bitcoin a Real Currency? An Economic Appraisal’, NBER Working Paper 19747 51 ECB 2015, Virtual Currency Schemes – a further analyses, p. 24.
De Nederlandsche Bank stelt dat de bitcoin niet in staat is om de drie functies van geld te vervullen. Het stelt dat de bitcoin beperkt bruikbaar is als ruilmiddel, in mindere mate als oppotmiddel en vrijwel niet als rekeneenheid.53 De lage score op gebruiksgemak, veiligheid
en de lage acceptatiegraad in vergelijking tot andere betaalmethoden is volgens de Nederlandsche Bank de reden dat de bitcoin niet breed gebruikt kan worden als een ruilmiddel.54 Net zoals de ECB stelt de Nederlandsche Bank dat de bitcoin niet als
rekeneenheid en oppotmiddel kan worden gebruikt door zijn volatiliteit.55
Samenvattend lijkt het onmogelijk voor de bitcoin om als geld gekwalificeerd te worden. De volatiliteit zorgt hierbij voor de grootste belemmering. Het blokkeert alle functies bij de aanmerking als geld.
2.4.2 Juridische kwalificatie van de bitcoin
Economisch wordt de bitcoin niet als geld gekwalificeerd. In deze paragraaf wordt onderzocht of ook juridisch de kwalificatie van geld uit blijft. Om juridisch als een geldmiddel te
kwalificeren moet, volgens de Wet op financieel toezicht sprake zijn van chartaal, elektronisch- of giraal geld.56
In de zin van art. 6:112 BW wordt chartaal geld beschouwd als gangbaar geld. Hiervan is sprake als tastbare munten en bankbiljetten vrij overdraagbaar zijn. De bitcoin kent geen tastbare verschijningsvorm, waardoor het niet kan kwalificeren als chartaal geld. Hoewel van de bitcoin tastbare munten in omloop zijn, is het onmogelijk om daarmee te betalen. Deze munten zijn slechts een digitale verwijzing naar de daadwerkelijke digitale bitcoin.57
Rechtbank Overijssel oordeelde dat de bitcoin geen gangbaar geld is in de zin van art. 6:112 BW.58 Zij oordeelden dat de bitcoin niet als gangbaar geld kwalificeert, omdat het geen
wettig betaalmiddel is in Nederland. Op grond van artikelen 10 en 11 van Verordening 974/98 hebben slechts euromunten en biljetten de status van wettig betaalmiddel. Daarna refereert de Rechtbank Overijssel aan het standpunt van de Minister van Financiën dat de bitcoin niet valt onder de definitie van geld in de zin van de Wft en als ruilmiddel tussen particulieren moet worden gezien. In haar uitspraak gaat de rechtbank voorbij aan de tastbare vorm van geld.
Tegen dit vonnis is hoger beroep ingesteld. De appellant verzoekt in het hoger beroep om een heldere verklaring om de bitcoin juridisch niet als geld te kwalificeren.59 In het hoger
beroep stelt het Hof dat er geen noodzaak is om uit te zoeken of de bitcoin juridisch te kwalificeren is als geld in de zin van art. 6:112 BW en art. 6:114 BW.60 De appellant doet
namelijk volgens het Hof geen rechtstreeks beroep op schadevergoeding wegens
koerswijzing, waardoor de juridische kwalificatie uit kan blijven.61 Uiteindelijk stelt Het Hof
53 DNB 2014, ‘Virtuele valuta’s geen bruikbaar alternatief’, DNBulletin 54 DNB 2014, ‘Virtuele valuta’s geen bruikbaar alternatief’, DNBulletin 55 DNB 2014, ‘Virtuele valuta’s geen bruikbaar alternatief’, DNBulletin 56 Art. 1:1 Wft.
57 J. Baukema 2013, ‘Bitcoin: een (ongereguleerd) betaalmiddel van de toekomst?’, TFR12/2013 58 Rechtbank Overijssel 14-05-2014, ECLI:NL:GHARL:2016:4219
59 Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 31-05-2016, ECLI:NL:RBOVE:2014:2667 60 Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 31-05-2016, ECLI:NL:RBOVE:2014:2667 61 Art. 6:125 BW
dat de bitcoins goederen zijn en als gekochte zaken worden beschouwd in de zin van art. 7:36 BW.62
In het geval van giraal geld gaat het om een vordering van een rekeninghouder op een bank tot uitbetaling van chartaal geld met een gezamenlijke nominale waarde gelijk aan deze vordering.63 Ook de bitcoin kan bewaard worden in een digitale portemonnee van een derde.
Echter, dit betekent niet dat er een vordering op deze derde is. De derde levert slechts een infrastructuur om de bitcoin in een online omgeving te bewaren en gebruiken. Hierdoor is het niet mogelijk om te spreken van giraal geld.64
Ook de Rechtbank van Overijssel oordeelde dat geen sprake is van giraal geld.65 Op
grond van art. 6:114 BW moet de betaling plaatsvinden via de door partijen aangehouden bank- of girorekening. Hierbij heeft de rekeninghouder een vordering op de giro-instelling, die op haar beurt een schuld aan de rekeninghouder heeft.66 In het geval van de bitcoin
ontbreekt het beheer van de derde partij. De bitcoins blijven in het eigendom van de gebruiker en gaan niet over in het vermogen van de aanbieder. Er ontstaat geen verbintenisrechtelijke67
verhouding tussen de eigenaar en de aanbieder.
