• No results found

Werkwijze verdiepingsregio’s

In document Verboden rood in beeld (pagina 32-41)

Na het algemene deel is in een viertal verdiepingsregio’s onderzoek gedaan naar niet-legale prostitutie. Het doel van de verdieping is om

Inleiding 15

concrete aanwijzingen te vinden van niet-legale prostitutie. In deze regio's zijn sleutelinformanten geïnterviewd en zijn registratiegegevens verzameld. Het belangrijkste onderdeel hier is het veldwerk dat is verricht, waarbij gesprekken zijn gevoerd met: exploitanten; prostituees; klanten; en overige personen die ervaring hebben met de prostitutiebranche in een stad of regio. Bovendien zijn tijdens het veldwerk observaties uitgevoerd. Hieronder wordt eerst de keuze voor de verdiepingsregio’s toegelicht, waarna vervolgens wordt weergegeven welke activiteiten zijn uitgevoerd in de verschillende verdiepingsregio’s.

Keuze regio's

Met het oog op een mogelijke vergelijking met de resultaten van de evaluatie van de opheffing van het bordeelverbod in 2006 is gekozen voor dezelfde regio’s als destijds, te weten: gemeente Amsterdam; gemeente Eindhoven; provincie Groningen; en regio Limburg-Noord (Biesma e.a. 2006). In deze regio’s wordt momenteel nog steeds veelvuldig sekswerk aangeboden. Daarnaast zijn er verschillende redenen te noemen waarom deze regio’s interessant zijn om te volgen.

Amsterdam is van oudsher de prostitutiestad van Nederland en heeft dankzij de Wallen internationale bekendheid. Met name de laatste jaren staan de Wallen hoog op de politieke agenda. Zo zijn in het kader van Coalitieproject 1012 de afgelopen jaren op de Wallen diverse ramen gesloten.6 Daarnaast richt het prostitutiebeleid in Amsterdam zich onder meer op de aanpak van misstanden (strafrecht, bestuursrecht, fiscaal). In Eindhoven is de escortbranche de afgelopen jaren nadrukkelijk gevolgd en aangepakt, hetgeen heeft geleid tot een daling in aantal seksbedrijven in de escortbranche (Koopmans 2011). Bovendien is een groot raamprostitutiegebied gevestigd in de gemeente Eindhoven, genaamd het Baekelandplein. In Oost-Groningen, langs de Duits-Nederlandse grens, zijn

6 De hoofddoelstelling van project 1012 is het doorbreken van de criminele infrastructuur door het verminderen van de omvang en concentratie van criminogene en economisch laagwaardige functies in het stadshart van Amsterdam. Een onderdeel van dit project is dat de prostitutiebestemming van een zestigtal panden zal worden verwijderd. Als gevolg hiervan is het in de toekomst niet meer toegestaan om raambordelen in deze panden te exploiteren. De uitvoering van dit plan gebeurt gefaseerd.

op diverse plekken relatief veel seksclubs te vinden. De bezoekersstromen uit Duitsland zijn echter het grootst in Noord-Limburg, in de omgeving van Venlo. Het Ruhrgebied waar ruim vijf miljoen mensen wonen ligt op gemiddeld slechts een half uur rijden. Het aanbod van prostitutie is hierdoor groot. Deze bordelen zijn grotendeels te vinden in kleine gemeenten. Uit de tweede evaluatie van de opheffing van het bordeelverbod bleek dat niet-legale prostitutie enigszins is verschoven naar kleinere gemeenten en het platteland vanwege de minder strikte handhaving (Daalder 2007). Niet-vergunde prostitutie wordt onder andere aangeboden vanuit bungalowparken en sekssauna’s. Vanwege de hoeveelheid grond die dergelijke voorzieningen in beslag nemen, komen deze vormen van prostitutie niet voor in grote steden maar met name op het platteland (onder meer in de provincies Groningen en Limburg). In de bijlagen wordt naast de onderzoeksresultaten ook een achtergrondschets van de regio's gegeven.

