• No results found

Hoofdstuk 3 - Morele verantwoordelijkheden volgens Shell en hun toepassing in de Niger Delta,

3.1 De Niger Delta als operationele context

In de eerste plaats bestaat er in de Niger Delta een contrast tussen de hoge olieopbrengsten en de armoede onder de bevolking. Het gebrek aan schoon drinkwater, onderwijs, infrastructuur en andere basisvoorzieningen maken met name op het platteland de leefomstandigheden erbarmelijk, zo stelt het United Nation Development Programme (UNDP).162 Bovendien heeft olie sinds de jaren tachtig de overhand gekregen over traditionele economische activiteiten in de regio en daarmee gezorgd voor economische desoriëntatie.163 Slechts een klein deel van de bevolking in de Niger Delta profiteert van de olieopbrengsten, terwijl het merendeel van de

158 Shell, “Annual report 2008”,

http://www.annualreportandform20f.shell.com/2008/servicepages/downloads/files/entire_shell_20f_08.pdf, 2009, 25.

159 Shell website, “Shell in Nigeria. History.”,

http://www.shell.com/home/content/nigeria/about_shell/who_we_are/history/history.html. Geraadpleegd op 22 oktober 2009.

160

United Nations Development Programme (UNDP) Nigeria, “Niger Delta Human Development Report”, http://hdr.undp.org/en/reports/nationalreports/africa/nigeria/nigeria_hdr_report.pdf, 2006, 1-2.

161 Shell, “Sustainability report 2008”, 20.

162 UNDP Nigeria, “Niger Delta Human Development Report”, iii.

53 bevolking afhankelijk is van minder lucratieve sectoren. Daarbij leiden hoge lonen in oliegemeenschappen tot hoge prijzen en dus tot een erosie van de koopkracht van mensen die niet profiteren van de olie-industrie.164 Hoewel er ook individuen en gemeenschappen aan te wijzen zijn die geprofiteerd hebben van de bodemschatten van de regio, in de vorm van banen, opdrachten, compensatiebetalingen en investeringen door oliemaatschappijen in gemeenschapsprojecten, zorgen corruptie en het zogenaamde benefit captor syndroom er vaak voor dat opbrengsten niet eerlijk verdeeld zijn.165 Dat syndroom houdt in dat bijvoorbeeld compensatiebetalingen door oliebedrijven vaak worden uitgekeerd aan traditionele leiders van gemeenschappen, waardoor deze en andere inkomsten van olie vaak worden ingezet ten behoeve van persoonlijk gewin in plaats van het belang van de getroffen gemeenschap.166

In de tweede plaats is de olie-industrie schadelijk voor de natuurlijke leefomgeving in de Niger Delta. Jarenlange olie-exploitatie heeft haar tol geëist van het milieu. Olielekkages, het affakkelen van gas en andere vormen van vervuiling hebben lucht, water, bodem, ecosystemen en andere facetten van de natuurlijke leefomgeving van de bevolking van de Niger Delta ernstig aangetast.167 Tussen 1976 en 2001 vonden er bijvoorbeeld bijna 7000 olielekkages plaats in de regio, waarbij een geschatte hoeveelheid van 3 miljoen vaten olie verloren ging waarvan een groot deel nooit opgeruimd is.168 Daarnaast vereisen olie-installaties en de bijbehorende fysieke infrastructuur zoals kanalen en wegen, ontbossing en andere grote veranderingen in de indeling van het landschap. Wanneer deze ingrepen en het onderhoud ervan niet zorgvuldig uitgevoerd worden, veroorzaken zij problemen zoals bodemerosie, verzakkingen en beschadigingen van de aquastructuur.169 Deze schadelijke effecten zijn extra bezwaarlijk, zo stelt het UNDP, wanneer in ogenschouw wordt genomen dat ruim 60% van de bevolking in de Niger Delta voor haar levensonderhoud grotendeels afhankelijk is van haar natuurlijke leefomgeving.170 Landbouw en visserij zijn traditioneel gezien de belangrijkste sectoren in de Niger Delta, en tot op heden is 44% van de bevolking voor haar kostwinning afhankelijk van landbouw, visserij en bosbouw.171

164 UNDP Nigeria, “Niger Delta Human Development Report”, 143.

165 Ibid., 85.

166 Idem.

167 Amnesty International, “Nigeria: Petroleum, pollution and poverty in the Niger Delta”, http://www.amnesty.org/en/library/asset/AFR44/017/2009/en/e2415061-da5c-44f8-a73c-a7a4766ee21d/afr440172009en.pdf, 2009.

168 Amnesty International, “Petroleum, pollution and poverty in the Niger Delta”, 17.

169 UNDP Nigeria, “Niger Delta Human Development Report”, 47.

170 Ibid., 74.

54 De kwaliteit van de natuurlijke leefomgeving is dus essentieel voor het levensonderhoud van de bevolking. Daarnaast brengt milieuschade voor de bevolking kwetsbaarheid, een verlies van controle over het eigen leven en gezondheidsproblemen met zich mee.172