Volgens art. 1:1 Wft moeten er aan vier kenmerken worden voldaan om als elektronisch aangemerkt te worden. Allereerst is het een geldwaarde die elektronisch of magnetisch is opgeslagen. Daarnaast wordt een vordering op de uitgever vertegenwoordigd, die is uitgegeven in ruil voor ontvangen geld om daarmee betalingstransacties te verrichten. Als laatste moeten er betalingen mee worden gedaan aan anderen dan de uitgever van de betreffenden geldwaarde.68
In Nederland is op grond van de Wft verboden om elektronisch geld uit te geven zonder vergunning van de DNB.69 Ook moet de munt volgens art. 4:31 Wft worden
uitgegeven tegen nominale waarde, wat niet het geval is bij de bitcoin. De bitcoin is erg volatiel, waardoor het onmogelijk is om het uit te geven tegen de nominale waarde.70 Het
aanmerken als elektronisch geld is hierdoor onmogelijk. Ook de Minister van Financiën heeft hij de beantwoording van schriftelijke Kamervragen het standpunt ingenomen dat de bitcoin niet onder de definitie van elektronisch geld valt in de zin van de Wft.71 Als reden geeft zij dat
de bitcoin geen vordering op de uitgever vertegenwoordigt.
62 Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 31-05-2016, ECLI:NL:RBOVE:2014:2667 63 B. Bierens 2009, ‘Revindicatoire aanspraken op giraal geld’, p. 28
64 J. Baukema 2013, ‘Bitcoin: een (ongereguleerd) betaalmiddel van de toekomst?’, TFR12/2013 65 Rechtbank Overijssel 14-05-2014, ECLI:NL:GHARL:2016:4219
66 Hoge Raad 26-01-2007, ECLI:NL:PHR:2007:AZ0614
67 Rechtbank Overijssel 14-05-2014, ECLI:NL:GHARL:2016:4219 68Art. 1:1 Wft.
69 J. Baukema 2013, ‘Bitcoin: een (ongereguleerd) betaalmiddel van de toekomst?’, TFR12/2013 70 J. Baukema 2013, ‘Bitcoin: een (ongereguleerd) betaalmiddel van de toekomst?’, TFR12/2013
71 Brief Minister van Financiën van 19 december 2013 aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten
2.5 Risico’s van de bitcoin
2.5.1 Risico’s van de bitcoin
Het gebruiken van bitcoins gaat niet gepaard zonder risico’s. Het grootste risico dat
gebruikers doet afzien van de bitcoin, is waarschijnlijk de volatiliteit van de koers.72 Het zorgt
voor verontrusting bij gebruikers, omdat zij op een gegeven moment hun bitcoins moeten omwisselen voor andere valuta of goederen. De prijs van goederen wordt meestal uitgedrukt in valuta’s en is daarom onstabiel bij betalingen in virtuele valuta.73 Doordat de bitcoin een
decentrale munt is, zijn er geen autoriteiten die ervoor kunnen zorgen dat de waarde stabiel blijft en/of kunnen optreden als laatste redmiddel.74 Hierdoor bestaat ook een mogelijkheid
dat prijzen worden gemanipuleerd.75 Dit is ook gebleken uit een studie van een aantal
onderzoekers. Zij onderzochten de prijsmanipulatie van de bitcoin en ontdekten dat in veel gevallen van prijsmanipulatie plaatsvonden, omdat de markt erg klein was.76 De
prijsmanipulatie ontstond via twee bots, Markus en Willy, die geldige transacties leken te geven, maar de bitcoin die ze hiervoor gebruikten niet bezaten.77 Deze bots waren in staat om
valse transacties te creëren en de prijs van de bitcoin te laten stijgen.78 Ook de Amerikaanse
Justitie gaat een onderzoek doen naar de manipulatie van de bitcoin. Dit doen zij in
samenwerking met de Commodity Futures Trading Commission, een reguleringsorgaan dat onder andere toeziet op handel in opties.79
Daarnaast brengt de bitcoin veiligheidsproblemen met zich.80 Om de bitcoin te kunnen
gebruiken is vereist een bepaalde software op de computer of mobiele apparaat te
downloaden.81 Bitcoins worden hierna opgeslagen op digitale portemonnees op computers of
mobiele apparaten. Op deze computers of mobiele apparaten en ook de software van Bitcoin kunnen storingen optreden, waardoor gebruikers het doelwit kunnen worden van hacking of diefstal.82
Ook bestaat er geen depositogarantiestelsel dat consumententegoeden tot 100.000 euro dekt wanneer er iets misgaat bij de financiële instelling die de tegoeden beheert. Consumenten kunnen niet schadeloos worden gesteld wanneer zij het slachtoffer zijn van cybercrime. Na diefstal of het verdwijnen van een uitwisselingskantoor zijn tegoeden definitief verloren.83
De OESO stelt dat digitalisering nieuwe kansen biedt, maar ook uitdagingen voor het belastingbeleid en administratie dat voorbij het internationale belastingstelsel gaat.84
Technologieën zoals blockchain kunnen volgens de OESO zorgen voor nieuwe en veilige
72 ECB 2015, Virtual Currency Schemes – a further analyses, p. 23. 73 ECB 2015, Virtual Currency Schemes – a further analyses, p. 23.
74 EBA 2014, EBA Opinion on ‘virtual currencies’, p. 38. 75 EBA 2014, EBA Opinion on ‘virtual currencies’, p. 28.
76 N. Gandal, JT. Hamrick, T. Moore, T. Oberman 2017, ‘Price Manipulation in the Bitcoin Ecosystem’,
opgehaald van https://weis2017.econinfosec.org/wp-content/uploads/sites/3/2017/05/WEIS_2017_paper_21.pdf
77 N. Gandal, JT. Hamrick, T. Moore, T. Oberman 2017, ‘Price Manipulation in the Bitcoin Ecosystem’,
opgehaald van https://weis2017.econinfosec.org/wp-content/uploads/sites/3/2017/05/WEIS_2017_paper_21.pdf
78 N. Gandal, JT. Hamrick, T. Moore, T. Oberman 2017, ‘Price Manipulation in the Bitcoin Ecosystem’,
opgehaald van https://weis2017.econinfosec.org/wp-content/uploads/sites/3/2017/05/WEIS_2017_paper_21.pdf
79 M. Robinson, T. Schoenberg 2018, ‘U.S. Launches Criminal Probe into Bitcoin Price Manipulation’,
opgehaald van www.bloomberg.com
80 DNB 2014, ‘Virtuele valuta’s geen bruikbaar alternatief’, DNBulletin
81 DNB 2014, ‘Virtuele valuta’s geen bruikbaar alternatief’, DNBulletin 82 EBA 2014, EBA Opinion on ‘virtual currencies’, p. 25.
