• No results found

Maatschappijleer (pilot)

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Maatschappijleer (pilot)"

Copied!
10
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Staatsexamen VWO

2017

Nederl

Maatschappijleer (pilot)

Tijdvak 1 Woensdag 24 mei 13.30 – 14.30 uur College-examen schriftelijk Opgavenboekje

Voor dit examen zijn maximaal 30 punten te behalen;

het examen bestaat uit 30 gesloten vragen.

Geef het antwoord van meerkeuzevragen in duidelijke hoofdletters. Het examen duurt één uur.

(2)

Tekst 1 Rechtsstaat onder druk

“Om een persoon strafrechtelijk te vervolgen is een verdenking van een strafbaar feit nodig.” Deze zin uit de brief over een nieuw pakket antiterreurmaatregelen die het kabinet deze wet aan de Tweede Kamer stuurde, lijkt op het intrappen van een open deur…

Sinds 11 september 2001 worstelen alle democratieën met het vraagstuk hoe de rechtsstaat te beschermen zonder de principes daarvan op te offeren. Tegen mensen die bereid zijn met hun leven te betalen om anderen de dood in te jagen, schiet het klassieke strafrecht ten enenmale tekort. Ook in Nederland is sindsdien de wetgeving aangescherpt. Zo maakt de Wet Terroristische misdrijven het mogelijk reeds in te grijpen wanneer er aanwijzingen zijn dat een aanslag wordt voorbereid. In zijn jongste voorstellen gaat het kabinet echter een stap verder en wil het ook de mogelijkheid hebben op te treden tegen personen “buiten concrete verdenking van een strafbaar feit”. Personen die de overheid vanwege hun activiteiten of contacten – die op zichzelf niet strafbaar zijn – niet vertrouwt, kunnen worden verplicht zich

periodiek te melden op het politiebureau of een verbod krijgen zich op bepaalde plaatsen te bevinden. In aan te wijzen “veiligheidsrisicogebieden” krijgt de politie bovendien het recht iedereen te fouilleren. Daar bovenop komt de strafbaarstelling van het “goedpraten” van terroristische misdrijven en een beroepsverbod voor

bijvoorbeeld imams die “aanzetten tot haat of geweld”. Het uitgangspunt dat niemand kan worden vervolgd zonder redelijke verdenking, wordt hiermee praktisch

losgelaten. Wanneer immers alles naar believen strafbaar wordt gesteld, is willekeur niet ver weg meer. Dat de maatregelen alleen zijn bedoeld ter voorkoming van terroristische aanslagen, stelt niet bij voorbaat gerust. Eenmaal in de wet verankerd, staat het toekomstige regeringen vrij de interpretatie van de wet aan te passen aan de omstandigheden.

(De Volkskrant, 27 januari 2015)

Naar welk principe van onze rechtsstaat wordt in de eerste zin van tekst 1 verwezen?

1p 1 A Onschuldpresumptie.

B Legaliteitsbeginsel.

C Onvervreemdbare grondrechten. D Machtenscheiding.

In welk opzicht ondermijnt de Wet Terroristische Misdrijven onze rechtsstaat?

1p 2 A Op grond van deze wet kan ook ingegrepen worden als er nog geen

duidelijke aanwijzing voor een misdrijf is.

B Hierdoor wordt de onafhankelijkheid van de rechters aangetast.

C Deze wet is in strijd met het Europees Verdrag voor de Rechten van de

Mens.

D Deze wet tast de sociale grondrechten van de burgers aan.

In welke zin uit tekst 1 komt ‘het dilemma van de rechtsstaat’ naar voren?

1p 3 A Regel 1. “Om een … nodig.”

(3)

De laatste zin van tekst 1 verwijst naar een machtsverschuiving in Nederland. Ten gunste van welke macht vindt er een verschuiving plaats?

1p 4 A Rechterlijke macht.

B Macht van de ambtenaren. C Uitvoerende macht.

D Macht van de massamedia.

