• No results found

Het nut van computerlezen

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Het nut van computerlezen"

Copied!
1
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Het nut van computerlezen

I

n 2009 noemde de Amerikaanse

hoogleraar William Pannapacker de digital humanities‘the next big thing’. In de academische wereld zoemt de term ‘digitale geesteswe-t e n s ch a p p e n ’ rond sinds 2004. In dat jaar verscheen bij Blackwell A Companion to Digital Humanities. Dit handboek bevatte een overzicht van het onderzoek dat binnen de gees-teswetenschappen met behulp van computertechnologie plaatsvindt. Natuurlijk werd de computer al vóór 2004 binnen de geestesweten-schappen ingezet. In de jaren 60 en 70 van de vorige eeuw was Hugo Brandt Corstius in Nederland de pi-onier van de ‘computertaalkunde’. In de jaren 80 werd ‘alfa-informati-ca’ of ‘computationele taalkunde’ in de curricula van de meeste universi-teiten opgenomen. Men probeerde in deze jaren de computer te leren hoe hij taal kon begrijpen en spre-ken. De onderzoekers die zich hier-mee bezighielden, hadden allemaal een technische achtergrond, vaak gecombineerd met een taalkundige opleiding .

Dat in 2004 gekozen werd voor een naamsverandering – ‘digitale g e e s t e s w e t e n s ch a p p e n ’, maar ook e-Humanities– was deels een imago-kwestie. De nieuwe namen bena-drukken dat het

geesteswetenschap-pelijk onderzoek centraal staat en computertechnologie daarvoor dienstbaar wordt gemaakt. Op die manier hoopte men dat meer gees-teswetenschappers zich tot de nieu-we leer zouden bekeren. Want niet iedereen stond en staat te juichen bij het feit dat technologie in de gees-teswetenschappen een steeds grote-re rol krijgt.

Die grotere rol is echter onvermij-delijk: in de 21ste eeuw hebben we-tenschappelijke instituten en biblio-theken massaal digitale bestanden beschikbaar gemaakt. Onderzoekers moeten daardoor omschakelen: ze kunnen niet langer alleen maar in-formatie uit teksten destilleren door deze geduldig te lezen. De Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse Letteren alleen al bevat vier miljoen pagina’s. Om die aan te kunnen zijn computers nodig: die kunnen in een paar seconden de opkomst en ver-breiding van begrippen als ‘pamflet’ of ‘televisie’ in deze big data tonen. Literatuuronderzoekers van The Stanford Literary Lab hebben voor dit computerlezen de term distant reading gemunt – als tegenhanger van het oude close reading.

Distant reading levert vaak veel treffers op. Die moeten op waarde worden geschat. Taalgegevens zijn per definitie fuzzy of ruizig: ze

kun-nen niet zonder meer door een com-puter worden geïnterpreteerd. Als je bijvoorbeeld een woord in oude tek-sten zoekt, zul je rekening moeten houden met de vele spel- en vormva-rianten die het in de loop van de tijd heeft gekend. Als je iets wilt zeggen over de veranderende opvattingen over ‘s l av e r n ij ’, dan moet je niet al-leen bekijken hoe vaak er over dit onderwerp is geschreven, maar ook met welke gevoelswaarde. Je kunt dat doen door de computer te laten tellen hoe vaak ‘s l av e r n ij ’ met posi-tief dan wel negaposi-tief geladen bij-voeglijke naamwoorden is gecombi-neerd.

In de digitale geesteswetenschap-pen is enige kennis van statistiek en computertechnologie vereist. Tech-nici hanteren niet voor niets de ge-vleugelde uitdrukking ‘to err is hu-man, to really foul things up requires a computer’. Omdat de meeste geestes-wetenschappers niet veel kaas gege-ten hebben van technologie, zoeken ze samenwerking met technici.

