• No results found

Strategieën grens privé en werken

Structurele dimensie

4.9 Strategieën grens privé en werken

18. Vrouwen met een tijdelijk dienstverband, waarbij de werkidentiteit belangrijk is en waarbij weinig ruimte is voor het privéleven op de werkvloer zullen eerder hun kinderwens uitstellen dan vrouwen met een vast dienstverband, waarbij werken minder belangrijk is voor wie ze zijn en waarbij ruimte is voor het privéleven op de werkvloer.

Stellen respondenten hun kinderwens uit vanwege hun werk? Van de zeventien respondenten hebben twee respondenten (Aafke en Robin) geen antwoord gegeven op deze vraag en voor twee

respondenten (Anne en Lisanne) was de zwangerschap ongepland. Van de overige dertien

respondenten gaven zeven respondenten aan dat hun werk geen rol heeft gespeeld bij het realiseren van hun kinderwens. Zes respondenten namen hun werk wel mee in hun overweging. Merel is de enige respondent die toelicht waarom haar werk geen rol speelde bij de beslissing om hun kinderwens te UHDOLVHUHQ=LMOHJWXLWGDWµ]H niet plannerig zijn¶ en op een gegeven moment besloten ze om het lot te tarten. Alle respondenten die bevestigen dat hun werk een rol heeft gespeeld leggen ook uit waarom

dat zo is. Amelie, Floor en Elin hebben gewacht tot dat er ruimte was op het werk om hun kinderwens te realiseren. Floor is weg gegaan bij het ziekenhuis, omdat zij zich afvroeg of een verplichte

werkweek van minimaal vier dagen wel te combineren zou zijn met het hebben van een gezin. Amelie en Elin hebben er bewust voor gekozen om eerst vol te gaan voor hun carrière en geven aan nu op een plek te zitten waar er ruimte is voor een zwangerschap. Elin is de enige die aangeeft dat zij met een tijdelijk contract nog niet zwanger had willen worden.µ7RFKLHWV]HNHUGHUPHWGHHFRQRPLH¶0HOLVVD Roos en Larissa weten niet of een kind wel te combineren is met de manier waarop zij werken. Toch besluiten zij om prioriteit te geven aan de wens om moeder te worden.

Roos: µ-DZHOJHGDFKWLNEHQ]ROHNNHUDDQKHWZHUNHQGDWNDQQLHWPHWNLQGHUHQ«LNZHUNQXYLHUGDJHQHQ ik kan mijn functie houden. Met drie dagen kan dat niet en dat had ik wel jammer gevonden.¶

Melissa: µ-a, ik werkte heel veel en wist niet of ik dit goed kon combineren met moederschap.¶

Larissa: µ(LJHQOLMNLVKHWQRRLWKHWMXLVWHPRPHQW«DOVMHHFKWHHQEHHWMHOHXNFDUULqUHZLOWPDNHQGDQNDQLN me bijna niet voorstellen dat een kind echt gelegen komt.¶

Bij meer dan de helft van de respondenten speelt het werk geen rol bij het realiseren van de kinderwens. Van de zes respondenten bij wie dat wel het geval is komt dat doordat hun werk belangrijk voor hen is en ze zich afvragen of een kind wel samen gaat met de manier waarop zij nu werken. Drie van de zes zorgen voor meer ruimte op hun werk op het moment dat zij besluiten om hun kinderwens te realiseren. De andere drie respondenten besluiten ondanks het vraagteken bij de

combinatie werk-zorg hun kinderwens in vervulling te laten gaan.

19. Om werken en privé in balans te houden zal een deel van de respondenten na de geboorte van het kind minder uren gaan werken.

Gaan respondenten minder uren werken om werken en privé in balans te houden? Op één respondent na die 36 uur blijft werken, gaan alle respondenten minder uren werken. Veel respondenten geven aan dat deze urenvermindering te maken heeft met meer tijd willen hebben voor de nieuwe zorgtaken. Van deze zestien respondenten stopt de respondent die een drieling krijgt helemaal met werken. Van de vijftien respondenten gaan drie respondenten minder uren werken, combineren drie respondenten ouderschapsverlof met minder uren werken en negen respondenten gaan met behulp van

ouderschapsverlof tijdelijk minder werken. De respondenten met meerdere kinderen gaan alle drie minder uren werken. Twee van de vijftien respondenten werken na de zwangerschap meer dan vier dagen. Van de overige dertien respondenten werken vier respondenten 32 uur, vier respondenten 28 uur en vijf respondenten 24 uur. Een urenvermindering lijkt standaard na de komst van het kind. Het aantal uren varieert van twee uur tot negentien uur minder in de week. De uitkomst lijkt uniform: vrouwen gaan na de komst van hun eerste kind minder werken.

