• No results found

Er zijn verschillende redenen die belangrijk zijn bij de keuze voor ligerswerk. Je kunt dat goed laten zien aan de hand van de soorten vrijwil-ligers, die we onderscheiden.

Groepen vrijwilligers

Net als mantelzorgers zijn ook de mensen die als zorgvrijwilliger actief (wil-len) zijn in groepen te verdelen. Elke groep moet anders benaderd worden.

Zingevingszoekers Mensen die iets willen beteken voor andere mensen en daarmee (meer) zin geven aan hun eigen leven.

Leerlingen Jongeren in de leeftijd tot einde middelbare school, die ervaring in de samenleving op (willen of moeten) doen in de vorm van een maatschappelijke stage.

Studenten Studenten van alle voortgezette opleidingen, die vanwege hun studie ervaring moeten opdoen in het werkveld in de vorm van een stage.

Statushouders Mensen die in Nederland een status hebben. Vluchteling met een verblijfsvergunning; erkende asielzoeker.

Deze mensen willen integreren in de samenleving en daarmee ook de taal beter leren.

Mensen die een tegenprestatie willen leveren voor de uitkering die ze ontvangen

Dit is in ons land in discussie vanwege het al dan niet verplichtend karakter dat de gemeenten hun kunnen opleggen als tegenprestatie voor een uitkering.

Werknemers in het kader van maatschappelijk ondernemen

Steeds meer werkgevers kiezen voor het beschikbaar stellen van uren van hun medewerkers om bij te dragen aan een maatschappelijke vraag.

Buurtgenoten Mensen die in dezelfde wijk, buurt of wooneenheid wonen en waar nodig iets willen betekenen voor mensen in hun directe omgeving.

Doorwerkers Mensen die na hun pensionering door willen werken zonder de verplichtingen van een vast dienstverband.

Het gaat steeds om mensen die op zoek zijn naar immateriële zaken, die om welke reden dan ook voor hen belangrijk zijn. Ofwel vanwege een persoon-lijke behoefte aan (meer) zingeving, of het kunnen behalen van een diploma of certificaat of ander persoonlijk doel.

We noemen de tijd die mensen willen, kunnen of moeten inzetten voor anderen ook wel de: ‘onbenutte zorgkracht’.

Grenzen aan vrijwilligerswerk in juridische zin

Natuurlijk is de juridische positie van zorgvrijwilligers heel anders dan die van mantelzorgers. Daar waar mantelzorgers ook zorgactiviteiten uitvoeren die ‘met het lijf’ verbonden zijn, zoals hulp bij wassen en aankleden, wonden verzorgen en het geven van medicatie, waaronder ook injecties, is dat alles voor de zorgvrijwilliger niet van toepassing. Zij voeren uitsluitend taken uit,

‘los van het lijf’.

Dat is het meest duidelijke onderscheid.

Maar daar begin het meteen al te schuiven. Mag een vrijwilliger ook iemand een arm geven om naar het toilet te lopen? Ja natuurlijk wel, zou de eerste logi sche gedachte zijn. En als die persoon vervolgens in het toilet vraagt:

“Kun je me even helpen mijn broek uit te doen?” En of je ook het aanwezige incontinentiemateriaal wilt verwijderen? Is dat dan ook een logische voor-zetting van wat nog mag? Of zou dat niet meer mogen?

Precies hier raken de professionele en de informele zorg elkaar. Professio-nals zullen snel geneigd zijn om met argumenten te pleiten voor deze grens.

Los van het lijf. Toch zien we in de praktijk al geleidelijk een verschuiving optreden, afhankelijk van de situatie. Het wordt gevaarlijk als deze grenzen vervagen vanwege de verkeerde motieven, bijvoorbeeld bezuinigingen of ge-makzucht. En die liggen natuurlijk op de loer in een tijd waarin we te weinig geld en te weinig ‘handen’ hebben om de zorg op dezelfde wijze te kunnen continueren als tot nu toe. Zie verderop in dit hoofdstuk.

Â

Hoe kijk jij ertegenaan als zorgprofessional?

Wat is het beleid van je organisatie?

Hoe zwart-wit wordt dit toegepast?

Het vraagt een uitgebreide discussie om jezelf beter bewust te zijn van je ei-gen idee hieromtrent.

Grenzen verkennen

Wettelijke en juridische aspecten in het samenspel tussen informele en formele zorg Vilans, maart 2016, Cecil Scholten

(Zie digitale tool)

Een voorbeeld van hoe het kan:

Ik werk als vrijwilliger in een hospice. Daar voeren we taken uit die allemaal ondersteunend zijn aan het tijdelijke verblijf van mensen, die in een terminaal stadium zijn aangekomen. Het is geen ‘high care’ hospice, maar een ‘bijna thuis huis’. Ondersteunend zijn taken als verzorging van eten en drinken voor bewoners en hun naasten, de verzorging van de was en tijd en aandacht geven aan de bewoners en hun naasten, die op bezoek komen.

Naast de aanwezigheid van een professional gedurende 24 uren per dag in drie diensten, zijn er tussen 8 uur ‘s ochtends en 11 uur ‘s avond altijd twee vrijwilligers aanwezig die de niet­zorgtaken op zich nemen. Daarnaast helpen zij in de ochtenduren ook altijd bij het wassen van de bewoners en op verzoek helpen ze overdag en ‘s avonds bij toiletgang en kleine verzorgende taken zoals mondverzorging. Door de permanente aanwezigheid van een professional wordt er altijd bij overdracht overlegd wie wat gaat doen. Vrijwilligers voeren nooit taken uit op het gebied van medicatietoediening, wondverzorging en verzorging van bijvoorbeeld katheters. Dat zijn allemaal taken die

voorbehouden zijn aan de professional. Daar waar problemen te verwachten zijn met wassen en toiletgang is de professional ook altijd leidend. Waar geen problemen te verwachten zijn, maar toch vragen opkomen, is de professional altijd in de directe omgeving aanwezig om vervolgens samen naar de situatie te kijken. De directe omgeving betekent in dit geval dat de professional nooit meer dan 10 meter verwijderd is …

Omdat alle mensen in het hospice respect hebben voor de ander, loopt dit concept op rolletjes in mijn beleving. We gaan niet over grenzen, roepen elkaar waar nodig voor hulp of deskundig advies en zijn altijd in elkaars nabijheid.

Ook voor de bewoners en hun naasten is de taakverdeling tussen vrijwilligers en professionals geen probleem. Zij doen hun voordeel bij de tijd die

vrijwilligers voor hen en hun naasten hebben. Hun wens om een professional even om hulp te vragen of een oordeel, wordt te allen tijde gerespecteerd.

Geen enkel probleem. Zonder elkaar zou een hospice als dit ook niet kunnen functioneren.

Toch zijn er ook mensen die de inzet van zorgvrijwilligers verafschuwen. “We bewegen ons daarmee op een hellend vlak,” zo zeggen zij. En dat is dan weer gebaseerd op een vaststelling dat de motieven, die gebruikt worden om zorgvrijwilligers in te zetten, niet de juiste zijn.

Â

Wat vinden jullie?