• No results found

Het doel van deze scriptie is om inzicht te krijgen in wat er voor vrouwelijke werknemers verandert op de werkvloer als zij hun kinderwens in vervulling laten gaan en hoe zij omgaan met deze

veranderingen. Dit doel kan het beste behaald worden door een kwalitatieve onderzoeksmethode. Hennink, Hutter en Bailey sommen in hun boek Qualitative Research Methods op waarom kwalitatief onderzoek uitgevoerd wordt (2011, p.10). De volgende punten uit deze opsomming worden

nagestreefd in deze scriptie:

1. Gedrag, overtuigingen, meningen en emoties te begrijpen vanuit het perspectief van de respondenten. Cruciaal in dit onderzoek is dat het draait om de beleving van de respondenten. 2. Een stem geven aan de specifieke groep. In dit geval werknemers die hun zwangerschap en het

prille moederschap combineren met betaalt werk.

3. Het begrijpen van processen. In deze scriptie gaat het om waarom vrouwen op een bepaalde manier reageren op de door hen geconstateerde veranderingen.

De methode waarop informatie over werken tijdens en na je zwangerschap het beste verkregen kan worden is door middel van een diepte-interview. Het doel is namelijk om gedetailleerd inzicht te krijgen in wat er op de werkvloer verandert voor zwangere vrouwen en prille moeders vanuit het perspectief van de respondenten. Door een één-op-één interview heeft de respondent de ruimte en de tijd om haar gedachtes te delen en keuzes te motiveren zonder afgeleid te worden door anderen. Om ervoor te zorgen dat de respondenten zich op hun gemak voelden, hebben zij zelf aangeven waar en wanneer het interview zou plaatsvinden. Tijdens het interview was er in zoverre sprake van

eenrichtingsverkeerd dat ik mijn mening niet kenbaar maakte. Wel werden respondenten door mij geconfronteerd als zij uitspraken deden die niet helder waren of tegenstrijdig met elkaar waren. Door het beperkt aantal interviews en de manier waarop de respondenten geselecteerd zijn kunnen de resultaten niet per se gegeneraliseerd worden. De resultaten zullen wel een veelomvattend beeld geven van met welke veranderingen zwangere vrouwen en prille moeder te maken krijgen.

3.2

Wervingsproces

Het werven van de respondenten is verlopen in verschillende fases. Als eerst is er een profiel

opgesteld waar aan respondenten moeten voldoen. Het belangrijkste is dat potentiele respondenten in staat moeten zijn om informatie te kunnen geven over het onderwerp van deze scriptie: werken combineren met de zwangerschap of het prille moederschap. Hennink, Hutter en Bailey geven de term µinformatierijk over het onderwerp¶DDQGLWYHUHLVWH (2011, p. 85). De ervaring van werken tijdens de zwangerschap of werken na de verlof nog relatief vers zijn. Respondenten zijn dus bij voorkeur zwanger aan het werk of maximaal negen maanden weer aan de slag. De negen maanden termijn is gekozen, omdat er wetgeving tot en met negen maanden na de bevalling bestaat. Moeders mogen bijvoorbeeld tot dan een vierde van hun werktijd besteden aan kolven. Verder zijn de respondenten bij voorkeur niet afkomstig uit mijn directe vriendenkring. Door de afstand luister ik onbevooroordeelder

en NDQGHUHVSRQGHQW]¶Q verhaal kwijt aan een buitenstaander. Het streven was om ongeveer twintig respondenten te interviewen.

Zeventien vrouwen deelden hun ervaring over werken tijdens en na hun zwangerschap. Deze zeventien respondenten zijn op verschillende wijze geworven. Een deel van de respondenten is werkzaam bij IKEA en het andere deel heb ik via-via geworven. Na interviews met tien vrouwen heb ik gepoogd om respondenten te werven door posters op te hangen in een kinderdagcentrum en op Ouder- en Kindcentra. Zeventien vrouwen deelden hun ervaring over werken tijdens en na hun zwangerschap. Met veertien vrouwen heb ik persoonlijk gesproken en drie van hen hebben de vragenlijsten ingevuld. Wie zijn de (aanstaande) moeders die hun tijd beschikbaar wilden stellen om mij te voorzien van informatie? In tabel 2 wordt informatie gegeven over een aantal kenmerken van de respondenten. Onder de tabel volgt een toelichting op de informatie uit de tabel.