Vooraf waren er vier respondenten die dachten dat zij minder zouden willen werken. Floor, Robin, Charlotte en Larissa hadden vooraf niet verwacht dat zij minder uren zouden gaan werken.

Uit de verhalen van de moeders komt naar voren dat zes van hen hun wettelijk verlof hebben verlengd. De manier waarop het weer aan het werk gaan wordt uitgesteld, is door vakantiedagen of onbetaald verlof op te nemen. De periode waarmee het verlof verlengd wordt varieert van twee weken tot drie- en-halve maand. Een respondent kan na haar wettelijk verlof nog niet aan de slag en komt in de ziektewet terecht voor vijf en een halve maand.

20. Aanstaande moeders proberen zelf tijdens de zwangerschap een goede balans tussen werk en privé te houden door hun werkzaamheden aan te passen. Dit doen zij door:

1. Eigenschappen van hun baan die inspanningen vragen te verlagen.

2. Eigenschappen van hun baan die een bron zijn voor het behalen van hun werkdoelen, persoonlijke groei of ontwikkeling te stimuleren.

In paragraaf 4.5 is beschreven wat vrouwen doen om met (lichamelijke) veranderingen van de zwangerschap om te gaan op hun werk. In tabel drie op pagina 57 worden deze manieren in kaart gebracht. Uit de tabel blijkt dat respondenten vooral zelf manieren verzinnen om hun werk anders te organiseren. Respondenten passen zowel wat zij doen als de manier waarop zij dat doen aan. Wat zij doen wordt aangepast door minder uren te gaan werken en andere werkzaamheden te gaan doen. Respondenten zorgen er zelf voor dat het aantal werkuren omlaag gaat door: eerder weg te gaan of later te komen, minder lang te blijven hangen, vakantiedagen op te nemen en door meer pauze te nemen. 5HVSRQGHQWHQSDVVHQKXQZHUN]DDPKHGHQ]HOIDDQGRRUGDW]LMWDNHQDIVWRWHQµVXIIH¶WDNHQ zelf weer doen, alleen taken doen die noodzakelijk zijn, meer taken delegeren naar anderen,

accepteren dat zij geen uitdagende taken meer krijgen, meer achter de computer zitten en minder fysieke taken doen. De manier van werken verandert doordat zij de omgeving aanpassen waar zij gaan werken: rustige bedrijfsartsenruimte, begane vloer, eigen afdeling of thuis. Verder wordt de manier van werken aangepast door: het rustiger aan te doen en vaker te gaan zitten. De verwachting dat respondenten tijdens hun zwangerschap al eigenschappen van hun baan aanpassen die inspanning vragen klopt. Respondenten verlagen de werkbelasting door: minder te gaan werken, het werken op een manier te doen die minder inspannend is en werkzaamheden te gaan doen die (fysiek) minder inspannend zijn op een plek die minder inspannend is. Respondenten zorgen er zelf voor dat hun werk aansluit bij hun belastbaarheid.

Respondenten stimuleren eigenschappen die een bron kunnen zijn voor het behalen van hun werkdoelen, persoonlijke groei of ontwikkeling niet echt. Enkele respondenten vragen wel aan hun FROOHJD¶VRPKXOSPDDU]LMYRHOHQ]LFKKLHUZHOEH]ZDDUGGRRUEen respondent vraagt haar leerlingen om hulp. Twee respondenten gebruiken wel hulpmiddelen zoals steunkousen en een buikband om hun lichaam te ondersteunen tijdens het werken. Respondenten zijn niet bezig met hun persoonlijke groei of ontwikkeling tijdens de zwangerschap. Respondenten accepteren dat uitdagende klussen aan hun voorbij gaan of dat zij leidinggevende taken moeten afstaan. Amelie is de enige respondent die bezig is met haar persoonlijke ontwikkeling. Zij gaat nog tijdens haar zwangerschap stage lopen op een andere afdeling. Een afsluitende opmerking is dat blijkt, uit het feit dat veel respondenten aangeven harder te hebben gewerkt dan dat zij konden, de belasting (soms) te hoog ligt.