Tekst 2 Ook rustiger voor Openbaar Ministerie

Het Openbaar Ministerie (OM) heeft minder werk aan de nasleep van de

jaarwisseling in vergelijking met een jaar eerder. De politie leverde 276 mensen aan wegens een misdrijf, zo bleek vrijdag uit een eerste inventarisatie. Vorig jaar waren dat er nog 377. Bij de meeste zaken gaat het om geweld, onderverdeeld in 86 zaken van geweld tegen personen met een publieke taak, 97 keer geweld tegen overige personen en 73 maal geweld tegen goederen. In de overige twintig zaken gaat het om “andersoortige feiten”, zoals bijvoorbeeld vuurwerkzaken.

Een aantal zaken is al behandeld. In dertig gevallen is het afgedaan met een

geldboete en in 27 zaken volgde een taakstraf. Zeventien zaken zijn geseponeerd, in de meeste gevallen bij gebrek aan bewijs.

(Telegraaf, 14 januari 2016)

Het Openbaar Ministerie speelt een belangrijke rol in de keten van het strafrecht. Voor welke fase van de keten is het Openbaar Ministerie eindverantwoordelijk?

1p 5 A Opsporen – vervolgen – berechten.

B Vervolgen – berechten – toezien op de uitvoering van het vonnis. C Opsporen – berechten – vervolgen.

D Opsporen – vervolgen – toezien op de uitvoering van het vonnis.

Door welke instantie zijn de in tekst 2 genoemde zaken al behandeld? 1p 6 A De reclassering.

B De penitentiaire inrichting. C Het Openbaar Ministerie.

D Het ministerie van Veiligheid en Justitie.

Welke hoofdstraf is volgens de informatie uit tekst 2 nog niet uitgesproken?

1p 7 A Een vuurwerkverbod.

B TBS

C Een ontzegging van de rijbevoegdheid. D Een gevangenisstraf.

Waarom zal het Openbaar Ministerie een zaak seponeren als er te weinig bewijs is?

1p 8 A Vanwege de reputatieschade.

B Vanwege de onzekerheid om de zaak voor de rechtbank te winnen. C Vanwege mogelijke tijdsdruk.

(4)

Twee stellingen:

l. Als het Openbaar Ministerie een zaak seponeert heeft de politie haar taak niet goed verricht.

ll. Als een zaak geseponeerd wordt kan er nooit meer vervolging plaatsvinden. 1p 9 A l en ll zijn juist.

B l is juist en ll is onjuist. C l is onjuist en ll is juist. D l en ll zijn beide onjuist.

Tekst 3 Levenslang geëist tegen Josef Fritzl

De openbare aanklager heeft donderdag in Sankt Pölten (Oostenrijk) een levenslange gevangenisstraf geëist tegen Josef Fritzl. “Het was moord door

verwaarlozing en dat verdient de maximumstraf”, zei Christiana Burkheiser in haar slotpleidooi. Het vonnis wordt later op de dag verwacht. Fritzl staat sinds maandag terecht voor jarenlange vrijheidsberoving, incest, meervoudige verkrachting,

doodslag en slavernij. Hij sloot zijn dochter Elisabeth 24 jaar lang op in een

afgesloten kelder en verwekte zeven kinderen bij haar. Fritzl was in de jaren tachtig al eens veroordeeld voor een poging tot verkrachting. Enkele dagen na zijn vrijlating sloot hij zijn toen 18-jarige dochter Elisabeth op in zijn kelder.

Een expert verklaarde vanochtend dat Fritzl zijn eventuele straf beter kan uitzitten in een psychiatrische inrichting dan in een gevangenis.

(NRC, 19 maart 2015)

Wat is een andere benaming voor openbare aanklager in Nederland? 1p 10 A Politierechter

B Officier van justitie C Rechter-commissaris D Griffier

Als de zaak Fritzl voor een Nederlandse rechter zou dienen, voor welke strafrechtelijke maatregel zou de expert uit tekst 3 dan kunnen pleiten? 1p 11 A TBS

B Onder Toezicht Stelling C Gebiedsverbod

D Plukze-regeling

Waarom wordt de in vraag 11 genoemde eis een maatregel genoemd en geen straf?