83 DNB 2014, ‘Virtuele valuta’s geen bruikbaar alternatief, DNBulletin
methoden van het bijhouden van gegevens, terwijl het ook risico’s faciliteert voor de belastingtransparantie van winsten behaalt met virtuele valuta’s.85 Om deze ontwikkelingen
beter te begrijpen en aan te pakken is er meer onderzoek nodig. De OESO stelt dat er momenteel onderzoek naar wordt gedaan, maar dat er nog meer werk nodig is om ervoor te zorgen dat overheden de kansen die deze ontwikkelingen bieden kunnen benutten.86
Tegelijkertijd moet de effectiviteit van het belastingsysteem worden gewaarborgd. Ook belangrijk is om specifiek na te denken over hoe deze kansen kunnen worden
geïmplementeerd in landen rekening houdend met hun specifieke omstandigheden.87
2.6 Subconclusie
De in dit hoofdstuk besproken onderwerpen strekken ertoe de eerste subvraag te
beantwoorden die als volgt luidt: Wat is de bitcoin, hoe wordt de bitcoin gekwalificeerd en welke risico’s brengt de bitcoin met zich? Deze subvraag is op te delen in drie delen. Allereerst wat de bitcoin is, daarnaast de kwalificatie van de bitcoin en als laatst de risico’s die de bitcoin met zich brengt.
Een virtuele valuta is een digitale representatie van waarde welke niet is uitgegeven door een centrale bank, overheidsinstelling noch noodzakelijkerwijs aan traditionele valuta hoeft te worden gekoppeld. De bekendste virtuele valuta is de bitcoin. De bitcoin wordt gebruikt in het betaalsysteem dat Bitcoin genoemd wordt. Virtuele valuta en de bitcoin kenmerken zich door haar anonieme en gedecentraliseerde karakter.
De bitcoin kan gekocht worden tegen commissie op online uitwisselingskantoren, maar ook door een technologisch proces dat mining wordt genoemd. Transacties worden samengevoegd en verzameld in een block en hierna geverifieerd door het mining proces. Als een block succesvol is gemined, ontvangt de miner mogelijk een beloning in de vorm van de bitcoin. Miners treden in concurrentie om deze blocks zo snel mogelijk te verifiëren, zodat zij een beloning in de vorm van de bitcoin krijgen. Het minen vergt een enorme hoeveelheid arbeid, machines en energie. Door de onzekerheid van het krijgen van een beloning en de enorme kosten is het voor consumenten vrijwel nadelig om te minen.
Economisch kan de bitcoin niet gekwalificeerd worden als geld. Er wordt niet voldaan aan de drie functies van geld: ruilmiddel, oppotmiddel en rekeneenheid. Dit wordt ook
bevestigd door de ECB en de DNB. De volatiliteit van de waarde blokkeert hierbij alle functies bij de aanmerking als geld.
Ook juridisch kan de bitcoin niet kwalificeren als geld. Volgens de Wft moet er sprake zijn van chartaal, elektronisch- of giraal geld. De Rechtbank Overijssel oordeelde mede door te verwijzen naar het standpunt van de Minister van Financiën dat de bitcoin niet als chartaal geld kan worden gekwalificeerd. In hetzelfde arrest oordeelde de Rechtbank Overijssel dat ook van giraal geld geen sprake is. Ten slotte blijft de aanmerking van de bitcoin, volgens art. 1:1, Wft als elektronisch geld ook uit. De Minister van Financiën deelt het standpunt dat de bitcoin niet als elektronisch geld kan worden aangemerkt, omdat de bitcoin geen vordering op de uitgever vertegenwoordigt.
85 OECD 2018, ‘OECD Secretary-General Report to G20 finance ministers and central bank governors’. p. 12. 86 OECD 2018, ‘OECD Secretary-General Report to G20 finance ministers and central bank governors’. p. 12. 87 OECD 2018, ‘OECD Secretary-General Report to G20 finance ministers and central bank governors’. p. 12.
De bitcoin brengt een aantal risico’s met zich. De volatiliteit is het grootste risico voor gebruikers. De waarde van het vermogen in de toekomst blijft onzeker en de prijs van
goederen die worden uitgedrukt in de bitcoin zijn onstabiel. Doordat de bitcoin een decentrale munt is, zijn er geen autoriteiten die ervoor kunnen zorgen dat de waarde stabiel blijft. Ook kunnen gebruikers bestolen worden van hun bitcoins. Als dit voorkomt kan er geen aanspraak gemaakt worden op een depositogarantiestelsel, want die bestaat er niet voor de bitcoin. Hieronder volgt een samenvattende tabel met de relevante elementen voor de volgende subvraag.
Wat is de bitcoin? De bitcoin is een digitale representatie van waarde, welke niet is uitgegeven door een centrale
overheidsinstelling noch noodzakelijkerwijs aan traditionele valuta hoeft te worden gekoppeld. Hoe werkt de bitcoin? Bitcoin is een betaalsysteem waarmee transacties
wordt uitgevoerd. Dit betaalsysteem maakt het mogelijk om virtuele betalingen te verrichten zonder de tussenkomst van een financiële instelling. De uitgevoerde transacties wordt blockchain genoemd, deze bestaat uit verschillende blocks die
chronologisch zijn geordend.
Hoe kan men aan de bitcoin komen? - Mining: vergelijkbaar met mijnwerkers die zoeken naar goud. Door transacties te verifiëren met mining software, kan een miner een beloning in de vorm van de bitcoin krijgen. Het verifiëren van transacties vereisen een enorme hoeveelheid rekenkracht en energie.