Tabel  2  Informatie  kenmerken  respondenten  

 

IKEA  

Via-­‐Via  

Poster  

Totaal  

Aantal respondenten

6 11 0 17

Zwangere respondenten 2 0 0 2

Zwangere respondenten met kind 0 1 0 1

Respondenten met kind 4 10 0 14

Face-to-face interview 5 9 0 14

Schriftelijke vragenlijst ingevuld 1 2 0 3

Profit sector 6 3 0 9

Non-profit sector 0 8 0 8

MBO 2 1 0 3

HBO/WO 4 10 0 14

Zes van de zeventien respondenten zijn werkzaam bij IKEA. Uit het theoretisch kader komt naar voren dat de bedrijfscultuur een rol speelt bij de ruimte die vrouwen ervaren om gebruik te maken hun wettelijke rechten en op te komen voor hun eigen belangen. Om te toetsen welke invloed de

bedrijfscultuur heeft, worden verschillende medewerkers binnen hetzelfde bedrijf geïnterviewd. IKEA is benaderd, omdat er bij IKEA ruimte lijkt te zijn voor de individuele wensen van werknemers. De oprichter van IKEA geeft aan dat werknemers geen nummertjes zijn en dat IKEA respect heeft voor de individuele wensen van de medewerkers (Haterd, B. 2007). IKEA heeft op de volgende wijze haar medewerking verleend om mijn onderzoek: de personeelsmanager heeft een bestand aangeleverd met daarin de gegevens van drie zwangere werkneemsters en zes prille moeders. Deze werknemers zijn vervolgens door mij benaderd met de vraag of zij wilden meewerken aan dit mijn onderzoek. Zes werknemers hebben ingestemd met mijn verzoek.

De overige elf respondenten zijn via-via geworven. Van deze elf respondenten behoren twee respondenten tot mijn directe vriendenkring. Met één van deze twee heb ik ook het eerste interview

gedaan en na dit interview heb ik de vragenlijst aangepast. Van de overige elf respondenten zijn twee respondenten kennissen van mij en twee respondenten zijn kennissen van mijn partner. Met acht van de elf respondenten die via-via geworven zijn heb ik voor dit onderzoek geen persoonlijk contact gehad.

Na tien interviews zijn er posters opgehangen op plekken waar zwangere vrouwen en prille moeders komen met als doel om respondenten te werven. Op de posters stond een verzoek om een schriftelijke vragenlijst in te vullen over werken tijdens en na de zwangerschap. In bijlage zes is de poster te zien. De reden hiervoor is dat de geïnterviewde vrouwen veel op elkaar leken. Het profiel was:

hoogopgeleid, blank en werkzaam in een vast contract. In Amsterdam zijn per stadsdeel een Ouder- en Kindcentrum benaderd met de vraag of in hun vestiging een poster mocht hangen. Doordat Ouder- en Kindcentra geen informatie van derden mogen ophangen konden zij niet ingaan op mijn verzoek. &XUVXVFHQWUXPµRondom de Geboorte¶ biedt zwangerschapscursussen aan op verschillende locaties in de zeven stadsdelen van Amsterdam. Op de volgende locaties is er toestemming gegeven om de poster op te hangen: De Potgieter in Amsterdam-West, De Bockesprong in Amsterdam-West, Vrouw en Vaart in Amsterdam Nieuw-West en Mensendieck Oosterpark in Amsterdam Oost. Kinderdagverblijf 1LQR¶V3OD]DLQ Amsterdam-Nieuwwest heeft ook toestemming gegeven om de poster op te hangen. De verloskundigen praktijken in Noord en Nieuw-West die ik benaderd heb, hebben helaas niet gereageerd op mijn verzoek. Helaas was deze wervingsactie niet succesvol. Geen enkele respondent is via deze methode geworven. Persoonlijk contact bleek een voorwaarde te zijn voor respondenten om tijd vrij te maken voor een interview.  