1p 12 A Een doel van de maatregel kan zijn om iemand die niet toerekeningsvatbaar

is te kunnen behandelen.

B Aangezien de maatregel niet in een gevangenis maar in een instituut moet

worden uitgezeten.

C De maatregel wordt niet door een rechter opgelegd.

(5)

Welke doel van het geven van straf is in het geval van Fritzl in de jaren 80 in ieder geval niet bereikt?

1p 13 A Vrijheidsberoving.

B Generale preventie.

C Genoegdoening aan het slachtoffer. D Speciale preventie.

Tekst 4 Forse toename criminele ouderen

Amsterdam – Het aantal 65-plussers dat wordt verdacht van een misdrijf is in twaalf jaar tijd met 85 procent toegenomen. Ging het in 1996 nog om een kleine 3000 senioren, in 2007 waren dat er ruim 5500. Het aantal oudere verdachten zal de komende jaren stijgen tot circa 8000 in 2020. Dat blijkt uit het rapport

“Seniorencriminaliteit” van het wetenschappelijk bureau van het Openbaar Ministerie (OM). Oudere verdachten maken zich vooral schuldig aan verkeersmisdrijven.

De toename van het aantal oudere verdachten tussen 1996 en 2007 is groter dan de bevolkingsgroei van 65-plussers in dezelfde periode. Werd in 1996 0,14 procent van de senioren verdacht van een crimineel feit; in 2007 was dat opgelopen tot 0,23 procent. Ook bij de 65-minners groeide het aantal verdachten harder dan op basis van de bevolkingsgroei kan worden verwacht. Verklaring daarvoor is volgens het OM de grotere pakkans door een betere opsporing.

Hoewel het aantal oudere verdachten tot 2020 zal blijven stijgen, spreekt het OM van een “bescheiden verschijnsel”. Mede daarom ziet het OM geen aanleiding voor de invoering van een apart seniorenstrafrecht. Een andere reden waarom het OM dat afwijst, is dat uit neurowetenschappelijk onderzoek geen verband blijkt tussen de veroudering van de hersenen en crimineel gedrag.

Officieren van justitie hebben voldoende mogelijkheden om hun vervolgingsbeleid af te stemmen op iemands persoonlijke omstandigheden en maken daar ook gebruik van, stellen de onderzoekers. Zo worden geregeld deskundigen ingeschakeld om rapportages op te stellen over de fysieke en geestelijke gesteldheid van de

verdachte.

Uit een enquête onder officieren van justitie blijkt dat zij in 45 procent van de gevallen rekening hielden met de fysieke of mentale situatie van de verdachte senioren. De officieren van justitie eisen dan vaak een lichtere straf.

(Het Parool, 8 april 2015)

In tekst 4 wordt gesproken van ‘verdachten’. Wanneer is er sprake van een verdachte?

1p 14 A Als iemand veroordeeld is vanwege een misdrijf.

B Als iemand zijn straf uitzit in de gevangenis.

C Als de politie iemand verdenkt van een strafbaar feit. D Als de officier van justitie besluit te seponeren.

(6)

Toont tekst 4 aan dat de criminaliteit onder ouderen is toegenomen tussen 1996 en 2007?

1p 15 A Ja, het is gestegen van 0,14 naar 0,23 procent.

B Ja, het absolute aantal is gestegen van 3000 naar 5500. C Nee, aangezien veel criminelen niet worden opgepakt. D Nee, er zijn enkel meer criminele ouderen opgepakt.

Twee beweringen:

l. Het feit dat de officieren van justitie in 45 procent van de gevallen bij hun laatste seniorenzaak rekening hielden met de fysieke en mentale situatie van de verdachten is een voorbeeld van klassenjustitie.

ll. Het optreden van de officieren van justitie is een voorbeeld van het opportuniteitsbeginsel.

1p 16 A l en ll zijn juist.

B l is juist en ll is onjuist. C l is onjuist en ll is juist. D l en ll zijn beide onjuist.

