• No results found

Van ‘Verschil’ naar ‘verschillen’

3. Aysel en anderen Turkse vrouwen in Nederland

3.1 Feministische Uitgeverij Sara

3.1.1 Waarom is Sara opgericht?

Sara werd in 1977 opgericht om een ander geluid te vertegenwoordigen dan bij Van Gennep en De Bonte Was. Sara was namelijk een product van de tweede golf van het feminisme, en wilde het radicaler aanpakken dan bij de ‘gevestigde orde’ (de uitgeverijen die zelf ooit vanuit een zelfde motivatie begonnen waren). De oprichtsters hadden een ander doel voor ogen dan bij De Bonte Was werd aangehouden: ‘… zo zien we ons- zelf: als één van de initiatieven van de vrouwenbeweging, naast VOG-cursussen, vrouwenkranten, vrouwen- huizen, femsocgroepen en dergelijke …’. Doel van Sara was dan ook 'het stimuleren van vrouwen om haar 142

gedachten en gevoelens op schrift te stellen en om aldus verkregen geschriften in boekvorm, tijdschriften of anderszins te verspreiden en uit te geven’. En, heel belangrijk: 'de stichting beoogt geen winst te 143

Auwera, F. (1985) Geen daden maar woorden, Antwerpen/Utrecht, p. 28-34

137

Verbraak, C. Leverancier van links gedachtegoed. Vrij Nederland, (26-05-2007)

138

Bradshaw, A., & Holbrook, M. B. (2007). Remembering Chet: theorizing the mythology of the self-destructive bohemian artist as

139

self-producer and self-consumer in the market for romanticism. Marketing Theory, Jr. 7 Nr.2, p.115 - 136.; Dubois, S. (2012). Recognition and renown, the structure of cultural markets: evidence from French poetry. Journal of cultural economics, Jr. 36 Nr.1, p., 27 - 48.

Renders, H. en Faassen, S. van (2009), p. 77

140

Haveman, B. (14-4-1994)

141

Saracollectief. (1979). Twee jaar Sara : Werken in een vrouwenuitgeverij (Zij aan zij 3). Amsterdam: Feministische Uitgeverij

142

Sara

Saracollectief. (1979), p. 22

maken'. Met de twee vrouwen van de kleine uitgeverij Dolle Mina was echter wel contact: 'Onze ideeën 144 145

over wat we wilden bleken zo met elkaar overeen te komen dat we na een korte ondertrouw besloten één uit- geverij te worden. Na een avond waarin al onze creativiteit al aan belangrijke beslissingen was opgegaan en iemand meer een naam met een diepe feministische betekenis kon bedenken, kwam de kat langs van één van de collectiefvrouwen, en naar haar is de uitgeverij uiteindelijk genoemd: Sara.’ 146

Sara was van plan om met De Bonte Was ‘een breed front’ te vormen met zo veel mogelijk diversi- teit in de publicaties. De wens om uit te breiden of andere boeken uit te geven bleek niet aanwezig bij de 147

vrouwen van De Bonte Was: 'De Bonte Was maakt al vijf jaar lang ervaringsboeken, boeken die voor een groot gedeelte bestaan uit door veel verschillende vrouwen geschreven anonieme stukjes ervaring rondom een bepaald thema. [..] We leken het er dus over eens te zijn dat de twee uitgeverijen best naast elkaar kon- den bestaan: veel overlappingen in onze uitgaven konden we niet bedenken.’ Uiteindelijk lijken de fond148 -

sen van de twee uitgeverijen toch enigszins te gaan overlappen. In 1980 worden naast de ervaringsboeken (die bij Sara ook verschenen, zie fondslijst in bijlage A) bijvoorbeeld in de Voorjaarsaanbieding van De Bon- te Was ook informatieboeken, poëzie en een novelle. ‘Wat later kregen we toch veel kritiek van De Bonte 149

Was, met name over ons voornemen om vrouwen te betalen.' Deze discussie over het wel of niet betalen 150

van (ideologisch) werk woedde hevig binnen het feminisme in die tijd. Sara besloot echter uit principe 151

tegen de gevestigde meningen in, dat vrouwen zoveel mogelijk betaald moesten worden voor hun werk. ’De vrouwen van het kantoor deden zelf een voorstel hoeveel salaris ze wilden: allemaal hetzelfde, en ongeveer het ‘modale inkomen’ (gemiddeld f. 1.700,00 schoon per maand voor de full timers) en de andere collectie- fleden vonden dat eerder aan de lage dan aan de hoge kant. Vervolgens hebben we in de loop van de tijd steeds gekeken welke taken onbetaald zouden blijven, welke taken freelance betaald zouden worden (dus per uur of per klus) en welk werk er in vast dienstverband gedaan zou worden.’ Deelname aan het collectief 152

was echter onbetaald: het vergader- en denkwerk binnen de uitgeverij was daarmee dus op vrijwillige basis. Daarnaast konden auteurs, bij de meer politieke boeken van Sara, hun naam onder hun werk zetten: 'we [vinden] het niet netjes om je achter een groep te verschuilen, en niet te zeggen wie je bent. Veel vrou- wen wensen bovendien onder haar eigen naam te schrijven, en er zijn ook redenen om dat wel te doen, de trots waarmee je laat zien wie je bent, bijvoorbeeld. De Bonte Was wijst dit principieel af. Erg vriendelijk was de discussie niet, en vrolijk werden we geen van allen van bedekte toespelingen op onze mogelijke cor-

