• No results found

Bijlage 1: Vragenlijst

Wat is uw naam?

Gaat u akkoord dat dit gesprek opgenomen wordt?

Mag uw naam vermeld worden in het onderzoek of wenst u dat dit geanonimiseerd wordt?

Hoofdvraag: Op welke manier bekijken experten de toekomst van sociale robots op

ethisch vlak?

1. Kunt u uzelf kort even voorstellen?

a. Welke functie bekleedt u in uw professioneel leven?

b. Voor welk bedrijf of organisatie werkt u? Sector? Grootte?

c. Op welke manier komt u in aanraking met sociale robots?

d. Op welke manier komt u in aanraking met ethische zaken?

2. Wat verstaat u onder sociale robots?

a. Kunt u enkele voorbeelden geven van sociale robots?

3. Wat is de impact van sociale robots in de ouderenzorg op vlak van ethiek?

a. Mogen zorgverleners bij ouderen vervangen worden door sociale robots?

i.

Waarom wel/niet?

ii.

Voordelen indien vervangen? (Vb. besparingen, …)

iii.

Nadelen indien vervangen? (Vb. minder goede zorg, eenzaamheid, …)

b. Zal, naarmate sociale robots geaccepteerd worden door de maatschappij, de druk

toenemen om zorgverleners te vervangen door sociale robots?

i.

Waarom wel/niet?

ii.

Kunt u voorbeelden geven van eventuele rollen in de ouderenzorg die

vervangen zouden kunnen worden?

iii.

Welke ethische gevolgen zou dit kunnen hebben voor ouderen? (Vb.

eenzaamheid, comfort,…)

c. Kunnen sociale robots waardevolle interactie voeren met onder andere senioren?

i.

Waarom wel/niet?

ii.

Wat verstaat u onder waardevolle interactie?

d. Kunnen sociale robots morele competenties (vb. normen, morele beslissingen nemen,

morele communicatie...) bezitten?

ii.

Welke morele competenties zouden ze moeten bezitten om waardevolle

interactie te kunnen voeren? (Vb. normen, morele communicatie, morele

besluitvorming, …)

e. Welke impact hebben sociale robots op de evolutie van menselijke interactie?

i.

Op welke manier is dit positief? (Vb. minder eenzaamheid/depressies, ..)

ii.

Kunt u een situatie geven waarbij dit een positieve evolutie is?

iii.

Op welke manier is dit negatief? (Vb. minder menselijk contact, meer

depressies...)

iv.

Kunt u een situatie geven waarbij dit een negatieve evolutie is?

4. Welke rol kan wetgeving spelen op vlak van ethiek bij sociale robots?

a. Kan een sociale robot aansprakelijk gesteld worden, bijvoorbeeld indien de robot een

verkeerd medicijn voorstelt aan de arts om voor te schrijven aan een patiënt en

hierdoor die patiënt sterft?

i.

Waarom wel/niet?

ii.

Indien wel:

• Kunt u andere voorbeelden geven in welke situaties een sociale robot

aansprakelijk zou gesteld kunnen worden? (Vb. schade aan

voorwerpen, verkeerde instructies met grote gevolgen, foute

handelingen, ..)

• Zou de sociale robot gedeeltelijk/geheel aansprakelijk zijn? En

waarom?

iii.

Indien niet:

• Wie kan er aansprakelijk gesteld worden in geval dat de sociale robot

dergelijke fouten verricht? (Vb. fabrikant, eigenaar, uitvinder, …)

• Waarom?

b. Op welke manier kunnen volgens u sociale robots vergeleken worden met bedrijven

op vlak van aansprakelijkheid?

i.

Kunt u een voorbeeld geven van een situatie waarbij een sociale robot als

bedrijf kan gezien worden qua aansprakelijkheid?

c. Op welke manier kunnen volgens u sociale robots vergeleken worden met

minderjarigen op vlak van aansprakelijkheid?

i.

Kunt u een voorbeeld geven van een situatie waarbij een sociale robot als

minderjarige kan gezien worden qua aansprakelijkheid?

f. Waarom zouden sociale robots al dan niet rechtspersoonlijkheid moeten bezitten?

i.

Zouden ze gezien kunnen worden als volwaardig en handelingsbekwaam

persoon in het rechtsverkeer? (Vb. goederen bezitten, contracten afsluiten,..)

Waarom?

ii.

Zouden ze rechten en plichten moeten toegekend krijgen? Waarom?

g. Wie is verantwoordelijk voor de correcte (ethische) werking van sociale robots? (Vb.

fabrikant, eigenaar, gebruiker, …)

i.

Waarom?

h. In welke mate mogen mensen, in dit geval ouderen, sociale robots vertrouwen?

i.

Waarom?

ii.

Welke potentiële risico’s brengt het vertrouwen van een sociale robot met zich

mee? (Vb. schade aan de robot/mens, ..)

iii.

Waarom zouden licenties/opleidingen al dan niet verplicht moeten zijn voor de

gebruikers van sociale robots.

i. Wanneer is een wetgeving voor sociale robots noodzakelijk/wenselijk?

5. Op welke manier kunnen sociale robots vergeleken worden met dieren op vlak van

ethiek?

a. Moet er een wetgeving komen die sociale robots beschermt, net zoals dieren

beschermd worden?

i.

Waarom wel/niet?

ii.

Indien wel: Zou deze wetgeving dezelfde structuur kunnen hebben zoals dat

van dieren?

iii.

In welke situaties zouden sociale robots beschermd moeten worden?

iv.

Welke voordelen zou zo’n wetgeving met zich meebrengen?

v.

Welke nadelen zou zo’n wetgeving met zich mee kunnen brengen? (Vb.

minder aantrekkelijk om sociale robot aan te schaffen, meer lasten voor

gebruiker, …)

b. Immanuel Kant stelde dat wie een dier mishandelt, ook mensen slecht zou behandelen.

Gaat u hiermee akkoord?

i.

Waarom wel/niet?

ii.

Kan deze redenering doorgetrokken worden naar sociale robots toe, dus wie

een sociale robot slecht behandelt, zal een mens ook slecht behandelen?

• Waarom wel/niet?

iii.

Kunnen kinderen (en volwassenen) beïnvloed worden door omgang met

sociale robots op vlak van deugd (vriendelijkheid, zorg,..) en ondeugd (slaan,

agressie,..)?

Bijlage 2: Structuur interviews

1. Voorstelling functie/organisatie van de bevraagde en de link met sociale robots en

ethiek

2. Onderdeel omtrent ethiek bij sociale robots in de ouderenzorg

i.

Vragen rond de vervanging zorgverleners door sociale robots

ii.

Vragen over hoe waardevol de interactie met sociale robots kan zijn voor

ouderen en het belang van morele competenties hierbij

iii.

Vragen rond de evolutie van menselijke interactie door sociale robots

3. Onderdeel omtrent wetgeving voor sociale robots

i.

Vragen in verband met de aansprakelijkheid van sociale robots

ii.

Vragen rond rechtspersoonlijkheid en sociale robots

iii.

Vragen over het vertrouwen van sociale robots door ouderen

iv.

Vraag omtrent wenselijkheid of noodzakelijkheid voor een wetgeving omtrent

sociale robots

4. Vergelijking van sociale robots met dieren

i.

Vragen omtrent wetgeving ter bescherming van sociale robots, zoals

dierenbescherming

Bijlage 3: Interview 1, Brechtje Jansen