• No results found

Earnings management : de verschillen tussen een IPO en SEO

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Earnings management : de verschillen tussen een IPO en SEO"

Copied!
29
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Faculteit economie en bedrijfskunde

Earnings management

De verschillen tussen een IPO en SEO

Door Jordy Kuulkers

Collegekaartnummer 10262555 Datum: 30 juni 2014

Eindversie

Bachelorscriptie Accountancy & Control Universiteit van Amsterdam

(2)

Abstract

De winst is het belangrijkste onderdeel van de jaarrekening van een bedrijf (Degeorge et al., 1999). Vanwege het belang van de winst in de jaarrekening is er dan ook al veel onderzoek gedaan of managers de winst beïnvloeden op een voor de onderneming gunstige manier. Eén van de situaties waar men verwacht dat managers de winst beïnvloeden, in een voor de onderneming gunstige richting, is rond een IPO/SEO. Shivakumar (2000) stelt dat investeerders deze winststuring rondom een IPO/SEO verwachten en de jaarrekening corrigeren om de effecten hiervan ongedaan maken. Onderzoek naar earnings management rondom een IPO/SEO, focust zich normaal gesproken op alleen een IPO of alleen een SEO. Het doel van dit onderzoek is om de literatuur van beide kanten samen te brengen en te onderzoeken of er verschillen zijn in earnings management rondom een IPO en earnings management rondom een SEO. Deze verschillen kunnen van invloed zijn waardoor

investeerders de jaarrekening niet op een universele manier kunnen corrigeren om de effecten van earnings management ongedaan te maken, maar bij een IPO andere aanpassingen moeten doen dan bij een SEO. Dit wordt onderzocht door middel van een literatuur onderzoek. Hierbij zal gekeken worden of er verschillen zijn in motivaties om earnings management te gebruiken rondom een IPO/SEO. Eveneens zal het onderzoek kijken naar mogelijke

verschillen in vormen van accrual-based earnings management rondom een IPO/SEO. Omdat uit het onderzoek van Loughran & Ritter (1995) en Ritter (1991) blijkt dat er verschillen zijn tussen de daling van de aandelenkoers na een IPO en de daling van de aandelenkoers na een SEO worden er verschillen verwacht. Dit wordt bevestigd in het onderzoek, waar verschillen in motivaties en verschillen in vormen van accrual-based earnings management worden waargenomen. Investeerders moeten dus rekening houden met verschillen in earnings management rondom een IPO en earnings management rondom een SEO wanneer zij de jaarrekening corrigeren om de effecten hiervan ongedaan te maken.

(3)

Inhoudsopgave

1. Inleiding 4

2. IPO/SEO 6

2.1 Wat is een IPO? 6

2.2 Wat is een SEO? 7

3. Earnings management 9

3.1 Wat is earnings management? 9

3.2 Soorten earnings management 11

3.2.1 Accrual-based earnings management 11

3.2.1.1 Income increasing earnings management 13 3.2.1.2 Income decreasing earnings management 13

3.3 Motieven voor earnings management 13

3.3.1 Capital market motivations 14

3.3.2 Management beloning 16

3.3.3 Verbergen van zwakke prestaties 16

4. Earnings management rondom een IPO 17

5. Earnings management rondom een SEO 20

6. Verschillen in earnings management rondom een IPO en 23 earnings management rondom een SEO

7. Conclusie 25

(4)

1. Inleiding

Wanneer ondernemingen een jaarrekening uitbrengen zijn zij erbij gebaat dat deze een rooskleurig beeld geeft over het bedrijf. In de jaarrekening wordt veelal de winst als

belangrijkste onderdeel beschouwd (Degeorge et al., 1999). Deze financiële informatie wordt gebruikt om prijzen op kapitaalmarkten vast te stellen en door beleggers om beslissingen te nemen (Xie et al., 2003). Tijdens een Initial Public Offering (IPO), de eerste keer dat een bedrijf naar de beurs gaat, en een Seasoned Equity Offering (SEO), de keren dat een bedrijf de beurs opgaat nadat dit al een eerste keer is gedaan door middel van een IPO, heeft het management dus motieven om de winst te sturen, ook wel earnings management genoemd. Op deze manier proberen bedrijven een zo hoog mogelijke prijs te realiseren om de aandelen te verkopen. Omdat er bij een IPO naast de jaarrekening veelal weinig informatie beschikbaar is, heeft de jaarrekening een nog belangrijkere rol bij het bepalen van aandelenprijzen en voor investeerders om beslissingen te nemen (Friedlan, 1994). Shivakumar (2000) beweert echter dat investeerders earnings management verwachten tijdens de periode voor een IPO/SEO en de jaarrekening corrigeren om de effecten hiervan ongedaan te maken. Het is echter niet bekend of er verschillen zijn in earnings management rondom een IPO en earnings management rondom een SEO. Als er verschillen zijn kan het zo zijn dat investeerders de verkeerde aanpassingen maken om de effecten van earnings management ongedaan te maken en alsnog een verkeerd besluit nemen.

Voorgaand onderzoek heeft aangetoond dat er rondom IPO’s en SEO’s sprake is van earnings management (Rangan, 1998; Shivakumar, 2000; Teoh et al., 1998a; Teoh et al., 1998b). Deze onderzoeken waren echter gefocust op alleen IPO’s of alleen SEO’s. In geen van deze onderzoeken werd naar beide zowel IPO’s als SEO’s gekeken. Daarnaast blijkt ook dat na een SEO de aandelenkoers gemiddeld met acht procent daalt en dat de aandelenkoers na een IPO gemiddeld met zevenentwintig procent daalt (Loughran & Ritter, 1995; Ritter, 1991). Dit wordt mogelijk veroorzaakt door een verschil in earnings management rondom een IPO en earnings management rondom een SEO. Om nu te onderzoeken of er een verschil is in earnings management rondom een IPO en earnings management rondom een SEO zal in dit onderzoek de vraag: Is er een verschil in earnings management rondom een IPO en earnings management rondom een SEO? centraal staan. Met verschil zal hierbij worden gekeken naar verschil in motivatie voor earnings management en verschil in soort earnings management. Deze vraag zal worden beantwoord door middel van een literatuur onderzoek.

(5)

Uit het onderzoek blijkt dat er verschillen bestaan tussen earnings management rondom een IPO en earnings management rondom een SEO. Dit geldt voor zowel de motivatie om earnings management toe te passen als voor het soort earnings management dat wordt toegepast.

De rest van het onderzoek is als volgt gestructureerd. In hoofdstuk 2 zal eerst verder worden ingegaan op wat een IPO/SEO is. In hoofdstuk 3 zal wat earnings management is, welke soorten earnings management er zijn, hoe men earnings management in de jaarrekening kan ontdekken worden besproken en wat de motivatie is voor earnings management worden besproken. In hoofdstuk 4 zal vervolgens earnings management rondom een IPO worden besproken, wat de motivatie is om earnings management toe te passen rondom een IPO en welke soorten earnings management er worden toegepast tijdens een IPO. In hoofdstuk 5 zal earnings management rondom een SEO worden besproken en net als hiervoor worden aangegeven wat de motivatie is en welke soorten worden toegepast. In hoofdstuk 6 zal earnings management rondom een IPO en earnings management rondom een SEO worden vergeleken en wordt er gekeken welke verschillen er zijn op het gebied van motivatie en soort earnings management. Ten slotte zal in de conclusie, aan de hand van de analyse in hoofdstuk 6, een antwoord worden gegeven op de onderzoeksvraag.

(6)

2. IPO/SEO

In dit hoofdstuk wordt duidelijk gemaakt wat nu precies een IPO/SEO is. In paragraaf 2.1 zal worden besproken wat een IPO inhoudt. In paragraaf 2.2 zal het begrip SEO worden

toegelicht.

