• No results found

Sluipwespen blijken een relatief groot leervermogen te hebben’

In document Jaarverslag 2004 (pagina 48-51)

Naast het adviseren over ontwikkelingen, resultaten, toe- passingen, de aanvaardbaarheid en de ethische en maat- schappelijke implicaties van onderzoek waarbij gebruik wordt gemaakt van dieren heeft de cdtb tot taak het ver- strekken van informatie aan de politiek. Onder andere met het oog op in 2005 voorziene evaluaties van het besluit Biotechnologie bij Dieren en de Wet op de Dierproeven en de algemene intentie van de regering om de administratie- ve lastendruk en regelgeving te versoepelen, zijn er in het verslagjaar diverse contacten geweest met leden van de Tweede Kamer en is de relatie met de Dierenbescherming hernieuwd.

In 2004 heeft de cdtb op verzoek van het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit een reactie gegeven op de voorgenomen opzet van de evaluatie van het Besluit Biotechnologie bij Dieren. Daarnaast heeft de cdtb het be- stuur van de knaw geadviseerd over:

• de betrokkenheid van de knaw bij de oprichting en acti- viteiten van een onafhankelijke stichting voor publieks- voorlichting over dierproeven;

• het voorstel van de Sectie Geneeskunde van de knaw om geneesmiddelen van een etiket te voorzien om de gebruiker daarvan te informeren over de betrokkenheid

– Commissie voor de Vrijheid van Wetenschapsbeoefening –

De cvw is in 1984 opgericht en adviseert het bestuur van de Akademie hoe gereageerd kan worden op situaties waarin de vrijheid van wetenschapsbeoefening wordt be- dreigd en/of geleerden bij hun wetenschapsbeoefening belemmeringen ondervinden van politieke aard of anders- zins.

Evenals in voorgaande jaren heeft de president van de knaw in 2004 op voordracht van het Human Rights Net- work en op voorstel van de cvw, een aantal regeringslei- ders en betrokken ministers de bezorgdheid van de knaw overgebracht over de beperkingen die aan wetenschappe- lijk onderzoekers in de betreffende landen zijn opgelegd. Zo werden brieven verzonden aan de autoriteiten in Paki- stan, Libië, Vietnam, Iran, China, Rusland en de vs. In een aantal gevallen is mede dankzij de druk die de academies gezamenlijk hebben uitgeoefend verbetering gekomen in de positie van de betrokken onderzoekers of heeft deze geresulteerd in hun vrijlating. Ten einde het gezag van de

gecoördineerde acties te vergroten, heeft de Commissie enkele belangrijke academies verzocht actief deel te ne- men aan het Human Rights Network. Ook zijn er petities ingediend bij de unesco waarin het lot van bepaalde beoe- fenaren van de wetenschap aan de orde wordt gesteld.

De Commissie heeft zich in 2004 tevens beziggehouden met de visumproblematiek, waar buitenlandse onderzoe- kers die naar Nederland willen komen mee geconfronteerd worden.

– Commissie Wetenschap en Kunst –

Doel: Onderzoekers en kunstenaars rond het thema ‘Kunst als onderzoek’ samen te brengen, waarbij interdisciplinari- teit een belangrijke rol speelt.

De Commissie Wetenschap en Kunst is ingesteld met als doel het contact tussen onderzoekers en kunstenaars in het Trippenhuis te bevorderen. De wisselwerking tus- sen wetenschap en kunst is het uitgangspunt bij de werk- zaamheden van de commissie. ‘Kunst als onderzoek’ zou een belangrijk thema kunnen zijn, waarbij kunstenaars en wetenschapsmensen zich zouden moeten buigen over de vraag naar de relaties die er mogelijk zijn tussen kunst, we- tenschappelijk onderzoek en technologische innovatie. De commissie heeft in 2004 samen met de Boekmanstich- ting een symposium rond het thema wetenschap en kunst georganiseerd. Vertegenwoordigers van beide disciplines waren bij dit symposium aanwezig. Ook heeft de commis- sie haar werkprogramma voor de komende jaren ontwor- pen.

