• No results found

Hoe ziet de toepassing van morele verantwoordelijkheden eruit volgens het Global

Hoofdstuk 2 - Morele verantwoordelijkheden volgens het VN Global Compact

2.3 Hoe ziet de toepassing van morele verantwoordelijkheden eruit volgens het Global

Hieronder wordt geanalyseerd welke drie manieren het Global Compact voor bedrijven onderscheidt om de beginselen te implementeren. Ten eerste dienen bedrijven de beginselen te aanvaarden, te ondersteunen en in praktijk te brengen in hun eigen invloedssfeer. Ten tweede stimuleert het Global Compact maatschappelijke betrokkenheid van bedrijven ter ondersteuning van bredere VN-doelen. Ten derde ziet het Global Compact diplomatieke verantwoordelijkheden voor bedrijven weggelegd, zo zal geïllustreerd worden aan de hand van een aantal praktijkvoorbeelden. Hieronder wordt dit drietal praktische toepassingen van verantwoordelijkheid nader toegelicht.

Het Global Compact stelt centraal dat bedrijven de beginselen tot een integraal onderdeel van de bedrijfsstrategie, cultuur en -werkzaamheden moeten maken. Voor een succesvolle integratie van mensenrechten, arbeidsstandaarden, milieu en corruptiebestrijding in de bedrijfsvoering zijn een lange termijnvisie en toewijding tot continue prestatieverbetering van de bedrijfsleiding vereist, aldus het Global Compact.147 Vervolgens is interne communicatie van deze strategische en operationele prioriteit essentieel om de beginselen te integreren op alle operatieniveaus van het bedrijf. Communicatie met dochterondernemingen, leveranciers en de wijdere invloedssfeer zorgen ervoor dat de effecten van verantwoord beleid de volledige waardeketen van het bedrijf bereiken.148 Het ontwikkelen van verantwoord beleid vereist een realistische analyse van financiële en niet-financiële risico’s op het gebied van mensenrechten, arbeidsrechten, milieu en corruptie en een dialoog met betrokken partijen. Dit zogenaamde due

146 Global Compact website, “Principle 10”.

147 Global Compact, “After the signature. A guide to engagement in the United Nations Global Compact”, http://www.unglobalcompact.org/docs/news_events/8.1/after_the_signature.pdf, jaar van uitgave onbekend, 11.

46 diligence proces behelst de stappen die een bedrijf moet nemen om zich op de hoogte te stellen van de mogelijke nadelige effecten van haar operaties met als doel deze te voorkomen. Dit proces omvat in ieder geval een analyse van de risico’s verbonden aan het land waar het bedrijf is gevestigd, de bedrijfsactiviteiten en de relaties met zakenpartners, leveranciers, overheidsinstanties en andere actoren.149 De plicht tot due diligence betekent ook dat bedrijven zich niet mogen verschuilen achter onwetendheid. Het is hun verantwoordelijkheid op de hoogte te zijn van de risico’s die hun aanwezigheid en operaties met zich meebrengen voor mens, milieu, economische situatie, en andere maatschappelijke kwesties. Omdat keuzes van een bedrijf in veel gevallen van invloed zijn op de omgeving, is het van belang deze niet in isolatie te maken, maar een constante dialoog met alle betrokkenen te onderhouden. Transparantie, informatievoorziening en inspraak zorgen ervoor dat de belangen van werknemers, vakbonden en de gemeenschap waarin een bedrijf is gevestigd gehoord worden en creëren begrip en steun voor beleid, aldus het Global Compact.150 Hieruit volgt dat de praktische toepassing van morele verplichtingen volgens het Global Compact een dynamisch proces is, waarbij onder meer gehouden dient te worden met de verwachtingen van de omgeving.

Maatschappelijke betrokkenheid, of investeringen in de lokale samenleving die buiten de gangbare bedrijfsprocessen vallen zijn een tweede manier voor bedrijven om de beginselen van het Global Compact te implementeren. Deze kunnen verschillende vormen aannemen; zoals financiële bijdragen, het beschikbaar stellen van expertise, tijd, materialen en faciliteiten en het doneren van producten. Vaak gaat dit in samenwerking met de VN, overheden of maatschappelijke organisaties. De manieren waarop dergelijke projecten bijdragen aan maatschappelijke doelstellingen of het oplossen van maatschappelijke vraagstukken zijn zeer divers. Het kan bijvoorbeeld gaan om werkgelegenheid, economische ontwikkeling, armoedebestrijding, voedselvoorziening, effectieve gezondheidszorg en onderwijs. Omdat bedrijven in veel landen afhankelijk zijn van de bestaande infrastructuur, gezonde en geschoolde werknemers, en andere zaken die bijdragen aan een gunstig ondernemingsklimaat in brede zin, zijn investeringen in bredere maatschappelijk doelen vaak noodzakelijk voor de groei en stabiliteit van de eigen activiteiten. Belangenloosheid staat dus niet voorop. In andere gevallen kan er sprake zijn van problemen die alleen op gezamenlijk initiatief opgelost kunnen worden,