2.1 Wat is een IPO?

Een IPO, wat staat voor Initial Public Offering, is de benaming voor wanneer een bedrijf voor de eerste keer de beurs op gaat. Het doel van een IPO is om een grote som geld te ontvangen door aandelen te verkopen aan investeerders. Als gevolg van deze doelstelling proberen bedrijven aandelen voor een zo hoog mogelijke prijs te verkopen aan investeerders. Om de prijs van de aandelen te bepalen wordt gebruikt gemaakt van de winstcijfers die in de jaarrekening worden gepubliceerd (Xie et al., 2003). Dit geeft het management een motief om, met behulp van earnings management, de winst positief te beïnvloeden zodat het bedrijf een zo hoog mogelijke prijs kan vragen voor de aandelen. Veelal maken bedrijven die, door middel van een IPO, voor het eerst de beurs willen betreden gebruik van een

uitgiftebegeleidende bank (een zogenaamde underwriter). De uitgiftebegeleidende bank fungeert als een tussenpersoon tussen het bedrijf en potentiële investeerders. Nadat een uitgiftebegeleidende bank is benaderd moeten er afspraken worden gemaakt over de manier waarop de uitgiftebegeleidende bank het bedrijf begeleid gedurende de IPO. Meestal wordt er een keuze gemaakt tussen twee soorten overeenkomsten namelijk: de ‘firm commitment’ overeenkomst en de ‘best effort’ overeenkomst (Smith, 1986). Bij de ‘firm commitment’ overeenkomst wordt er gebruik gemaakt van een doelstelling (Smith, 1986). In deze doelstelling staat een minimale hoeveelheid kapitaal wat door het bedrijf moet worden

ontvangen tijdens de IPO (Smith, 1986). Wanneer de doelstelling niet wordt behaald koopt de uitgiftebegeleidende bank zelf de resterende aandelen van het bedrijf die nodig zijn om de doelstelling te behalen (Smith, 1986). Bij de ‘best’effort’ overeenkomst wordt een geen gebruik gemaakt van doelstellingen, maar probeert een uitgiftebegeleidende bank gewoon zo veel mogelijk aandelen te verkopen voor het bedrijf (Smith, 1986). Nadat er afspraken zijn gemaakt tussen de uitgiftebegeleidende bank en het bedrijf zal er in samenwerking met de uitgiftebegeleidende bank een prospectus worden opgesteld. De prospectus bevat

(7)

jaarrekeningen bevat de prospectus ook informatie over het bedrijf zelf, zoals welke

producten het bedrijf verkoopt, wie de concurrentie is en hoe de organisatie structuur in elkaar zit (Chaney & Lewis, 1998). Vervolgens zal de uitgiftebegeleidende bank proberen zo veel mogelijk investeerders proberen over te halen aandelen te kopen van het bedrijf. De

uitgiftebegeleidende bank maakt hierbij gebruik van de prospectus. De uitgiftebegeleidende bank gebruikt de prospectus als marketing tool om investeerders te overtuigen in het bedrijf te investeren. (Teoh et al., 1998). Ten slotte zal de uitgiftebegeleidende bank in samenwerking met het bedrijf een prijs bepalen voor de aandelen. De prijs wordt bepaald aan de hand van de getoonde interesse van de investeerders en de biedingen die investeerders hebben gedaan op de aandelen. Voor de diensten van de uitgiftebegeleidende bank wordt veelal veel geld

betaald. De prijs voor de diensten van de uitgiftebegeleidende bank bedraagt doorgaans zeven procent van de opbrengsten van een IPO (Hansen, 2001). Doordat de opbrengsten van de uitgiftebegeleidende bank afhankelijk zijn van de opbrengsten van een IPO, is de

uitgiftebegeleidende bank er bij gebaat dat de aandelen voor een zo hoog mogelijke prijs worden verkocht. Een bank is derhalve niet gebaat bij het vermelden van earnings

management aan investeerders. Naast de prospectus is er bij een IPO weinig informatie voor handen voor investeerders waardoor zij bij een IPO vooral afhankelijk zijn van de

jaarrekening in de prospectus (Teoh et al., 1998). Dit versterkt het motief van het bedrijf om, met behulp van earnings management, de winst positief te beïnvloeden zodat het bedrijf zo veel mogelijk kapitaal kan vergaren.

2.2 Wat is een SEO?

SEO staat voor Seasoned Equity Offering of Secondary Equity Offering. Men spreekt van een SEO wanneer een beursgenoteerd bedrijf naar de beurs gaat om kapitaal te vergaren nadat dit al een eerste keer is gedaan door middel van een IPO. Net als bij een IPO is het doel van een SEO een grote som geld genereren door aandelen te verkopen aan investeerders. Vanwege deze doelstelling heeft het management tijdens een SEO eveneens de motivatie om, met behulp van earnings management, de winst positief te beïnvloeden. Op deze manier probeert een bedrijf de aandelenkoers omhoog te sturen. Dit zal bijdragen aan de doelstelling om zoveel mogelijk geld te ontvangen tijdens een SEO. De processen van een SEO komen overeen met een IPO. Zo zal bij een SEO ook veelal gebruik worden gemaakt van een uitgiftebegeleidende bank en zullen dezelfde stappen worden ondernomen als bij een IPO.

(8)

Voor een SEO zullen allereerst afspraken worden gemaakt over de manier waarop de uitgiftebegeleidende bank het bedrijf begeleid gedurende de SEO. Vervolgens zal in samenwerking met een uitgiftebegeleidende bank een prospectus worden opgesteld. De prospectus bevat eveneens jaarrekeningen en verdere informatie over het bedrijf. Mede zal de uitgiftebegeleidende bank proberen zo veel mogelijk investeerders te werven om aandelen te kopen van het bedrijf. Ten slotte zal de uitgiftebegeleidende bank in samenwerking met het bedrijf een prijs bepalen voor de aandelen. Er is echter wel een verschil tussen een IPO en een SEO. In tegenstelling tot een IPO is er bij een SEO meer informatie voorhanden voor een investeerder om een besluit te nemen, zo is er een grotere kans dat er al wat in de media is gepubliceerd over het bedrijf (Rao, 1993). Naast meer media informatie is er ook al een marktprijs beschikbaar voor investeerders. Dit geeft de investeerder meer informatie om te overwegen voor hij een besluit neemt om te investeren.

(9)

3. Earnings management

In dit hoofdstuk zal het begrip earnings management worden toegelicht. In paragraaf 3.1 zal het begrip earnings management worden verduidelijk. In paragraaf 3.2 zullen verscheidene vormen van accrual-based earnings management worden behandeld en worden besproken hoe earnings management kan worden ontdekt. Ten slotte zullen In paragraaf 3.3 zullen de

motieven voor earnings management worden besproken.

3.1 Wat is earnings management?

In deze paragraaf zal het begrip earnings management worden verduidelijkt en wat deze term nu eigenlijk betekent. Earnings management betekent letterlijk het managen van de earnings. In deze context wordt met earnings bedoeld winst of resultaat. Zoals in de inleiding al is vermeld wordt dit veelal als belangrijkste onderdeel van een jaarrekening beschouwd (Degeorge et al., 1999). De waarde van de onderneming wordt bepaald door de contante waarde te berekenen van de toekomstige winsten (Lev, 1989). Door een toename van de winst stijgt dus de waarde van het bedrijf en door een afname van de winst daalt de waarde van het bedrijf (Lev, 1989). Aangezien de waarde van het bedrijf afhangt van de toekomstige winsten hebben ondernemingen een motief om de winst zo positief mogelijk te rapporteren, oftewel earnings management toe te passen om de winst zo goed mogelijk te doen voorkomen.

