• No results found

De sterke werkwoorden: eigenschappen (een les over de sterke werkworden).

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "De sterke werkwoorden: eigenschappen (een les over de sterke werkworden)."

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Sterke werkwoorden Luc Cielen 1

STERKE WERKWOORDEN

1. Bij de stamtijden (maar ook bij eerdere opgaven) hebben we ontdekt dat er werkwoorden zijn waarbij de stam van klank verandert in de onvoltooid verleden tijd en dat er werkwoorden zijn waarvan de stam niet van klank verandert in de onvoltooid verleden tijd.

Jacob Grimm , één van de gebroeders Grimm (je kent ze wel van de sprookjes) was op

het idee gekomen om een onderscheid te maken tussen de werkwoorden. Hij vond dat sommige werkwoorden een zekere sterkte hadden, terwijl er werkwoorden waren die hij maar zwak vond. Waaraan herken je sterke en zwakke werkwoorden?

Als een werkwoord van klank verandert in de o.v.t., dan noemen we dat een STERK

WERKWOORD.

Als de klank van de stam NIET verandert in de o.v.t., dan noemen we dat een ZWAK

WERKWOORD. Voorbeeld:

Zingen - ‘ik zing’ wordt in de o.v.t. ‘ik zong’ => de klank i verandert in o.

Bakken – ‘ik bak’ wordt in de o.v.t. ‘ik bakte’ => de klank a verandert niet, hij blijft a. 2. Als we de stamtijden van een sterk werkwoord zeggen, merken we nog iets op bij het VOLTOOID DEELWOORD.

Voorbeeld:

Zingen (ik) zing (ik) zong (ik heb) gezongen

Vangen (ik) vang (ik) ving (ik heb) gevangen

Lezen (ik) lees (ik) las (ik heb) gelezen

Steken (ik) steek (ik) stak (ik heb) gestoken

Slapen (ik) slaap (ik) sliep (ik heb) geslapen

We vergelijken met andere werkwoorden:

Werken (ik) werk (ik) werkte (ik heb) gewerkt

Tekenen (ik) teken (ik) tekende (ik heb) getekend

Pakken (ik) pak (ik) pakte (ik heb) gepakt

Lossen (ik) los (ik) loste (ik heb) gelost

(2)

Sterke werkwoorden Luc Cielen 2

3. STERKE WERKWOORDEN hebben dus twee eigenschappen:

1. In de o.v.t. verandert de klank van de stam

2. het voltooid deelwoord eindigt op –en.

4. De leerlingen zoeken sterke werkwoorden. Om die te vinden moeten ze eerst de stamtijden zeggen (of in gedachten opzeggen) en dan vaststellen of de klank in de o.v.t. verandert én of het v.d. op –en eindigt. Om voldoende werkwoorden te vinden (een dertigtal) mogen de leerlingen samenwerken, per twee of per drie. Als zij onvoldoende werkwoorden vinden, kunnen zij een woordenboek raadplegen (Van Dale of het Groene Boekje) of een Nederlandse grammatica (spraakkunst) of Wikipedia (waar een lijst van sterke werkwoorden te vinden is).

5. Herhaling van eerder aan bod gekomen onderwerpen uit de taalperiode (bv. zinnen omzetten in andere tijden). Plus een gedicteerd vraagstuk.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Teken een vlakke figuur met dezelfde omtrek, maar met een andere oppervlakte?.  Teken een vlakke figuur met een oppervlakte heeft van

Teken een vlakke figuur met dezelfde omtrek, maar met een andere oppervlakte.. Teken een vlakke figuur met dezelfde oppervlakte, maar met een

Hasan is genomineerd voor de verkiezingen als ondernemer van de buurt Mounir schrijft een reportage voor de wijkkrant over de activiteitenmarkt. Hasan en Safiya zijn ook op

[r]

In welke zin is het dik gedrukte woord fout gespeld?. ​Geheel of gedeeltelijk ​ontblote lichamen zijn op de heilige plaats niet

Werkwoorden met een dubbele medeklinker krijgen een ruwe stam die eindigt op twee medeklinkers.. Om de juiste stam te vormen, moet je van de ruwe stam een medeklinker

Omdat we de verleden tijd van hoogfre- quente werkwoorden veel vaker nodig hebben, kunnen we deze ook beter onthouden en schakelen we minder snel terug op de default zwakke

De man ging snel naar de winkel, maar hij zag de auto niet aankomen.. Die auto reed te snel zodat de voetganger niet tijdig