Ibid

144

Borgers, I. (1983), p. 62

145

Saracollectief. (1979), p. 16-17 ; Bijlage brief Ria aan de ‘meiden van Sara’. [geen datum] Map 48. Archief Feministische Uitgev

146 -

erij Sara. Collectie IAV, Atria Amsterdam, p. 2

Ster, E. van der. Feministische uitgeverij begint in oktober. De Volkskrant. (27-8-1977)

147

Saracollectief. (1979), p. 18-19

148

Fondslijst voorjaar 1980. 22-09-1980. Uitgeverij De Bonte Was. Map D51/4, p. 518. Collectie IAV, Atria Amsterdam

149 Saracollectief. (1979), p. 18-19 150 Swigchem, P. van (1989), p. 14 - 15 151 Saracollectief. (1979), p. 40-41 152

rupte motieven en commercialiteit die vervolgens, anoniem, in verschillende publicaties doorsijpelden, maar we hebben ons daardoor niet van onze plannen laten weerhouden. Gelukkig hadden we geen van allen vee last gehad van illusies dat feministen per definitie engelachtige wezens zijn. Het zijn net mensen, dat wisten we al.’ 153

Een andere reden was dat de Saravrouwen de boeken die zij zelf graag uitgegeven zagen, niet uitge- geven kregen bij de gevestigde uitgeverijen. Ria Sikkes, Saravrouw en uitgeefster van het eerste uur, zegt hierover: 'Ik had dezelfde ervaringen als [Anja] Meul[enbelt]: stukgelopen pogingen bij Bert Bakker en Har- ko Keijzer om boeken uitgegeven te krijgen die we belangrijk vonden en daar alle energie aan kwijtraken. […] En een echte professionele uitgeverij en niet het incidentele uitbrengen van een boek, zoals bij De Bonte Was gebeurde, dat was ook mijn plan in die tijd' Anja Meulenbelt was 'in de eerste plaats geïnteresseerd in 154

een uitgeverij waar ik zonder gelazer mijn boeken heen kon brengen en in de tweede plaats liep ik ook met allerlei plannen. Mijn stelregel bij het schrijven was altijd: als je iets lezen wilt en het is er niet dan moet je het zelf schrijven. Dus ik zag vreselijk graag dat we met al die leuke ideeën ook ergens terecht konden. Die kon je niet overlaten aan de uitgeverijen van dat moment omdat je keer op keer zag hoe sloom en stom ze daar mee omgingen.’ Maar vooral belangrijk in de motivatie voor het opzetten was het uitgeven van boe155 -

ken van vrouwen voor vrouwen, door vrouwen. In 1981 werd zelfs vastgelegd bij de notaris dat het bestuur alleen uit vrouwen mocht bestaan. In Twee jaar Sara beargumenteerde de Saravrouwen waarom dit zo 156

essentieel was:

Vrouwen hebben behoefte aan boeken waarin ze zich kunnen herkennen, waarin ze niet om de ande- re bladzijde beledigd worden, waarin ze steun vinden voor haar veranderingsprocessen en waarin ze informatie vinden die niet is vertekend door seksisme. Jaren geleden begonnen we in de vrouwen- beweging met onze eerste eigen artikelen, vrouwenkranten en scholingsmateriaal, eerst nog gesten- cild, toen goedkoop geoffset en gedrukt. Het blijkt ontzettend belangrijk dat we onze eigen media in handen hebben, zodat we zelf kunnen bepalen wat ‘nieuws’ is, zelf kunnen bepalen wat we nodig hebben en in welke vorm. Dat de vrouwenbeweging in de laatste jaren zo is uitgebreid, en dat femi- nistische denkbeelden verder zijn doorgedrongen in plaatsen en kringen waarvan we in de beginpe- riode nog nauwelijks durfden dromen, is mede veroorzaakt door het werk van vrouwen in feministi- sche radio-en televisieprogramma’s, onze eigen artikelen, toneelstukken, boeken en kranten’ 157

Andere uitgevers, en dan hebben we het niet over Dolle Mina of De Bonte Was, maar de niet-ideologi- sche uitgevers, maakten er volgens de Saravrouwen namelijk een potje van en gaven de feministische boeken uit vanuit verkeerde beweegreden. 'Met lede ogen hebben we moeten aanzien hoe uitgevers de feministische

