• No results found

Verschillen tussen sectoren en instanties

In document Rechtspleging Civiel en Bestuur 2010 (pagina 150-153)

Staat 7.1 Kerncijfers waardering gerechten

7.2 Waardering van gebruikers

7.2.4 Verschillen tussen sectoren en instanties

80 90 100 Algemene tevredenheid, 2006-2008 Algemene

tevredenheid, 2011 Doorlooptijdentevredenheid, 2006-2008

Doorlooptijden tevredenheid, 2011

Bestuur** Familie Handel Kanton Straf Belasting** Totaal

* Percentages (zeer) tevreden.

** Bestuur en belasting niet apart onderscheiden in 2011. Voor corresponderende cijfers 2011 zie tabel 7.2 en 7.3 in bijlage 3.

Bron: Jaarverslag Rechtspraak 2008 (Raad voor de rechtspraak, 2009) en Klantwaardering Rechtspraak 2011 (Regioplan en Synovate)

7.2.4 Verschillen tussen sectoren en instanties

De professionals hebben bij de rechtbanken, gerechtshoven en colleges waar zij werken telkens te maken met een andere dagelijkse praktijk en andere voorzieningen. De gang van zaken bij een gerechtshof verschilt immers van die bij een rechtbank en de ene rechtbank is de andere niet. Dit kan zorgen voor verschillen in de klanttevredenheid van de

professio-nals tussen bijvoorbeeld de rechtbanken en de gerechtshoven en voor de afzonderlijke rechtbanken, gerechtshoven en de colleges.

Een ruime meerderheid van de professionals is tevreden over de gerechts-hoven, de rechtbanken en de colleges. Hun algemene oordeel over de afzonderlijke gerechtscolleges wijkt nauwelijks af van hun oordeel over de rechtspraak als geheel (zie tabel 7.1 in bijlage 3). De tevredenheid over de bijzondere colleges ligt iets lager (68%) dan voor de hoven en de rechtban-ken (73%), maar dit verschil is niet significant. Over het algemeen is men meer tevreden over de colleges als het gaat om uitspraken en rechterlijk functioneren, maar over de doorlooptijd van de colleges is men aanmer-kelijk minder tevreden (slechts 18% (zeer) tevreden).

Ook de grote meerderheid van de rechtzoekenden is tevreden over de rechtbanken (82%) en de colleges (87%). Het beeld wijkt hier niet signifi-cant af van de tevredenheid over de totale rechtspraak (81% tevreden). De tevredenheid over de gerechtshoven is echter iets lager: circa drie kwart van de ondervraagden is tevreden. Op het thema doorlooptijd scoren de colleges (30%) en de gerechtshoven (44%) lager dan gemiddeld, terwijl op het niveau van de rechtbanken het tevredenheidspercentage met 57%, wat hoger ligt dan het gemiddelde. De rechtzoekenden zijn ten aanzien van de gerechtshoven vaker dan gemiddeld tevreden over de ontvangst (61%) en over de bereikbaarheid (75%). Bij de overige thema’s zijn er geen signifi-cante verschillen tussen de drie gerechtscolleges.

Wanneer rechtzoekenden een negatieve beslissing van de rechter verwachten of ontvangen, blijkt als gezegd dat dit zijn effect heeft op de klantwaardering. Men is dan geneigd om minder positief te zijn. Omgekeerd zijn rechtzoekenden die hun zaak positief (verwachten te) beëindigen juist vaker positief. Dit effect treedt op op het niveau van de rechtbanken, de gerechtshoven en de colleges. Hoe hoger echter het gerechtsniveau, des te vaker het voorkomt dat respondenten ontevreden zijn bij een nadelige (verwachtte) uitkomst. Op het niveau van rechtban-ken is bijna 60% tevreden, ondanks een nadelig (verwacht) besluit. Bij de colleges is dat nog geen 40%.

7.3 Wrakingen

Waardering van het rechterlijk functioneren komt niet alleen naar voren uit klantwaarderingsonderzoeken. Wanneer een rechtzoekende van tevo-ren of op zitting van mening is dat de rechter of raadsheer die zijn rechts-zaak in behandeling neemt partijdig is, kan hij of zij een wrakingsverzoek indienen. De wrakingskamer van het gerecht beslist vervolgens of van (de schijn van belangenverstrengeling of) partijdigheid sprake is, en in dat geval zal de desbetreffende rechter of raadsheer worden vervangen. Een gehonoreerde wraking kan dus betekenen dat het gerecht in dat specifieke geval op het gebied van onpartijdigheid en integriteit tekort is geschoten.

Iedere rechtzoekende burger in Nederland heeft recht op een onpartijdige rechter. Dat is geregeld in het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM) en is ook in verschillende wetten vastgelegd. Een rechtzoe-kende (een partij) die goede redenen heeft om te denken dat een rechter een zaak niet onpartijdig kan beoordelen, kan verzoeken deze rechter te vervangen. Een dergelijk verzoek wordt een verzoek tot wraking genoemd. Het verzoek tot wraking kan zich niet richten op de betrokken griffier of officier van justitie in de zitting. Wel kan een rechter-commissaris in strafzaken of insolventies (faillissementszaken) worden gewraakt. De betrokken rechter kan zich bij het wrakingsverzoek neerleggen en zich laten vervangen door een andere rechter. De rechter berust dan in de wraking en schorst de zitting. Mocht er direct een vervanger beschik-baar zijn, dan kan de zaak doorgaan. Zo niet, dan wordt de zaak naar een andere datum verplaatst.

Een rechter die vindt dat hij onpartijdig is in deze zaak, zal de zitting schorsen. In dat geval zal het verzoek worden beoordeeld door drie andere rechters, die samen de zogenoemde ‘wrakingskamer’ vormen. De leden van de wrakingskamer worden door het gerechtsbestuur aangewezen en worden gekozen uit de rechters van de rechtbank die de zaak behandelt waarin het wrakingsverzoek werd gedaan.

Het gerechtsbestuur kan ook een vaste wrakingskamer aanstellen. Dat betekent dat voor een bepaalde periode dezelfde drie rechters steeds alle wrakingsverzoeken behandelen. De wrakingskamer wordt ondersteund door een griffier.

Figuur 7.3 Gegronde wrakingsverzoeken gerechten

0 10 20 30 40 50 2006 2007 2008 2009 2010

Zie voor corresponderende cijfers tabel 7.4 in bijlage 3.

Gerechten gebruiken sinds 2006 alle een wrakingsprotocol en publiceren hierover in hun jaarverslagen. Wraking is in de Nederlandse rechtspraak een betrekkelijk weinig voorkomend middel (zie tabel 7.4 in bijlage 3). Het aantal gehonoreerde wrakingen liep op van 15 in 2006, via 17 in 2007, naar 39 in 2008. Sindsdien is het weer teruggelopen; 15 in 2009 en 21 in 2010. Dergelijke aantallen laten al zien dat dit nagenoeg niet voorkomt, zeker in het licht van het totale aantal rechtszaken dat in Nederland op jaarbasis wordt behandeld.

7.4 Klachten

Bij de rechtbanken, gerechtshoven en de Raad voor de rechtspraak is het mogelijk klachten over gedragingen van een gerecht of daaraan verbonden personen voor te leggen aan het bestuur van dat gerecht. Ook bij de Hoge Raad en de Raad van State kunnen klachten worden ingediend. Het aantal ingediende klachten en het percentage gegronde klachten geeft hiermee ook een beeld van de tevredenheid van procespartijen.

In document Rechtspleging Civiel en Bestuur 2010 (pagina 150-153)