In de literatuur wordt veelal gebruik gemaakt van twee definities om earnings management te definiëren, namelijk die van Schipper (1989) en die van Healy & Wahlen (1999). Schipper (1989, p. 92) definieert earnings management als ‘een bewuste ingrijp in het externe financiële rapportage proces, met als doel het verkrijgen van persoonlijke voordelen’. Schipper (1989) stelt dus dat earnings management wordt gebruikt om de winsten te verhogen met als doel belanghebbenden te misleiden. Het misleiden alleen is op zich geen probleem, want dit betekent nog niet dat er daadwerkelijk fraude wordt gepleegd ook al kun je uiteraard de vraag stellen of misleiden wenselijk is. Wanneer het misleiden echter niet binnen de regelgeving gebeurt, is er sprake van fraude. Binnen de accounting regels zoals General Accepted Accounting Principles (GAAP) en International Financial Reporting Standards (IFRS) hebben managers soms de vrijheid om bepaalde standaarden te interpreteren, als managers binnen deze regels blijven met betrekking tot earnings management is er dus geen sprake van fraude. Het is niet mogelijk earnings management te verhelpen door gebruik te

(10)

maken van vaste regels waarbij geen gebruik wordt gemaakt van interpretatie. Dit komt doordat managers deze vrijheid nodig hebben bij het opstellen van de jaarrekening om de economische realiteit van het bedrijf beter te weergeven (Teoh et al., 1998).

De definitie van Healy & Wahlen (1999, p. 368) is als volgt: ‘Er is sprake van earnings management wanneer managers hun eigen interpretatie gebruiken in het rapportage proces en wanneer zij hun eigen interpretatie gebruiken bij het structureren van transacties om de jaarrekening te manipuleren met als doel het misleiden van belanghebbenden over de economische situatie van het bedrijf of het beïnvloeden van gerapporteerde cijfers om zo contractueel vastgestelde normen te behalen’. Deze interpretatie kunnen managers op

verschillende manieren toepassen. Managers moeten bijvoorbeeld de levensduur schatten van bepaalde activa en de restwaarde. Door de levensduur zo lang mogelijk te stellen zullen de afschrijvingskosten laag zijn wat een positieve invloed heeft op de winst (Teoh et al., 1998b). Daarnaast kunnen managers ook nog bepalen om bepaalde kosten uit te stellen en deze pas in het volgend boekjaar op te nemen (Teoh et al., 1998b). Deze vrijheid van interpretatie kan de winst in de jaarrekening sterk beïnvloeden en met deze vrijheid hebben managers de

mogelijkheid om belanghebbenden te misleiden.

Beide definities van earnings management worden gegeven omdat in elke definitie een element staat wat van belang is bij een IPO/SEO. In de definitie van Schipper (1989) staat dat het verkrijgen van persoonlijke voordelen het doel is van earnings management. Dit is van toepassing wanneer managers rondom een IPO/SEO aandelen krijgen als beloning of reeds in het bezit zijn van aandelen doordat zij deze hebben gekocht. Wanneer dit van toepassing is zullen managers met behulp van earnings management proberen de winst te beïnvloeden om zo de aandelenkoers te laten stijgen. Hierdoor worden de aandelen die het management verkrijgt na de IPO/SEO of reeds in bezit heeft meer waard en behaalt het management middels deze wijze persoonlijke voordelen. In de definitie van Healy & Wahlen (1999) staat dat het doel van IPO’s en SEO’s is om belanghebbenden te misleiden. Dit is eveneens een belangrijk element. Wanneer de belanghebbenden niet worden misleid zijn de managers ook niet in staat de aandelenkoers te beïnvloeden rondom een IPO/SEO waardoor dit element ook van belang is in de definitie van earnings management.

(11)

3.2 Soorten earnings management

Rondom een IPO/SEO wordt er veelal earnings management toegepast om de winst te stimuleren en op deze manier een hogere marktprijs te realiseren (Cohen & Zarowin, 2010; Friedlan, 1994). De soorten earnings management die veelal worden gebruikt rondom een IPO/SEO zijn accrual-based earnings management en real earnings management. Real

earnings management wordt in dit onderzoek echter buiten beschouwing gelaten hierover kan meer informatie worden gevonden in het onderzoek van (Roychowdhury, 2006). In paragraaf 3.2.1 zal worden besproken wat nu precies accrual-based earnings management is en hoe men earnings management in de jaarrekening kan ontdekken.

3.2.1 Accrual-based earnings management

Bij accrual accounting hebben managers een bepaalde vrijheid bij het opstellen van de jaarrekening om zo de onderliggende economische realiteit beter te kunnen weergeven (Teoh et al., 1998). Deze vrijheid kunnen managers echter ook misbruiken om belanghebbenden te misleiden. Een manier waarop dit kan is door middel van accrual-based earnings

management. Accruals worden gedefinieerd als het verschil tussen de winst minus de operationele kasstromen. Accruals kunnen worden opgedeeld in discretionaire accruals en niet-discretionaire accruals. Discretionaire accruals zijn accruals die niet tot stand komen door het normale bedrijfsproces. Discretionaire accruals zijn accruals waarbij managers subjectieve beslissingen nemen en dus kunnen worden beïnvloed. Dit zijn dan ook de accruals waarbij earnings management van toepassing is. Niet-discretionaire accruals zijn het gevolg van het normale bedrijfsproces hier hebben managers verder geen invloed op. Bij accrual-based earnings management maken managers gebruik van de vrijheid die zij hebben bij het opstellen van de jaarrekening door gebruik te maken van deze accruals. Een voorbeeld hiervan is

wanneer managers gebruik maken van positieve abnormale accruals en op deze manier de winst kunstmatig verhogen (Teoh et al., 1998). Op deze manier wekken managers de schijn dat het bedrijf beter presteert dan dat het in werkelijkheid doet. Bij deze vorm van earnings management worden de kasstromen niet direct aangetast omdat er alleen gebruik gemaakt wordt van accruals (Cohen & Zarowin, 2010). Een voorbeeld van accrual-based earnings management is een afschrijvingsbeleid dat de winst verhoogt door de kosten over een grotere periode te verspreiden (Teoh et al, 1998b). Deze manipulatie wordt veelal gebruikt in de tijd voorafgaande aan de IPO/SEO (Teoh et al., 1998a; Teoh et al., 1998b). De fictie dat het

(12)

bedrijf beter presteert dan het in werkelijkheid doet komt aan het licht in de fase na een IPO/SEO wanneer de accruals weer worden teruggedraaid (Chaney & Lewis, 1998). Het terugdraaien van de accruals is noodzakelijk omdat uiteindelijk de winst van een bedrijf, wanneer deze ophoud te bestaan, gelijk moet zijn aan de kasstromen van het bedrijf (Rangan, 1998). Uit voorgaand onderzoek is gebleken dat accrual-based earnings management bij zowel een IPO als een SEO wordt toegepast (Cohen & Zarowin, 1998; Teoh et al., 1998b).

Hierboven is besproken wat nu precies accrual-based earnings management is. Nu zal worden besproken hoe men accrual-based earnings management kan ontdekken in de

jaarrekening. Earnings management is niet eenvoudig te ontdekken. Dit komt doordat earnings management zelf niet direct observeerbaar is, maar alleen kan worden ontdekt door het gedrag alsof er earnings management wordt toegepast te analyseren (Van Praag, 2001). In het verleden werd dit vaak gedaan door stelselwijzigingen te analyseren om te onderzoeken of er gebruik gemaakt werd van earnings management. Tegenwoordig wordt dit steeds vaker gedaan door accruals te analyseren. Zoals eerder is aangegeven zijn accruals het verschil tussen de winst en de operationele kasstromen. Er is eveneens al een onderscheid gemaakt tussen discretionaire accruals en niet-discretionaire accruals. Discretionaire accruals zijn accruals die niet tot stand komen door het normale bedrijfsproces. Discretionaire accruals zijn accruals waarbij managers subjectieve beslissingen nemen en dus kunnen worden beïnvloed. Dit zijn dan ook de accruals waarbij earnings management van toepassing is.

Niet-discretionaire accruals zijn het gevolg van het normale bedrijfsproces hier hebben managers verder geen invloed op. Deze accruals zijn dan ook niet gevoelig voor earnings management. Deze splitsing tussen discretionaire en niet-discretionaire accruals is echter moeilijk (Dechow, 1994). Vanwege dit moeilijke onderscheid zijn er meerdere modellen ontwikkeld. Dechow et al. (1995) onderscheiden in hun onderzoek vijf modellen die gebruik maken van accruals om earnings management te ontdekken. Deze modellen analyseren de totale accruals en met behulp van een berekening kunnen de totale accruals worden onderscheiden in discretionaire accruals en niet-discretionaire accruals. Voor meer informatie over de verschillende modellen kan men het onderzoek van Dechow et al. (1995) raadplegen.

