• No results found

Ook de mate waarin de politiek gebruik maakt van wetenschappelijke

In document Jaarverslag 2004 (pagina 51-54)

inzichten zou veel beter kunnen.’

Hightech is het niet, en farmaceutische bedrij- ven zullen er geen winst mee maken, maar het blijft een mooi resultaat tot heil van patiënten: het drinken van anderhalve liter extra water verspreid over de dag werkt gunstig bij plasproblemen bij oudere mannen, vermoedelijk omdat het de blaas traint. Ook lijkt het regelmatige hoofdpijn tegen te gaan, en hoge bloeddruk bij mannen met een min- der goede nierfunctie.

‘Ontzettend leuk onderzoek’, roemt André Knottnerus, hoogleraar aan de Universiteit Van Maastricht, het werk van zijn promovendus Mark Spigt, uitgevoerd in tientallen huisartspraktijken in de omgeving. Knottnerus, vroeger als huisarts werkzaam te Amsterdam, noemt het als typisch voorbeeld van huisartsgeneeskundig onderzoek, met nadruk op alledaagse, veel voorkomende me- dische problemen. Ook kenmerkend is de uitge- breide samenwerking met huisartsen zelf, die het primaire contact vormen tussen de Nederlandse bevolking en de geneeskunde.

‘Huisartsgeneeskunde heeft, vergeleken met andere vormen van klinisch onderzoek, een heel ei- gen benadering’, zegt Knottnerus, ‘het is lang niet altijd mogelijk om uitgebreid medisch onderzoek te verrichten, maar we hebben wel de kans om pa- tiënten veel langer te volgen dan in een ziekenhuis- setting.’

Knottnerus noemt ook onderzoek naar psycho- sociale aspecten, zoals communicatie tussen arts

en patiënt, en naar ontmedicaliserende maatrege- len zoals bijvoorbeeld het afbouwen van genees- middelengebruik. ‘Patiënten hebben vaak in de loop van de jaren allerlei medicijnen voorgeschre- ven gekregen, waarmee niemand durft te stoppen. Wat de effecten zijn van afbouwen van diuretica, hebben we in de jaren negentig al eens onder- zocht.’

Nederland loopt internationaal voorop met een sterke, traditioneel goed gepositioneerde huisart- senzorg die continuïteit in de patiëntenzorg biedt. Een ander sterk punt is de hoge mate waarin de Nederlandse huisartsen hun praktijken geauto- matiseerd hebben, zegt Knottnerus. Bij 80 tot 90 procent van de praktijken zit de medische admini- stratie in de computer, wat het opvragen van grote hoeveelheden gegevens veel gemakkelijker maakt. Medische faculteiten, waaronder Knottnerus’ eigen werkgever, houden intensief contact met ‘registers’ van huisartsen in de omgeving die bereid zijn aan onderzoek mee te werken.

Gezien de hoge organisatiegraad is het niet zo gek dat het Nederlands huisartsgeneeskundig onderzoek internationaal toonaangevend is, stelt Knottnerus, die in zijn verkiezing als knaw-lid een bewijs ziet van de groeiende erkenning voor zijn vak. Knottnerus was in het verleden reeds lid van diverse knaw-commissies Daarnaast is Knottnerus voorzitter van de Gezondheidsraad. Van de knaw verwacht hij een krachtige stellingname bij het

benadrukken van het belang van de wetenschap voor de kwaliteit van de samenleving. ‘Je ziet dat in Nederland het onderzoek niet de middelen, niet het volume en ook niet de aandacht krijgt die het in vele andere vergelijkbare landen heeft’, valt hem op. ‘Ook de mate waarin de politiek gebruik maakt van wetenschappelijke inzichten zou veel beter kunnen. Dat is eigenlijk zonde van al ons werk.’

• 6-7 december, Amsterdam: ‘Images of science – new in- teractions between science and society’

Daarnaast heeft de Task Force zich over een aantal beleids- zaken op Europees niveau gebogen. In december 2004 heeft de Task Force een eindrapportage met conclusies en aanbevelingen aan de minister van ocw uitgebracht.