Hoofdstuk 5

Conclusie

 

Hoe gaan aanstaande moeders om met de veranderingen die zij ervaren op de werkvloer tijdens hun zwangerschap en als zij terug komen van hun verlof? In de theorie verandert de manier waarop tegen werknemers wordt aangekeken zodra bekend is dat ze zwanger zijn. Zwangere werknemers worden als minder competent en minder toegewijd gezien. Daarom houden vrouwen hun

zwangerschap geheim en gedragen zij zich als normale werknemer. Lichamelijke veranderingen zorgen voor een veranderende belastbaarheid en leiden tot allerlei klachten waar niet-zwangeren geen last van hebben. Vrouwen hebben het gevoel dat ze hun zwangerschap onzichtbaar moeten maken. Wat verder verandert is dat voor zwangere vrouwen en prille moeders wetgeving bestaat die ervoor zorgt dat zij veilig kunnen blijven werken en hun werk kunnen aanpassen. Het bestaan van wetgeving is volgens de Liu & Buzzanell geen garantie dat vrouwen het werken zelf vorm kunnen geven. Als de werkgever niet meebuigt stellen vrouwen hun verwachtingen bij en passen zij zich aan. Tot slot is de verwachting dat de balans tussen werk en privé verstoord wordt door de komst van de baby. Om deze balans te herstellen gaan vrouwen minder uren werken en gaan ze hun werk anders organiseren. Komt de theorie overeen met de praktijk van de zeventien respondenten die hun ervaring deelden over werken tijdens en net na de zwangerschap? Hebben de respondenten gemerkt dat hun FROOHJD¶VKXQYHUZDFKWLQJHQQDDUEHQHGHQELMKHEEHQJHVWHOG"7ZHHGHUGHYDQGHUHVSRQGHQWHQKHHIW te maken gekregen met reacties op de werkvloer waaruit blijkt dat de omgeving wel vraagtekens zet bij de toewijding en competentie van zwangere vrouwen en prille moeders. De vraag of moeders lastig zijn voor hun werkgever wordt bevestigend beantwoord door elf respondenten. Moeders zijn

lastpakken die werk laten liggen en waarvoor werk niet meer op nummer 1 staat. Hoe denken de respondenten over zichzelf? Sommige respondent twijfelen soms of ze nog wel voor vol worden aangezien. Ondanks deze twijfel blijft het zelfbeeld van respondenten blijft positief. Geen enkele respondenten vindt zichzelf een minder capabele werknemer. Ook niet als zij hun werk minder goed kunnen uitvoeren. Minder toegewijd is een derde van de respondenten wel. Veel respondenten kunnen door het ouderschap hun werk wel beter relativeren. Zes respondenten zijn zelfs beter gaan

functioneren. De winst bestaat uit: efficiënter werken en een betere balans tussen werken en privé. Hun werkidentiteit, de manier waarop zij van zichzelf moeten werken om te voldoen is bijgesteld. Het gaat niet meer om uren draaien, maar om kwalitatief goed werk afleveren.

De mate waarin de lichamelijke veranderingen invloed hebben op het functioneren, loopt uiteen van nauwelijks tot veel. Vier respondenten zijn alleen maar misselijk en moe en het werken wordt nauwelijks beïnvloed door de zwangerschap. Vier respondenten kunnen niet meer werken door extreme moeheid, duizeligheid of doordat zij te weinig energie hadden. De meeste respondenten (N=9) horen bij de middengroep. Terugkerende zwangerschapskwaaltjes bij de middengroep zijn: moeheid, misselijkheid, stemmingswisselingen, vergeetachtigheid en bekkeninstabiliteit. Hierdoor kost werken meer energie, kunnen werkzaamheden niet meer gedaan worden of reageren respondenten emotioneler of zijn ze vergeetachtiger. Als het lichaam niet meewerkt dan valt dat tegen. Vrouwen stellen zich in op een vitale zwangerschap.