Al met al heerst er in de Niger Delta grote onvrede over de gevolgen van de olie-industrie voor de regio. Ten eerste over het feit dat olieopbrengsten niet worden omgezet in ontwikkeling in de regio en ten tweede over de gevolgen van milieuvervuiling. Deze factoren hebben bijgedragen aan verschillende vormen van conflict.173 Sinds de jaren zeventig wordt de Niger Delta geteisterd door conflicten tussen individuen, gemeenschappen, stammen en etnische groeperingen over olieopbrengsten.174 Daarbij heeft onvrede over de algehele situatie in de regio sinds de jaren negentig geleid tot protest richting zowel de overheid als de oliebedrijven die er actief zijn. De Ogoni Verklaring in 1990 en de Kaiama Verklaring in 1998 zijn twee bekende voorbeelden van handvesten die opgesteld zijn door bewegingen die protesteerden tegen de onrechtvaardige situatie in de Niger Delta.175 In de afgelopen jaren heeft vreedzaam politiekemancipatoir protest steeds vaker plaats gemaakt voor militantere vormen van protest en criminaliteit.176 Met als gevolg dat de olie-industrie sinds eind jaren negentig grote hinder ondervindt van vernieling, diefstal en ontvoeringen van personeel door rebellen en jeugdbendes.177 Deze situatie heeft ertoe geleid dat oliemaatschappijen olie-exploratie en productie in verschillende gebieden hebben moeten staken.178 Een bijkomend probleem zijn de gewelddadige botsingen tussen lokale gemeenschappen en de overheid, omdat de laatstgenoemde in reactie op conflict en protest vaak zwaar bewapende veiligheidstroepen inzet.179 Voor veel gemeenschappen vergroot het contrast tussen de middelen die gemoeid zijn met het beschermen van de olie-industrie en het ontbreken van maatregelen om de ontwikkelingproblematiek aan te pakken het bestaande ongenoegen.180

Armoede, vervuiling en conflict zijn de meest prominente maatschappelijke problemen waarmee Shell in de Niger Delta te maken heeft. Shell is voor velen een factor die de Niger Delta decennia lang schade heeft toegebracht, uitgebuit heeft en onder een hoedje heeft gespeeld

172 UNDP Nigeria, “Niger Delta Human Development Report”, 73.

173 Ibid., 113. 174 Idem. 175 Ibid., 121. 176 Ibid., 127. 177 Ibid., 124. 178 Ibid., 47. 179 Ibid., 123.

55 met het voormalige repressieve regime in Nigeria. Het bedrijf is ruim 50 jaar actief in het land en het grootste private olie- en gasbedrijf in Nigeria. De beschreven situatie laat Shell dan ook niet ongemoeid. Shell is met name sinds de jaren negentig vaak bekritiseerd wegens samenwerking met het militaire regime van Nigeria en vormt regelmatig het doelwit van zowel vreedzaam als gewelddadig protest en criminaliteit.181 Velen zullen zich een incident in de jaren negentig herinneren waardoor Shell internationaal in opspraak raakte. In 1990 werd de Movement for Survival of Ogoni People (MOSOP) opgericht die streed voor grotere controle over energiebronnen, economische ontwikkeling en politieke autonomie. In 1992 stelde de leider van deze beweging, Ken Saro-Wiwa, dat de olie-exploitatie door Shell in het zuidoosten van Nigeria ten koste ging van zijn volk en dat Shell grootschalige milieuschade veroorzaakte. De beweging eiste een bijdrage uit de olieopbrengsten en compensatie voor veroorzaakte milieuschade of het vertrek van Shell. In 1993 besloot Shell als gevolg van de onveilige situatie die was ontstaan te vertrekken.182 In mei 1994 kwamen vervolgens vier prominente politiek leiders van de Ogoni om bij een opstand, waarop Ken Saro-Wiwa en acht anderen uit de protestbeweging werden veroordeeld en ter dood gebracht in 1995. In de aanloop naar de veroordeling weigerde Shell, ondanks druk van mensenrechtenorganisaties, zijn invloed over de Nigeriaanse regering in te zetten om de terdoodveroordeling af te wenden. Het bedrijf stelde dat het als economische actor niet in de positie was zich te mengen in het politieke domein. Nabestaanden spanden een rechtszaak aan tegen Shell wegens verdenking van medeplichtigheid aan de repressie door het toenmalige militaire regime en de dood van Ken Saro-Wiwa. Recentelijk schikte Shell in deze rechtszaak voor een bedrag van ruim 15 miljoen dollar dat ten goede komt aan de nabestaanden en een fonds voor de ontwikkeling van het Ogoni-volk.183 Shell ontkent echter medeplichtigheid en stelt dat de schikking een humanitaire geste betreft, in plaats van een impliciete schuldbekentenis.184 Ook nu nog is het bedrijf met regelmaat doelwit van ernstige uitingen van

181 Shell website, “Shell in Nigeria. Human rights.”,

http://www.shell.com/home/content/nigeria/about_shell/issues/human_rights/hum_rights.html. Geraadpleegd op 22 oktober 2009.

182 Shell website, “Ken Saro-Wiwa”,

http://www.shell.com/home/content2/nigeria/about_shell/issues/ogoni/ksw.html. Geraadpleegd op 22 oktober 2009.

183 Shell persbericht, “Shell settles Wiwa case with humanitarian gesture”

http://www.shell.com/home/content/nigeria/news_and_library/press_releases/2009/saro_wiwa_case.html, 2009. Geraadpleegd op 22 oktober 2009.

184 Shell persbericht, “Shell settles Wiwa case with humanitarian gesture”

http://www.shell.com/home/content/nigeria/news_and_library/press_releases/2009/saro_wiwa_case.html, 2009. Geraadpleegd op 22 oktober 2009.

56 onvrede, zoals vernieling, diefstal en ontvoeringen. Van 2006 tot 2008 werden 133 mensen die werkzaam waren voor SPDC ontvoerd en kwamen er vijf mensen om bij dergelijke voorvallen.185 Deze incidenten tonen aan hoezeer de operaties van Shell verweven zijn met de complexe context van onderling samenhangende problemen in de Niger Delta.

Hoe Shell handelt in deze context van armoede, vervuiling en conflict in de Niger Delta wordt later in dit hoofdstuk aan de hand van deze drie thema’s onderzocht. Eerst wordt onderzocht welke aanknopingspunten het algemeen beleid van Shell biedt.

3.2 In hoeverre getuigen de doelstellingen van Shell van oog voor