NEST – Het Netherlands House for Science and Techno-

logy (nest), een samenwerkingsverband van knaw, nwo, vsnu, tno en Senter/EGLiaison is gevestigd in Brussel. nest is lid van de Informal Group of r&d Liaison Offices (iglo) in Brussel. iglo stelt zich ten doel op een infor- mele wijze onderling informatie uit te wisselen over Brus- selse, respectievelijk nationale ontwikkelingen op r&d-ge- bied. In iglo zijn de onderzoeks-gemeenschappen van ze- ventien Europese landen vertegenwoordigd.

Tijdens het Nederlandse voorzitterschap van de Euro- pese Unie in de tweede helft van 2004 voorzag nest de knaw en de andere partners van nauwkeurige en actuele informatie. Dit was vooral bij de planning van nieuwe ini- tiatieven op het Europese r&d-terrein van groot belang. In 2004 is de nieuwe Executive Director van nest, F. Kramer, aangesteld die daarmee C. Vis opvolgde.

In 2004 had nest onder andere de opdracht de dyna- miek van het Zesde en het nieuwe Zevende Kaderprogram- ma van de Europese Commissie nadrukkelijk te blijven vol- gen. nest was daarnaast een kanaal voor gecoördineerde input richting de Europese Commissie. Voorts heeft nest de deelnemende organisaties frequent op de hoogte ge- houden van ontwikkelingen binnen r&d-gerelateerde be- leidsdossiers.

– Coordination of Research between Europe and China (CO-REACH) –

Het Zesde Kaderprogramma van de Europese Commis- sie, en specifiek het era-net programma daarvan, heeft tot doel de European Research Area (era) werkelijkheid te la- ten worden, door de verbetering van de samenwerking en de coördinatie tussen nationale en regionale onderzoeks- programma’s van eu lidstaten. In dit kader heeft de knaw als coördinator in 2004 samen met 11 andere Europese nationale academies en wetenschappelijke organisaties een aanvraag ingediend voor een programma met als doel het wetenschappelijk onderzoek en de samenwerking met China te coördineren. Deze aanvraag is eind 2004 door de Europese Commissie goedgekeurd. Het contract zal in de eerste maanden van 2005 worden getekend.

De belangrijkste doelstelling van het netwerk is om ge- zamenlijke activiteiten te ontwikkelen en uiteindelijk één of meer nieuwe, Europese wetenschappelijke samenwer- kingsprogramma’s met China op te zetten. Nieuwe pro- gramma’s zullen gebruik maken van de kennis en exper- tise van bestaande bilaterale programma’s met China van partners.

Binnen deze kaders heeft co-reach vier doelstellingen: • bijdragen aan het opbouwen van de European Research

Area door fragmentatie van institutionele, nationale en regionale initiatieven op het gebied van samenwerking met China tegen te gaan;

• versterken van de internationale dimensie van de Eu- ropean Research Area en het vormen van een bruggen- hoofd voor Europese wetenschap en technologie voor Chinese organisaties en onderzoekers;

• versterken van de Europese relaties op het gebied van wetenschap en technologie met China door kritische massa op te bouwen die noodzakelijk is voor de steun van nieuwe Europese samenwerkingsprogramma’s met China;

• deelnemen aan strategische beleidsvorming van Euro- pese wetenschappelijke samenwerking met China en identificeren van belangrijke onderzoeksprioriteiten en toekomstige uitdagingen en mogelijkheden, in China en in Europa.

co-reach heeft een looptijd van vijf jaar. Het consortium heeft twaalf partners uit acht Europese landen:

• Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (knaw, coördinator)

• Academy of Finland

• French National Center for Scientific Research • French Ministry of Foreign Affairs

• French Ministry of National Education, Higher Educati- on and Research

• Federal Ministry of Education and Research, Duitsland • Royal Irish Academy and Science Foundation Ireland • Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onder-

zoek

• Research Council of Norway • Polish Academy of Sciences • British Academy

• The Royal Society, Groot-Britannië

Het consortium heeft zes observerende partners: • Austrian Federal Ministry of Education, Science and