- Kopen van de bitcoin op online wisselkantoren. Economische kwalificatie bitcoin De bitcoin wordt economisch niet als geld
gekwalificeerd. De volatiliteit blokkeert hierbij de drie functies waaraan moet worden voldaan om te kwalificeren als geld.
Juridische kwalificatie bitcoin De bitcoin wordt juridisch niet als geld
gekwalificeerd. Het Hof stelt dat de bitcoin een goed is en als gekochte zaak moet worden beschouwd. Risico’s bitcoin - De waarde van de bitcoin is erg volatiel. Dit zorgt
ervoor dat de prijzen van goederen onstabiel zijn bij betalingen. Doordat de bitcoin een decentrale munt is, zijn er ook geen autoriteiten die voor een stabielere koers kunnen zorgen.
- De prijs van de bitcoin kan mogelijk worden gemanipuleerd.
- Door de software die is vereist kunnen op
computers of mobiele apparaten storingen optreden. Hierdoor kunnen gebruikers het doelwit worden van hacking of diefstal.
Hoofdstuk 3: De bitcoin in de inkomstenbelasting en omzetbelasting in
Nederland
3.1 Inleiding
De bitcoin is de laatste tijd erg populair geworden onder mensen en dat gaat gepaard met de nodige gevolgen.88 Een gevolg hiervan is bijvoorbeeld het hoge stroomverbruik dat wordt
gebruikt bij het minen van de bitcoin.89 Niet alleen het energieverbruik is een probleem bij het
minen, maar ook de fiscale behandeling van miners. De vraag die hierbij gesteld wordt is wanneer bij minen sprake is van ondernemen of beleggen. Eenieder die bijvoorbeeld in de bitcoin handelt, speculeert, ontvangt of minet moet in beginsel belasting betalen.
Verschillende handelingen resulteren mogelijk in verschillen in de fiscale behandeling en belastingheffing. Zo wordt er een onderscheid gemaakt tussen het ondernemen in box 1 en sparen en beleggen in box 3. Ook zijn er mogelijk gevolgen voor de belastingheffing voor een BTW-ondernemer die bitcoins ontvangt voor een levering of dienst. Dat de bitcoin juridisch niet als geld gekwalificeerd kan worden, maar ook verschillende feiten en omstandigheden leiden mogelijkerwijs tot onduidelijkheden in de belastingheffing.
De subvraag die centraal staat in deze paragraaf, luidt als volgt:
Hoe werkt de fiscale behandeling van de bitcoin in de inkomstenbelasting voor bezitters, handelaren en miners, en hoe werkt deze voor een ondernemer in de omzetbelasting in Nederland?
In dit hoofdstuk wordt de fiscale behandeling van de bitcoin in de inkomstenbelasting en de omzetbelasting behandeld. In paragraaf 3.2 wordt specifiek ingegaan op de
inkomstenbelasting. Hierbij wordt gekeken naar box 1 inkomen uit werk en woning, en naar box 3 sparen en beleggen. In box 1 wordt onderscheid gemaakt tussen verschillende
inkomstenbronnen zoals het loon uit dienstbetrekking, winst uit onderneming en resultaat uit overige werkzaamheden. In paragraaf 3.3 wordt specifiek ingegaan op de omzetbelasting. Het ondernemerschap, de levering van goederen en diensten en vrijstellingen komen aan bod. Daarnaast wordt een arrest van het Europese Hof van Justitie besproken, die voor
duidelijkheid zorgt voor de BTW-heffing van de bitcoin. Ten slotte wordt de subvraag die centraal staat in dit hoofdstuk beantwoord.
3.2 Inkomstenbelasting
3.2.1 Box 1, inkomen uit werk en woning
Op basis van de Wet Inkomstenbelasting 2001 wordt de inkomstenbelasting geheven van natuurlijke personen. Deze wet is per 1 januari 2001 in werking getreden. Het uitgangspunt van de heffing van de IB is het zogenoemde boxenstelsel. Het boxenstelsel bestaat uit drie boxen, waarbij de verschuldigde belasting voor iedere box afzonderlijk bepaald wordt. Elke box heeft zijn eigen heffingsgrondslag en tarief. De eerste box bestaat uit het belastbare
88 R. Goossens& D. Meuzelaar 2017, ‘Dit is waarom bitcoin zo populair werd’, opgehaald van www.telegraaf.nl 89 W. van Noort& E. van der Walle 2017, ‘Bizar energieverbruik bitcoin lijkt onhoudbaar’, opgehaald van
inkomen uit werk en woning. In deze box wordt belasting geheven naar een progressief tarief en stijgt dus naarmate het inkomen stijgt, oplopend tot 52%.90
Inkomsten worden belast met de IB indien ze voortkomen uit een bron van inkomen in fiscale zin. Op basis van jurisprudentie is sprake van een bron van inkomen als aan een aantal voorwaarden wordt voldaan:
- bij het behalen van voordeel moet deelgenomen worden aan het economisch verkeer;91
- er moet voordeel worden beoogd;92
- dit voordeel moet ook redelijkerwijs te verwachten zijn.93
Als niet wordt voldaan aan deze drie eisen vindt er in principe geen belastingheffing plaats.94
In box 1 zijn vijf bronnen van inkomen te onderscheiden: - loon uit dienstbetrekking;
- winst uit onderneming;
- resultaat uit overige werkzaamheden; - periodieke uitkeringen en verstrekking; - inkomsten uit eigen woning.