Deskresearch

Bovendien is uitgebreid deskresearch verricht. Naast traditionele media (landelijke en lokale dagbladen in gedrukte vorm) is eveneens gekeken naar moderne media (internet en sociale media).

Advertenties landelijke en lokale dagbladen

Voor de advertentierubrieken is gebruik gemaakt van enkele landelijke (Telegraaf) en lokale dagbladen (het Parool; Stadsblad de Echo; Groninger Gezinsbode; Dagblad van het Noorden; De Trompetter editie E3 Journaal Venlo; De Trompetter editie Roermond; ZondagNieuws Eindhoven; en ZondagNieuws Venlo). Gedurende een maand zijn deze rubrieken gescand en adressen en 06-nummers genoteerd en vermelde websites geraadpleegd. Hierbij is nagegaan of de adverteerders al dan niet aan een vergunde inrichting zijn verbonden. Waar mogelijk is gecorrigeerd op overlap tussen de verschillende dagbladen. Het blijkt dat hier vooral door vergunde bedrijven in wordt geadverteerd, die regelmatig adverteren. Omdat de indruk bestaat dat hier geen sprake is van niet-legale prostitutie, is hieraan verder geen aandacht meer besteed.

Internet

Met een landelijke internetscan is een indruk verkregen van bedrijven en personen die zich met prostitutie bezighouden en zich presenteren via het

Inleiding 17

internet, voor een deel ook al bedrijven die in de vier verdiepingsregio’s actief zijn. Aan de hand van lijsten van vergunningen voor seksinrichtingen die zijn opgevraagd bij de verschillende gemeenten in de vier regio’s is nagegaan of de adverteerders al dan niet aan een vergunde inrichting zijn verbonden.

Een beperkt aantal advertentiewebsites is gedurende anderhalve maand bekeken, waaronder zowel betaalde als gratis toegankelijke websites.7 Tevens is nagegaan in hoeverre er sprake is van overlap tussen de verschillende websites. Hierbij is gescreend op signalen van niet-legale arbeid, minderjarigheid, onvrijwilligheid en het hebben van een vergunning. Voor de vier verdiepingsregio’s hebben we deze landelijk uitgevoerde aanpak herhaald.

Veldwerk

In iedere verdiepingsregio is ook veldwerk verricht, waarbij onder meer observaties zijn uitgevoerd. Daarnaast zijn gesprekken gevoerd met verschillende categorieën personen die ervaring hebben met de prostitutiebranche in een stad of regio. In Amsterdam is de aandacht vooral uitgegaan naar de binnenstad en de Pijp. Daarnaast zijn verspreid over Amsterdam checks uitgevoerd op verzamelde aanwijzingen en signalen, met als bijzonder aandachtspunt Aziatische massagesalons en shisha lounges.

Observaties

Tijdens het veldwerk en de gesprekken met de verschillende betrokkenen zijn door de onderzoekers observaties uitgevoerd. Met behulp van een observatieschema zijn onder meer de volgende zaken genoteerd: het aantal aanwezige prostituees en klanten; hygiëne en werkomstandigheden; blauwe plekken of andere sporen die kunnen duiden op lichamelijke mishandeling; opmerkelijke tatoeages (zoals tattoos met initialen waarvan kan worden vermoed dat het om initialen van pooier/mensenhandelaar gaat); aanwezigheid camera’s; aanwezigheid personen die meeluisteren (op locatie of via de telefoon). De observaties

7 Het betreft de volgende websites: www.kinky.nl; www.citygirl.nl; www.sexjobs.nl; www.verhit.nl; www.speurders.nl; www.escorts.nl; www.heetstedates.nl; www.gayjobs.xxx.

zijn, evenals de gesprekken, met name verricht vanaf de middag, in de avond en begin van de nacht op verschillende dagen van de week. De observaties hebben plaatsgevonden gedurende verschillende interactiemomenten (Van Gelder 2009).8

Gesprekken

De gesprekken in de regio's hebben plaatsgevonden met een viertal categorieën respondenten, te weten: a. institutionele informanten (medewerkers gemeenten, politie, hulpverlening en dergelijke9); b. exploitanten; c. prostituees; d. klanten en overige betrokkenen (taxichauffeurs, nachtportiers, medewerkers seksbioscopen en dergelijke). In totaal is gesproken met 63 institutionele informanten, 36 exploitanten, 54 prostituees en 30 klanten en overige betrokkenen (zie tabel 1.3).

