• No results found

Welke beperkingen ondervinden vrijwilligers aan het vrijwilligerswerk?

HOOFDSTUK 3: Resultaten

3.3 Welke beperkingen ondervinden vrijwilligers aan het vrijwilligerswerk?

3.3.1 Beperkingen als vrijwilliger

Vier van de zes vrijwilligers merken op dat ze niet op alle vragen van het gezin/de ouders kunnen ingaan. Bij het vertellen hierover, werd duidelijk dat vele vrijwilligers reeds over het verschil tussen zichzelf als vrijwilliger en een professional nagedacht hadden.

Zo gaf een vrijwilliger aan dat het waarschijnlijk gemakkelijker is om te reageren op bepaalde situaties betreffende de opvoeding als je ook pedagogiek gestudeerd hebt.

Ja ik was daarnet aan het denken, als je zo pedagogiek gestudeerd hebt, dan zal je in zo’n situatie inderdaad misschien wel beter weten wat je juist van opvoedingstip kan geven… das één ding… (...)

Een andere van deze vier vrijwilligers gaf de moeilijkheid van het doorverwijzen aan. Ze benadrukt dat ze niet de taak van anderen wil overnemen en daarom de moeder wil doorverwijzen, maar dit is niet eenvoudig.

Ja er zijn veel dingen die ik niet kan, maar ja ik vind ook, ik moet de taak van iemand anders van het ocmw ofzo niet overnemen hé. In Leuven kende ik alles wel goed, maar in Antwerpen is dat nu wel moeilijker. Hier in Leuven zou ik kunnen zeggen ga naar daar met je baby enzo, daar helpen ze je nog wat.

Nog één van deze vier vrijwilligers legde de nadruk op de financiële moeilijkheden waarmee het gezin kampt en die ze als vrijwilliger niet zomaar kan oplossen.

Neen, zeker niet. Bijvoorbeeld over haar fysieke toestand, ik kan alleen luisteren, maar ik kan daar niets aan doen. En dan bijvoorbeeld ook met hun financiële toestand, dan kan ik wel wat helpen door kleertjes te geven of door eens met de papieren te helpen. Soms neem ik al eens contact op met het ocmw en met de huisvestingsmaatschappij, daar zijn ook wel eens problemen mee… En ik heb ook al eens extra geld proberen regelen, bijslag voor kansarme kinderen, en dat heeft ook wel gewerkt.

Eén van deze vier geeft hierbij echter aan dat een „professional‟ waarschijnlijk ook niet op de vragen zou kunnen antwoorden waarbij zij vastzit, omdat deze ruimer zijn dan de opvoedingsondersteuning.

Maar wat wel is, is dat als we het niet wisten, dat ge inderdaad wel zegt van en nu hebt ge meer hulp nodig en dan moet ge bijvoorbeeld wel naar een advocaat gaan ofzo. En dan wel binnen de vrijwilligerswerken en binnen Domo gaan kijken van wie kan ons daar een beetje meer informatie over kan geven. Ik denk dat ook professionelen niet van alle markten thuis zijn hé. Gegarandeerd dat een kinderpsychiater meer weet dan hoe met een kind om te gaan dan dat ik dat weet,

77 maar er zijn dan weer andere dingen die de kinderpsychiater niet weet en die ik dan weet.

De overige twee vrijwilligers geven aan dat ze niet veel vragen krijgen van het gezin uit.

Hierdoor komen ze (bijna) niet in contact met vragen waarop ze niet kunnen antwoorden.

Zo geeft deze vrijwilliger aan dat de ouders geen vraag stellen, maar dat de vader indirect aangeeft te willen werken. Hierbij geeft de vrijwilliger dan toch ook een beperking aan, namelijk: tijd.

Ze vragen niets… ze zitten zo lang op het knusse kussentje van de verzorging. Zij vinden dat gemakkelijk. En de vader heeft eens gezegd dat hij wel wat verslaafd is aan tv en computer, maar tegelijk een geluk dat hij het heeft, anders loopt hij de muren op, omdat hij niets te doen heeft. Dus eigenlijk denk ik dat mits goede begeleiding ergens wel iets goeds voor hem zou vinden.

3.3.2 Verschil met professional

Wanneer we dieper in gingen op het verschil tussen een vrijwilliger en een professional, hoorden we vele verschillende voor- en nadelen.

Enkele voordelen om als vrijwilliger te werken in de gezinnen volgens deze zes vrijwilligers, waren de volgende:

(a) de tijd per gezin. Professionals hebben vaak slechts één uur per week tijd voor een bepaald gezin, terwijl de vrijwilligers de mogelijkheid hebben om meerdere uren te blijven wanneer nodig.

Ja, begeleiders die hebben zo maar 1 uur, maar deze mama wil praten praten praten en dan ja, wat ik persoonlijk heel belangrijk vind,(…).

(b) het vertrouwen en respect. Een vrijwilliger geeft aan dat het moeilijker zal zijn om als professional een vertrouwensband op te bouwen met het gezin dat zij begeleidt, dan als vrijwilliger.

