• No results found

Participatie in Malburgen is vanaf de jaren negentig sterk ontwikkeld. Zelforganisatie van bewoners was daarom voor Volkshuisvesting een logische stap. Doordat vanuit het LSA de mogelijkheid werd geboden, is ook door bewoners de volgende stap gezet.

Die zelforganisatie uit zich in het runnen van het Bruishuis in de achterstandswijk Malburgen Zuid Oost. De uitgangspunten van het BBM weerspiegelen de mate van zelforganisatie die ze willen bereiken. De vraag is hoe ze dat gaan doen. Ten eerste is daarvoor de organisatiestructuur van belang. Wanneer de intentie is om sociale, economische en fysieke problemen aan te pakken in een wijk, is het van belang dat de organisatie de problemen onderkend die er in de wijk leven. Hiervoor is een diverse organisatie nodig, zodat de verschillende bevolkingsgroepen, met verschillende inzichten gerepresenteerd worden in die organisatie. Het bestuur van het BBM is vrij homogeen. Er is één allochtone vrouw die de

verbinding moet maken met het diverse pallet aan allochtonen in de wijk. De anderen zijn autochtoon en wonen al lang, zo niet het hele leven, in de wijk. Hiervan zijn ze zich terdege bewust en er wordt geprobeerd nieuwe bewoners aan te trekken.

Er zijn meer mogelijkheden in de organisatiestructuur om invloed uit te oefenen op het BBM. Via het certificaathoudersplatform heeft elke bewoner in de wijk de kans om zich te laten horen. Het is dan aan de bewoners zelf of ze dat kunnen en willen. De mogelijkheid om invloed uit te oefenen is er te allen tijde.

Het daadwerkelijke functioneren van het bedrijf is afhankelijk van het verdienen van geld. De

gegenereerde inkomsten door het verhuren van units is het middel om het doel te bereiken. Problemen die de bewoners gesignaleerd hebben kunnen enkel worden opgelost door het BBM als het bedrijf geld verdiend. Stabiele huurders zijn hiervoor noodzakelijk.

40 Er worden selectiecriteria toegepast die ervoor moeten zorgen dat er huurders worden aangetrokken die op de langere termijn ook wat zouden kunnen betekenen in de wijk. Maar dit is vooralsnog niet het belangrijkste criteria. De eerste prioriteit is dat een huurder geld in het laatje brengt, zodat begonnen kan worden met wijkverbetering.

Dat het op deze manier gedaan wordt, door middel van een bewonersbedrijf, is gegroeid vanuit irritatie naar de gemeente en andere instanties. Die geven de indruk geld te willen verdienen aan de wijk in plaats van geld te stoppen in de wijk. Het geld vanuit de overheid wordt vaak verdeeld over de

verschillende welzijnsorganisaties in een wijk en komt niet direct terecht in de wijk. Dat kan wel met een bewonersbedrijf. Door dat op die manier aan te pakken willen ze uiteindelijk concurreren met de overheid om op die manier het beste voor de wijk eruit te slepen. De bewoners zijn van mening dat zij weten wat het beste is voor de wijk.

Het functioneren van het BBM wordt belemmerd door een aantal factoren die vaak te maken hebben met een verstoorde relatie met onder andere de gemeente en een aantal huurders. De relatie met de gemeente is verslechterd toen de wijkenaanpak van minister Vogelaar geïmplementeerd werd, zonder overleg met bewoners. Daarna was ook nog onduidelijk door wie het Vogelaargeld besteed kon worden en daarover bestaat nog steeds onduidelijkheid wat de relatie met de gemeente niet ten goede komt. Binnen het Bruishuis zijn er verschillen in inzicht tussen het BBM en de huurders. Omar’s gym is daar een voorbeeld van. De doelstellingen van beide komen op veel punten overeen, maar de manier waarop dat gedaan wordt is heel verschillend. Omar heeft een stichting, maar is afhankelijk van subsidies vanuit onder andere de gemeente (de Gelderlander 2011). Het BBM wil juist onafhankelijk zijn van de

gemeente door eigen inkomsten te genereren, maar om dat te doen heeft Omar te maken met

beperkingen van zijn activiteiten in het Bruishuis. Dit is een voorbeeld van een groter probleem dat door zowel de gemeente als het BBM gesignaleerd wordt: het tekort aan eigen verantwoordelijkheid in de wijk. De verzorgingsstaat is uitgegroeid tot een systeem wat de mens begeleidt van de wieg tot aan het graf. Zowel de zakelijk leider als de wijkregisseur signaleren dat dit is doorgeslagen, ook in de mentaliteit van bewoners.

Zelforganisatie is dus zeker niet vanzelfsprekend voor veel bewoners, maar het BBM hoopt van het Bruishuis het kloppend hart van de wijk te maken en daarmee ook de mentaliteit in de wijk te verbeteren.

Dit ligt echter nog in de toekomst. Het jaar 2014 wordt door het BBM besteed om de organisatie stabiel te laten functioneren en voldoende inkomsten te genereren. Daarna kan begonnen worden met het starten van projecten om de wijk te verbeteren. In het volgende hoofdstuk wordt verder uitgelegd hoe ze dat willen doen. Welke projecten staan er op stapel? Er lopen ook al een aantal projecten en op kleine schaal is al begonnen met wijkverbetering. Hoofdstuk 5 geeft een inkijk in hoe het

41

Hoofdstuk 5: Wat draagt het bewonersbedrijf bij aan de wijk?

In dit hoofdstuk worden de activiteiten die het BBM ontplooid in het Bruishuis en in de wijk nader belicht. Om activiteiten te kunnen organiseren zal er eerst geld verdiend moeten worden. De financiële input in de wijk kan op dit moment nog niet van de grond komen, omdat het BBM zich nog in de opstartfase bevind. Er zijn al wel een aantal buurtgerichte projecten die uitgevoerd worden. In het Bruishuis zelf is bedrijvigheid die gericht is op de wijk en ook bezoekers uit de wijk aantrekt. De eerste paragraaf besteed aandacht aan de buurtgerichte projecten. De tweede paragraaf besteed aandacht aan de bedrijvigheid in het Bruishuis en de relatie van de huurders met de wijk. De binding van de huurders met de wijk geeft aan of ze bij kunnen dragen aan de doelstellingen van het BBM.