Culture, Oostenrijk

• Academy of Sciences of the Czech Republic, Tsjechië • Academy of Sciences of the Institute of France, Frankrijk • Italian National Research Council, Italië

• National Council of Scientific Research, Spanje • Royal Swedish Academy of Sciences, Zweden – Wetenschappelijke samenwerking met Indonesië –

Scientific Programme Indonesia-Netherlands (SPIN) – De

knaw presenteerde in 2004 de resultaten van de weten- schappelijke tussentijdse evaluatie van spin, die in 2003 was uitgevoerd. Daarnaast voerde de knaw een zelfevalua- tie over dit programma uit dat aan het ministerie van ocw werd overhandigd. Op basis van deze documenten heeft de minister van ocw besloten om de ondersteuning van spin met vijf jaar te verlengen. Het knaw bestuur heeft het nieuwe werkprogramma van spin voor de jaren 2005-2009 goedgekeurd.

Net als spin i zal spin ii bestaan uit enkele geïntegreer- de Prioriteitsprogramma’s en een Mobiliteitsprogramma. Daarnaast worden in het kader van het Mobiliteitspro- gramma tevens network building activiteiten ondersteund, bedoeld voor het voorbereiden van multilaterale project- aanvragen bij bijvoorbeeld de kaderprogramma’s van de eu. Tevens zal er een programma komen voor Indonesi- sche postdoctorale onderzoekers.

Joint Working Committee for Scientific Cooperation Indone- sia-the Netherlands (JWC) – De jwc is een strategisch dis-

cussieforum dat de taak heeft de bilaterale Wetenschap en Technologie samenwerking tussen Indonesië en Neder- land te coördineren en de regering en de maatschappij in beide landen hierover te adviseren en te informeren.

In augustus 2004 kwam de Joint Working Committee bij elkaar in Amsterdam. Bij deze gelegenheid werd de Joint Working Committee uitgebreid met SenterNovem, de In- donesische Academie van Wetenschappen (aipi), en het Indonesische Instituut van Wetenschappen (lipi). Tijdens deze bijeenkomst is de nieuwe Joint Working Committee Agreement en het nieuwe Werkprogramma bekrachtigd.

Memorandum of Understanding AIPI-LIPI-KNAW-NWO – aipi, lipi, nwo en knaw ondertekenden in 2004 geza-

menlijk een nieuw Memorandum of Understanding voor wetenschappelijke samenwerking, waarin aan bestaande Memoranda tussen individuele organisaties wordt gerefe- reerd. Het doel van dit Memorandum of Understanding is het versterken van de samenwerking in het wetenschappe- lijk onderzoek tussen onderzoekinstellingen in Nederland en in Indonesië. Daarnaast bevordert het Memorandum wetenschappelijke capaciteitsontwikkeling voor de lange termijn, duurzame wetenschappelijke netwerken en part- nerschap, en de verspreiding van wetenschap en kennis. aipi en knaw lanceerden in het kader van dit Memoran- dum of Understanding eveneens plannen voor een pres- tigieus roterend Academie Hoogleraarschap, dat aan een Indonesische universiteit door excellente Indonesische wetenschappers moet worden vervuld.

Mobiliteitsprogramma – In het kader van het in 2002 inge-

stelde mobiliteitsprogramma zijn in 2004 22 aanvragen ingediend, waarvan er 15 zijn toegewezen. In 2005 zal het mobiliteitsprogramma in een gewijzigde opzet voortgang vinden.

East Kalimantan Programma (EKP) – In mei 2004 organi-

seerde het Indonesische Consortium voor Kust- en Zee- onderzoek (ICoMAR) het afsluitende seminar van het ekp pilot programma, als ook een voorbereidende workshop voor het ekp hoofdprogramma. De resultaten van de ekp pilot werden gepresenteerd en bediscussieerd door In- donesische en Nederlandse wetenschappers, die aan het veldwerk in 2003 hadden deelgenomen. In oktober 2004 bezocht een delegatie van het ICoMAR Nederland.