Er zijn verschillende vormen van accrual-based earnings management. De vormen die rond een IPO/SEO veelal worden waargenomen zijn income increasing en income decreasing deze zullen nu nader worden besproken.

(13)

3.2.1.1 Income increasing earnings management

Bij deze vorm van accrual-based earnings management probeert het bedrijf de winst te verhogen met behulp van accruals. Dit gebeurt bijvoorbeeld door het afschrijvingsbeleid te veranderen naar een nieuw beleid waarbij de levensduur van de activa langer wordt geschat dan bij het huidige beleid (Teoh et al., 1998b). Dit zorgt ervoor dat de afschrijvingen per jaar afnemen omdat de totale afschrijvingen over een langere periode worden verdeeld. Op deze manier dalen de kosten en stijgt de winst. Naast het veranderen van het afschrijvingsbeleid kan ook met behulp van voorzieningen de winst worden verhoogd. door kosten op te nemen als voorziening stelt het bedrijf de kosten uit waardoor de winst hoger zal zijn in een bepaald jaar. Het management maakt gebruikt van deze mogelijkheden om de winst positief te beïnvloeden. Op deze manier zullen de aandelen tijdens een IPO/SEO meer waard zijn.

3.2.1.2 Income decreasing earnings management

Bij deze vorm van accrual-based earnings management probeert het management, in tegenstelling tot de hiervoor besproken vorm van accrual-based earnings management, de winst te verlagen met behulp van earnings management. Hierbij maakt het management gebruik van dezelfde manipulaties als bij income increasing earnings management. Echter zullen deze manipulaties in tegenovergestelde richting zijn. Zo zal het management een afschrijvingsbeleid implementeren waarbij de levensduur korter wordt geschat dan bij het huidige beleid. Hierdoor zullen de kosten op jaarbasis toenemen waardoor de winst wordt verlaagd.

3.3 Motieven voor earnings management

Nu het begrip earnings management is verduidelijkt, is het belangrijk situaties rondom een IPO/SEO te bespreken waarbij waarschijnlijk gebruik wordt gemaakt van earnings

management. Theoretische achtergrond die helpt met het identificeren van situaties waarin waarschijnlijk gebruik wordt gemaakt van earnings management is zeer bruikbaar, omdat hierdoor de kans op het ontdekken van earnings management wordt vergroot (Van Praag, 2001).

Managers hebben motieven om hogere winsten en ratio’s te rapporten met behulp van earnings management. De handelingen van managers in verband hiermee worden

(14)

gedrag van managers, welke keuzes zij maken en waarom zij deze keuzes maken. In het onderzoek van Watts & Zimmerman (1986) wordt hier verder op ingegaan. In de literatuur met betrekking tot earnings management worden vele redenen gegeven waarom managers earnings management toepassen. In deze paragraaf zullen de motieven die van toepassing zijn bij een IPO/SEO verder worden uitgewerkt. Deze zijn afkomstig uit het onderzoek van Watts & Zimmerman (1978) en het onderzoek van Healy & Wahlen (1999).

3.3.1 Capital market motivations

Het eerste motief voor het gebruik van earnings management rondom een IPO/SEO is te vinden op de kapitaalmarkt. Investeerders en financiële analisten maken gebruik van de accounting informatie die het bedrijf presenteert om de waarde van een aandeel te bepalen (Xie et al, 2003). Dit kan een motief zijn voor het management om earnings management rondom een IPO/SEO toe te passen. Deze informatie kan hierdoor een gunstiger beeld geven van de organisatie zodat investeerders en analisten een hogere waarde toekennen aan een aandeel van het bedrijf. Dit kan voordelig zijn voor de onderneming wanneer zij van plan zijn om middels een IPO/SEO kapitaal te vergaren. Eveneens kan dit er ook voor zorgen dat investeerders mogelijk bereid zijn om meer te investeren in de onderneming (Healy & Wahlen, 1999). Dit zal bijdragen aan de doelstelling die van toepassing is tijdens een

IPO/SEO om zoveel mogelijk kapitaal te vergaren. Welke vorm van earnings management zal worden gebruikt rondom een IPO/SEO zal afhangen van de specifieke situatie. Wanneer managers zelf aandelen willen kopen rondom een IPO/SEO en op dat moment nog geen aandelen bezitten zullen zij een motief hebben, om met behulp van income decreasing earnings management, de winst negatief te beïnvloeden. Op deze manier proberen managers de aandelenkoers naar beneden te sturen zodat zij de aandelen voor een goedkope prijs kunnen kopen. Wanneer managers al in het bezit zijn van aandelen van de onderneming zullen zij eerder geneigd zijn om rekening te houden met de doelstelling van een IPO/SEO en zullen managers gebruik maken van income increasing earnings management. Middels deze wijze zullen de aandelen die in het bezit zijn van het management meer waard worden. Daarnaast zal gedurende de IPO/SEO waarschijnlijk ook meer kapitaal worden vergaard. In theorie is de kans groter dat managers rondom een SEO al in het bezit zijn van aandelen terwijl dit bij een IPO nog niet het geval is. Dit wordt veroorzaakt doordat managers rondom een IPO veelal aandelen en aandelenopties ontvangen (Teoh et al., 1998). Deze regeling is er om ervoor te zorgen dat zij niet het bedrijf verlaten nadat het bedrijf is toegetreden op de beurs (Teoh et al., 1998). Op basis van de theorie kan dus gesteld worden dat rondom een IPO

(15)

waarschijnlijk meer gebruikt wordt gemaakt van income decreasing earnings management dan bij een SEO.

Naast deze motivaties spelen financiële analisten ook een belangrijke rol op de kapitaalmarkt. Wanneer een onderneming kapitaal wil vergaren door middel van een

IPO/SEO zullen financiële analisten veelal een voorspelling doen over het verwachte resultaat van de onderneming. Wanneer bedrijven niet aan deze verwachtingen voldoen kan dat een negatief effect hebben op de aandelenkoers van een bedrijf en daarmee op het doel om zoveel mogelijk kapitaal te vergaren gedurende een IPO/SEO. (Van Praag, 2001). Aangezien de doelstelling van een IPO/SEO is om zoveel mogelijk kapitaal te vergaren, wilt het management niet dat de aandelenkoers daalt. Vandaar dat het belangrijk is om aan deze verwachtingen te voldoen. Wanneer het bedrijf niet voldoet aan de verwachtingen hebben managers dus een motief om met behulp van income increasing earnings management de winst positief te beïnvloeden. Uit het onderzoek van Degeorge et al. (1999) blijkt dat één van de belangrijkste motivaties is voor het management om aan deze verwachtingen te voldoen.

Naast motivaties zijn er ook maatregelen die managers demotiveren om gebruik te maken van earnings management rondom een IPO/SEO. Een demotivatie voor het toepassen van earnings management rondom een IPO/SEO is dat de jaarrekening die wordt opgenomen in de prospectus door een externe auditor moet worden gecontroleerd (Teoh et al., 1998). Dit moet er voor zorgen dat de jaarrekeningen opgenomen in de prospectus in overeenstemming zijn met de General Accepted Accounting Principles. Wanneer earnings management rondom een IPO/SEO wordt ontdekt door een externe auditor kan dit grote gevolgen hebben voor het bedrijf. Zo zou de aandelenkoers van het aandeel drastisch af kunnen nemen door deze ontdekking. Hierdoor kan de IPO/SEO mislukken waardoor er geen nieuw kapitaal kan worden vergaard. Dit wordt eveneens bevestigd in het onderzoek van Ball & Shivakumar (2008). Zij stellen dat ondernemingen die de beurs betreden aan strengere eisen betreffende de jaarrekening moeten voldoen. Dit komt doordat bij een beursgenoteerd bedrijf de

investeerders, schuldeisers en andere personen die de jaarrekening gebruiken op een symbolische manier verder staan van het bedrijf dan bij een privaat bedrijf. Doordat deze personen minder nauw betrokken zijn bij de onderneming moet de informatieasymmetrie die hierdoor is ontstaan worden verkleind (Ball & Shivakumar, 2008). Dit gebeurt zoals hiervoor al is aangegeven door strengere eisen aan de jaarrekening te stellen en met behulp van een externe auditor die deze jaarrekening controleert. Naast deze demotivatie is er nog een aanvullende demotivatie namelijk het risico dat de onderneming wordt aangeklaagd wanneer de jaarrekening niet aan de gestelde eisen voor de jaarrekening voldoet (Teoh et al., 1998).