Sommige geesteswetenschappers denken dat de digitale technologie zal leiden tot een wetenschappelijke revolutie. Anderen zien de compu-ter alleen als handig hulpmiddel. En nog weer anderen houden zich verre van iedere kwantitatieve en digitale benadering. Die laatste groep ziet

e-Humanities vaak als een bedreiging. En dat is niet onbegrijpelijk want overal kiezen politiek en weten-schap voor de inzet van I C T, en stu-ren daar de geldstromen heen.

In buitenlandse media woeden al heftige discussies over e-Humani-ties. Op 28 oktober vorig jaar schreef Stephen Marche in de Los Angeles Re-view of Books:‘Literature is not Data: Against Digital Humanities’. Op 4 ja-nuari van dit jaar boog een commis-sie van de Modern Language Associ-ation zich over ‘The Dark Side of the Digital Humanities’. Er werd met veel scepsis gesproken over de ‘DH bub-ble’: de aanhangers van die zeepbel zouden lijden aan ‘techno -utopia-nism’. Als tegengeluid gaf William Pannapacker op 18 februari in The Chronicle of Higher Education tien ad-viezen om het imago van e-Humani-ties op te vijzelen. Het eerste is: ‘Stop calling it Digital Humanities’.

In Nederland zet de Koninklijke Nederlandse Akademie van

Weten-schappen al enkele jaren in op emanities. In 2010 is de KNAW e -Hu-manities Group opgericht. Binnen het op te richten KNAW Humanities Center moet technologie een verbin-dende factor worden en zorgen voor vernieuwing in het onderzoek. De ambitie is hoog: het Center moet tot de internationale top gaan behoren, aldus het K N A W-rapport dat eind vo-rig jaar verscheen. Twee weken gele-den vond op het NIAS een geani-meerde tweedaagse workshop plaats over de mogelijkheden die e-Huma-nities bieden voor samenwerking met het bedrijfsleven.

Dat de Nederlandse academische wereld veel e-Humanities-activitei-ten ontplooit, is nauwelijks naar de buitenwereld doorgesijpeld. In de krantenbank LexisNexis komt ‘digi-tale geesteswetenschappen’ of ‘e-Humanities’ welgeteld viermaal voor, waarvan tweemaal in een stuk van of over de onvermoeibare pleit-bezorger Rens Bod, hoogleraar aan de Universiteit van Amsterdam. Het is te hopen dat kranten snel e-Hu-manities als big thing oppikken. In ieder geval zal ik op deze plaats zo af en toe rapporteren over interessante resultaten. Want ik vind de moglijkheden en perspectieven van e-Humanities razend interessant en veelbelovend.

C O L U M

N

N I C O L I N E V A N D E R S I J S

Taalgegevens zijn fuzzy:

een computer kan ze niet

zo maar interpreteren

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

The Bijvoet School provides educa- tion in the Molecular and Cellular Life Sciences master student programme and the PhD student programme Molecular Life Science, part of the

After another post doctoral stay (University of Gron- ingen) he joined Utrecht University as an assistant professor in 1998 and obtained a fellowship from the Royal Netherlands

Het zeemans-leven, inhoudende hoe men zich aan boord moet gedragen in de storm, de schafting en het gevecht.. Moolenijzer,

- Na afronding van de stage weet ik hoe ik doelgericht patiënten en gezonde proefpersonen moet interviewen om zo veel mogelijk spraak van de participant

De locaties Leek, Veendam en Winschoten, behalve de locatie Groningen, zijn in strijd met het provinciaal omgevingsplan van de Provincie Groningen, omdat een Factory Outlet

1) Relatief vaste capaciteit: de focus van yield management ligt op efficiënte allocatie van vaste capaciteit. Daarom is het alleen geschikt voor bedrijven die niet op korte

ENRON, GOLDMAN/SACHS, KOCH, MARS, PIONEER,. TASC, VA

Work with users to mitigate losses and realize gains through increased understanding and prediction of the global climate system, emphasizing enhanced risks of extreme