Tekst 5 Dit verandert er voor ondernemers vanaf januari 2016

Vanaf januari 2016 krijgen ondernemers te maken met een verbod op het gratis meegeven van plastic tasjes en wordt het aantrekkelijker om AOW'ers in dienst te nemen. En er komen nog veel meer nieuwe regels aan voor bedrijven. Een overzicht van de belangrijkste wijzigingen per januari 2016.

AOW’er in dienst

Het wordt aantrekkelijker om een AOW’er in dienst te nemen. Het loon wordt bij ziekte nog maximaal dertien weken doorbetaald in plaats van maximaal twee jaar. Ook zijn er straks minder verplichtingen voor werkgevers als het aankomt op re-integratie en komen er meer mogelijkheden om een tijdelijk contract aan te gaan met een AOW’er.

De AOW-leeftijd wordt verhoogd van 65 jaar en drie maanden naar 65 jaar en zes maanden. De verhoging gaat in op 1 januari 2016. In 2018 zal de AOW-leeftijd 66 jaar zijn en in 2021 67 jaar. Vanaf 2022 wordt de AOW-leeftijd gekoppeld aan de levensverwachting.

Wet werk en zekerheid

De maximale duur van de WW wordt stapsgewijs ingekort vanaf 1 januari, om

halverwege 2019 uit te komen op maximaal 24 maanden. Werkgevers kunnen in een cao afspraken vastleggen over eventuele aanvullingen op de WW.

De *transitievergoeding bij ontslag wordt verhoogd. Werknemers krijgen bij ontslag vanaf 1 januari maximaal 76.000 euro bruto mee, of maximaal een bruto jaarsalaris als dit hoger is dan dit bedrag. Het maximum lag op 75.000 euro.

Werkgevers die de transitievergoeding niet in een keer kunnen betalen, kunnen ervoor kiezen dit in termijnen te doen, gedurende maximaal zes maanden.

(7)

1p 17 De arbeidsparticipatie van mensen boven de 60 jaar is relatief laag. De overheid wil

dat meer mensen van 60 jaar en ouder betaald werk hebben.

Waarom wil de overheid het voor werkgevers aantrekkelijker maken om AOW’ers in dienst te nemen?

A Op deze wijze wordt werkloosheid onder AOW’ers teruggedrongen. B Op deze manier wordt het gebrek aan solidariteit tussen de generaties

verkleind.

C Op deze wijze kan de vergrijzing worden verminderd. D Op deze manier is de AOW in de toekomst betaalbaar.

1p 18 Waarom hebben de werkgevers, volgens tekst 5, straks minder verplichtingen om de

AOW’ers een re-integratietraject aan te bieden?

A Omdat deze groep al aan het einde van haar werkzame leven is aangekomen. B Omdat dit voor werkgevers te duur is.

C Omdat na de AOW deze groep pensioen ontvangt. D Omdat AOW’ers te oud zijn om nog te re-integreren.

1p 19 Wat is voor de overheid de belangrijkste reden om de AOW-leeftijd in 2022 te

koppelen aan de levensverwachting?

A Omdat de burgers steeds gezonder oud worden.

B Om de pensioengerechtigden aan de AOW mee te laten betalen. C Aangezien veel burgers doorwerken tot het echt niet meer gaat. D Aangezien dan de financiering van de sociale wetten mogelijk blijft.

1p 20 Twee stellingen:

l. De AOW is een inkomensafhankelijke uitkering die men in de toekomst pas krijgt vanaf 67 jaar.

ll. De AOW is een volksverzekering waar de meeste inwoners in Nederland aan meebetalen.

A l en ll zijn juist.

B l is juist en ll is onjuist. C l is onjuist en ll is juist. D l en ll zijn beide onjuist.

1p 21 Drie stellingen:

l. De premie voor werknemersverzekeringen wordt door de sociale partners betaald. ll. Iedereen die een inkomen heeft betaalt premie voor de volksverzekeringen.

lll. Voor sociale voorzieningen moet iedereen met een inkomen premie betalen.