(16)

Deze maatregelen die earnings management moeten demotiveren zijn echter niet perfect. Binnen de General Accepted Accounting Principles bestaat zoals eerder aangegeven een bepaalde flexibiliteit zodat managers beter in staat zijn de economische realiteit van het bedrijf te weergeven. Hierdoor kunnen managers alsnog binnen deze regelgeving gebruik kunnen maken van earnings management.

3.3.2 Management beloning

Zoals eerder aangegeven aangegeven in de vorige paragraaf ontvangen managers meestal aandelen en aandelenopties rondom een IPO (Teoh et al., 1998). Wanneer managers in de vorm van aandelen worden beloond hebben zij nog een extra stimulans om gebruik te maken van income increasing earnings management om zo de winst positief te beïnvloeden. (Teoh et al., 1998). Hierdoor stijgt de aandelenkoers waardoor de aandelen die het management heeft ontvangen weer waard worden. Wanneer zij dan de aandelen verkopen zullen zij meer geld ontvangen, waardoor de management beloning groter is. Voor hoelang managers gebruik maken van income increasing earnings management na de IPO hangt af van de restricties die de aandelen en aandelenopties bevatten. De aandelen en opties bevatten veelal restricties waardoor deze pas na een bepaalde periode kunnen worden verkocht of worden uitgeoefend (Teoh et al., 1998). Wanneer er geen restricties zijn zal het management de aandelen verkopen na de IPO en vervolgens de accruals terugdraaien. Wanneer er wel restricties zijn zal het management income increasing earnings management blijven toepassen totdat de restricties vervallen. Vervolgens zal het management nadat de restricties vervallen de aandelen verkopen en de accruals terugdraaien. Hierdoor ontstaat er doelcongruentie tussen de belangen van het management en de onderneming. En zal naast de onderneming ook het management genieten van de voordelen van het gebruik van income increasing earnings management.

3.3.3 Verbergen van zwakke prestaties

Wanneer een onderneming tijdens een IPO/SEO kapitaal wilt vergaren zal dit een lastige opgave zijn wanneer de onderneming slecht presteert. Een indicatie voor wanneer een bedrijf slecht presteert is wanneer er sprake is van een hoge verhouding vreemd vermogen/eigen vermogen is. Om deze prestaties te camoufleren zal het management gebruik maken van income increasing earnings management. Op deze manier verhogen managers het eigen vermogen waardoor de ratio vreemd vermogen/eigen vermogen omlaag gaat en de slechte prestaties worden gecamoufleerd. Hierdoor is de onderneming nog steeds in staat kapitaal te vergaren tijdens een IPO/SEO ondanks dat het bedrijf slecht presteert.

(17)

4. Earnings management rondom een IPO

Nu de begrippen die nodig zijn om te hoofdvraag te beantwoorden zijn besproken, zal in dit hoofdstuk verder worden toegewerkt naar het beantwoorden van de hoofdvraag. In dit hoofdstuk zal de focus liggen op earnings management rondom een IPO.

Tijdens een IPO is er weinig informatie beschikbaar om een prijs vast te stellen voor de aandelen. Aangezien er weinig informatie beschikbaar is wordt de informatie die wel beschikbaar is, de jaarrekening, gebruikt als input in het vormen van de aandelenprijs voor een IPO (Friedlan, 1994). Vanwege deze schaarse beschikbaarheid van informatie is het ook voor investeerders lastig om een oordeel te vormen over de aandelenprijs voor een IPO en zijn zij ook afhankelijk van de jaarrekening (Teoh et al., 1998). De informatieasymmetrie tussen investeerders en het bedrijf en het feit dat de jaarrekening wordt gebruikt bij het vaststellen van de aandelenprijs, geeft het management een motief om gebruik te maken van earnings management. Op deze manier zal het bedrijf proberen de aandelenprijs te manipuleren tijdens de IPO.

Friedlan (1994) bevestigd in zijn onderzoek dat ondernemingen voor een IPO gebruik maken van earnings management om de aandelenprijs te manipuleren. Friedlan (1994) vind resultaten voor de aanname dat managers gebruik maken van income increasing earnings management om de winst positief te beïnvloeden waardoor de aandeelprijs zal stijgen. Hij doet echter nog een opmerkelijke bevinding. Friedlan (1994) maakt een onderscheid tussen bedrijven waarbij de jaarlijkse jaarrekening de meest recente jaarrekening is en tussen

bedrijven waarbij een tussentijdse jaarrekening de meest recente jaarrekening is. Bij bedrijven waarbij de jaarlijkse jaarrekening de meest recente jaarrekening is vind Friedlan (1994) evidentie voor het feit dat managers gebruik maken van income increasing earnings management. Bij bedrijven waarbij een tussentijdse jaarrekening de meest recente jaarrekening is wordt daarentegen geen bewijs gevonden van income increasing earnings management in de jaarlijkse jaarrekening. Dit kan worden verklaard doordat niet de jaarlijkse jaarrekening maar de tussentijdse jaarrekening wordt opgenomen in de prospectus. Hierdoor zal in de tussentijdse jaarrekening gebruik worden gemaakt van income increasing earnings management en zal er geen earnings management worden waargenomen in de jaarlijkse jaarrekening. Er moet echter wel een kritische kanttekening worden gemaakt bij de

bevindingen van Friedlan (1994). Friedlan (1994) maakt gebruik van het van het model van DeAngelo (1986) en heeft deze aangepast om rekening te houden met economische groei.

(18)

Wanneer het model de economische groei niet volledig corrigeert kan ten onrechte worden aangenomen dat managers gebruik maken van earnings management.

Teoh et al. (1998) vinden eveneens bewijs dat bedrijven voor een IPO gebruik maken van income increasing earnings management om de winst positief te beïnvloeden. Uit het onderzoek van Teoh et al. (1998) kan geconcludeerd worden dat bedrijven voor een IPO gebruik maken van discretionaire accruals waarmee de winst wordt verhoogd. Vervolgens kunnen bedrijven deze accruals niet in stand blijven houden en worden de accruals

teruggedraaid.

Net als Friedlan (1994) en Teoh et al. (1998) vinden Adams et al. (2009) bewijs van earnings management rondom een IPO. In tegenstelling tot Friedlan (1994) en Teoh et al. (1998) vinden Adams et al. (2009) echter bewijs dat bedrijven gebruik maken van income decreasing earnings management. Dit heeft echter een goede reden. Adams et al. (2009) doen onderzoek naar earnings management bij financiële instellingen. Normaal gesproken zijn de managers bij een IPO de verkopende kant (Adams et al., 2009). Zoals hiervoor besproken hebben managers dan het motief om de winst te verhogen met behulp van earnings

management. Bij een financiële instelling daarentegen zijn de managers niet de verkopende partij, maar veelal de kopende partij (Adams et al., 2009). Bij een financiële instelling zijn de rekeninghouders de eigenaren van het bedrijf en bezit het management maar een klein

gedeelte van het bedrijf (Adams et al., 2009). Doordat het management niet de eigenaar is van het bedrijf en veelal de aandelen opkoopt hebben managers juist het motief om de winst te verlagen met earnings management, zodat de aandelenprijs bij een IPO laag zal zijn. Op deze manier kan het management de aandelen opkopen tegen een lage prijs. Wanneer het

management in bezit is van de aandelen zullen ze de accruals die gebruikt zijn om de winst te verlagen terugdraaien, waardoor de winst, en daarmee de aandelenkoers weer zal stijgen. Dit verklaart waarom Adams et al. (2009) bewijs vinden dat bedrijven rondom een IPO gebruik maken van income decreasing earnings management. Echter worden dit soort bedrijven veelal niet opgenomen in de steekproef wanneer men kijkt naar earnings management rondom een IPO in het algemeen en er niet wordt gekeken naar specifieke sectoren. Dit zorgt ervoor dat er geen algemene conclusie kan worden verbonden aan de resultaten van het onderzoek van Adams et al. (2009).