– Nederlandse Commissie voor Geodesie –

De ncg heeft in 2004 haar 125-jarig bestaan gevierd. De voorganger van de ncg de Rijkscommissie voor Graad- meting en Waterpassing is bij Koninklijk Besluit op 20 fe- bruari 1879 opgericht naar een advies van de toenmalige Koninklijke Akademie van Wetenschappen. De ncg heeft het jubileum benut om de geodesie en de geo-informatie voor een breed publiek in de schijnwerpers zetten.

Op 20 februari 2004 vond in Delft het feestelijke en informatieve symposium 'De aarde op maat' plaats. De ochtend begon met de Baarda-lezing 'Geodesie en het systeem aarde' door R. Rummel (tu München). Aanslui- tend is de Prof. J.M. Tienstra Onderzoeksprijs 2004 uitge- reikt aan J. Stoter (itc) en is het eerste exemplaar van het boek Geodesie. De aarde verdeeld en verbeeld, berekend en

getekend van E.A.M. Berkers e.a. aangeboden aan W.J.M.

Levelt, president van de knaw. 's Middags hielden vier ge- renommeerde sprekers – J. Terlouw (oud-commissaris van de Koningin in Gelderland), W.J. Ockels (esa/tu Delft), S.B. Kroonenberg (tu Delft) en R.E. Waterman (Provinciale Staten van Zuid-Holland) – presentaties over de raakvlak- ken van hun werkgebieden met de geodesie en de geo- informatie.

De tentoonstelling 'De aarde in beeld' in het Techniek Museum Delft – vooral gemaakt om jongeren te interes- seren voor een studie en een beroep in de geodesie en de geo-informatie – werd wegens succes verlengd tot en met 15 augustus 2004 en heeft bijna 12.500 bezoekers getrok- ken.

–Wetenschappelijke Raad voor de Kankerbestrijding –

De wrk adviseert het bestuur van kwf Kankerbestrijding omtrent wetenschappelijke aspecten van de kankerbestrij- ding, waaronder subsidieaanvragen voor projectgebonden kankeronderzoek en aanvragen voor een (aanvullende) opleiding in het kankeronderzoek of in de behandeling van kanker.

De wrk heeft in 2004 het Bestuur van kwf Kankerbestrij- ding geadviseerd over 193 nieuwe subsidieaanvragen voor onderzoeksprojecten op het gebied van kanker. Dit betreft fundamenteel kankeronderzoek, preventie-onderzoek, on- derzoek naar de verbetering van diagnostiek en therapie van kanker. Bij gelijke kwaliteit van de projectaanvragen hanteerde de Raad een prioritering voor klinisch kanker- onderzoek, onderzoek naar de relatie tussen exogene fac- toren en het ontstaan van kanker, en onderzoek dat zich richt op primaire preventie van kanker. Op advies van de wrk werd door het bestuur van kwf Kankerbestrijding aan 52 nieuwe projecten subsidie verstrekt.

De raad beoordeelde tevens de voortgang van lopende kwf-projecten, eindverslagen van kwf-projecten, alsmede subsidieaanvragen voor persoonsgebonden financiering voor gepromoveerde artsen werkzaam in de patiëntenzorg ten behoeve van het opzetten van een eigen klinische on- derzoekslijn.

Daarnaast adviseerde de wrk over een groot aantal subsidieaanvragen voor een verdere verdieping in kanker- onderzoek en de behandeling van kanker in binnen- en buitenland, in het kader van het onderwijs en opleidings- programma van kwf Kankerbestrijding.

Kwaliteitsbevordering

– Erkenning Onderzoekscholen –

De Erkenningscommissie Onderzoekscholen (ecos) be- slist krachtens het vastgestelde protocol over verzoeken van universiteiten tot erkenning van onderzoekscholen. In 2004 werden in totaal 32 aanvragen aan de ecos voor- gelegd, waarvan twee voor erkenning en dertig voor ver- volgerkenning. Van de 32 onderzoekscholen waarvoor een aanvraag is ingediend, zijn er 27 erkend of opnieuw er- kend, drie aanvragen zijn afgewezen. Het totale aantal er- kende onderzoekscholen bedroeg per 31 december 2004 102.

