4. Resultaten
4.3 De vergelijking van sociale robots met dieren op vlak van ethiek
Vervolgens werd aan de respondenten gevraagd of sociale robots net zoals dieren beschermd
moeten worden door de wet. Alle negen respondenten waren van mening dat dit niet hoeft. Vijf
respondenten waren van mening dat sociale robots niet-sensitief zijn. R07 stelde dat sociale
robots enkel levend lijken. Het blijft volgens deze respondent dan ook gewoon techniek. Ook
R04 had een soortgelijke visie en stelde dat het net zoals een gsm of televisie is die je mag
kapotslaan als je dat wenst. De enige reden dat men dit niet mag doen, is dat het een reflectie
zou kunnen zijn van hoe jij je gedraagt tegenover anderen. R04 benadrukte dat hiervoor wel
geen bewijs bestaat. R06 stelde dat de enige morele overweging om een robot niet te
mishandelen, de Kantiaanse is. Deze stelt immers dat mishandelen een uitwerking heeft op ons
eigen welzijn en we het daarom niet moeten doen. Twee respondenten stelden dat een
bescherming van sociale robots niet hoeft zolang ze geen bewustzijn hebben. R01 stelde dat
niet de robots beschermd moeten worden, maar wel de mensen zelf tegen de effecten van sociale
robots. Twee respondenten stelden dat dit nadelig zou zijn voor innovatie.
Tabel 24: Beschermen van sociale robots
Beschermen
ID
Aantal
Mening
Nee
R01, R02, R03, R04, R05, R06, R07, R08, R09
9
Redenering
Geen bewustzijn
R03, R08
2
Reflectie van jezelf
R04
1
Kantiaanse reden
R06
1
Niet-sensitief
R04, R06, R07, R08, R09
5
Mensen beschermen R01
1
Nadelig innovatie
R01, R08
2
4.3.2 De stelling van Kant
Verder werd er aan de respondenten een stelling van Kant voorgelegd, die zegt dat wie een dier
mishandelt ook mensen slecht zou behandelen. Hierbij gingen vijf van de negen respondenten
niet akkoord met de stelling. R01 stelde dat wie gewoon dieren haat, niet noodzakelijk ook
mensen haat. R02 was van mening dat mensen meer waarde hechten aan een ander mens, dan
aan een dier. Omwille van die reden zouden volgens deze respondent mensen anders omgaan
met dieren dan met mensen. R03 stelde dat dit een algemeenheid is en nooit voor iedereen zal
gelden. Volgens R04 kan het best zijn dat wie dieren slecht behandelt, tevens mensen slecht zal
behandelen, maar volgens deze respondent is er hier geen causaal verband tussen. R04 en R09
gaven het voorbeeld van videospelletjes en agressieve kinderen. Dat het ene zou leiden tot het
ander, is tot op heden geen bewijs voor gevonden. Daarnaast werd door R09 ook het voorbeeld
Tabel 25: Stelling van Kant
Stelling van Kant
ID
Aantal
Mening
Akkoord
R05, R07, R08
3
Niet akkoord
R01, R02, R03, R04, R09
5
Persoonlijk
R06
1
Redenering “akkoord”
Waarden
R08
1
Redenering “niet akkoord”
Dierenhaat
R01
1
Mens meer waarde
R02
1
Algemeenheid
R03
1
Geen causaal verband
R04
1
Vervolgens werden de respondenten gevraagd of dezelfde stelling van Kant ook kan
doorgetrokken worden naar sociale robots. Dit zou dus willen zeggen dat wie een robot slecht
behandelt, tevens mensen slecht zou behandelen. Vijf van de negen respondenten gingen niet
akkoord met deze stelling. R01 stelde dat er geen zichtbare negatieve consequenties zijn als
mensen een robot slecht gaan behandelen. Omwille van die reden zou men dit sneller geneigd
zijn te doen bij robots, dan bij mensen. R03 stelde dat sommigen de robot gewoon zullen zien
als een stuk metaal of plastic. R04 was van mening dat iemand die “boertig” doet tegen een
robot, waarschijnlijk ook een vervelend persoon zal zijn naar mensen toe, maar er is hier geen
causaal verband tussen. R08 stelde dat zolang men het niet bekijkt als een mens of dier die je
pijn kan doen, de stelling niet opgaat.
Volgens drie van de negen respondenten kon deze stelling weldegelijk doorgetrokken
worden naar robots. R05 stelde dat het mishandelen van iets of iemand een uiting is van woede.
Dit zal geuit worden onafhankelijk of het een robot of mens is die er staat. R06 stelde dat
mensen indirect geschaad worden door robots te mishandelen en dit leidt tot een slecht karakter.
R02 haalde als enige respondent aan dat het uiterlijk een rol speelt. Volgens deze
respondent gaat de stelling sneller op indien de robot op een mens lijkt.
Tabel 26: Stelling van Kant en sociale robots
Stelling Kant en sociale robots ID
Aantal
Mening
Akkoord
R05, R06, R07
3
Niet akkoord
R01, R03, R04, R08, R09
5
Afhankelijk van uiterlijk
R02
1
Redenering “akkoord”
Reflectie woede
R05
1
Slecht karakter
R06
1
Redenering “niet akkoord”
Geen zichtbare gevolgen
R01
1
Plastic of metaal
R03
1
Geen causaal verband
R04
1
4.3.3 Invloed van sociale robots op kinderen
Tenslotte werden de respondenten gevraagd of sociale robots een invloed kunnen hebben op
kinderen op vlak van deugd en ondeugd. Van de acht personen die deze vraag beantwoordden,
stelden zeven personen dat sociale robots weldegelijk een invloed hebben op kinderen. Volgens
R01 en R06 kunnen kinderen leren van het gedrag van de robot. R06 stelde dat dit zowel
positieve als negatieve zaken kunnen zijn, maar ook effectieve als affectieve zaken. R04 en R05
stelden dat sociale robots een invloed zullen hebben op kinderen, net zoals andere
technologieën. Drie van de acht respondenten haalden het voorbeeld aan van de sociale robot
Zora bij autistische kinderen. Op die manier leerden de kinderen onderwijslesjes. Ze stelden dat
deze autistische kinderen beter reageren dan rechtstreeks met een therapeut. Bovendien worden
ze socialer en leren ze gemakkelijker, dankzij de voorspelbaarheid van de robot. R09 merkte
op dat het effect van de sociale robot afhangt van de intensiteit en de mate waarin het kind de
Tabel 27: Invloed sociale robots op kinderen
Invloed op kinderen
ID
Aantal
Mening
Ja
R01, R04, R05, R06, R07, R08, R09
7
Niet zeker
R02
1
Redenering “ja”
Zora bij autistische
kinderen
R05, R07, R09
3
Alle technologie
R04, R05
2
Vorm van opvoeding
R08
1
Leren uit gedrag robot
R01, R06
2
Redenering “niet zeker”
In document
Een juridische blik op ethische kwesties bij sociale robots
(pagina 84-89)