In september 2004 hebben de knaw en nwo-Wotro een Call for Proposals voor het ekp uitgevaardigd. Daarop zijn 29 projectaanvragen in zes verschillende onderzoeksclus- ters ingediend.

KNAW bezoeken aan Indonesië – In het kader van de weten-

schappelijke samenwerking met Indonesië heeft de knaw in 2004 drie maal een bezoek gebracht aan Indonesië.

De bezoeken stonden in het teken van:

• Het onderzoeken van mogelijkheden van eu subsidie- programma’s voor multilaterale wetenschappelijke sa- menwerking met Indonesische en Nederlandse betrok-

kenheid. Hiertoe is contact gezocht met de eu delegatie in Jakarta en met de Duitse en Italiaanse wetenschaps- attachés in Indonesië.

• Deelname aan de door het Indonesische ministerie van Onderzoek en Technologie georganiseerde ronde tafel conferentie over de verbetering van wetenschappelijke en technologische samenwerking door de deelname aan Europese onderzoeks- en technologieprogramma’s. • Het bespreken van de voortgang in de samenwerking

tussen de knaw en aipi en de voorbereiding van een Memorandum of Understanding tussen aipi, knaw, lipi en nwo.

• Het bespreken van de voortgang in het werk van de Joint Working Committee.

• Het bijwonen van het seminar en de workshop over het East Kalimantan programma.

– Wetenschappelijke samenwerking met China –

De wetenschappelijke samenwerking met China vindt plaats in het kader van vier samenwerkingsovereenkom- sten met Chinese counterparts, te weten het Ministry of Science and Technology (most), het Ministry of Education of China (moe), de Chinese Academy of Sciences (cas) en de Chinese Academy of Social Sciences (cass).

China Exchange Programme – Met het reguliere China pro-

gramma van de knaw (China Exchange Programme) was in 2004 een bedrag van circa € 540.000 gemoeid.

In 2004 heeft de knaw negen aanvragen voor uitzending van Nederlandse individuele, dat wil zeggen niet-project- gebonden, onderzoekers en 24 voorstellen voor gezamen- lijke Chinees-Nederlandse onderzoeksprojecten van we- derzijds belang gehonoreerd. Binnen deze projecten wor- den Nederlandse onderzoekers uitgezonden en Chinese onderzoekers ontvangen. Voorts zijn vijf aanvragen voor studiebezoeken van Chinese onderzoekers gehonoreerd. Eén wetenschappelijke delegatie van het cas Institute of Psychology bezocht met middelen uit het China Exchange Programme het F.C. Donders Center for Cognitive Neuroi- maging van de Radboud Universiteit Nijmegen. Voor de organisatie van de ‘Second annual meeting of the Chinese network of life sciences in the Netherlands (cnln)’ op 2 oktober 2004 te Leiden, en voor de voorbereiding en or- ganisatie van de ‘Second international conference on en- vironmental concerns: innovative technologies and aan- agement options’, gehouden in Xiamen van 12-16 oktober 2004, zijn aparte toekenningen gedaan.

De ambassadeur van de Volksrepubliek China in Ne- derland, H.E. Mrs Xue Hanqin heeft op 14 april 2004 de knaw en drie van haar instituten, namelijk het Hubrecht Laboratorium/Nederlands Instituut voor Ontwikkelingsbi- ologie en het Centraalbureau voor Schimmelcultures, bei- de in Utrecht, en het Nederlands Instituut voor Oorlogsdo- cumentatie in Amsterdam bezocht en werd tevens ontvan- gen door de president van de knaw.

Buiten de directe kaders van het uitwisselingsprogramma heeft de knaw ontmoetingen gehad met:

• een delegatie van cas in verband met gloriad (Global Ring Network for Advanced Application and Develop-

ment), een geavanceerd netwerk infrastructuur dat de wetenschappelijke en onderwijsgemeenschappen van de Verenigde Staten, Rusland en China met elkaar ver- bindt, in samenwerking met partners in onder meer Nederland en Korea;

• een gemengde delegatie onder leiding van most op het gebied van nationale wetgeving en beleid voor we- tenschap en technologie;

• een delegatie van most ter oriëntatie op mogelijke ves- tiging in Nederland van een Chinees Science Park; • de National Natural Science Foundation of China; • Wuhan University.

