• No results found

Culturele dimensie

4.3 Lichamelijke veranderingen

5. Aanstaande moeders hebben last van zwangerschapsgerelateerde klachten op de werkvloer en deze hebben invloed op de belastbaarheid en dus op de manier waarop zij hun werk kunnen uitvoeren. Met welke zwangerschapsgerelateerde klachten krijgen de respondenten te maken? Alle respondenten hebben zwangerschapsgerelateerde klachten gehad. Moeheid is de meest voorkomende klacht. Veertien van de zeventien respondenten vertellen dat ze moeër waren. De mate waarin deze kwaaltjes effect hebben gehad op het werken verschilt behoorlijk. Het werken is bij vier respondenten

nauwelijks beïnvloed door zwangerschapskwaaltjes. De zwangerschapskwaaltjes die zij opnoemen zijn: moeheid en misselijkheid. Op vier respondenten hadden de lichamelijke

zwangerschapsgerelateerde klachten een grote impact op het werken. Door extreme vermoeidheid is Anna eerder gestopt met werken en door duizeligheid is Floor gaan thuis werken. Robin kon na haar verlof nog niet aan de slag en door een drieling zwangerschap is Larissa eerder gestopt met werken.

Larissa: µ,k heb vanaf week 24 tot week 28 nog gewerkt, halve dagen. Na die controle moest ik stoppen van de gynaecoloog.¶

Robin: µDoor de bevalling ook. Ik was mentaal de eerste 10 dagen niet aanwezig. En toen ging het een beetje EHWHUHQQDWZHHPDDQGHQVWRUWWHLNKHOHPDDOLQ«LN]RXYLHUPDDQGHQPHWYHUORIJDDQHQGDQZHHUEHJLQQHQ en dat ging gewoon niet.¶

De rest van de negen respondenten zitten in de middengroep waarbij zwangerschap gerelateerde klachten wel het werken beïnvloeden, maar er niet voor zorgen dat zij niet meer kunnen werken. Terugkerende klachten zijn: moeheid, misselijkheid, stemmingswisselingen, vergeetachtigheid en bekkeninstabiliteit. Klachten die maar door één respondent genoemd worden in deze middengroep zijn: carpaal tunnelsyndroom en rugklachten. Voor Elin werd het werken door haar misselijkheid zwaar.

Elin: µIk ben erg misselijk geweest en toen heb ik ook minder gewerkt. Dat is ook die flexibiliteit. Dat kon gewoon. En met de moeheid. Tot aan die 10 weken wat het best wel afzien.¶

Aukje kon bepaalde werkzaamheden niet meer doen en moest vaker plassen. Aafke moest op de weg naar haar school en tijdens haar werkdag overgeven. Marian kon door bekkeninstabiliteit het fysieke werk niet meer uitvoeren. Ook Lisanne merkte dat de fysieke werkzaamheden haar te veel werden.

Lisanne: µ2p een gegeven moment heb je daar wel een max in. Als je staat te vullen en laag met je buik. Ik vond het wel leuk om een beetje in beweging te blijven, maar op een gegeven moment moet je wel zeggen laat mij maar iets lichter werk doen.¶

Merel had moeite om werken vol te houden en kon werkzaamheden waarbij veel fysieke inspanning voor nodig was zoals bijvoorbeeld reanimeren niet meer doen. Amelie en Elin hadden allebei onder andere last van moeheid en stemmingswisselingen.

$PHOLHµ(HQNHHU]RERRVRSHHQPHGHZHUNHU5HGHOLMNJRHGRQGHUXLWJHNRPHQ(QLNZDVZHOUHGHOLMN moe, maar dat heb ik ook goed kunnen verblRHPHQ¶

Elin: µ(QGDQKDGLNZHHUHHQKXLOEXL'HQNHQ]HDOOHPDDOGDWZHHHQURWJHVSUHNKHEEHQJHKDG¶

De lichamelijke klachten zorgen ervoor dat het werken zwaarder wordt, vaker wordt onderbroken, respondenten emotioneler reageren of zaken vergeten. Ook kunnen ze bepaalde werkzaamheden niet meer uitvoeren of merken ze dat ze het minder goed doen en dat ze bepaalde werkzaamheden niet meer of minder goed NXQQHQXLWYRHUHQHQGDDURYHUKHWJHVSUHNPRHWHQDDQJDDQPHWFROOHJD¶V Afgezien van de effecten op de werkvloer zorgt het werken er ook voor dat de vier respondenten (Robin, Elin, Lisanne en Anna) aangeven dat werken tijdens de zwangerschap ervoor zorgt dat ze heel moe zijn als ze thuis komen.