In de volgende paragrafen wordt gekeken naar het loon uit dienstbetrekking, winst uit onderneming en resultaat uit overige werkzaamheden. Periodieke uitkeringen en
verstrekkingen, en de inkomsten uit eigen woning worden buiten beschouwing gelaten, omdat deze niet relevant zijn voor de bitcoin. De bijtelling van de eigen woning, het
eigenwoningforfait, is fictief inkomen. De fiscus ziet dit fictieve inkomen als een vergoeding voor het woongenot. De vergoeding voor het woongenot wordt geacht een op geld
waardeerbaar voordeel te zijn. Periodieke uitkeringen en verstrekkingen ontvangt men op grond van een publiekrechtelijke regelingen in de vorm van geld. Aangezien de bitcoin economisch en juridisch niet als geld wordt gezien, komt de bitcoin ook niet toe aan deze twee inkomensbronnen.
3.2.1.1 Loon uit dienstbetrekking
Loon uit dienstbetrekking is een bron van inkomen in box 1. Voordat IB over het loon wordt geheven, wordt in beginsel loonbelasting over het loon geheven. De Wet IB 2001 heeft geen eigen loonbegrip. In de Wet IB 2001 wordt in art. 3.81 voor het begrip ‘loon’ ook naar de wettelijke bepalingen van de Wet LB 1964 verwezen. Loonheffing wordt meestal door de werkgevers ingehouden op het te betalen loon aan de werknemers. De loonheffing is dan een voorheffing op de IB en wordt daarmee verrekend. Loon wordt gedefinieerd als al hetgeen uit een dienstbetrekking wordt genoten of een vroegere dienstbetrekking wordt genoten,
90 D.A. Albregtse, A.J.M Arends, P.H.J. Essers, M.J. Hoogeveen, M.L.M van Kempen, F.P.G. Pötgens, A.C
Rijkers & M.J.G.A.M. Weerepas 2017, ‘Cursus Belastingrecht’, p. 35.
91 Hoge Raad 23-10-1923, B. 3307 92 Hoge Raad 25-01-1933, B. 5365 93 Hoge Raad 26-11-1930, B. 4857
daaronder mede begrepen hetgeen wordt vergoed of verstrekt in het kader van de
dienstbetrekking.95 Deze definitie vormt de basis van het begrip loon. De verdere afbakening
is ontstaan door enkele in de rechtspraak ontwikkelde criteria. Allereerst het
voordeelsvereiste. Volgens Heithuis, Kavelaars en Schuver96 kan slechts sprake zijn van loon
als de werknemer een voordeel geniet. Hoogstraten is iets specifieker hierin, volgens hem behoren alle voordelen verkregen uit de dienstbetrekking tot het loon.97 De Hoge Raad
ondersteunt de stellingen van Heithuis, Kavelaars, Schuver en Hoogstraten. Zo besliste de Hoge Raad dat een werknemer die in zijn woning een computer ter beschikking gesteld kreeg, die uitsluitend werd gebruikt voor de uitoefening van de dienstbetrekking, niet sprake was van loon in natura. Er was slechts sprake van loon in natura indien en voor zover de computer ook privé werd gebruikt.98
De dienstbetrekking staat centraal, het is de bron van het loon, zodat het verrichten van arbeid niet noodzakelijk is.99 Doordat het verrichten van arbeid niet noodzakelijk is omvat het
loon ook de voordelen die de werknemer dankzij de dienstbetrekking geniet.100 De woorden
‘al hetgeen’ dat in de loondefinitie is opgenomen laat zien dat het loonbegrip ruim is. Het is hierdoor niet van belang in welke vorm het voordeel wordt verkregen.101
Op 7 juni 2013 heeft de minister van Financiën in de beantwoording van Kamervragen gesteld dat een belastingplichtige die met activiteiten in het economische verkeer een bron van inkomsten heeft zoals loon uit dienstbetrekking, winst uit onderneming of resultaat uit een werkzaamheid daarover met inachtneming van de bepalingen in de Wet IB 2001 belasting moet betalen.102 Hierbij is het niet relevant of deze inkomsten worden verkregen in euro’s of
in andere valuta. Ook inkomsten in de vorm van de bitcoin wordt onderworpen aan belasting, niet relevant hierbij is dat de bitcoin geen wettig betaalmiddel is in Nederland.103 Echter, deze
inkomsten moeten wel worden omgerekend in euro’s.104 De minister van Financiën verwees
hierbij naar het beleid voor de belastingheffing bij lokale geldstelsels.105 Hij stelt dat bij lokale
geldstelsels een gelijke problematiek aan de orde is als bij de bitcoin.106 In dit besluit is de
bitcoin niet behandeld, toch stelt de Staatssecretaris in 2017 dat de uitgangspunten van het besluit toe te passen zijn op bitcoins.107 De Staatssecretaris komt tot deze conclusie, omdat de
waarde in het economisch verkeer van virtuele valuta meestal zelfs gemakkelijker te bepalen is dan bij de Letseenheden.108 De reden hiervoor is dat de lokale geldstelsels geen dagelijks
95 Art. 10 lid 1 Wet LB
96 E.J.W. Heithuis, P. Kavelaars, B.F. Schuver 2018, Inkomstenbelasting, p. 255.
97 P.W.H. Hoogstraten, “De werkkostenregeling: opmaat naar vlakstax en loonsomheffing?”, WFR 2010/288 98 HR 11 februari 1998, nr. 32 625, BNB 1998/150
99 E.J.W. Heithuis, P. Kavelaars, B.F. Schuver 2018, Inkomstenbelasting, p. 255. 100 E.J.W. Heithuis, P. Kavelaars, B.F. Schuver 2018, Inkomstenbelasting, p. 269. 101 E.J.W. Heithuis, P. Kavelaars, B.F. Schuver 2018, Inkomstenbelasting, p. 285.