A Alleen l en ll zijn juist. B Alleen l en lll zijn juist. C Alleen ll en lll zijn juist. D Alle stellingen zijn juist.

(8)

Tekst 6 Bankpersoneel somber over werk

Personeel bij banken is somber over de werkgelegenheid in de financiële sector. 40 procent van de ondervraagden denkt dat zijn of haar functie over 14 jaar niet meer bestaat. Nederlanders in de banksector zijn bang dat kunstmatige intelligentie en ‘big data’ de werkgelegenheid zullen doen afnemen, zo blijkt uit onderzoek van recruitmentbureau Hays. Meer dan vier van de vijf ondervraagden ziet dit als bedreiging. De afgelopen jaren verdwenen al veel banen in de financiële sector: tussen 2008 en 2015 verloren 27.000 mensen (28 procent) hun baan.

(NRC, 23 april 2016)

1p 22 In tekst 6 staat dat bij de banken bepaalde functies gaan verdwijnen.

Welke vorm van werkloosheid omschrijft het beste dit proces?

A Seizoenswerkloosheid B Structurele werkloosheid C Conjuncturele werkloosheid D Frictiewerkloosheid

1p 23 Welk begrip beschrijft de ontwikkeling die in tekst 6 wordt beschreven?

A Globalisering B Flexibilisering C Schaalvergroting D Informatisering

Tekst 7 Ook in Amsterdam neemt de kloof tussen arm en rijk toe

Een dakloze in Milaan. De toenemende ongelijkheid in de Europese grote steden is een gevolg van liberalisering en …X… . De tweedeling tussen arm en rijk neemt snel toe in Europese hoofdsteden, blijkt uit internationaal wetenschappelijk onderzoek. Ook Amsterdam groeit uit tot een gedeelde stad. De ongelijkheid is het grootst in Madrid. Door de crisis verloren veel mensen hun baan; rijken wisten hun welvaart grotendeels te behouden. In het rijtje Europese (hoofd)steden met een tweedeling behoort Amsterdam tot de middenmoot; het is niet zo heftig als in Madrid, Milaan of Londen, maar wel een stuk groter dan in Boedapest, Praag of Oslo. Dat blijkt uit de resultaten van onderzoek naar segregatie in dertien Europese steden. “Amsterdam vormde altijd een egalitaire samenleving, maar die tijd is voorbij,” aldus Sako

Musterd, hoogleraar stedelijke geografie aan de Universiteit van Amsterdam en een van de wetenschappers die verantwoordelijk zijn voor dit internationale onderzoek. Krimp

De toenemende ongelijkheid in de Europese hoofdsteden is een gevolg van

liberalisering en …X…., zegt Musterd. En laat Amsterdam nu net in het hart van de ….X….. zitten: het ene na het andere internationale bedrijf komt naar de stad, met goedverdienende banen.

(9)

De segregatie in Amsterdam is structureel, maar vlakt wel af sinds 2008, het begin van de crisis. Vanwege de crisis durfden veel Amsterdammers niet te verhuizen, ook niet als zij meer gingen verdienen. Hierdoor nam het gemiddelde inkomen ook in zwakkere buurten toe. Volgens Musterd is deze demping van de segregatie tijdelijk; op de lange termijn groeit de ongelijkheid alleen maar. En dat is erg.

“In zijn algemeenheid kun je zeggen dat groeiende ongelijkheid de duurzaamheid van een samenleving bedreigt. Kinderen die in mindere buurten opgroeien, staan op achterstand. Sociaal-economische ongelijkheid leidt ook tot ongelijkheid in de

criminaliteitscijfers.” Vervreemding

Als de gemeente of het rijk niet ingrijpt, is de kans volgens Musterd groot dat het gebied binnen de A10 op termijn louter plaats biedt aan topinkomens en de hogere middenklasse. Op deze ontwikkeling zit wel een zekere rem: het duurt even voordat onaantrekkelijke woningen in het centrum toch gewild zijn bij hogere inkomens. Amsterdam moet voorzichtig zijn, vindt Musterd, want in het extreemste geval

ontstaan ook hier sociale tegenstellingen zoals in Amerika, met vervreemding tussen groepen en ‘no-go-area’s’.

