• No results found

Huurders die niet klagen, worden overgeslagen

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Huurders die niet klagen, worden overgeslagen"

Copied!
1
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

opinie Ars Aequi januari 2019 3

arsaequi.nl/maandblad AA20190003

Redactioneel

HUURDERS DIE NIET KLAGEN, WORDEN

OVERGESLAGEN

David Sander & Jouke Tegelaar

Veel huurovereenkomsten bevatten een indexeringsclausule, die in een jaarlijkse, automatische indexering en daar-mee verhoging van de huurprijs voorziet (vgl. art. 7:248 lid 1 BW). In de praktijk komt het voor dat de indexerings-datum ongemerkt voorbij gaat; de huurder blijft de ongewijzigde huurprijs betalen en de verhuurder trekt daarover niet aan de bel.

Als de verhuurder zich het bestaan van de indexeringsclausule op een goede dag herinnert, kan hij deze met terugwerkende kracht toepassen. Allereerst kan hij de misgelopen huurpenningen alsnog vorderen, met als beper-king de verjaringstermijn ex artikel 3:308 BW. Daarnaast kan hij alle vergeten indexeringen in één keer cumulatief doorberekenen in de ‘nieuwe’ huurprijs. Toepassing met terugwerkende kracht kan, zeker als er jaren verstreken zijn, leiden tot hoge vorderingen en een aanzienlijke huurprijsverhoging.

Hoe zoekt het recht naar een balans tussen het belang van de verhuurder om zijn contractuele rechten geëerbie-digd te zien en het belang van de huurder om niet na jaren met een opvordering en een verhoogde huurprijs gecon-fronteerd te worden? In de jurisprudentie speelt daarbij het algemene rechtsverwerkingsleerstuk, als uitwerking van de derogerende werking van de redelijkheid en billijkheid, een centrale rol.

De verhuurder verwerkt zijn contractuele indexeringsrechten indien hij ‘zich heeft gedragen op een wijze die naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onverenigbaar is met het vervolgens geldend maken van het betrokken recht’ (ECLI: NL: HR: 1991: ZC0271). Enkel tijdsverloop of ‘stilzitten’ is niet voldoende, er moet sprake zijn ‘van bijzondere omstandigheden als gevolg waarvan hetzij bij de schuldenaar het gerechtvaardigd vertrouwen is gewekt dat de schuldeiser zijn aanspraak niet (meer) geldend zal maken, hetzij de positie van de schuldenaar onredelijk zou worden benadeeld of verzwaard ingeval de schuldeiser zijn aanspraak alsnog geldend zou maken’ (ECLI: NL: HR: 1997: ZC1827). De lat ligt daarbij hoog. Illustratief is een uitspraak van het Hof Amsterdam waarin het overweegt dat het maandelijks ‘over een langere periode’ (hier: meer dan zestien jaar) factureren van de ongewijzigde huurprijs niet leidt tot rechtsverwerking (ECLI: NL: GHAMS: 2017: 836). Op de huurder rust een eigen verantwoordelijkheid de indexering in de gaten te houden, ook als de verhuurder een professionele partij is, aldus het Hof.

Opvallend schaars in de jurisprudentie over de toepassing van indexeringsclausules met terugwerkende kracht is een beroep op de klachtplicht van artikel 6:89 BW. De klachtplicht is een specifieke, in de wet geregelde vorm van rechtsverwerking. Op grond van de klachtplicht kan de schuldeiser ‘op een gebrek in de prestatie geen beroep meer doen, indien hij niet binnen bekwame tijd nadat hij het gebrek heeft ontdekt of redelijkerwijs had moeten ont-dekken, bij de schuldenaar terzake heeft geprotesteerd’.

Misschien kijken advocaten regelmatig over de klachtplicht heen. Een andere verklaring voor het ontbreken van een beroep op de klachtplicht is de onduidelijkheid over de vraag of het niet volledig voldoen van een geldschuld als ‘gebrek in de prestatie’ kan worden aangemerkt. Sommigen menen van niet (zie bijv. Tjittes, Rechtsverwerking en klachtplichten 2013; ECLI: NL: GHSHE: 2006: BA4415; ECLI: NL: GHAMS: 2012: BX3138), anderen van wel (zie bijv. Katan, Contracteren 2007/2; Jansen, TOP 2013/5; ECLI: NL: GHAMS: 2009: BJ6258; ECLI: NL: RBNNE: 2017: 1994). A-G Wissink betoogt in zijn conclusie bij Hoge Raad 2 september 2011 dat deze vraag door de Hoge Raad niet eenduidig wordt beantwoord (ECLI: NL: PHR: 2011: BQ3876).

Gegeven deze onduidelijkheid beloven wij niets. Maar áls de klachtplicht hier toepasbaar zou zijn, zou die huur-ders onzes inziens wel tegemoet kunnen komen. Ten eerste menen wij dat artikel 6:89 BW meer dan het algemene rechtsverwerkingsleerstuk een verantwoordelijkheid voor de verhuurder met zich brengt om te onderzoeken of de maandelijkse huurbetaling met een gebrek behept is. Ten tweede zou toepassing van artikel 6:89 BW in deze con-text onzes inziens resulteren in een korte klachttermijn, zeker waar het woonruimte betreft. De verhuurder zal immers in de meeste gevallen eenzijdig de inhoud van de huurovereenkomst bepalen en dus bij uitstek op de hoogte (moe-ten) zijn van de indexeringsclausule. Daarnaast is de verhuurder reeds bij de eerste ongeïndexeerde betaling en vervolgens iedere maand weer in de gelegenheid op te merken dat er onvolledig betaald is. Ten slotte is een korte klachttermijn gerechtvaardigd omdat het langere tijd uitblijven van een klacht voor de huurder tot groot financieel nadeel zal leiden omdat deze geen voorzieningen zal hebben getroffen voor de opvordering en huurprijsverhoging.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De kunstenaar heeft dus een vierde kleur nodig en kiest ervoor om vlak nummer 5 geel te kleuren.. Het is mogelijk om de rest van het kunstwerk in te kleuren zonder een tweede keer

Immers, uitsluitend door de informatie die de medewerker van de Belastingtelefoon heeft verstrekt over wat hij moet doen om van de oldtimerregeling gebruik te kunnen maken, heeft

Het meest verstrekkende verweer van de staatssecretaris, dat ILEIA in de procedure betreffende de afwijzing van de aanvraag om een MFS-II subsidie geen beroep heeft gedaan op

Bij algemene maatregel van bestuur wordt voor verschillende gewassen de duur nader bepaald', aldus artikel 51 Zaaizaad- en Plantgoedwet 'Ten minste' betekent hier

Tabel 13: Aantal en percentage leerplichtige leerlingen met minstens 30 halve dagen problematische afwezigheden in kleuter- en lager onderwijs (Bron: AGODI-databanken, geraadpleegd

Vanaf het schooljaar 2017-2018 worden ook voor het secundair onderwijs de dossiers van kinderen die behoren tot de trekkende bevolking en niet in orde zijn met de

Voor de leerlingen die nergens terug te vinden zijn, worden de ouders aangeschreven. Als het antwoord van de ouders ontoereikend is, sturen we het dossier door naar de procureur.

Deze stijging kwam er door een verandering in procedure: vóór schooljaar 2014-2015 werden alle leerlingen waarvan we het school- jaar voordien een attest van een buitenlandse