In tegenstelling tot de onderzoeken die hiervoor zijn besproken stellen Ball & Shivakumar (2008) dat er voor een IPO juist geen gebruik wordt gemaakt van earnings management. Zij richten zich vooral op het onderzoek van Teoh et al. (1998) en stellen het bewijs ter discussie. Zij geven hiervoor zes redenen op, Ten eerste stellen Ball & Shivakumar

(19)

(2008) dat de schattingen over de hoeveelheid discretionaire accruals te groot is. Ten tweede geven zij aan de Teoh et al. (1998) de accruals verkeerd berekenen. Ten derde gebruiken Teoh et al. (1998) de veranderingen van het werkkapitaal van de balans voor de IPO en van de balans na de IPO waarbij toename van het werkkapitaal wordt aangeduid als income increasing earnings management. Hierbij geven Teoh et al. (1998) zelf toe dat dit niet meer van invloed is aandelenprijs voor de IPO. Deze uitspraak is in strijd met hun eerde genoemde uitspraak waarin zij aangeven dat income increasing earnings management wordt gebruikt om de aandelenprijs te beïnvloeden. Ten vierde zijn de schattingen van de discretionaire accruals beïnvloed doordat ondernemingen die van plan zijn middels een IPO de beurs te betreden veelal snel groeien. Deze groei beïnvloed de discretionaire accruals stellen Ball &

Shivakumar (2008). Ten vijfde wordt het Jones model, wat gebruikt wordt door Teoh et al. (1998), bekritiseerd. Zij stellen dat de niet-discretionaire accruals niet goed worden geschat wat van invloed zou zijn op de schatting van de discretionaire accruals. Ten slotte stellen Ball & Shivakumar (2008) dat het onderzoek van Teoh et al. (1998) uitschieters bevat waardoor de resultaten van het onderzoek worden beïnvloed. Dit zijn goede kritiekpunten op het onderzoek van Teoh et al. (1998). In de inleiding is echter het onderzoek van Loughran & Ritter (1995) aangehaald, waaruit blijkt dat de aandelenkoers van een bedrijf na een IPO met gemiddeld zevenentwintig procent daalt. Dit verschijnsel kunnen Ball & Shivakumar (2008) niet

verklaren in hun onderzoek. In het onderzoek van Teoh et al. (1998) wordt hier echter wel een verklaring voor gegeven.

(20)

5. Earnings management rondom een SEO

In dit hoofdstuk zal de focus liggen op de andere kant van de onderzoeksvraag en zal earnings management rondom een SEO nader worden toegelicht.

Net als bij een IPO hebben managers motieven om bij een SEO gebruik te maken van earnings management om de winst te manipuleren (Rangan, 1998; Teoh et al., 1998a). Rangan (1998) doet onderzoek naar discretionaire accruals rondom een SEO en stelt dat er twee mogelijkheden zijn waarom de discretionaire accruals hoog zijn rondom een SEO. De eerste mogelijkheid is dat managers gebruik maken van income increasing earnings

management, waardoor hoge discretionaire accruals worden waargenomen rond een SEO. De tweede mogelijkheid is dat bedrijven een SEO timen na een periode waarin het bedrijf grote winsten heeft gemaakt. Rangan (1998) beweert echter dat de hoge discretionaire accruals niet alleen door de tweede mogelijkheid kunnen worden verklaard, maar minsten een gedeelte hiervan wordt veroorzaakt door earnings management. Hij gaat er daarom vanuit dat

managers rondom een SEO gebruik maken van income increasing earnings management en op deze manier proberen de aandelenkoers te manipuleren. Rangan (1998) maakt

onderscheidt tussen 2 periodes namelijk: de periode waarin een bedrijf beslist opnieuw te kapitaal markt te betreden door middel van een SEO en de periode waarin deze beslissing wordt aangekondigd. Rangan (1998) bevestigd zijn bewering dat managers gebruik maken van income increasing earnings management rondom een SEO, de verdeling hiervan verschilt echter aan de hand van het tijdsverschil tussen de twee gedefinieerde periodes. Wanneer deze periodes binnen een kwartaal elkaar opvolgen, zal hoogstwaarschijnlijk bewijs worden gevonden van income increasing earnings management in het kwartaal na de aankondiging (Rangan, 1998). Daarentegen, wanneer er een langer tijdsverschil zit tussen deze 2 periodes zal het bedrijf de accruals meer spreiden over deze tussenliggende periode (Rangan, 1998). Toch zal nog steeds in de periode na de aankondiging het meest gebruik worden gemaakt van earnings management, omdat deze periode het meest van invloed is op de aandelenkoers (Rangan, 1998). Teoh et al. (1998a) bevestigd de bevindingen van Rangan (1998) in zijn onderzoek en geeft eveneens bewijs dat managers gebruik maken van income increasing earnings management rondom een SEO. Beide onderzoek concluderen hierdoor dat investeerders niet in staat zijn om de manipulaties, die door earnings management worden veroorzaakt, te corrigeren.

(21)

Shivakumar (2000) vind net als Rangan (1998) en Teoh et al. (1998a) bewijs dat managers gebruik maken van earnings management rondom een SEO. Shivakumar (2000) vind de conclusie van Rangan (1998) en Teoh et al. (1998a), dat investeerders niet in staat de manipulaties die worden veroorzaakt door earnings management te corrigeren, te naïef. Shivakumar (2000) wijdt deze naïeve gedachte aan een verkeerde test. In tegenstelling tot Rangan (1998) en Teoh et al. (1998a) gaat Shivakumar (2000) er wel vanuit dat investeerders rondom een aankondiging van een aandelenemissie wel earnings management verwachten en de effecten hiervan ongedaan maken. Hieruit concludeert Shivakumar (2000) dat managers een andere motivatie hebben om earnings management toe te passen. Hij stelt dat managers earnings management toepassen omdat investeerders earnings management verwachten rondom een SEO. Op het moment dat managers geen earnings management toepassen rondom een SEO zullen investeerders evengoed aanpassingen maken om earnings management

ongedaan te maken. Hierdoor zal het lijken alsof het bedrijf slechter presteert dan dat het in werkelijkheid doet. Als reactie op deze gedachtegang van investeerders, zullen managers om dit te voorkomen earnings management toepassen zodat de correctie die investeerders doen ook gerechtvaardigd is en geen negatieve consequenties heeft voor het bedrijf.

Naast motivaties om gebruik te maken van income increasing earnings management rondom een SEO, kunnen managers ook motivaties hebben om income decreasing earnings management toe te passen. Dit blijkt uit het onderzoek van DeAngelo (1986). DeAngelo (1986) beweert dat managers ook de motivatie kunnen hebben om, met behulp van income decreasing earnings management, de winst en daarmee de aandelenkoers negatief te

beïnvloeden. Dit in tegenstelling tot de onderzoeken die eerder zijn besproken, waarbij juist wordt beweerd dat bedrijven rondom een SEO gebruik maken van income increasing earnings management. De motivatie die DeAngelo (1986) geeft, geeft aan dat managers gebruik maken van income decreasing earnings management wanneer zij zelf aandelen willen kopen van het bedrijf rondom een SEO. Door gebruik te maken van income decreasing earnings

management wordt de winst negatief beïnvloed, waardoor de aandelenkoers van het bedrijf zal dalen. Dit zorgt ervoor dat managers de aandelen van het bedrijf kunnen kopen tegen een lage prijs. De aandelenkoers zal weer stijgen wanneer de managers de discretionaire accruals die verlaagd zijn door het gebruik van earnings management terugdraaien. Op deze manier kunnen managers snel geld verdienen. DeAngelo (1986) vindt echter geen empirisch bewijs om zijn bewering te ondersteunen. Dit bewijs wordt wel geleverd door het onderzoek van Perry & Williams (1994). Er zijn verschillende verklaringen waarom DeAngelo (1986) geen bewijs vindt en Perry & Williams (1994) wel. Een mogelijke verklaring is dat DeAngelo

