• No results found

Vier jaar lang zit de aio op een kamertje, diep na te denken over

In document Jaarverslag 2004 (pagina 56-59)

en zijn gebrekkige toekomstperspectief. Onderwijs geven doet hij niet of nauwelijks. In vergelijking met het buitenland is de aio bovendien vele malen te duur. Als je met bursalen werkt, kun je veel meer mensen een kans geven.’

Mijnhardt verblijft momenteel in Princeton, waar hij een half jaar werkt aan een boek over de Nederlandse ‘Urban Enlightenment’ tussen 1640 en 1815. Zijn overtuiging is dat de toekomst voor de geschiedwetenschap ligt in de confrontatie met het algemene westerse debat. ‘Als je dat niet doet, moet je je tot de lokale markt beperken, dan schrijf je als het ware voor de tandartsvrouw in Velp. Daar is niets mis mee, maar het verarmt op den duur. Het interessante aan de Nederlandse geschiedenis is dat ze een contrapunt vormt voor de standaard

Europese ontwikkeling, Nederland is dus voor bui- tenlandse historici een interessant geval. De mees- te staten werden van monarchie republiek, in Ne- derland was dat natuurlijk andersom. Nederland was de eerste verstedelijkte samenleving. Tot ver in de achttiende eeuw liep het daarmee in Europa voorop, en vormde zo een brandpunt van intel- lectuele activiteit. Daarna raakte die samenleving in verval en verloren sommige steden de helft van hun inwoners.’ Voor de bestudering van dat proces van ‘desurbanisatie’ in de achttiende eeuw heeft Mijnhardt een projectvoorstel bij nwo gedaan, en dat is afgelopen jaar gehonoreerd.

Een ander hoogtepunt in 2004 was de opening van een centrum voor wetenschapsgeschiedenis in Utrecht, waarvoor Mijnhardt zich heeft ingespan- nen. ‘Dat vak heeft de afgelopen tien-vijftien jaar zwaar onder vuur gelegen, terwijl het buitenge- woon belangrijk is. Veel wetenschappers kennen de wordingsgeschiedenis van hun eigen vak nauwe- lijks meer. Kennis nemen van de wetenschapsge- schiedenis leidt tot de broodnodige relativering en scepsis ten aanzien van de eigen prestaties.’

‘Vier jaar lang zit de aio op een

kamertje, diep na te denken over

zijn eigen ellende en zijn gebrekkige

toekomstperspectief’

International Council for Science (ICSU) – De knaw behar-

tigt de belangen van de Nederlandse wetenschap in de International Council for Science (icsu). Nederland is lid van alle Scientific Unions van icsu en de knaw betaalt ge- heel of gedeeltelijk de Nederlandse contributie van elf Uni- ons. Daarnaast speelt de knaw een actieve rol in de icsu- organen die zich met global change bezighouden.

In het kader van de ontwikkeling van een strategisch plan heeft icsu in 2004 de volgende zes strategische eva- luaties afgesloten: ‘Foresight analysis’, ‘Scientific data and information’, ‘Universality of science in a changing world’, ‘Working group on energy and sustainable societies’, ‘Sci- entific framework for the International Polar Year 2007- 2008’, ‘Working group on basic research’. In 2005 wordt de besluitvorming over het strategisch plan van de icsu voor de jaren 2006-2012 verwacht.

In oktober 2004 heeft de knaw een bijeenkomst bijge- woond van eu-leden van icsu. Hier is onder andere de invloed van de eu-leden op icsu beleid en activiteiten be- sproken en hoe deze versterkt kan worden door een betere coördinatie tussen nationale leden en de Scientific Union- leden van icsu.

www.icsu.org

Union Académique Internationale (UAI) – De Union Aca-

démique Internationale (uai) coördineert een groot aan- tal internationale projecten op het terrein van de geestes- wetenschappen. Aan sommige van die projecten wordt in meerdere landen gewerkt, aan andere werkt een redacteur of redactiecommissie in één land. Van zes projecten van de uai bestaat een Nederlands Comité en de publicaties van die comités vallen onder de verantwoordelijkheid van de Akademie. Enkele van de projecten zijn ondergebracht bij het Huygens Instituut.

