• No results found

Problemen en het gebruik van rechtshulpvoorzieningen

In document Rechtspleging Civiel en Bestuur 2010 (pagina 50-54)

Staat 3.1 Kerncijfers rechtsbijstand 2010

3.1 Problemen en het gebruik van rechtshulpvoorzieningen

In 2003 en 2009 heeft het WODC onderzoek gedaan naar de mate waarin Nederlandse burgers van achttien jaar en ouder serieuze problemen heb-ben ervaren op verschillende levensterreinen en wat ze vervolgens hebheb-ben gedaan om die problemen op te lossen (zie Van Velthoven & Ter Voert, 2004; Van Velthoven & Klein Haarhuis, 2010). Over de periode 2004-2008 heeft 61% van de burgers met een of meer serieuze problemen op civiel- of bestuursrechtelijk terrein te maken gehad. Dat is iets minder dan de vijf jaar daarvoor; toen had 67% van de burgers met serieuze problemen te maken. Het meest ervaren burgers problemen met de aanschaf van pro-ducten en diensten en problemen op of met het werk (zie figuur 3.1).

Figuur 3.1 Percentage personen dat in een periode van vijf jaar een probleem* heeft gehad naar probleemgebied

67 7 7 3 10 22 32 12 3 20 30 61 4 3 2 8 18 30 9 2 17 25 0 10 20 30 40 50 60 70 80 Totaal aantal burgers met 1 of meer problemen

Overig (discriminatie, laster e.d.) Gezondheidsproblemen door werk of ongeluk Vanwege kinderen onder de 18 Relatie- en familiezaken Geldproblemen Aanschaf van producten/diensten Huren woonruimte e.d. Verhuren van onroerend goed Bezit van onroerend goed Problemen op/met werk

1998-2002 (N=3.516) 2004-2008 (N=5.166) * Personen van 18 jaar en ouder met één of meer problemen.

Voor corresponderende cijfers zie tabel 3.1 in bijlage 3.

Bron: Van Velthoven & Ter Voert (2004); Van Velthoven & Klein Haarhuis (2010)

Een burger met een probleem kan verschillende trajecten bewandelen om het probleem op te lossen. In de meeste gevallen komen mensen in

actie om een oplossing te zoeken. In de periode 2004-2008 riepen iets meer burgers met een probleem (52%) advies of hulp in van een of meer deskundige personen of organisaties dan in de periode 1998-2002 (44%). Het aantal burgers dat het probleem zelf ter hand neemt zonder een beroep te doen op instanties of andere professionals is iets afgenomen van 46% naar 42%. Ook het aantal burgers dat geen actie onderneemt, is iets afgenomen van 10% naar 6% (zie Van Velthoven & Ter Voert, 2004; Van Velthoven & Klein Haarhuis, 2010).

De helft van de rechtshulpgebruikers raadpleegt één instantie, de overi-gen gaan bij twee of meer deskundioveri-gen te rade. De advocatuur en de rechtsbijstandverzekering worden het meest geraadpleegd, gevolgd door de vakbond, de Bureaus voor Rechtshulp/het Juridisch Loket en de poli-tie. Al met al is er een grote variëteit aan instellingen waar men aanklopt. Tevens wordt bij allerlei niet-juridische instanties of deskundigen, zoals het maatschappelijk werk, advies gevraagd. Opvallend is de toename van het beroep op de rechtsbijstandverzekering, dat is gestegen van 6% naar 11% (zie tabel 3.2 in bijlage 3).

Een ander onderzoek dat inzicht geeft in het voorkomen van problemen en het gebruik van rechtshulpvoorzieningen is het ‘Aanvullend Voorzie-ningengebruik Onderzoek’ (AVO) van het Sociaal en Cultureel Planbu-reau (SCP). Dit enquêteonderzoek wordt elke vier jaar gehouden onder de Nederlandse bevolking van zestien jaar en ouder. De laatste meting is van 2007. Doel van het AVO is inzicht te krijgen in het gebruik van sociale en culturele voorzieningen door de bevolking, waaronder het gebruik van rechtshulp. In het onderzoek wordt nagegaan in hoeverre burgers de afgelopen 24 maanden problemen hebben gehad op een negental vooraf genoemde terreinen en, als dat het geval was, of men daarvoor de hulp heeft ingeroepen van een aantal rechtshulpverlenende instanties (organi-saties). In tegenstelling tot het geschilbeslechtingsdelta-onderzoek werd in deze enquêtes ook gevraagd naar problemen op het terrein van het straf-recht.

De uitkomsten van de drie AVO’s geven inzicht in de mate van problemen van de Nederlandse bevolking vanaf 1999 (zie figuur 3.2). In 1999 zegt 18% van de bevolking van 16 jaar en ouder een probleem gehad te hebben in de voorafgaande 24 maanden. In 2003 stijgt het percentage naar 25 en in 2007 daalt het weer naar 16. In het AVO van 2003 ligt vooral het aantal problemen over uitkeringen en problemen met de overheid hoger dan in de andere twee jaren (zie figuur 3.2). Dit is waarschijnlijk toe te schrijven aan de hogere aantallen arbeidsongeschikheids- en WW-uitkeringen in de jaren 2002/2003.