De manier waarop respondenten met hun zwangerschap en de bijbehorende zwangerschapskwaaltjes omgaan is door er zelf voor te zorgen dat de zwangerschap zo min mogelijk effect heeft op hun werk. Respondenten bedenken zelf uiteenlopende oplossingen waardoor ze ervoor zorgen dat hun werk minder belastend wordt. Respondenten overcompenseren niet, wel moet het normale werk af. Om het werk af te krijgen werken 12 van de 17 respondenten af en toe harder dan dat ze kunnen.

Respondenten geven aan dat het aan henzelf ligt en niet aan de omgeving dat zij hun grenzen zijn overgegaan. Motieven om toch door te werken zijn: het werk af willen en moeten krijgen en geen ruimte zien om het rustiger aan te gaan doen. Doorwerken is niet een bewuste strategie. De strategie

geheimhouden komt wel terug doordat respondenten niet met hun leidinggevende in gesprek gaan over hoe de zwangerschap het werken beïnvloedt. Als de werkgever al benaderd wordt dan is het om een kant-en-klaar oplossing voor te leggen wat eerder past bij wat respondenten liever doen zelf oplossingen bedenken.

Verborgen en openlijke belemmeringen waarmee respondenten te maken krijgen geven mogelijkerwijze een verklaring waarom respondenten geen gebruik maken van de wettelijke mogelijkheden om extra pauze te nemen of tijdens werktijd naar de verloskundige te gaan. Dat respondenten moeite hebben met het aangeven waar hun grens ligt, komt wellicht door de norm dat zwangerschap geen ziekte is en een normale werknemer zijn werk afkrijgt. Respondenten voelen zich niet ziek genoeg, terwijl het hoofd hen vertelt dat ze hun werk gewoon moeten afkrijgen. Geen enkele UHVSRQGHQWHQYHUZRRUGOHWWHUOLMNGHQRUPGDWHHQµQRUPDOH¶ZHUNQHPHUKDUGZHUNWHQ]LMQZHUN afkrijgt maar veel respondenten gedragen zich wel volgens deze norm. Uit de verhalen van de respondenten blijkt dat organisaties niet alleen de ruimte kunnen verkleinen die er is om gebruik te maken van de wettelijk mogelijkheden, maar dat zij deze ruimte ook kunnen vergroten. Bij twee organisaties is er een vaststaand traject waarin is vastgelegd dat zwangere werknemers voorgelicht moeten worden en standaard naar de bedrijfsarts gaan. Binnen de Ikea is het wel zo dat of het formele beleid uitgevoerd wordt afhankelijk is van de leidinggevende. De respondenten bij wie de

leidinggevende dit formele beleid uitvoerde, maken gebruik van de mogelijkheid om hun werk aan te passen, extra pauzes te nemen en onder werktijd naar de verloskundige te gaan. De conclusie is dat respondenten gebruik maken van de geboden ruimte en zich aanpassen aan de norm die gesteld wordt binnen hun bedrijf. Daarbij geldt dat respondenten niet uitgaan van de rechten die zij volgens de wet KHEEHQPDDUNLMNHQQDDUZDWµQRUPDDO¶LVELQQHQKXQHLJHQEHGULMI$OVUHVSRQdenten tegen een belemmering aanlopen dan maken zij dit alleen bespreekbaar als het hen iets gaat opleveren en als zij voldoende energie hebben.

Zorgt de komst van de baby ervoor dat de balans tussen werken en privé verstoord wordt? Vooral voor de groep respondenten waarbij het lichaam niet meewerkt wordt de werk en prive balans tijdens de zwangerschap verstoord. De helft van de respondenten schat vooraf niet goed in hoe de combinatie uit gaat pakken. Om werken en privé in balans te houden tijdens de zwangerschap zorgen respondenten er zelf voor dat de werkbelasting omlaag gaat. Drie respondenten plannen een pauze in hun carrière in met tijdelijk minder werkbelasting, zodat zij hun kinderwens kunnen realiseren. Om de privé-balans na de komst van de baby in balans te houden nemen bijna alle respondenten

ouderschapsverlof op en sommige respondenten gaan (ook) minder uren werken.