uai projecten waarin de knaw in 2004 participeerde zijn het project Aristoteles Semitico-Latinus, de Encyclopedie van de Islam en het Corpus Vasorum Antiquorum.

www.uai-iua.org

– Deelname in internationale commissies –

Global Change-Commissie – Global change als wetenschap-

pelijk begrip omvat de veranderingsprocessen op wereld- schaal op het grensvlak van mens, maatschappij, milieu en klimaat. Op 1 april 2004 zijn de hdp-Commissie en de Nederlandse igbp/wrcp Commissie van de knaw gefu- seerd tot de Global Change-Commissie. Hierdoor is bin- nen de knaw het pad geëffend voor het stimuleren van een verdergaande samenwerking van het sociaal-weten- schappelijke global change onderzoek (waar de hdp-Com- missie zich in het verleden op richtte) en het natuurweten- schappelijke (het terrein van de voormalige Nederlandse igbp/wrcp Commissie).

De taak van de Global Change-Commissie is het initiëren en stimuleren van Nederlandse bijdragen aan internatio- nale onderzoeksprogramma’s. Dit gebeurt door:

• actieve inbreng bij de ontwikkeling van deze program- ma’s;

• informeren van de Nederlandse onderzoekers over

deze programma’s;

• bevorderen van deelname van Nederlandse onderzoe- kers (met name jonge onderzoekers) en onderzoekin- stellingen aan (de ontwikkeling van) deze programma’s. Verder rekent de commissie tot haar taak:

• voorbereiden en organiseren van initiërende workshops die nieuwe relaties leggen tussen projecten en discipli- negrenzen overschrijden;

• deelnemen aan internationale bijeenkomsten in het ka- der van deze programma’s;

• (doen) uitvoeren van initiërende programmerings- of de-finitiestudies, die leiden tot een uitgewerkt plan voor de Nederlandse bijdrage aan een project en/of nieuwe onderzoeksvragen voor internationale projectonderde- len.

Op 3 juni 2004 organiseerde de commissie in samenwer- king met unesco-Nederland en nwo Aard- en Levenswe- tenschappen het symposium ‘Biodiversity in a changing world’. Sprekers uit binnen- en buitenland brachten tijdens hun presentaties controversiële vraagstukken rond global

change ter sprake, zoals het uitsterven van soorten als di-

rect gevolg van klimaatverandering.

Nederlandse Commissie voor de International Brain Research Organization (IBRO) – ibro bevordert het wetenschappe-

lijk hersenonderzoek in de breedste zin en beoordeelt aan- vragen van buitenlandse onderzoekers voor fellowships in Nederland in het kader van het ibro-programma. Daar- naast vertegenwoordigt de Commissie de Nederlandse we- tenschap in de Governing Council van de ibro.

In 2004 zijn er drie nieuwe fellows uit minder ontwikkel- de landen geselecteerd, om onderzoek te verrichten voor een proefschrift in Nederland. Daarnaast heeft de ibro in 2004 18 Summer Schools en symposia op actuele vraag- stellingen binnen de Neurowetenschappen georganiseerd.

Nederlandse Commissie voor het Scientific Committee on Antarctic Research (SCAR) – De Nederlandse scar Com-

missie werkt sinds 1991 onder auspiciën van de knaw en heeft formeel tot taak het behartigen van de belangen van scar in Nederland en van het Nederlands Antarcticaon- derzoek in scar; het zorgdragen voor de verspreiding van informatie van en over scar binnen het Nederlandse on- derzoek; het gevraagd en ongevraagd adviseren van het bestuur van de knaw en het gebiedsbestuur Aard- en Le- venswetenschappen van nwo; en het in samenwerking met andere instanties organiseren van wetenschappelijke bijeenkomsten die voor de programmering van het Neder- lands Antarctisch onderzoek van belang zijn.

In 2004 is de commissie nieuw leven ingeblazen. Op 10 en 11 mei 2004 is in Haarlem het tweejaarlijkse Polair Sym- posium gehouden. Het symposium werd georganiseerd samen met de Commissie Polair Onderzoek van nwo- alw, die belast is met de uitvoering van het Nederlands Polair Programma, en de werkgroep Ecologie van Poolge- bieden van de Nederlands-Vlaamse Vereniging voor Eco- logie. Tijdens het symposium werd recent poolonderzoek gepresenteerd aan beleidsmakers en financiers (algemeen georiënteerd deel op 10 mei) en collega-onderzoekers (we- tenschappelijk deel op 11 mei).