149 Global Compact et al., “Human rights translated”, xiii.

47 bijvoorbeeld omdat via een unilaterale aanpak een onevenwichtige concurrentiesituatie ontstaat. Onder meer omdat deze initiatieven onder de noemer maatschappelijke betrokkenheid zo uiteenlopend van aard zijn is het moeilijk vast te stellen hoe ze precies samenhangen met de verantwoordelijkheden van bedrijven. Op basis van groeiende maatschappelijke verwachtingen en de respons van bedrijven kunnen we echter vaststellen dat initiatieven die vallen onder de noemer van maatschappelijke betrokkenheid een ontluikende norm zijn.

In de laatste plaats heeft het Global Compact het bedrijfsleven meermaals uitgenodigd zich op te werpen als pleitbezorger voor de beginselen in de internationale politieke arena. Twee recente voorbeelden van bedrijfsdiplomatie (business statesmanship) illustreren dat lobbyen door met name grote MNOs steeds vaker beschouwd wordt als een politieke verantwoordelijkheid van bedrijven. Zo riepen de CEOs van 22 grote bedrijven overheden in mei 2009 op om een effectief controlemechanisme aan te nemen voor de VN-Conventie tegen Corruptie. De bedrijven ondertekenden deze brief, gericht aan VN-Secretaris Generaal Ban Ki-moon, op uitnodiging van het Global Compact en een drietal andere organisaties.151 De vorm van het controlemechanisme voor deze Conventie is onderwerp van debat. Bedrijven stellen in hun brief dat een effectieve bestrijding van corruptie door overheden essentieel is om eerlijke concurrentie te waarborgen en doen zelfs inhoudelijke voorstellen over hoe het mechanisme eruit zou moeten zien.152 Overheden zijn vooralsnog terughoudend over het aannemen van een sterk controlemechanisme en de inbreuk op staatssoevereiniteit die daarmee gepaard kan gaan. De lobby moet ervoor zorgen dat overheden uiteindelijk een meer coöperatieve houding zullen aannemen.

In een gelijksoortig initiatief in dezelfde maand riepen bedrijven overheden op een effectief klimaatakkoord af te sluiten in Kopenhagen in december 2009. Ook hier deed een groep bedrijven inhoudelijke voorstellen over hoe overheden vorm zouden moeten geven aan intergouvernementeel beleid, in dit geval de opvolger van het Kyoto Protocol. Deze groep beschouwt een ambitieus klimaatakkoord niet alleen als noodzakelijk voor een effectieve aanpak van mondiale klimaatproblematiek, maar ook als een impuls voor de economie, omdat verwacht wordt dat een vergaand klimaatakkoord nieuwe investeringen in de mondiale

151 Te weten: het World Economic Forum, the International Chamber of Commerce en Transparency International.

152 Global Compact persbericht, “CEOs call for greater adherence to UN anti-corruption convention”,

http://www.unglobalcompact.org/NewsAndEvents/news_archives/2009_05_07.html, 2009. Geraadpleegd op 2 september 2009.

48 klimaatinfrastructuur met zich mee zal brengen.153 In deze gevallen gingen bedrijven in op een van de verzoeken van Kofi Annan waarmee het Global Compact geïnitieerd werd. Bedrijven keerden zich rechtstreeks tot overheden met de insteek effectief multilateraal beleid te bevorderen. Ook de rol van pleitbezorger lijkt met deze initiatieven te zijn gaan horen tot de instrumenten waarmee MNOs hun verantwoordelijkheden in praktijk gestalte geven.