(22)

(1986) gebruik maakt van een kleine steekproef. DeAngelo maakt gebruik van een steekproef van 64 bedrijven. Perry & Williams (1994) daarentegen maken gebruik van een grotere steekproef en maken gebruik van steekproef van 175 bedrijven. Daarnaast was er ook de mogelijkheid dat het model wat werkt gebruikt door DeAngelo (1986) niet goed in staat was om de discretionaire accruals te meten. Zelf dacht DeAngelo (1986) dat er geen empirisch bewijs werd gevonden omdat er geen bewijs was van earnings management. DeAngelo (1986) gaat ervan uit dat managers geen gebruik maken van earnings management rondom een SEO vanwege de toezicht van externe bedrijven die toeneemt tijdens een SEO. Zo zullen de jaarrekening moeten worden gecontroleerd door een externe auditor.

(23)

6. Verschillen in earnings management rondom een IPO en earnings

management rondom een SEO

In dit hoofdstuk zal de hoofdvraag van dit onderzoek worden beantwoord. Wat zijn de verschillen in earnings management rondom een IPO en earnings management rondom een SEO? Hierbij zal worden gekeken of er verschillen zijn in motivaties om earnings

management toe te passen en welke soorten earnings management worden toegepast rondom een IPO/SEO.

Met betrekking tot de verschillen in motivaties voor earnings management rondom een IPO en earnings management rondom een SEO zijn er niet veel verschillen te ontdekken. Bij zowel een IPO als een SEO is er motivatie om earnings management toe te passen. Net als bij een IPO bestaan er bij een SEO motivaties om gebruik te maken van income increasing earnings management rond een IPO/SEO en motivaties om gebruik te maken van income decreasing earnings management rond een IPO/SEO. Er zijn echter wel verschillen te

onderscheiden. Bij een IPO wordt het onderzoek van Adams et al. (2009) aangehaald wanneer er wordt gesproken over motivaties voor income decreasing earnings management. Uit het onderzoek blijkt deze motivaties echter alleen van toepassing zijn op financiële instellingen. Bij een SEO worden de onderzoeken van DeAngelo (1986) en Perry & Williams (1994) besproken ten aanzien van motivaties voor income decreasing earnings management. In dit onderzoek wordt echter niet gesproken over een specifieke sector en gelden de motivaties voor bedrijven in het algemeen.

Op basis van de theorie werd vooraf verwacht dat income decreasing earnings management rondom een IPO vaker zou voorkomen dan rondom een SEO. Naar aanleiding van het literatuur onderzoek kan worden geconcludeerd dat dit niet het geval is. Er is sprake van het tegenovergestelde. Rondom een IPO is er bewijs gevonden in het onderzoek van Adams et al. (2009) dat bedrijven gebruik maken van income decreasing earnings

management, echter moet hierbij wel de kritische kanttekening worden gemaakt dat dit alleen geldt voor bedrijven die opereren in de financiële sector. Aangezien dit soort bedrijven veelal buiten beschouwing worden gelaten bij onderzoek naar earnings management rondom een IPO. In het algemeen kan niet worden geconcludeerd dat bedrijven rondom een IPO gebruik maken van income decreasing earnings management. Zoals eerder aangegeven, werd op basis van de theorie niet verwacht dat juist rondom een SEO gebruik wordt gemaakt van income decreasing earnings management. Naast income decreasing earnings management wordt er

(24)

ook gebruik gemaakt van income increasing earnings management. Op dit gebied werd aan beide kanten van de onderzoeksvraag bewijs gevonden. Uit het literatuuronderzoek blijkt dat er bewijs is gevonden dat rondom een IPO gebruik wordt gemaakt van income increasing earnings management. Er is eveneens bewijs gevonden dat managers rondom een SEO gebruik maken van income increasing earnings management. Binnen het onderzoek naar income increasing earnings management geven onderzoekers echter wel verschillende

motieven waarom hiervan gebruik wordt gemaakt. Zo stellen Friedlan (1994), Rangan (1998), Teoh et al. (1998) en Teoh et al. (1998a) dat managers rondom een IPO/SEO gebruik maken van income increasing earnings om de aandelenkoers te laten stijgen. Shivakumar (2000) beweert echter dat investeerders earnings management rondom een IPO/SEO verwachten en de jaarrekening corrigeren voor de effecten hiervan. Wanneer het management vervolgens geen gebruik maakt van earnings management zullen investeerders nog steeds correcties uitvoeren om de effecten van earnings management ongedaan te maken, dit komt doordat investeerders earnings management verwachten. Shivakumar (2000) stelt dus dat managers gebruik maken van income increasing earnings management rondom een IPO/SEO omdat investeerders dit verwachten. Wanneer managers geen gebruik maken van earnings

managament zullen investeerders nog steeds correcties maken, waardoor de prestaties van het bedrijf slechter lijken dan dat ze in werkelijkheid zijn.

(25)

7. Conclusie

De winst wordt door velen als het belangrijkste onderdeel van de jaarrekening beschouwd. Verschillende belanghebbenden van een onderneming nemen dan ook op basis van de winst een besluit. De winst is echter te beïnvloeden door earnings management. Het management maakt dan ook veelal gebruik van deze mogelijkheid om de winst te beïnvloeden rondom een IPO/SEO (Rangan, 1998; Shivakumar, 2000; Teoh et al., 1998a; Teoh et al., 1998b).

Shivakumar (2000) stelt echter dat investeerders deze beïnvloeding verwachten en de effecten hiervan ongedaan maken door de jaarrekening aan te passen. Het is echter niet bekend of er verschillen zijn in earnings management rondom een IPO en earnings management rondom een SEO. Dit kan ervoor zorgen dat investeerders geen universele aanpassing kunnen maken bij de jaarrekening, maar bij een IPO andere aanpassingen moeten doen als bij een SEO. Er kunnen echter wel verschillen worden verwacht. Dit komt doordat uit het onderzoek van Loughran & Ritter (1995) en Ritter (1991) blijkt dat na een SEO de aandelenkoers gemiddeld met acht procent daalt en dat de aandelenkoers na een IPO gemiddeld met zevenentwintig procent daalt (Loughran & Ritter, 1995; Ritter, 1991). Dit verschil wordt mogelijk

veroorzaakt vanwege een verschil in earnings management rondom een IPO en earnings management rondom een SEO. Daarnaast wordt op basis van de theorie waarin motivaties voor earnings management worden besproken, toegelicht dat hoogstwaarschijnlijk rondom een IPO meer gebruik wordt gemaakt van income decreasing earnings management. Om te onderzoeken er werkelijk verschillen zijn tussen earnings management rondom een IPO en earnings management rondom een SE), was de centrale vraagstelling als volgt geformuleerd:

Is er een verschil in earnings management rondom een IPO en earnings management rondom een SEO? centraal staan.

Met verschil word hierbij gekeken of er verschil is in soort earnings management dat wordt toegepast bij een IPO/SEO en of er een verschil is in motivatie om earnings management toe te passen rondom een IPO/SEO.

Deze vraag wordt beantwoord door middel van een uiteenzetting van wetenschappelijke literatuur. Om deze vraag te beantwoorden is in hoofdstuk 2 en

(26)

hoofdstuk 3 de theoretische achtergrond uiteengezet. In hoofdstuk 4 en hoofdstuk 5 zijn vervolgens beide kanten van de centrale vraagstelling onderzocht en in hoofdstuk 6 zijn beide kanten met elkaar vergeleken.