Nederlandse Commissie voor het Scientific Committee on Oceanic Research (SCOR) – De Nederlandse scor Com-

missie behartigt in Nederland de belangen van scor en die van de Nederlandse oceaanonderzoekers in scor. Te- vens is er samenwerking met het International Geosphe- re-Biosphere Programme (igbp) die tot uiting komt in het gezamenlijke internationale programma Surface Ocean Lo- wer Atmosphere Study (solas).

Tijdens hun jaarlijkse bijeenkomst bespraken de leden van de Commissie nieuwe werkgroepvoorstellen voor het scor-programma en stimuleerden zij de Nederlandse in- breng en deelname aan initiatieven tot nieuwe projecten. Ook informeerden zij elkaar over de voortgang van lopen- de scor Working Groups met Nederlandse deelname.

Contactcommissie EMBL/EMBC – De contactcommissie

voor embl/embc-aangelegenheden heeft tot taak de Ne- derlandse delegatie, bestaande uit een vertegenwoordiger van het Ministerie van ocw en voorzitter van de contact- commissie, te adviseren over de in te nemen standpunten op de halfjaarlijkse vergaderingen van de landen die een fi- nanciële bijdrage leveren aan het European Molecular Bio- logy Laboratory (embl) en – Conference (embc).

– Samenwerking met zusteracademies –

De samenwerkingsovereenkomsten van de knaw met zus- teracademies hebben als doel om internationale contac- ten en wetenschappelijke samenwerking tussen senior-on- derzoekers te stimuleren of te bestendigen en te komen tot meer structurele wetenschappelijke samenwerking. Dit wordt voornamelijk door korte werkbezoeken gerealiseerd. De knaw heeft overeenkomsten met zusteracademies uit Australië, India, Hongarije, Polen, Rusland, Slowakije en Tsjechië.

In vergelijking tot 2003 is in 2004 de belangstelling voor werkbezoeken afgenomen. Er vonden 27 bezoeken plaats, tegenover 40 in 2003, waarvan 14 op het terrein van de Geestes- en Sociale Wetenschappen en 13 op het gebied van de Natuur- en Levenswetenschappen. De knaw ont- ving 19 buitenlandse bezoekers, terwijl 8 Nederlandse on- derzoekers een werkbezoek aan één van de zusteracade- mies brachten. De meeste buitenlandse wetenschappers kwamen uit Polen, Rusland en Tsjechië, de meeste Neder- landse wetenschappers bezochten Australië.

Aantal werkbezoeken in het kader van overeenkomsten met zusteracademies

Aantal bezoeken aan Nederland Aantal bezoeken vanuit Nederland

1999 2000 2001 2002 2003 2004 1999 2000 2001 2002 2003 2004 Australië 1 4 0 3 3 2 2 2 1 3 3 4 Hongarije 8 (3) 6(2) 1 (1) (1) (1) 0 0 1 0 0 0 India 3 1 1 1 3 1 2 2 3 1 0 3 Polen 6 (3) 10(3) 4(1) 3 9(1) 4(1) 3 3 0 5 0 1 Rusland 5 6 2 4 6 4 1 2 0 0 2 0 Slowakije 5 6 5 5 3 3 1 1 1 2 2 0 Tsjechië 5 (-) 7(1) 7 5 8(2) 4 2 1 2 0 0 0 Totaal 33 40 20 22 33 19 11 11 8 11 7 8

In deze aantallen zijn tevens de lange termijn-bezoeken (maximaal 3 maanden) meegeteld. Deze staan tussen haakjes apart vermeld.

KNAW-instituten

De knaw-instituten zijn in 2004 volop in beweging ge- weest. Hierna wordt een overzicht gegeven van het werk van de knaw-instituten en enkele in het oog springende ontwikkelingen. Voor een uitvoerig verslag van de ont- wikkelingen per instituut wordt verwezen naar de weten- schappelijke progress reports en afzonderlijke jaarverslagen.

In document Jaarverslag 2004 (pagina 56-59)