Tabel 1.3 Geïnterviewde respondenten per categorie per verdiepingsregio, in aantallen (tussen haken is het aantal beoogde respondenten weergegeven)

Instelling Amsterdam Eindhoven Groningen NM

-Limburg Totaal Institutionele informanten 16 (15) 11 (10) 15 (10) 21 (10) 63 (45) Exploitanten 12 (12) 9 (8) 6 (8) 9 (8) 36 (36) Prostituees 15 (15) 15 (10) 12 (10) 12 (10) 54 (45) Klanten en overige betrokkenen 13 (12) 3 (8) 7 (8) 7 (8) 30 (36) Totaal 56 (54) 38 (36) 40 (36) 49 (36) 183 (162)

Het betreft een mix van uitgebreide interviews en informatieve gesprekken, waarbij enkele items van de meer uitgebreide vragenlijsten zijn behandeld. Sommige respondenten hebben namelijk alleen kennis over een specifiek (deel)onderwerp, waardoor het niet zinvol was om de

8 Er worden verschillende interactiemomenten onderscheiden. Bij het ‘toenaderings-moment’ komen seksuele dienstverlener en klant met elkaar in contact (in een club, in een bar, via internet of ergens buiten). Is het eerste contact eenmaal gelegd dan volgt het ‘onderhandelings-moment’ tussen seksuele dienstverlener en klant voor het nader afstemmen van het sekscontact. Bij het sekscontact-moment vinden de betaling en de eigenlijk seks plaats. Het afloop-moment bestaat bijvoorbeeld uit douchen, terugbrengen, vergenoegd terugkijken of in het ongunstige geval uit een soa, een vervelende ervaring of een geweldsincident.

Inleiding 19

gehele vragenlijst af te nemen. Daarnaast hebben contacten plaatsgevonden met personen die de onderzoekers verder op weg hebben geholpen, bijvoorbeeld door tips over de lokale situatie te geven. Voorafgaand aan het onderzoek werd ingeschat te kunnen volstaan met in totaal 162 gesprekken in de vier regio’s. Al met al zijn ruim 180 uitgebreide gesprekken gevoerd om een goed beeld van de betrokken regio's te verkrijgen (zie ook tabel 1.3). Daarnaast zijn er in totaal nog ruim 50 korte gesprekken gehouden met respondenten verdeeld over de vier verdiepingsregio’s.

De bereidheid tot medewerking aan het onderzoek varieert. De meeste institutionele informanten willen meestal zonder meer meedoen, alhoewel in Amsterdam sprake is van enige terughoudendheid met als argument dat hier al zoveel gebeurt op dit terrein. Bij de exploitanten en de prostituees wisselt de medewerking sterk en willen sommigen graag meedoen en andere absoluut niet zonder dat daar een echt patroon in is te herkennen. De klanten vormen de lastigste categorie en blijken het minst bereid tot een gesprek.

Benadering respondenten

Het veldwerk in de regio's heeft plaatsgevonden in een periode van vier maanden (maart tot en met juni 2014). De werkzaamheden hebben, conform de activiteiten in de prostitutiebranche, plaatsgevonden in de middag, avond en nachtelijke uren.