Neen, ik denk het niet, omdat… het voor haar moeilijk is om mensen echt te vertrouwen zo. We hebben nu gewoon een band opgebouwd door samen dingen te doen, door aanwezig te zijn, door te tonen dat ik haar begrijp enzo. En ik denk dat dit bij een hulpverlener toch moeilijker is, het zou kunnen hé, dat kan wel, maar je vertrekt vanuit een andere status… vanuit een ander standpunt…

Een andere vrijwilliger gaf hier aan dat respect voor de gezinnen belangrijk is. Het lijkt hier alsof ze twijfelt aan het empowerende karakter van de professionele hulpverlening.

78 Ik denk dat je heel veel respect moet hebben voor die mensen hé. Als je dat niet hebt, dan bereik je dus niets hé, dan krijg je die mensen tegen je en bereik je niets hé. Dus ook de relatie met die mensen en om die mensen geven. Die ouders hebben zelf vroeger ook weinig kansen gehad, die hebben hun eigen manier van denken, hun eigen rechten. Dus dat moet je respecteren. (…) Maar als je daar tegen zegt dat moet je doen en dat moet je doen, dan is het omzeep, die moeder kan daar niet mee om.

(c) het ruimer takenpakket van de vrijwilliger tenslotte, waarmee de vrijwilligers bedoelen dat een professional zich echt vooral op de opvoeding gaat baseren en vrijwilligers ook op andere vragen en noden van het gezin kunnen ingaan.

Zo mee gaan naar school enzo, dat kan ik dan wel en dat is niet wat van een thuisbegeleider verwacht wordt. En dat is vaak ook wel tijdsinvesterend, maar ja.

Bij deze voordelen als vrijwilliger werden aansluitend enkele ‘kritieken’ geopperd over de thuisbegeleiding. Een eerste kritiek is de vele verandering onder de thuisbegeleiders, waardoor de band steeds opnieuw moet worden opgebouwd.

Wat ik wel merk is dat daar, dat is een beetje mijn frustratie, veel verandering is.

Dat is nu al de derde persoon die daar bij die thuisbegeleiding komt. En ze vonden dat dan een hele goede en ze willen die dan zeer graag terug, maar dat gaat dan niet meer. De vader had dan zelf gezegd dat hij haar nog gezien had enzo, dus hij zag die dan ook als een gemeenschappelijke kennis.(…) Maar ik merk soms dat ze bepaalde zaken toch niet direct juist inschatten. Gegeven natuurlijk dat ik het wel altijd goed inschat, wat misschien ook niet altijd het geval is hé.

Deze vrijwilliger gaf ook aan dat ze belang hecht aan de samenwerking tussen de thuisbegeleiding en de vrijwilliger.

Ja die mensen hebben zeker hun specialiteiten, maar op zich… toen de thuisbegeleidster dan kwam hebben we samen dingen zitten zoeken van een beloningssysteem enzo. Ik heb dan gevraagd aan haar om mij op de hoogte te houden van die dingen, want ik weet dat ze dat de helft van de tijd niet zal doen, en als ik dat dan ook al niet ga doen, dan komt er helemaal niets van in huis, maar zo kan ik het toch ook stimuleren.

Vervolgens werd twee keer als nadeel aangehaald dat je als vrijwilliger minder technieken kent of inzicht hebt.

Veel technieken zal ik ook niet kunnen, zoals zij die kunnen, maar ja…

79 Soms zijn er dingen die je gezien hebt als vrijwilliger waarvan de thuisbegeleiding geen idee heeft, maar tegelijk hebben zij soms ook meer inzicht in bepaalde situaties.

Deze vrijwilliger gaf nog als nadeel aan dat ze zich als vrijwilliger een „outsider‟ voelt van de hulpverleningswereld en dat ze zich niet betrokken voelt bij de hulpverleners van het gezin.

Ik heb dan vernomen dat de school heeft gebeld naar de thuisbegeleidingsdienst voor de inschrijving van hun zoon. En ja, zo merk je dus dat de officiële instanties met elkaar contact opnemen, onder elkaar en gaan in een kringetje om de vrijwilligers heen. En ik begrijp dat volledig, dat is waarschijnlijk ook om ons te beschermen, want dat is niet mijn beroep.

Nu we ingaan op het verschil tussen vrijwilligers en professionals, geven we graag ook aan dat er ook een moeder van een actief gezin een verschil kon aangeven tussen de thuisbegeleidingsdienst en de Domo-vrijwilliger bij haar in het gezin.

Wij kregen thuisbegeleiding ook, maar wij ondervinden dat we van VW meer hulp krijgen dan van thuisbegeleiding. (…) Ja die komen hier dan wat praten met mij en met de kinderen, maar dat is minder om te helpen precies, die doen echt minder. En niet alleen dat, het is ook altijd een nieuwe die komt en ja, dan kunt ge daar geen contact mee opbouwen. En dan ook zo eens een heel jong meiske, die zelf nog geen kinderen heeft, van 25 peis ik. (…) En die kon dus ons niet echt raad geven. Ofja, ze kon ons dat geven, maar dan is het niet echt raad die ik wou of nodig had. Nu gaan we wel iemand krijgen die al wat ouder is en die zelf ook al pubers heeft en die hebben we nog al eens gehad en die kan echt tips geven. En die zegt ook van we zullen nekeer praten met uwe partner bij enzo.

(moeder van zeven kinderen, nieuw samengesteld gezin, autochtoon)