2.4 Conclusie

Het Global Compact biedt een kader voor het identificeren van de verantwoordelijkheden van MNOs door verschillende relevante partijen bijeen te brengen in een zoektocht naar praktische toepassingen van een tiental beginselen. Het initiatief is gestoeld op de notie dat de wereldeconomie verankerd dient te zijn in internationaal gedeelde waarden. De beginselen die afgeleid zijn van internationale waarden stellen dat bedrijven: (1) de mensenrechten in hun invloedssfeer dienen te respecteren en te ondersteunen, (2) er zorg voor dienen te dragen dat zij niet medeplichtig zijn aan mensenrechtenschendingen, (3) de vrijheid van vereniging en een effectieve erkenning van het recht op collectieve onderhandelingen dienen te handhaven, (4) zorg dienen te dragen voor de uitbanning van alle vormen van dwangarbeid, (5) zorg dienen te dragen voor de afschaffing van kinderarbeid, (6) zorg dienen te dragen voor de beëindiging van discriminatie in arbeid en beroep, (7) een preventieve houding ten opzichte van milieuproblematiek dienen aan te nemen, (8) initiatieven moeten ontwikkelen ter bevordering van een grotere verantwoordelijkheid voor het milieu, (9) de ontwikkeling en verspreiding van milieuvriendelijke technologieën dienen te bevorderen, en (10) dienen op te treden tegen alle vormen van corruptie met inbegrip van afpersing en omkoping.

De beginselen en hun uitleg hebben met elkaar gemeen dat ze zowel een negatieve als een positieve component in zich dragen; waar met negatief gedoeld wordt op het voorkomen van negatieve effecten en met positief het bevorderen van positieve effecten. Voorop staat dat bedrijven dienen te voorkomen dat ze schade berokkenen aan mens, milieu en omgeving. Bovendien geldt dit niet alleen voor wat er op de eigen werkvloer gebeurt, maar heeft deze verantwoordelijkheid ook betrekking op de zakelijke relaties die het bedrijf met anderen

153 Global Compact persbericht, “Copenhagen call by business outlines steps needed for ambitious global climate treaty”, http://www.unglobalcompact.org/NewsAndEvents/news_archives/2009_05_26.html, 2009. Geraadpleegd op 2 september 2009.

49 onderhoudt en de wijdere culturele en politieke context: samen vormen deze de invloedssfeer van een bedrijf. Een bedrijf dient zich op de hoogte te stellen van mogelijke nadelige effecten van de bedrijfsvoering en de externe betrekkingen voor bovenstaande beginselen. Indien het in een gegeven context niet mogelijk is volgens deze basisverantwoordelijkheid te handelen door zich te onthouden van schadelijke activiteiten is het aan bedrijven de kaders hiervoor te scheppen. Met name in ontwikkelingslanden is de kans groot dat kaders, in de vorm van wet- en regelgeving en controle op naleving ontbreken en dienen MNOs zichzelf te reguleren. Daarnaast dienen bedrijven in dergelijke gevallen bijdragen door middel van initiatieven gericht op maatschappelijke betrokkenheid of door zich in te zetten als pleitbezorger van bijvoorbeeld de mensenrechten, voorzorg voor het milieu en integriteit. De rol van pleitbezorger houdt in dat bedrijven volgens het Global Compact in hun invloedssfeer niet alleen verantwoordelijkheden hebben in relatie tot hun effect op de invloedssfeer, maar ook in relatie tot de invloed die ze hebben over andere actoren. Op basis van groeiende maatschappelijke verwachtingen en de respons van bedrijven kunnen we stellen dat deze rol, evenals projecten ten dienste van bredere maatschappelijke doelen in bepaalde gevallen tot de verantwoordelijkheden van MNOs gerekend dienen te worden.

De grens tussen het voorkomen van nadelige effecten en het actief leveren van een positieve bijdrage is diffuus. Hoewel het Global Compact beide verwacht van deelnemende bedrijven is het moeilijk te duiden waar morele verantwoordelijkheden eindigen en wenselijk gedrag begint. Een aanknopingspunt is dat verantwoordelijkheden samenhangen met maatschappelijke verwachtingen en dat juiste afwegingen niet in isolatie gemaakt kunnen worden. Hieruit volgt dat er geen checklist bestaat voor verantwoord ondernemerschap, omdat de juiste praktische toepassing van morele verantwoordelijkheden afhankelijk is van de context, aldus het Global Compact. In het volgende hoofdstuk zal ingegaan worden op de complexiteit en nuance die een concrete context met zich meebrengt aan de hand van een praktijkvoorbeeld: namelijk Shell in de Niger Delta.

51

Hoofdstuk 3 - Morele verantwoordelijkheden volgens Shell en hun