Tegen de drie afgewezen erkenningsaanvragen in 2004 is bezwaar aangetekend. Twee aanvragen zijn teruggetrok- ken. De Bezwarencommissie heeft de ecos geadviseerd over de gegrondheid van de bezwaren. De ecos heeft daar- op besloten de afwijzingen te handhaven.

– Onderzoeksgerichte Masteropleidingen –

De Nederlands-Vlaamse Accreditatie Organisatie i.o. (nvao) is in 2003 door de minister ocw verzocht te ad- viseren over de aanvragen die zijn ingediend voor de be- oordeling van onderzoeksgerichte masteropleidingen. De nvao op haar beurt heeft de knaw verzocht de kwaliteit van de ingediende aanvragen te beoordelen, daar de kwa- lificatie van een opleiding als onderzoeksmaster in hoge mate wordt bepaald door de onderzoeksgroepen en onder- zoekers die een dergelijke opleiding dragen.

Een positief besluit door de minister over een aanvraag voor een onderzoeksmaster betekent dat studenten voor de betreffende onderzoeksmaster de studiefinanciering voor de reguliere duur van de opleiding kunnen verlen- gen. De nvao neemt aanvragen voor erkenning van onder- zoeksmasters tevens in behandeling met het oog op erken- ning van de kwaliteit van de opleiding.

De knaw heeft in 2003 drie commissies ingesteld die, zonder tussenkomst van het bestuur van de knaw, hun advies over de betreffende onderzoeksmaster overbrengen aan het bestuur van de nvao. De knaw was verantwoorde- lijk voor het secretariaat van deze commissies. In februari 2004 is de tweede beoordelingsronde van onderzoeksmas- ters afgerond. De aanvragen bevonden zich op het gebied van de geesteswetenschappen, de sociale wetenschappen en de biomedische wetenschappen. 56 van de 69 ingedien- de aanvragen zijn positief beoordeeld.

In mei 2004 kregen universiteiten de mogelijkheid om voorstellen die in de eerste en tweede beoordelingsronde waren teruggetrokken, in herziene vorm opnieuw voor te dragen voor goedkeuring. In het kader van deze ronde zijn 11 voorstellen ter beoordeling ingediend en positief beoor- deeld.

In november 2004 is een derde reguliere beoordelings- ronde van start gegaan. Met ingang van deze derde be- oordelingsronde brengen de commissies hun advies uit aan het bestuur van de knaw in plaats van het bestuur van de nvao. Het bestuur van de knaw zal vervolgens op haar beurt het bestuur van de nvao adviseren. Gezien de

breedte van het aandachtsgebied Maatschappij- en Ge- dragswetenschappen is besloten deze commissie met ingang van de derde beoordelingsronde op te splitsen in twee commissies: één voor de Gedragswetenschappen en één voor de Maatschappijwetenschappen. Daarnaast is een commissie Aardwetenschappen ingesteld. De com- missies Geesteswetenschappen en Biomedische Weten- schappen bleven gehandhaafd.

De commissies voeren hun beoordelingswerk uit op ba- sis van het Toetsingskader nieuwe opleidingen: domeinspeci-

fieke uitwerking voor onderzoeksmasters, dat door de nvao

is vastgesteld op 1 september 2004.

– Programma Akademie-Onderzoekers –

Het in 1986 ingerichte Programma Akademie-Onderzoe- kers is met ingang van 2002 stopgezet. Dit betekent dat de laatste lichting onderzoekers in 2005 hun projecten afron- den, eventueel met een verlenging van twee jaar tot 2007. Het programma is destijds in het leven geroepen om een bijdrage te leveren aan de verjonging van de vaste weten- schappelijke staf van de Nederlandse universiteiten. Het programma onderscheidt zich hiermee van reguliere post- doc programma’s die zich richten op tijdelijke aanstellin- gen van jong wetenschappelijk talent.

Iedere Akademie-onderzoeker is een aanstelling met een looptijd van vijf jaar in het vooruitzicht gesteld. In eer- ste instantie wordt uitgegaan van driejarige aanstellingen, op basis van onderzoekvoorstellen voor projecten die in die periode tot een zinvolle afronding kunnen worden ge- bracht. Verlengingsaanvragen kunnen in het derde jaar van de aanstelling worden ingediend en dienen vergezeld te gaan van een garantie van de universiteit dat na afloop van de tweejarige periode van verlenging een volledige structu- rele personeelsplaats zal worden aangeboden. Bovendien dient er een inhoudelijk verband te bestaan tussen het ini- tiële project en de verlengingsaanvraag.