Gedurende het veldwerk is voornamelijk gekozen voor een informele aanpak, waarbij de onderzoekers in de regio's zonder vooraf afspraken te maken langsgegaan zijn bij clubs, privé-huizen, massagesalons, sauna's en overige plekken die geassocieerd (kunnen) worden met (niet-legale) prostitutie. Dit geldt overigens niet voor de institutionele informanten. Met hen is na een telefonische uitleg over het onderzoek een afspraak gemaakt voor een face-to-face gesprek. Bij vrijwel alle exploitanten is de informele aanpak succesvol gebleken. Meestal zijn de onderzoekers ter plekke direct binnen gelaten en heeft een gesprek plaatsgevonden. Op dezelfde wijze zijn ook de contacten met prostituees en klanten gelegd, al dan niet op voorspraak van de exploitant. Met een aantal prostituees in de escort en een aantal klanten is daarnaast via mobiele telefoonnummers en/of internet contact gezocht en verkregen.

Door deze werkwijze hebben de gesprekken meestal in een vriendschappelijke sfeer plaatsgevonden. Gelijktijdig heeft deze aanpak de respondenten weinig kans gegeven eventuele niet welgevallige omstandigheden te verdoezelen. De meeste geïnterviewden lijken spontaan te hebben gereageerd op de vragen, zonder dat zij daarbij hebben geprobeerd zo strategisch mogelijk te antwoorden. Hiertoe hebben zij immers ook niet echt de tijd gekregen. De gehanteerde werkwijze heeft bovendien in positieve zin bijgedragen aan de observatiemogelijkheden voor de onderzoekers. Zij hebben de dagelijkse gang van zaken in de prostitutiebranche van dichtbij meegemaakt, hetgeen de interpretatie van de verkregen informatie positief heeft beïnvloed.

In sommige gevallen hebben de respondenten overigens een uitgebreide rondleiding in de betreffende seksinrichting of langs het prostitutiegebied in de betreffende regio gegeven. Ook sommige politiekorpsen hebben een extra bijdrage aan het verzamelen van informatie geleverd. Zo zijn de onderzoekers in Noord- en Midden-Limburg aanwezig geweest bij de politiecontrole van de niet-vergunde escortbranche en de controle die heeft plaatsgevonden bij de vergunde seksbedrijven. Daarnaast zijn onderzoekers in de gemeente Eindhoven aanwezig geweest bij een politiecontrole van de niet-vergunde escortbranche. Verder hebben hulpverleners in Noord- en Midden-Limburg en Groningen de onderzoekers in contact gebracht met enkele prostituees. Hierdoor hebben enkele gesprekken met prostituees kunnen plaatsvinden.

Ook hebben de veldwerkers telefonisch contact gehad met tientallen prostituees die hun diensten op het internet aanbieden. In meerdere gevallen heeft dit geleid tot een uitgebreid telefonisch interview. Daarnaast zijn enkele zogenoemde mystery visits uitgevoerd.10 De mannelijke onderzoekers hebben met prostituees die hun diensten via

10 Wanneer een thuiswerker een advertentie op internet plaatst, kan een klant naar aanleiding van zijn of haar profiel contact opnemen. Het contact wordt telefonisch gelegd, per sms, whatsapp of via de mail. Dit hebben de onderzoekers ook uitgevoerd in verschillende verdiepingsregio’s. Via de telefoon hebben de onderzoekers een straatnaam of een locatie gekregen, waarbij door de prostituee werd gevraagd om te bellen wanneer zij ter plekke waren. Vervolgens werd dan een huisnummer doorgegeven.

Inleiding 21

internet aanbieden afspraken gemaakt zonder via de telefoon aan te kondigen dat zij onderzoeker zijn. Ter plaatse is uitgelegd dat zij bezig zijn met sociaal wetenschappelijk onderzoek, waarbij direct is toegelicht dat deelname vrijwillig en anoniem is. Na een vaak wat terughoudende reactie kwam het gesprek op gang op het moment dat werd benadrukt dat het zeer relevant is om de personen aan het woord te laten die weten hoe de prostitutiebranche in de realiteit eruit ziet.

Daarnaast zijn de onderzoekers als mysteryguests op bezoek gegaan bij sauna’s en massagesalons, waarvan door andere respondenten werd vermeld dat er sprake was van één van de vormen van niet-legale prostitutie. Op deze locaties zijn observaties verricht en zijn gesprekken met klanten aangeknoopt.