Anna: µIk was in het begin al zo moe dan wilde ik om 7 XXU¶VDYRQGVQLHWYDQGHEDQNNRPHQ¶

Lisanne: µ2mdat ik wel kwam en dat ik echt niet meer wist hoe ik thuis was gekomen en liggend op de bank ik slaap viel.¶

Alle respondenten hebben zwangerschapsgerelateerde klachten. Moeheid is de meest voorkomende klacht. 12 van de 17 respondenten is moeër. In welke mate de belastbaarheid van respondenten omlaag gaat verschilt. Respondenten kunnen ingedeeld worden in een drie groepen. Het effect van de

zwangerschap heeft op vier respondenten heel weinig effect en op vier respondenten veel effect. De laatste vier respondenten moeten eerder stopen met werken door hun lichamelijke klachten. De meeste respondenten behoren tot de middengroep. De belastbaarheid gaat bij deze groep wel omlaag, maar deze respondenten kunnen wel doorwerken. Lichamelijke klachten zorgen ervoor dat het werken

zwaarder wordt, bepaalde werkzaamheden niet meer gedaan kunnen worden, het werktempo omlaag gaat, respondenten emotioneler reageren of zaken vergeten.

6. Voor sommige vrouwen verandert de werkplek in een onveilige en ongezonde plek.

Om te bepalen voor hoeveel respondenten de werkplek onveilig of ongezond is geweest is gekeken of zij te maken hebben gehad met de vastgestelde risicofactoren. De risicofactoren die werken ongezond of onveilig maken zijn: zwaar fysiek werk, nachtdiensten, werkstress, werken met mutagene stoffen en bepaalde virussen, bacteriën en schimmels die aanwezig kunnen zijn in bijvoorbeeld scholen of ziekenhuizen. Lylian en Merel werken in een ziekenhuis en mochten bepaalGHZHUN]DDPKHGHQµVLQJOH incidenten en niks met straling en resisteQWHEDFWHULsQ¶PHHUXLWRHIHQHQ0HUHOLVGRRUHHQpatiënt in aanraking gekomen met een resistente bacterie. Een andere risicofactor dat hoort bij het beroep van Lylian, Merel en Aukje en alle IKEA-medewerkers zijn de onregelmatige werktijden. Roos werkt in HHQODERUDWRULXPHQYRQGµKHWSULPDRPRSKHWODEWHEOLMYHQ,NZLOGHQLHWPHWFKHPLFDOLsQZHUNHQ¶ Voor Aukje en voor vier IKEA-medewerkers werd de werkplek onveilig of ongezond doordat hun werk (voor een deel) bestaat uit fysiek werk. Samengevat is de werkplek voor tien van de zeventien respondenten potentieel een onveilige of gevaarlijke werkplek.

Zelf gaven Floor, Aafke, Caroline en Anna aan dat hun werk mogelijk onveilig of ongezond werd vanwege andere factoren dan de hierboven opgesomde risicofactoren. Floor heeft zelf niet meer gevaccineerd vanwege prikincidenten. Volgens Aafke zijn rondrennende leerlingen die niet opletten het grootste gevaar op haar werk. Anna vertelt dat de sociotherapeuten op haar werk niet meer op agressieve groepen hoeven te staan. Voor Caroline was het werken op zichzelf een risicofactor. Met KDDUGULHOLQJ]ZDQJHUVFKDSZDVKHWEHODQJULMNDDQYROGRHQGHWHUXVWHQµ5XVWLVKHWEHODQJULMNVWH groeimiddeOYRRUGHGULHOLQJ«LNKDGHHUGHUPRHWHQVWRSSHQPHWZHUNHQ¶ Afsluitend zou in overweging genomen moeten worden dat de werkplek voor veel zwangere werknemers wellicht stressvoller wordt. Van de zeventien respondenten zijn er namelijk twaalf respondenten die aangeven harder te hebben gewerkt dan dat zij eigenlijk aankonden.