CAS-KNAW Joint PhD Training Programme – Tijdens zijn

bezoek aan Nederland in Juni 2002, heeft de president van cas, Lu Yongxiang, de wens geuit een gezamenlijk cas-knaw programma te realiseren waarbinnen PhD-stu- denten opgeleid kunnen worden. De knaw heeft positief op dit voorstel gereageerd met als resultaat de totstand- koming van het nieuwe cas-knaw Joint PhD Training Pro- gramme. Binnen het huidige China Exchange Programme, dat gericht is op samenwerking tussen senioronderzoe-

kers, wordt in principe geen ondersteuning geboden voor promotieonderzoek. Het cas-knaw PhD Training Pro- gramme beoogt promotieonderzoek, in eerste instantie bij reeds succesvol lopende projecten binnen het China Ex- change Programme, structureel mogelijk te maken. Trai- ning staat in eerste instantie open voor uitmuntende Chi- nese promovendi. cas en knaw verwachten dat de betrok- kenheid van deze jonge wetenschappers de samenwerking voor de lange termijn zullen versterken.

Het programma heeft een duur van acht jaar waarin jaar- lijks maximaal zes PhD-studenten aan de opleiding begin- nen. Het budget voor het programma aan Nederlandse zijde wordt door knaw en het ministerie ocw gezamen- lijk beschikbaar gesteld en bedraagt jaarlijks ongeveer € 150.000,–. cas heeft matching van de kosten van het programma aan Chinese zijde toegezegd.

Op 1 december 2004 is een eerste Call for Proposals voor het cas-knaw Joint PhD Training Programme in Neder- land uitgegaan. De eerste PhD-aanstellingen binnen het programma zullen naar verwachting in najaar 2005 gerea- liseerd worden.

Eric van Damme – Micro-economie

Nieuw bij de Afdeling Letterkunde

‘Meestal heeft Adam Smith het bij het rechte eind’, zegt micro-econoom en speltheoreticus Eric van Damme van de Universiteit van Tilburg. De achttiende-eeuwer Smith, grondlegger van de economie als wetenschap, verzekerde zijn lezers dat dieren geen handel dreven. Maar samen met biologische collega’s in Straatsburg vonden Van Damme en een promovendus iets wat er wel heel

erg op leek, in een kolonie van groene meerkatten, een apensoort.

‘Vrouwtjes zijn bereid om moeder-meerkat- ten te vlooien in ruil voor het vasthouden van hun baby’, legt het nieuwe knaw-lid uit. Blijkbaar hou- den meerkatten graag baby’s vast, en hebben ze daar wel wat vlooiwerk voor over, een situatie die op zichzelf al als economisch geduid zou kunnen worden: er is een balans tussen het aanbod van ba- by’s en de vraag naar vlooibehandelingen.

Maar het economisch inzicht van de meerkat bleek nog verstrekkender. ‘Het is bekend in de economische theorie dat een uitstel van de tegen- prestatie leidt tot een verschuiving in de balans’, doceert Van Damme. Hoe langer je wacht met de tegenprestatie, hoe groter die moet zijn, wat sa- menhangt met de toenemende onzekerheid over de vraag of de tegenprestatie nog wel komt. Dit- zelfde principe ligt aan de basis van de logica ach- ter renteheffing. Blijkbaar begrijpt ook de meerkat dit economisch principe, want meerkatmoeders die na de baby-uitleen langer moesten wachten om gevlooid te worden, bleken consequent een hogere beloning te verwachten: ze wilden langer gevlooid worden.

Naast een mooi, overtuigend experiment is dit ook een voorbeeld van de groeiende samenwerking van economen met (gedrags)biologen en psycho- logen, vindt Van Damme. Ook met juristen werkt hij samen, bijvoorbeeld aan het definiëren van

‘Vrouwtjes zijn bereid om moeder-

In document Jaarverslag 2004 (pagina 51-54)