Saracollectief. (1979). p. 18-19

153

Waard, E. de (1987). Sara: vier vrouwen over tien jaar feministisch uitgeven. Amsterdam. Sara / Van Gennep, p. 8

154

Waard, E. de (1987), p. 8-9

155

Bijlage brief Lubbers en Dijk notarissen aan Marijke Rawie (30-1-1981, Amsterdam): Statutenwijziging. Map 7. Archief Feminis

156 -

tische Uitgeverij Sara, Collectie IAV, Atria Amsterdam Saracollectief. (1979), p. 10

markt probeerden af te romen en de populairste boeken uitgaven, en met de opbrengst daarvan boeken subsi- dieerden die niet feministisch of zelfs anti-feministisch waren. Met een eigen uitgeverij kunnen wij de op- brengst van goed lopende boeken rechtstreeks ten goede laten komen aan die feministische boeken die nooit een groot publiek zullen bereiken, maar die wij toch belangrijk vinden en waar een andere uitgeverij zich waarschijnlijk nooit aan zou wagen.' Daarnaast vond Sara dat uitgevers 'meedobberen op de grote stroom 158

van belangstelling voor het feminisme, door ook anti-feministische boeken op de markt te brengen.' Uitge- vers die dit deden waren De Arbeiderspers, Elsevier, Bert Bakker en Meulenhoff. 159

Het wantrouwen ten opzichte van deze uitgevers ging ver: 'Soms denk je dat uitgevers bewust aan mis- leiding doen. Zoals Elsevier, die na het gebleken succes van Hanneke van Buurens Vrouwen die van vrouwen houden (uitgeverij In den Toren) komt met een dubieus boekje dat Vrouwen die voor vrouwen kiezen heet. Je gaat je afvragen of het een puur winstbelang is of alleen maar goedbedoelde dommigheid […]’. Dat bij 160

deze uitgevers de 'feministische inhoud […] als bij een sandwich verpakt is tussen in - en uitleidingen van heren die denken dat ze het beter weten' hielp ook niet bepaald. Daarnaast stoorde Sara zich aan de 'bela161 -

chelijke omslagen, censuur in de tekst, omgedraaide flapteksten, merkwaardige publiciteitscampagnes, of uitgevers die zonder enig overleg proberen stukken uit een feministisch boek als voorpublicatie te verkopen aan een anti-feministisch weekblad.’ Zo werd bijvoorbeeld het feminisme uit het anti-dieetboek van Susie 162

Orbach, It’s a feminist issue, vertaald in het volgens de Saravrouwen nietszeggende Mooi dik is niet lelijk. 163

Een andere zwaarwegende factor voor het oprichten van een eigen uitgeverij was het samenbundelen van de verschillende feministische genres (politiek, romans, ervaringsboeken): ‘Onze uitgeverij Sara kan samen- hang brengen in de uitgave van feministische literatuur, die nu zo gefragmenteerd is. Dit kan onder andere door minder bekende en minder commerciële schrijfsters te publiceren. Als het allemaal lukt, zou Sara een geschreven weerspiegeling kunnen zijn van alles wat er nu in de vrouwenbewegingen gebeurt.’ 164

De vrouwen hadden dus drie argumenten voor het oprichten van de uitgeverij: 165

1. Eigen media = zeggen wat ze willen, zonder censuur, zonder in een vrouwenhoekje gedrukt te worden en de vrijheid om feministische lectuur uit verschillende genres en van onbekender schrijfsters te kunnen uitgeven

2. Eigen media = eigen werksfeer waarin nieuwe denkbeelden kunnen ontstaan zonder dat de creativiteit aan banden wordt gelegd

Saracollectief. (1979), p. 12 158 Saracollectief. (1979), p. 13 - 14 159 Ibid 160 Saracollectief. (1979), p. 14 161 Ibid 162 Ibid 163

Ster, E. van der. (27-8-1977)

164

Saracollectief. (1979), p. 10 - 11

3. Eigen media = garantie dat geld, energie en creativiteit goed gebruikt worden. verdiend geld kan ge- bruikt worden voor doelen waar we zelf voor kiezen 166

Reden genoeg voor de vrouwen om hun eigen uitgeverij op te zetten. In de herfst van 1976 kwam deze groep vrouwen bij elkaar. Daarvoor hadden ze 'al vaker tegen elkaar verzucht dat er nog een uitgeverij naast de al bestaande feministische media zou moeten komen, in de hoop dat ‘iemand’ daarmee zou beginnen. Het vermoeiende en ook het spannende van de vrouwenbeweging is dat die ‘iemand’ niet bestaat, we zijn het zelf. Dus begonnen we.’167