102 Brief MvF van 19 december 2013 aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten Generaal,
FM/2013/1939 U
103 Brief MvF van 19 december 2013 aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten Generaal,
FM/2013/1939 U
104 Brief MvF van 19 december 2013 aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten Generaal,
FM/2013/1939 U 13
105 Besluit Staatssecretaris van Financiën van 1 december 2008, nr. CPP2008/520M > 21 februari 2014 nr.
BLKB 2014/286M
106 Brief MvF van 19 december 2013 aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten Generaal,
FM/2013/1939 U 13
107 Brief Staatssecretaris van Financiën van 30 oktober 2017, nr. 2017-0000165171 108 Brief Staatssecretaris van Financiën van 30 oktober 2017, nr. 2017-0000165171
fluctuerende handelskoers hebben die gekoppeld zijn aan een normale valuta zoals de euro, terwijl de bitcoin dat wel heeft.109 Dit beleid is naar mening onjuist. In het beleid wordt
namelijk gesteld dat in een lokaal geldstelsel, veelal Letssysteem genoemd, Letseenheden nooit omwisselbaar zijn in geld. In tegenstelling tot de bitcoin, die wel omwisselbaar is voor geld.110 Volgens Pacione is het belangrijkste economische doel van een Letsstelsel het
faciliteren van substitutie van import ter plaatse om een lokale economie te bevorderen die minder afhankelijk is van externe bronnen van goederen, service en geld. Dit gebeurt door goederen en services aan te bieden in ruil voor andere goederen en services en niet geld.111 Dit
versterkt mijn standpunt dat de bitcoin niet vergelijkbaar is met het Letsstelsel. De bitcoin is namelijk niet specifiek ingericht om de lokale economie te bevorderen, het kan wereldwijd worden gebruikt om goederen en services te kopen.
In het besluit van 2014 wordt bepaald dat inkomsten die genoten worden in
Letseenheden een ‘niet in geld genoten inkomstenbron’ vormen.112 Volgens art. 13 lid 1 van
de Wet LB wordt ‘niet in geld genoten loon’ gezien als loon in natura. Loon dat wordt uitbetaald in bitcoins wordt dus ook gezien als loon in naturai. Het loon in natura moet
omgerekend worden naar euro’s op het moment dat het loon wordt genoten.113
De wisselkoers van de bitcoin speelt een belangrijk rol bij de waardering van het loon in natura. Door de enorm fluctuerende wisselkoersen kan het moment van omrekenen naar waarde economisch verkeer leiden tot een flinke daling of stijging van het loon omgerekend in euro’s. Een stijging of daling nadat het loon in natura is ontvangen heeft dan geen gevolgen meer voor de belastingheffing. De fluctuerende wisselkoersen kunnen ook zorgen voor
verschillende waardes van de bitcoin bij de werkgever en werknemer. De waarde van één bitcoin kan op het moment van aankoop enorm verschillen van de waarde op het moment dat het loon wordt genoten. Naar mijn mening is waarde op het moment van uitbetaling bepalend. Een alternatief zou kunnen zijn om het gemiddelde te nemen van de waarde per maand of tussen het moment van aankoop en het moment van uitbetaling.
Het loon in de inkomstenbelasting moet gelijk zijn aan het loon dat wordt vermeld op de loonstrook. Op basis van dit bedrag moet de werkgever loonbelasting inhouden. Doordat de waarde van de bitcoin veel fluctueert moet de werkgever elke keer een nieuwe loonstrook geven aan de werknemer.114
3.2.1.2 Winst uit onderneming
Inkomsten die door de belastingplichtige zijn behaald met activiteiten in het economische verkeer zijn onderhevig aan belastingheffing. Het is niet relevant in welke vorm deze
inkomsten worden verkregen, dus ook winst uit onderneming in de vorm van de bitcoin wordt onderworpen aan belasting.115 De vraag is echter wanneer er sprake is van een winst uit
onderneming in het geval van de bitcoins. Hierbij wordt gekeken naar activiteiten die
109 Brief Staatssecretaris van Financiën van 30 oktober 2017, nr. 2017-0000165171 110 Besluit Staatssecretaris van Financiën van 1 december 2008, nr. CPP2008/520M
111 M. Pacione 1999, ‘The Other Side of the Coin: Local Currency as a Response to the Globalization of Capital’,
Regional Studies, 33:68
112 Besluit Staatssecretaris van Financiën van 21 februari 2014, nr. BLKB 2014/286M 113 Brief Staatssecretaris van Financiën van 28 mei 2018, nr.2018-0000082316
114 Rijksoverheid 2018, ‘Wat staat er op mijn loonstrook?’, opgehaald van www.rijksoverheid.nl 115 Besluit Staatssecretaris van Financiën van 1 december 2008, nr. CPP2008/520M
mogelijk een onderneming vormen voor de inkomstenbelasting: het handelen in de bitcoin en het minen van de bitcoin. Belastbare winst uit onderneming wordt genoten door ondernemers.
Een ondernemer is een belastingplichtige voor rekening van wie een onderneming wordt gedreven en die rechtstreeks wordt verbonden voor verbintenissen betreffende die onderneming.116 Ook wordt een beoefenaar van een zelfstandig beroep gelijkgesteld met een
ondernemer.117 Een onderneming wordt aanwezig geacht als er sprake is van een duurzame
organisatie van arbeid en kapitaal, die deelneemt aan het economisch verkeer, waarbij een winstoogmerk wordt beoogd en het voordeel moet redelijkerwijs te verwachten zijn.118 Bij de
winst uit onderneming staat niet het begrip onderneming centraal, maar de natuurlijke persoon die winst uit onderneming geniet. Bij deze natuurlijke persoon wordt IB geheven. Dit gaat dus alleen over de winst uit onderneming die rechtstreeks worden genoten door natuurlijke
personen.