Analyse

Er is in meerdere opzichten sprake van een 'all sources analysis'. De informatie uit de verschillende bronnen die zijn bevraagd levert een triangulatie (driehoeksmeting) van onderzoeksresultaten op. Dat wil zeggen dat een combinatie van onderzoekstechnieken is gebruikt waarvan de resultaten in samenhang zijn geanalyseerd. Hierbij hebben we gebruik gemaakt van literatuur, gegevens uit registers en via internet, observaties en interviews bij sleutelinformanten en betrokkenen uit de sector. Het toepassen van verschillende methoden en technieken heeft tot doel de interne validiteit te vergroten. Bevindingen die uit de ene bron zijn verkregen worden aangevuld en ondersteund door conclusies uit een of meerdere andere bronnen. De informatie uit de verschillende bronnen wordt in eerste instantie apart geanalyseerd en daarna gerelateerd.

Het gaat in ons onderzoek naar niet-legale prostitutie om twee vormen van triangulatie, namelijk methodentriangulatie (er wordt gebruik gemaakt van meerdere methoden om de data te verzamelen) en bronnentriangulatie (de dataverzameling vindt plaats in verschillende contexten bij verschillende personen/groepen). Beide vormen van triangulatie zijn bedoeld om de interne validiteit te vergroten (Maso en Smaling 1998).

Het aan elkaar relateren kan drie resultaten hebben: resultaten convergeren, complementeren of divergeren (Erzberger en Kelle 2003). In het geval van convergentie is er sprake van wederzijdse validering: de resultaten leiden tot

dezelfde conclusie. Wanneer de resultaten complementair zijn, betekent dit dat zij betrekking kunnen hebben op verschillende aspecten of verschijnselen en daarin aanvullend aan elkaar kunnen zijn. Bij divergentie komen de resultaten niet overeen en zijn we nagegaan hoe deze divergentie kan worden verklaard.

Tijdens de gesprekken waren we ons er ook van bewust dat de verschillende geïnterviewden (sleutelinformanten, exploitanten, prostitu-ees, klanten en overige betrokkenen) een belang kunnen hebben bij het geven van bepaalde antwoorden. Indien over de integriteit van een antwoord werd getwijfeld hebben we extra bronnen gezocht die de bewering kunnen onderbouwen of ontkrachten.

1.5 Leeswijzer

In het volgende hoofdstuk worden de, conform de opdracht, vier vormen van niet-legale prostitutie nader omschreven, te weten: niet-vergunde prostitutie; niet-legale arbeid; minderjarigheid; en seksuele uitbuiting. In hoofdstuk drie wordt een beschrijving gegeven van de aard van niet-vergunde prostitutie. Er wordt onder meer aandacht besteed aan de verschillende verschijningsvormen van niet-vergunde prostitutie, terwijl eveneens de kenmerken van de betrokkenen worden behandeld. Hoofdstuk vier bespreekt de aard van niet-legale arbeid, waarbij van zowel de vergunde als de niet-vergunde branche wordt beschreven in hoeverre daar sekswerkers actief zijn zonder de vereiste documenten. In hoofdstuk vijf wordt nader ingegaan op het aspect minderjarigheid in de prostitutie. Hoofdstuk zes geeft een beeld van seksuele uitbuiting in zowel de vergunde als de niet-vergunde prostitutiebranche. Hoofdstuk zeven bespreekt vervolgens de mogelijkheden van het maken van een omvangschatting van niet-legale prostitutie en de resultaten daarvan. Tot slot worden in hoofdstuk acht de conclusies besproken aan de hand van de onderzoeksvragen. In de bijlagen wordt per verdiepingsregio een beschrijving gegeven van het aanbod aan prostitutie, het lokale beleid en het voorkomen van (de verschillende vormen van) niet-legale prostitutie.

Vormen van niet-legale prostitutie 23

2. VORMEN VAN NIET-LEGALE

In document Verboden rood in beeld (pagina 32-41)