Earnings management is het bewust beïnvloeden van de jaarrekening in de gewenste richting voor de onderneming door het management, met als doel het misleiden van

belanghebbenden en het behalen van persoonlijke voordelen. Bij een IPO/SEO probeert het management dit de doen met behulp van accrual-based earnings management. Er zijn verschillende motivaties waarom managers accrual-based earnings management toepassen rondom een IPO/SEO. Veelal wordt ervan uitgegaan dat managers met behulp van income increasing earnings management probeert de aandelenkoers van het bedrijf te laten stijgen.

Nadat de onderzoeksvraag is onderzocht door middel van een literatuuronderzoek kan worden geconcludeerd op de centrale vraag een positief antwoord kan worden gegeven. Er zijn verschillen tussen earnings management rondom een IPO en earnings management rondom een SEO. Ten eerste kan worden geconcludeerd het bewijs voor de motivaties om income decreasing earnings management toe te passen rondom een SEO sterker is dan bij een IPO. Dit komt doordat het onderzoek naar motivaties om income decreasing earnings

management toe te passen rondom een SEO onderzoek doet naar bedrijven in het algemeen. Terwijl bij onderzoek naar motivaties om income decreasing earnings management toe te passen rondom een IPO alleen is gefocust op bedrijven die opereren in de financiële sector. Ten tweede kan worden geconcludeerd dat de kans groter is dat managers rondom een SEO gebruik maken van income decreasing earnings management. Dit is gebaseerd op dezelfde reden als de eerste conclusie. Bij onderzoek naar income decreasing earnings management rondom een SEO wordt bewijs gevonden voor income decreasing earnings management voor alle bedrijven. Bij een IPO wordt daarentegen alleen bewijs gevonden voor bedrijven die actief zijn in de financiële sector.

Samenvattend kan gesteld worden dat er verschillen zijn tussen earnings management rondom een IPO en earnings management rondom een SEO. Rondom een SEO is het

waarschijnlijker dat managers gebruik maken van income decreasing earnings management. Dit in tegenstelling wat werd verwacht op basis van de theorie. Daarnaast zijn er ook

verschillende motieven die aangeven waarom managers income increasing earnings management gebruiken rondom een IPO/SEO.

Echter zijn er wel beperkingen vast te stellen. In dit onderzoek in namelijk geen onderzoek gedaan naar real earnings management activiteiten. Deze vorm van earnings

(27)

management kan eveneens de reden zijn voor de verschillen tussen de koersdaling na een IPO en na een SEO.

Voor vervolgonderzoek wordt dan ook aanbevolen om ook real earnings management mee te nemen in het onderzoek. Dit kan helpen bij het verklaren van de verschillen tussen de koersdaling na een IPO en na een SEO.

(28)

Bibliografie

Adams, B., Carow, K. A., & Perry, T. (2009). Earnings management and initial public offering: The case of the depository industry. Journal of Banking & Finance, 33(12), 2363-2372.

Ball, R., & Shivakumar, L. (2008). Earnings quality at initial public offerings. Journal of

Accounting & Economics, 45(2), 324-349.

Chaney, P. K., & Lewis, C. M. (1998). Income smoothing and underperformance in initial public offerings. Journal of Corporate Finance, 4(1), 1-29.

Cohen, D. A., & Zarowin, P. (2010). Accrual-based and real earnings management activities around seasoned equity offerings. Journal of Accounting and Economics, 50(1), 2-19. DeAngelo, L. E. (1986). Accounting numbers as market valuation substitutes: A study of

management buyouts of public stockholders. The Accounting Review, 61(3), 400-420. Dechow, P. M. (1994). Accounting earnings and cash flows as measures of firm performance: The Role of Accounting Accruals. Journal of Accounting and Economics, 18(1) 3-42. Dechow, P. M., Sloan, R. G., & Sweeney, A. P. (1995). Detecting earnings management. The

Accounting Review, 70(2), 193-225.

Degeorge, F., Patel, J., Zeckhauser, R. (1999). Earnings management to exceed tresholds. The

Journal of Business, 72(1), 1-33.

Friedlan, J. M. (1994). Accounting choices of issuers of initial public offerings.

Contemporary Accounting Research, 11(1), 1-31.

Hansen, R. S. (2001). Do Investment Banks Compete in IPOs?: The Advent of the “7% Plus Contract”. Journal of Financial Economics, 59, 313-346.

Healy, P. M., & Wahlen, J. M. (1999). A review of the earnings management literature and its implications for standard setting. Accounting Horizons, 13(4), 365-383.

Lev, B. (1989). On the usefulness of earnings and research: Lessons and directions from two decades of empirical research. Journal of Accounting Research, 27, 153-201.

Loughran, T., Ritter, J.R. (1995). The new issues puzzle. Journal of Finance, 50(1), 23-52. Perry, S. E., & Williams T. H. (1994). Earnings management preceding management buyout

offers. Journal of Accounting and Economics, 18(2), 157-179.

Praag, B. van. (2001). Earnings management: Empirical evidence on value relevance and

income smoothing (Proefschrift), Universiteit van Amsterdam. 1-163.

Rangan, S. (1998). Earnings management and the performance of seasoned equity offerings.

Journal of Financial Economics, 50(1), 101-122.

Rao, G. (1993). The Relation between Stock Returns and Earnings: A Study of Newly-Public Firms. (Working paper).

Ritter, J. R. (1991). The long-run performance of initial public offerings. Journal of Finance,

46(1), 3-27.

Roychowdhury, S. (2006). Earnings management through real activities manipulation.

Journal of Accounting & Economics, 42(3), 335-370.

Schipper, K. (1989). Commentary on earnings management. Accounting Horizons, 3(4), 91-102.

Smith Jr, C. W. (1986) Investment banking and the capital acquisition process. Journal of

Financial Economics, 15, 3-29

Shivakumar, L. (2000). Do firms mislead investors by overstating earnings before seasoned equity offerings? Journal of Accounting & Economics, 29(3), 339-371.

Teoh, S. H., Welch, I., & Wong, T. J. (1998a). Earnings management and the

underperformance of seasoned equity offerings. Journal of Financial Economics,

(29)

Teoh, S. H., Welch, I., & Wong, T. J. (1998b). Earnings management and the long-run market performance of initial public offerings. The Journal of Finance, 53(6), 1935-1974. Teoh, S. H., Wong, T. J., & Rao, G. R. (1998). Are accruals during initial public offerings

opportunistic? Review of Accounting Studies, 3(1), 175-208.

Watts, R. L., & Zimmerman, J. L. (1978). Towards a positive theory of the determination of accounting standards. The Accounting Review, 53(1), 112-134.

Watts, R. L., & Zimmermann, J. L. (1986), Positive Accounting Theory. London, England: Prentice-Hall.

Xie, B., Davidson III, W. N., DaDalt, P. J. (2003). Earnings management and corporate governance: the role of the board and the audit committee. Journal of Corporate

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Wanneer niet aangetoond kan worden dat Earnings Management en belastingtransparantie verband met elkaar houden door Earnings Management te meten via Book-Tax verschillen zou

Daarnaast had Barton (2001) in zijn onderzoek de discretionaire accruals absoluut gemaakt. Uit Vergelijking 1 blijkt dat de controle variabele Big4 een negatieve

In hoeverre heeft de effectiviteit van de auditcommissie invloed op het gebruik van earnings management en hoe wordt deze relatie beïnvloed door de masculiniteit van

Om bovenstaande hoofdvraag te kunnen beantwoorden is er gebruik gemaakt van de volgende hypothese: Ondernemingen die gebruik maken van een combinatie van NFPM en FPM waarop de

Ook is het zo dat algemene ziekenhuizen en universitaire medische centra over de drie jaren meer resultaat verlagende earnings management hebben toegepast en

De Monitor doet namelijk niet alleen onderzoek wat door het publiek wordt aangedragen, maar wil het publiek ook echt iets bieden.. Ze willen een onderwerp niet

Company’s reaction to positive eWOM and its effect on brand attitude and virality, mediated by skepticism, trust in the brand and brand warmth.. Elisabeth Carolina van

When the Bosnian Serb forces attacked the UN protected enclave in Srebrenica in July 1995, most women, children and elderly fled to the UN compound to seek shelter.. However,