(Parool, 12 augustus 2015)

1p 24 In tekst 7 staat dat de gemeente Amsterdam niet goed in staat is om de ongelijkheid

in de stad te verminderen.

Wat is geen maatregel van de gemeente Amsterdam om deze ongelijkheid te verminderen?

A Re-integratietrajecten om werklozen te helpen een baan te vinden. B Zorgen voor gemengde wijken van huur- en koopwoningen.

C Gratis bibliotheekpas voor gezinnen in de bijstand. D Huurtoeslag.

1p 25 Wat zijn de nadelen of ongewenste effecten voor de stad Amsterdam bij een

toename van de sociale ongelijkheid?

A Toename van criminaliteit. B Segregatie in het onderwijs.

C Toename van het aantal uitkeringsgerechtigden. D Alleen A en B zijn juist.

1p 26 Welk begrip dient voor de letter …X…. ingevuld te worden in tekst 7?

A globalisering B flexibilisering C schaalvergroting D informatisering

(10)

Vragen zonder tekst

1p 27 De grote nadelen van de vrijemarkteconomie moeten worden tegengegaan door

sociale wetten die de sociale gelijkheid bevorderen.

Bij welke politieke stroming past deze uitspraak het beste?

A Sociaaldemocratie B Liberalisme

C Christendemocratie D Ecologisme

1p 28 Vier stellingen. Het stelsel van sociale zekerheid in Nederland:

l. is de basis van onze verzorgingsstaat.

ll. is overgenomen van de Scandinavische landen.

lll. bestaat uit sociale verzekeringen en sociale voorzieningen.

lV. wordt uitsluitend gefinancierd door premies betaald door werknemers.

A l en lV zijn juist. B l en lll zijn juist. C Alleen l is juist.

D Alle stellingen zijn juist.

1p 29 Waaruit bestaat het socialezekerheidsstelsel in Nederland?

l. Werkgeversverzekeringen, zoals de WW. ll. Werknemersverzekeringen, zoals de WIA. lll. Volksverzekeringen, zoals de AOW. lV. Volksverzekeringen, zoals de bijstand. V. Sociale voorzieningen, zoals de ANW.

A ll en lll zijn juist. B l, ll en V zijn juist. C ll, lll en V zijn juist. D ll en lV zijn juist.

1p 30 Sociale voorzieningen zijn uitsluitend bestemd voor mensen die:

l. niet kunnen en willen werken. ll. werkloos zijn.

lll. geen aanspraak kunnen maken op een volks- of werknemersverzekering. lV. gehandicapt zijn.

A l en lll zijn juist. B Alleen lll is juist. C l, ll en lV zijn juist.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

“Ook voor bedrijven en vereni- gingen lassen we een voor- verkoop in van 29 oktober tot 11 november.. Zij kunnen zich aan- melden

In het kader van de Warmste Week schen- ken ze de opbrengsten van de eetavond weg aan De Stappaert, een lokale vzw die zich inzet voor kansar- me jongeren en jonge al-

Marc Van Hoey paste in juni dit jaar euthanasie toe op een 85-jarige vrouw die niet meer wilde voortleven na het overlijden van haar dochter.. Het hele verhaal werd ge- filmd door

"In het licht van de bijzondere verhouding waarin CZ als zorgverzekeraar en Metabletica als zorgaanbieder in het stelsel van de wet jegens elkaar staan […]

Naast de onderzoeksthema’s en -vragen die in paragraaf 3 zijn verwerkt in de onderzoeksopzet, is een groot aantal vragen gesteld die niet direct tot de scope van het

[r]

[r]

In de nog te ondertekenen anterieure overeenkomst tussen de gemeente Bergen(NH) en Schrama wordt een bedrag aan grondwaarde genoemd van € 1,2 miljoen. De wijze waarop deze