In 2007 heeft bijna 7% van de bevolking problemen gehad met werkgerela-teerde uitkeringen en situaties. Andere problemen die in 2007 relatief veel voorkomen, zijn problemen bij de levering van diensten en goederen (4%), echtscheidingsperikelen (3%) en problemen met (overheids)instanties (3%, zie figuur 3.2).

Figuur 3.2 Percentage personen* dat in een periode van twee jaar een probleem heeft gehad naar probleemgebied

0 2 4 6 8 10 12

Vervolging wegens misdrijf Vervolging wegens (verkeers)overtreding Geschil met (overheids)instantie (Geld)vorderingen op een ander Geschil over levering goederen/diensten Geschil met huisbaas Andere uitkering/ bijstand e.d. Uitkering arbeidsongeschikth./werkloosh. / ziekte, loon, ontslag, pensioen Echtscheiding, alimentatie, toewijzing kinderen, boedel

1999 2003 2007

* Personen van 16 jaar en ouder met één of meer problemen. Voor corresponderende cijfers zie tabel 3.3 in bijlage 3. Bron: AVO’s 1999, 2003, 2007

In 2007 heeft ongeveer 90% van de personen die te maken hebben gehad met vervolging wegens een misdrijf, een echtscheiding of een geschil over een vordering, daarvoor een rechtshulpverlener ingeschakeld.1 Men klopt het minst vaak aan bij een rechtshulpinstantie als er een geschil is met een huisbaas (64%) of als men wordt vervolgd voor een overtreding (67%, zie figuur 3.3).

Voor echtscheidingsproblemen wordt de advocaat met 63% het vaakst bezocht (zie figuur 3.4). In vergelijking met de andere probleemgebieden wordt hier ook het vaakst een mediator ingeschakeld (9%). Bij problemen met werkgerelateerde uitkeringen en situaties neemt naast de advocaat en ‘een andere instantie’, de rechtsbijstandverzekering een prominente plaats in. Bij de overige uitkeringen (zoals bijstandsuitkering) wordt vaak ‘een andere instantie’ in de arm genomen. Dit zouden de vakbond of So ciaal Raadslieden kunnen zijn, maar ook wellicht de uitkerende instan-tie zelf. Bij geschillen met de huisbaas wordt het Juridisch Loket relainstan-tief vaak geconsulteerd maar ook ‘een andere instantie’. De rechtsbijstand-verzekering speelt een grote rol bij geschillen over geleverde diensten en goederen. De advocaat is van betekenis bij vervolging van een misdrijf.

1 Door verschillende vraagstellingen in de AVO’s 1999, 2003 en 2007 is het niet mogelijk een vergelijking te maken tussen geraadpleegde rechtshulpverleners over de jaren.

Figuur 3.3 Percentage personen met een probleem* dat minstens één rechtshulpverlener heeft geraadpleegd naar probleemgebied, 2007 91 84 85 64 83 90 86 67 92 0 10 20 30 40 50 60 70 80 90 100 Echtscheiding, alimentatie, toewijzing

kinderen, boedel Uitkering arbeidsongeschikthd/ werklooshd/ ziekte, loon, ontslag, pensioen Andere uitkering/ bijstand e.d. Geschil met huisbaas Geschil over levering goederen/diensten (Geld)vorderingen op een ander Geschil met (overheids)instantie Vervolging wegens (verkeers)overtreding Vervolging wegens misdrijf

* Personen van 16 jaar en ouder met één of meer problemen in periode van twee jaar. Voor corresponderende cijfers zie tabel 3.4 in bijlage 3.

Bron: AVO 2007

Figuur 3.4 Percentage personen* met een probleem dat een bepaalde rechtshulpverlener heeft geraadpleegd** naar probleemgebied, 2007

0 10 20 30 40 50 60 70 Echtscheiding, alimentatie, toewijzing

kinderen, boedel Uitkering arbeidsongeschikthd/ werklooshd/ ziekte, loon, ontslag, pensioen Andere uitkering/ bijstand e.d. Geschil met huisbaas Geschil over levering goederen/diensten (Geld)vorderingen op een ander Geschil met (overheids)instantie Vervolging wegens (verkeers)overtreding Vervolging wegens misdrijf

Juridisch Loket Advocaat Rechtsbijstandverzekering Andere rechtsbijstandsinstantie Mediator

* Personen van 16 jaar en ouder met een probleem in een periode van twee jaar. ** Meerdere rechtshulpverleners per probleem mogelijk.

Voor corresponderende cijfers zie tabel 3.5 in bijlage 3. Bron: AVO 2007

Bij problemen rond vervolging van een misdrijf en ‘andere uitkeringen’ is ongeveer 70% van de ingeschakelde advocaten toegevoegd (zie figuur 3.5). Bij echtscheidingen en geschillen over vorderingen is bij ongeveer 40% van de geraadpleegde advocaten een beroep gedaan op de gesubsidieerde rechtsbijstand. In paragraaf 3.2 komt de gesubsidieerde rechtsbijstand uitgebreider aan de orde.

Figuur 3.5 Percentage personen dat een advocaat heeft

ingeschakeld en het percentage toegevoegde advocaten naar probleemgebied, 2007* 41 28 72

In document Rechtspleging Civiel en Bestuur 2010 (pagina 50-54)