Allereerst wordt gekeken of er sprake is van kapitaal en arbeid. Uit jurisprudentie is gebleken dat de nadruk ligt op de factor arbeid, de aanwezigheid van kapitaal in niet noodzakelijk.119 Ook de Staatssecretaris van Financiën laat in de ‘Beantwoording vragen
vaste CIE Financiën fiscale aspecten cryptovaluta’ de factor kapitaal buiten beschouwing.120
Bij het minen en handelen in de bitcoin wordt voldaan aan de factor arbeid. De handelaar of miner verricht werkzaamheden om bitcoin te kopen, verkopen of te minen. Bij minen is ook sprake van de factor kapitaal. Het minen vereist immers het gebruik van een computer en bijbehorende software. Ook vereist het handelen in de bitcoin een computer, anders is het onmogelijk om de bitcoin te kopen en verkopen.
Daarna wordt gekeken of er sprake is van deelname aan het economisch verkeer. Dit houdt in dat een individu goederen en diensten op de markt moet aanbieden en hiervoor een vergoeding ontvangt. Deze vereiste is bepalend voor het vaststellen of sprake is van een bron van inkomsten als er geen sprake is van het beogen van winst en het voordeel niet verwacht is. Dit betekent dat een voordeel verkregen door deel te nemen aan het economisch verkeer moet worden belast. Aan de voorwaarde dat sprake is van deelname aan het economisch verkeer lijkt het handelen van de bitcoin aan te voldoen. Bitcoins worden namelijk aangeboden voor potentiële kopers op het internet in ruil voor euro’s of andere valuta’s.
Echter, volgens Bal wordt bij het minen niet aan de voorwaarde van deelname aan het economisch verkeer voldaan. Hij stelt dat bij het produceren van de bitcoin door het minen geen transacties plaats vinden met de reële wereld. De beloning in de bitcoin wordt verkregen door de software die is gemaakt door de uitgever, maar deze software is gemaakt zonder directe betrokkenheid van een andere partij. Hoewel het lijkt in eerste instantie lijkt op een dienst, leidt dit niet tot een beloning in bitcoins voor elke miner. Zij concurreren namelijk voor een gelimiteerd aantal blocks van transactie om te verifiëren. Dit betekent dat niet iedereen een beloning krijgt, waardoor het mining proces lijkt op een kansspel en wordt geacht plaats te vinden zonder marktdeelname.121 Ook Knuist maakt de vergelijking tussen
het minen van de bitcoin en het spelen van een spelletje. Echter, hij stelt dat bij het minen en
116 Art. 3.4 Wet IB 117 Art. 3.5 Wet IB
118 Mvt, Kamerstukken II 1998/99, 26 727, nr. 3, p. 03, V-N BP21/1.7. 119 HR 21 juni 1946, B.8137
120 Brief Staatssecretaris van Financiën van 28 mei 2018, nr.2018-0000082316 121 A.M. Bal 2014, ‘Taxation of virtual currency’, p. 145.
beloning wordt verkregen in de vorm van de bitcoin waardoor er wel degelijk sprake is van deelname in het economisch verkeer.122 Ik kan me vinden in het standpunt van Bal. Het minen
van de bitcoin wordt steeds lastiger, doordat er een vast aanbod is van 21 miljoen bitcoins en steeds meer mensen minen. Niet iedere miner wordt beloond en als de miner wel wordt beloond is het de vraag of er wel degelijk een winst wordt gemaakt aangezien de
energiekosten enorm zijn. In de jurisprudentie is ook te vinden dat er geen sprake is van deelname in het economisch verkeer bij handelingen waarbij geen geldtransacties
plaatsvinden. Dit is het geval bij het minen van de bitcoin. Door te minen wordt er mogelijk een beloning in de bitcoin verkregen en geen geld. Knuist stelt daarentegen ook dat er sprake is van deelname in het economisch verkeer, omdat er een beloning wordt verkregen. Hij laat hier ter zijde dat niet altijd een beloning wordt verkregen en gaat ervan uit dat er altijd een beloning wordt verkregen.
Ook van der Hoeven ziet het minen van de bitcoin niet als een onderneming. Zij stelt dat voor het minen een computer nodig is en geringe arbeid, dus een organisatie van kapitaal en arbeid.123 Echter, zij stelt de vraag of er sprake is van een reële winstverwachting. Zij geeft
aan dat de winstverwachting per soort virtuele valuta verschilt en ook afhankelijk is van het succes van de virtuele valuta.124 Een particulier die met zijn eigen computer gaat minen, zal
niet snel een onderneming drijven.125 Dit kan anders zijn wanneer iemand een loods huurt,
meerdere servers inzet en een abonnement afsluit bij een energiemaatschappij. Echter, zij stelt dat met het minen weinig tot geen arbeid gemoeid is en de winstverwachting afhankelijk is van het succes van de munt en daarom niet in box 1 kan worden belast.126
De staatssecretaris van Financiën stelt dat het lastig is om vast te stellen of er sprake is van voordeelsverwachting bij het minen.127 Dit komt door een toename van het aantal
personen dat zich bezighoudt met het minen en de beperkte hoeveelheid bitcoin dat gemined kan worden. Hij stelt dat de omvang van de investering in computers een rol kan spelen.128
Ook kan de fase waarin miners instappen met het minen van bitcoin een licht werpen op de voordeelsverwachting.129 Dat de omvang van de investering een rol kan spelen volgt ook uit
een uitspraak van het Hof.130 De persoon in kwestie verhuurde panden en verbouwde deze,
omdat een huurder die een supermarkt exploiteerde de supermarkt wou uitbreiden.131 De