De vergoeding aan een universiteit bedraagt jaarlijks € 55.000 voor de eerste drie jaar en € 70.000 voor het vierde en vijfde jaar van de aanstelling van een Akademie- onderzoeker.

Van de in 2002 voor een periode van drie jaar aangestel- de Akademie-onderzoekers is in 2004 van 22 onderzoekers een verlengingsaanvraag gehonoreerd.

Negen onderzoekers uit deze jaargang hebben het Akademie-onderzoekerschap voortijdig beëindigd, in de meeste gevallen in verband met het aanvaarden van een andere functie binnen een Nederlandse of een buitenland- se universiteit.

Ten behoeve van de Akademie-onderzoekers was in 2004 een budget van circa € 100.000 gereserveerd voor deel- name aan internationale wetenschappelijke congressen. Aan een Akademie-onderzoeker wordt maximaal één keer per jaar een bijdrage van ten hoogste € 1.600 voor reis- en deelnamekosten verstrekt.

In 2004 verscheen het 14e jaarboek van de Vereniging Akademie-Onderzoekers. In het jaarboek, met de titel Over

de grenzen van het weten, lichten enkele Akademie-onder-

zoekers hun werk toe op een wijze die voor een breed pu- bliek toegankelijk is.

Internationale samenwerking

– International Policy Advisory Group –

Een van de hoofdtaken van de knaw zoals beschreven in het Strategisch Plan 2004 is internationale samenwerking. De knaw is dan ook actief lid van vele internationale orga- nisaties en heeft bilaterale samenwerkingsverbanden met een aantal zusteracademies. In 2004 heeft de knaw een begin gemaakt met een evaluatie van het internationale be- leid. De doelstellingen van internationale samenwerking worden herzien tegen een achtergrond van de ontwikkelin- gen in de wereld en de prioriteiten die de knaw stelt. Dit wordt gedaan door de International Policy Advisory Group (ipag) van de knaw.

De ipag heeft tot taak de doelen, prioriteitskeuzen, ac- tiviteiten, instrumenten, financiering en inrichting van de bestaande samenwerkingsarrangementen door te lichten. Op basis van de uitkomsten van de doorlichting wordt een strategische beleidsnotitie opgesteld, die in 2005 wordt verwacht en die als input zal dienen voor het strategisch plan van de knaw voor 2007-2010.

De leden van ipag zijn W.P. Blockmans, J. Bouma, R. van Grondelle, W.J.M. Levelt, J.B. Opschoor, P.C. van der Vliet.

– Europa –

EU Task Force – De Task Force ‘eu voorzitterschap Onder-

zoek en Wetenschap’ is in juli 2003 door de minister van ocw ingesteld om de deelname van Nederlandse onder- zoeksorganisaties in het programma van het Nederlandse voorzitterschap van de eu (juli – december 2004) te sti- muleren en te coördineren. De president van de knaw was één van de negen leden van deze Task Force, die onder lei- ding stond van de voorzitter van nwo.

Een van de doelstellingen van de Task Force was het on- dersteunen van zeven niet-gouvernementele evenementen, die tijdens het Nederlandse voorzitterschap op verschillen- de plaatsen in Nederland hebben plaatsgevonden:

• 1 juli, Maastricht: ‘Europe 25: a new chance?’

• 9 juli, Amsterdam: ‘University-industry cooperation in eu rtd projects’

• 31 augustus – 1 september, Rotterdam: ‘Genomics momentum 2004’

• 15-16 oktober, Amsterdam: ‘Science is primary’

• 28-30 oktober, Maastricht: ‘Research training as a key to a Europe of knowledge’

• 1 november, Den Haag: ‘Permanent access to the record of science’

• 18-24 november, Den Haag: ‘European leadership in grids and e-science’

In document Jaarverslag 2004 (pagina 48-51)