• No results found

Van zorgen voor naar zorgen dat…

3. de groene gevoels-/bewustzijnslaag

De aansturing vanuit laag 1, de emotielaag, geven we aan met een rode cirkel.

De aansturing vanuit laag 2, de gedachtenlaag, geven we aan met een blauwe cirkel.

De aansturing vanuit laag 3, de gevoels-/bewustzijnslaag, geven we aan met een groene cirkel.

Steeds vaker zijn er geen pasklare antwoorden. Je wordt als professional uit-gedaagd mee te gaan in een andere manier van werken en denken. Enerzijds wordt er veel eigenaarschap van je verwacht, anderzijds wordt er ook ver-wacht dat je je aan de regels houdt. Hier zit soms geen logica in. Van jou als professional vraagt het om zelfstandigheid, durf en bewustzijn van je han-delen, terwijl de organisatie nog handelt vanuit systemen (de blauwe vinkjes cultuur). Deze werkwijze is voor de een geweldig en voor de ander verwar-rend.

Hoe leer je in dit speelveld goed voor de cliënt en zijn naasten, voor hun be-hoeften te zorgen en daarnaast ook goed voor jezelf, als mens en als zorg-professional? Hoe zorg je als professional voor je eigen veiligheid?

Deze veranderende rol kan beleefd worden in de onderstroom en van daaruit verschillend worden uitgevoerd.

4.3 Belevingen

Anne vindt de veranderende rol geweldig. Ze wordt meteen enthousiast en ziet allerlei mogelijkheden.

“Eindelijk weer wat meer vrijheid van handelen. Eindelijk kan ik ook mijn creativiteit kwijt en naast zorgen voor de cliënt ook contact onderhouden met familieleden.”

Anne kan net iets meer eigenheid kwijt in deze rol. Ze begrijpt dat ze wel de grens van de aan te bieden mogelijkheden in de gaten moet houden. De organisatie heeft ook te maken met de grenzen van het Zorgkantoor.

Anne zit vooral in het groene gebied van de ijsberg. Ze ziet allerlei mogelijkheden en wordt er blij van. Ze is in staat te handelen vanuit haar authentieke ZELF.

Merel vindt de veranderende rol helemaal niet zo leuk. Ze is opgeleid als verpleegkundige en is vooral blij als ze kan zorgen dat de cliënt het goed heeft en goede zorg krijgt. Al die rompslomp met lastige familieleden, daar zit ze echt niet op te wachten. Dat geeft bij haar spanning en onrust.

“Wat hebben ze nu weer allemaal bedacht? Ik heb het al druk genoeg met de zorgverlening.”

Merel zit vooral in het blauwe gebied van de ijsberg. Ze biedt de cliënt zorg zoals is afgesproken. Ze wordt er emotioneel van als ze ineens een veel ruimer takenpakket krijgt. Hier heeft ze niet om gevraagd. Ze wil het graag houden

zoals het was, waarin ze heel goed weet wat ze moet doen. De onrust die deze verandering met zich meebrengt, maakt dat Merel opschuift naar het rode emotiegebied in het ijsbergmodel. Ze komt verder af te staan van haar authentieke ZELF.

Â

Wat betekent van zorgen voor naar zorgen dat … voor jou?

Word je er blij van of helemaal niet?

Wil je het ook liever houden zoals het was?

Wat betekent de verandering van zorgen voor naar zorgen dat … voor jou persoonlijk?

Wat voel je erbij?

Wat denk je erbij?

Wat vraagt deze verandering aan jou?

4.4 Invulling geven aan deze vraag vraagt om ZELFbewustzijn.

Zorgprofessionals die invulling willen geven aan deze vraag, aan deze nieu-we bedoeling ‘Samennieu-werken met mantelzorgers en vrijwilligers in het thuis-systeem van de cliënt’ krijgen dus een nieuwe rol, een uitgebreider taken-pakket. Het vraagt in de eerste plaats dat je je bewust wordt wie je bent en of je deze rol wilt invullen. Kan/wil je je verbinden aan deze andere rol? Het vraagt om zelfbewust naar jezelf, je eigen bedoeling en beweegredenen te kijken in plaats van alleen maar naar de nieuwe taken die je moet gaan uit-voeren. Zeg je ja tegen deze nieuwe rol? En wat heb je hierin te leren en te ontwikkelen? Of durf je nee te zeggen tegen de nieuwe rol, omdat deze je niet past? Ook al betekent dit primair wat voor je eigen bestaansrecht of geeft dit onzekerheid over het ‘wat dan’?

Â

De belangrijkste vragen die hierbij horen zijn:

Wie ben je?

Wat is je kracht?

Hoe kun je je kracht zo inzetten, dat de opdrachtgever, de cliënt en zijn thuissysteem tevreden zijn en je zelf energie krijgt van je werk?

Als deze invulling niet past, durf je dit dan aan te kijken en uit te spreken?

Zou je het willen onderzoeken?

Alle veranderingen die je op je pad tegenkomt, vragen je jezelf te onderzoe-ken en je bewust af te vragen wat ze met je doen en te bedenonderzoe-ken wat je in huis hebt om ze aan te gaan. En daarnaast vraag je je af wat je daarnaast zelf nog nodig hebt.

4.4.1 Wie ben jij? Wat motiveert jou?

Beschrijf vijf hoogtepunten in je leven.

ƒ één hoogtepunt uit je kindertijd;

ƒ één hoogtepunt in je werk (afgelopen jaar);

ƒ één hoogtepunt in je thuissituatie (afgelopen jaar);

ƒ één hoogtepunt uit je privésituatie (je gehele leven);

ƒ één hoogtepunt uit je werksituatie (je gehele leven).

Welke gemeenschappelijke kwaliteiten en krachten worden in deze vijf hoogtepunten helder?

Werkblad: Hoogtepunten

Â

Lees het voorbeeld in de digitale omgeving.

Hoofdstuk 5

Van zorgen voor naar