persoon in kwestie ontwikkelde bouwplannen, wat een vergroting van het winkelpand inhield en de bouw van 10 nieuwe appartementen.132 Het Hof stelde dat het beogen van voordeel
aannemelijk wordt geacht, gelet op de omvangrijke investeringen in het onroerend goed.133
Zij stelde ook dat de voordelen redelijkerwijs te verwachten waren, omdat de appartementen
122 J. Knuist 2014, De (virtuele) werkelijkheid van virtuele valuta’s, V-N 2014/6 123 M. van der Hoeven 2018, ‘Bitcoin en belastingen: hoe zit dat?’, opgehaald van
https://actan.nl/nl/contact/blog/bitcoin-en-belastingen-hoe-zit-dat/
124 M. van der Hoeven 2018, ‘Bitcoin en belastingen: hoe zit dat?’, opgehaald van
https://actan.nl/nl/contact/blog/bitcoin-en-belastingen-hoe-zit-dat/
125 M. van der Hoeven 2018, ‘Bitcoin en belastingen: hoe zit dat?’, opgehaald van
https://actan.nl/nl/contact/blog/bitcoin-en-belastingen-hoe-zit-dat/
126 M. van der Hoeven 2018, ‘Bitcoin en belastingen: hoe zit dat?’, opgehaald van
https://actan.nl/nl/contact/blog/bitcoin-en-belastingen-hoe-zit-dat/
127 Brief Staatssecretaris van Financiën van 28 mei 2018, nr.2018-0000082316 128 Brief Staatssecretaris van Financiën van 28 mei 2018, nr.2018-0000082316 129 Brief Staatssecretaris van Financiën van 28 mei 2018, nr.2018-0000082316 130 Hof Amsterdam 11 april 2000, nr. 98/5363, V-N 2000/31.1
131 Hof Amsterdam 11 april 2000, nr. 98/5363, V-N 2000/31.1 132 Hof Amsterdam 11 april 2000, nr. 98/5363, V-N 2000/31.1 133 Hof Amsterdam 11 april 2000, nr. 98/5363, V-N 2000/31.1
voor rekening en risico van de aannemer zijn gebouwd. Daarnaast kan de persoon in kwestie ook zelf de prijs bepalen waartegen de appartementen werden verkocht.134 Een miner die dus
veel investeert in goede en snelle computers zou dus mogelijk kunnen voldoen aan het voordeelsvereiste. Ook Veldhuijzen en Boldewijn stellen dat bij een particulier die met zijn eigen computer gaat minen niet snel sprake zal zijn van een onderneming.135 Zij stellen dat dit
anders is wanneer iemand een loods huurt, hier meerdere servers inzet en een
grootverbruikersabbonement afsluit bij een energiemaatschappij.136 Het voordeel is mogelijk
ook redelijkerwijs te verwachten als de miner regelmatig zijn bitcoin direct verkoopt na ontvangst, omdat het valutarisico wordt beperkt doordat de voorraad bitcoin niet lang wordt aangehouden.137
Het beogen van winst en het redelijkerwijs te verwachten zijn van winst hangen samen. Hoewel deze criteria subjectief van aard zijn, moet het te verwachten winst worden beoordeeld naar de objectieve feiten en niet van verklaringen van de belastingbetaler.138 De
juridische interpretatie is hierbij erg breed. Zo deed zich bijvoorbeeld een dergelijke situatie voor in HR 27 feb 2009, nr. 07/11414, V-N 2009/18.27. Een verzamelaar van
mammoetbotten stelde een skelet van een mammoet samen met de verzamelde botten en verkocht dit vervolgens aan een museum.139 Het voordeel hier werd niet misschien beoogd
door de verzamelaar, maar was toch redelijkerwijs te verwachten.140
Het verwachten en beogen van winst zijn van uitermate belang in zaken waarbij activiteiten voornamelijk als een hobby worden beschouwd. Incidentele voordelen die zijn behaald door een hobby of amateursport zijn niet belastbaar, waardoor de bijbehorende kosten ook niet aftrekbaar zijn. 141 Om een onderscheid te maken tussen belastbare activiteiten en
niet-belastbare activiteiten wordt vaak een vergelijking tussen de kosten en baten gemaakt. Van een hobby is sprake als wordt verwacht dat de kosten op lange termijn hoger uitvallen dan de baten.142 Bij het handelen in bitcoins is het noodzakelijk om te kijken naar de totale
kosten en baten, de tijd die wordt besteed in het handelen en het aantal transacties die worden uitgevoerd. Bij een handelaar die telkens verliezen maakt is het duidelijk dat voordeel niet redelijkerwijs te verwachten valt. Dit geldt ook voor handelaren die af en toe winsten behalen door geluk in plaats van de inspanningen van de handelaar. Er kan geen winst worden
verwacht als de uitkomst van de transacties geheel afhankelijk zijn van omstandigheden waarop de handelaar geen invloed heeft.143 Pas wanneer iemand voorkennis heeft en met deze
voorkennis het koersverloop kan beïnvloeden, is er mogelijk sprake van box 1 inkomen.144
Het hebben van voorkennis en met deze voorkennis het koersverloop beïnvloeden, is volgens de minister van Financiën onmogelijk. Zij stelt dat het onmogelijk is voor een individu om het
134 Hof Amsterdam 11 april 2000, nr. 98/5363, V-N 2000/31.1
135 M.L. Veldhuijzen & W.V. Boldewijn 2018, ‘Cryptomunten en fiscaliteit’, opgehaald van
http://www.taxence.nl/Uploads/2018/2/Cryptomunten-BelastingZaken.pdf
136 M.L. Veldhuijzen & W.V. Boldewijn 2018, ‘Cryptomunten en fiscaliteit’, opgehaald van
http://www.taxence.nl/Uploads/2018/2/Cryptomunten-BelastingZaken.pdf
137 Opgehaald van https://www.4-vision.nl/nieuws/fiscale-aspecten-cryptovaluta/ 138 Hoge Raad, 22-02-1978, BNB 1978/194.
139 Hoge Raad 27-02-2009, nr. 07/11414, V-N 2009/18.27 140 Hoge Raad, 27-02-2009, V-N 2009/18.27.
141 Hof Arnhem, 27-06-1983, no. 645/1982, BNB 1985/9 142 Hof ‘s-Gravenhage, 21-11-1996, no. 95/1035, FED 1997/117 143 Hoge Raad, 18-01-1967, BNB 1967/71.
144 S. van den Elst, D. J. B Jongbloed 2018, opgehaald van