Oefentoets V4
Alle antwoorden moeten op precies het juiste aantal cijfers worden afgerond! Opgave 1: Rekenen Opgave 2: Voorvoegsels Schrijf de volgende getallen in de wetenschappelijke notatie (één cijfer voor de komma). Let op het aantal significante cijfers a. 22 mm = 2,2 x 10‐2 m b. 4,7 MΩ = 4,7 x 106 Ω c. 123 km = 1,23 x 105 m d. 0,67 mm2 = 6,7 x 10‐7 m2 e. 64 mL = 64 cm3 = 6,4 x 10‐5 m3 f. 247 μg = 247 x 10‐6 = 2,47 x 10‐4 g Gebruik Binas voor het vinden van de juiste formule. Maak bij het beantwoorden van de vragen gebruik van het stappenplan. Opgave 3: Autoritje Een auto rijdt met een constante snelheid van 23,4 m/s. ‐ Hoeveel meter legt de auto in 12 minuten af? gegeven: v = 23,4 m/s t = 12 min = 12 x 60 = 7,2 x 102 s gevraagd: s = ? ms = v x t s = 23,4 m/s x 7,2 x 102 s = s = 16848 m = 1,7 x 104 m a. 2,4 x 3,21 = 7,704 = 7,7 b. 2,00 / 13 = 0,153846.. = 0,15 c. 0,023 / 0,07 = 0,32857.. = 0,3 d. (1,23 + 0,17) ⋅ 0,673 = 1,40 ⋅ 0,673 = 0,9422 = 0,942 e. 12,96 / 0,087 = 148,9655.. = 1,5 x 102 f. 3,045 1,86 ∙ 10 163,7096.. 1,64 10 164
Opgave 4: Koffiezetapparaat. Een koffiezetapparaat met een vermogen van 900 Watt wordt aangesloten op en netspanning van 0,23 kV. a. Bereken de stroomsterkte door het apparaat. gegeven: P = 900 W U = 0,23 kV = 2,3 x 102 V gevraagd: I = ? A
P = U x I → I = P / U I = 900 W / 2,3 x 102 V = I = 3,913 A = 3,9 A b. Bereken de weerstand van het apparaat. gegeven: P = 900 W U = 0,23 kV = 2,3 x 102 V I = 3,9 A gevraagd: R = ? Ω
U = I x R → R= U / I R = 2,3 x 102 V / 3,9 A = R = 58,77 Ω = 59 Ω Opgave 5: Lens Een kaars staat 0,23 m voor een lens. De lens heeft een brandpuntsafstand van 15,0 cm. a. Bereken de sterkte van de lens. gegeven: f = 15,0 cm = 0,150 m v = 0,23 m gevraagd: S = ? dpt
S = 1 / f = 1 / 0,150 = 6,66666 = 6,67 dpt b. Bereken de beeldsafstand. gegeven: f = 15,0 cm = 0,150 m v = 0,23 m gevraagd: b = ? m
1/v + 1/b = 1/f → 1/b = 1/f – 1/v 1/b = 1/0,150 – 1/0,23 → 1/b = 6,67 – 4,3 = 2,3 b = 0,43 m
Opgave 6: Frequentie Een zender zendt signalen uit met een frequentie van 27,365 MHz. ‐ Bereken de periode T. gegeven: f = 27,365 MHz = 2,7365 x 107 Hz gevraagd: T = ? s