 

Overige kenmerken respondenten

Drie respondenten zijn zwanger tijdens het interview. De overige veertien vrouwen is op het tijdstip van het interview al moeder. De jongste baby is vier maanden oud. De oudste baby is 22 maanden oud. Een respondent is uit dienst getreden bij IKEA en heeft een drieling van zeven maanden oud. De twee jongste respondenten zijn 26 jaar en de oudste respondent is 41 jaar. Zes respondenten hebben de leeftijd 30 of 31. Relatief veel respondenten (N=6) hebben een leidinggevende positie. Op drie

respondenten na zijn alle vrouwen hoogopgeleid. Op één respondent na hebben alle respondenten een vast contract.

3.3

V ragenlijst

De vragenlijst is zo opgebouwd dat er eerst feitelijke informatie van de respondenten wordt gevraagd. Daarna wordt gevraagd in welke mate vrouwen zelf kunnen bepalen wanneer zij hun taken uitvoeren. Vervolgens wordt een open vraag gesteld, zijnde de hoofdvraag van deze scriptie: wat is er op je werk veranderd tijdens je zwangerschap en nadat je bent terug gekeerd en hoe ben jij daar mee omgegaan? De reden voor deze open vraag is tweeledig: om een indruk te krijgen aan welke veranderingen vrouwen het eerst denken en om te voorkomen dat er onderwerpen gemist worden. De overige vragen toetsen in hoeverre de ervaring van de respondenten overeen komt met de beschreven veranderingen en strategieën in hoofdstuk twee. Op basis van de beschreven literatuur in hoofdstuk twee zijn twintig verwachtingen geformuleerd hoe (aanstaande) moeders zich gedragen op de werkvloer. Op basis van deze verwachtingen zijn twee vragenlijsten ontworpen. De vragen in de vragenlijsten gaan over de volgende onderwerpen: KRHFROOHJD¶VPHWGH]ZDQJHUVFKDSRPJLQJHQ hoe werken tijdens en na de zwangerschap ging, lichamelijke veranderingen en wettelijke regelingen. Na tien interviews is de vragenlijst aangepast. In de bijlages twee tot en met vijf zijn de eerste en tweede versie van de

vragenlijsten te zien. De reden voor deze aanpassing: uit de interviews bleek dat respondenten het over onderwerpen hadden die nog te weinig belicht werden in de eerste vragenlijst. Een voorbeeld daarvan is dat in veel interviews terug kwam dat vrouwen hun eigen grenzen overschreden. De discriminatie ja/nee vragenlijst is gemaakt, omdat vrouwen het moeilijk vonden om zich een voorstelling te maken van zwangerschapsdiscriminatie. De face-to-face interviews geven een veel betere kijk op hoe de respondenten hun zwangerschap en terug keer op de werkvloer hebben ervaren dan de schriftelijke ingevulde vragenlijsten.

3.4

Dataverwerking

De interviews zijn verbatim uitgewerkt. Er is gekozen voor het letterlijk uitschrijven in plaats van een korter interview verslag om interpretatie bij een eerste uitwerking te voorkomen. De

interviewgegevens zijn op de volgende manier verwerkt: allereerst is per onderwerp gekeken wat een respondent vertelt en dat is genoteerd in een Word document, een post-it of een tabel (zie bijlage 6). Op basis van de informatie in het Word document of de post-its zijn de resultatensecties geschreven.

Hoofdstuk 4

Resultaten

 

Krijgen de respondenten te maken met de veranderingen die in het theoretisch kader worden

beschreven? En voorspelt de theorie wat respondenten doen in de praktijk als ze te maken krijgen met veranderingen op de werkvloer?

In dit hoofdstuk wordt beschreven of de theorie bevestigd wordt in de interviews. Dit gebeurt door antwoord te geven op de twintig verwachtingen die aan het eind van hoofdstuk 2 zijn geformuleerd.