 

Hoofdstuk 6

Discussie

Het doel van deze scriptie is om inzicht te krijgen in hoe werkende vrouwen de periode tijdens en na hun zwangerschap hebben ervaren. De methode die data opleverde die het beste aansluit bij dit doel zijn diepte-interviews. De kracht van de data zit er in dat deze inzicht geeft in de achterliggende motieven van de keuzes die gemaakt zijn door respondenten. De gekozen methode en de aard van het onderzoek levert ook een aantal beperkingen op. Een consequentie van het beperkt aantal gehouden interviews is dat de resultaten niet generaliseerbaar zijn. Ook bleek tijdens de interviewfase dat de vragenlijst aangescherpt moest worden. Respondenten konden uit zichzelf weinig vertellen over het onderwerp zwangerschapsdiscriminatie. In de eerste tien interviews is niet op een juiste manier gemeten wat ik wilde weten. Tot slot heeft de manier van werven er toe geleid dat de respondenten qua achtergrond veel met elkaar delen. Alle respondenten hebben bijvoorbeeld een vast contract. Als een deel van de respondenten een tijdelijk contract had gehad dan was het bijvoorbeeld gemakkelijker geweest om vast te stellen of een tijdelijk contract voor vrouwen een reden is om hun kinderwens nog even uit te stellen. De manier waarop meer variatie bereikt had kunnen worden was door eerst drie moeders te werven die qua achtergrondkenmerken van elkaar verschillen. Via deze vrouwen was het dan waarschijnlijk mogelijk geweest om vrouwen te werven die qua achtergrond op hen lijken wat uiteindelijk meer variatie had opgeleverd.

Ondanks de op- en aanmerkingen op de manier waarop het onderzoek is uitgevoerd heeft het onderzoek resultaten opgeleverd die interessant zijn voor moeders, werkgevers en de overheid. Op basis van deze resultaten kunnen de volgende aanbevelingen gedaan worden.

Moeders:

Een eerste aanbeveling voor vrouwen met een kinderwens is dat het aan te raden is om ervoor te zorgen dat zij informatie krijgen over welke mogelijkheden de wet hen biedt om hun werk aan te passen tijdens de zwangerschap en welke plichten de werkgever naar hen toe heeft. Moeders zijn namelijk onvoldoende op de hoogte welke mogelijkheden de wet hen biedt om hun werk aan te passen. Dit geldt zelfs voor moeders die aangaven zich te hebben ingelezen. Waar moeders nog minder van af weten is welke plichten hun werkgever naar zwangeren heeft. Geen enkele moeder wist precies wat de Risico-Inventaris &-Evaluatielijst inhield en dat hun werkgever de plicht heeft hen in te lichten over werken tijdens de zwangerschap. Ten tweede biedt dit onderzoek hopelijk handvatten voor vrouwen die de periode van zwangerschap en het prille moederschap op het werk nog gaan meemaken. De handvatten bestaan eruit dat vrouwen vooraf al kunnen nadenken hoe zij eventueel willen omgaan met de veranderingen die hen wellicht te wachten staan op de werkvloer. Ook roept dit onderzoek hopelijk de vraag bij moeders op of normen, vanzelfsprekendheden en institutionele belemmeringen ook niet beïnvloeden wat zij doen. Deze scriptie geeft dus naar ik hoop informatie over werken tijdens en net na de zwangerschap en zorgt voor een vergroting van bewustwording.

Werkgevers:

Bij Ikea speelt de vraag hoe het verzuim en de uitval onder zwangere medewerkers omlaag gekregen kan worden. Uit deze scriptie blijkt dat een klein deel van de uitval van zwangere medewerkers en prille moeders moeilijk te voorkomen is. Een kleine groep respondenten kan niet meer werken door zwangerschapsgerelateerde klachten. De werkgever kan niet voorkomen dat het lichaam van sommige vrouwen niet meewerkt. Voor de middengroep is het belangrijk dat het werk zo georganiseerd wordt

dat het aansluit bij de belasting die zwangere werknemers nog aankunnen. De werkgever moet vooral bijspringen bij werknemers die weinig vrijheid hebben om hun werk zelf vorm te geven. Deze

werknemers kunnen namelijk minder goed zelf organiseren dat hun werk minder belastend wordt. Een ander inzicht dat deze scriptie werkgevers verschaft is dat de meeste zwangere vrouwen zich

aanpassen aan de standaard die geldt binnen een bedrijf. Bijvoorbeeld: de Ikea-respondent die ontevreden is over de kolfruimte die aan alle wettelijke eisen voldoet, was met dezelfde ruimte heel