• No results found

VEROUGSTRAETE.- Overeenkomstig ons vroeger ingenomen standpunt tegen het geplande megaproject

namens de Verenigde Commissies de Burgemeester-Voorzitter

38.- BEDRIJVEN - BEDRIJF VOOR GROND- EN BOUWBELEID - IMMOBILAIRE BEWERKINGEN - WOONHUIS MET BIJBEHORENDE GEBOUWEN EN GRONDEN

C. VEROUGSTRAETE.- Overeenkomstig ons vroeger ingenomen standpunt tegen het geplande megaproject

B. TOMMELEIN.- Wij vragen de stemming over punt 39 gezien onze houding in het verleden.

Het voorstel van de Verenigde Commissies wordt bij hoofdelijke oproep ter stemming gebracht en aangenomen met 25 stemmen voor, 1 stem tegen, bij 10 onthoudingen.

Hebben voorgestemd: Mevr. H. Veulemans, Hr. Y. Miroir, Mevr. M. Willems, N. Bourgoignie, HH. B. Branders, J. Verstreken, E. Tulpin, W. Van Hulle, Mevr. A. Dewinter, HH. M. Boone, T. Germonpré, G. Lambert, J. Van Hecke, Mevr. N. De Sloovere, M. Azou, V. Vens, Hr. A. Deblauwe, Mevr. N. Moyaert, Hr. R. Vandenberghe, Mevr. M. Verhulst, Hr. A. Baillière, Mevr. F. Depoorter, Hr.

R. Seldenslach, Mevr. K. Debreuck, Hr. J. Vandecasteele.

Heeft tegengestemd : Hr. W. Inghelbrecht.

Hebben zich onthouden HH. P. Van Laer, P. Boutens, C. Verougstraete, M. Quatacker, A. Delanghe, J.-M. Dedecker, D. Ramoudt, B. Tommelein, G. Vanblaere, D. De Keyser.

B. TOMMELEIN.- De houding van de fractie in het verleden.

C. VEROUGSTRAETE.- Overeenkomstig ons vroeger ingenomen standpunt tegen het geplande megaproject.

Bijgevolg neemt de Raad het volgende besluit:

DE GEMEENTERAAD,

Gelet op het verslag van de Verenigde Commissies;

Gelet op het Bijzonder Plan van Aanleg nr. 126A "Stadscentrum-Kursaal", dat op 08 juli 1999 werd goedgekeurd waarin de herverkaveling is opgetekend van de percelen die zijn gelegen in de zone die wordt begrensd door de Van Iseghemlaan, de Antoon Belpairestraat, de Langestraat en de Christinastraat, met het oog op de vorming van één lot dat is bestemd voor de oprichting van een gebouw met gemengde functies, waaronder woongelegenheden, handel, horeca en gemeenschaps- en openbaar-nutsvoorzieningen, behoudens een strook die is bestemd voor de inlijving bij de openbare weg ;

Overwegende dat ter uitvoering van deze herverkaveling de verwerving is vereist van de gebouwen gelegen Hertstraat 14 en 16 in Oostende, met een oppervlakte volgens het Kadaster van vijfenveertig vierkante meter (45 m2), respectievelijk zesenveertig vierkante meter (46 m2), bij het Kadaster gekend in de 1ste afdeling sectie A als nummer 21D, respectievelijk 22B, die toebehoren aan mevrouw Angelica Hendier, Christinastraat 54 in 8400 Oostende;

Overwegende dat de eigenares bereid is de goederen over te dragen aan de Stad tegen de betaling van de totale koopsom van 3.950.000 frank, hetzij 97.917,94 euro, waarin alle vergoedingen zijn begrepen die in de praktijk bij onteigening worden toegekend, zoals de wederbeleggingsvergoeding, de wachtintresten e.a. ; dat zij hiertoe de verbintenis tot overdracht heeft ondertekend;

Overwegende dat de goederen zijn belast met een handelshuur die werd toegekend aan de heer Noureddine Younessi, Antoon Belpairestraat 5 in 8400 Oostende, in toepassing van de gewijzigde Wet van 30 april 1951 betreffende de handelshuur;

Vergadering van de Gemeenteraad van 01 juni 2001 - Nr. 6

Overwegende dat met de betrokken huurder een overeenkomst betreffende de beëindiging van de handelshuren is bereikt, die ertoe strekt dat de Stad aan hem de totale som van 1.995.232 frank (49.460,51 euro) is verschuldigd uit hoofde van de beëindiging van de huur en van de stopzetting van de handelsactiviteiten ;

Overwegende dat de koopsom en de te betalen vergoeding als redelijk kunnen worden beschouwd, gelet op de conclusies van het schattingsverslag dat de bevoegde Ontvanger van de Registratie op 28 november 1996 heeft opgemaakt en gelet op de verantwoordingsnota van 03 mei 2001 van het stedelijk bedrijf voor Grond- en Bouwbeleid waarin de wijze waarop de koopsom en de vergoeding voor de beëindiging van de handelshuur zijn berekend, is uiteengezet;.

Gelet op de voorschriften van het Gewestplan "Oostende-Middenkust", dat bij een Koninklijk Besluit van 26 januari 1977 werd vastgesteld;

Gelet op het Decreet van 22 februari 1995 van de Vlaamse Raad betreffende de bodemsanering;

Gelet op artikel 23 van het Decreet betreffende de ruimtelijke ordening gecoördineerd bij het besluit van 22 oktober 1996 van de Vlaamse Regering, bekrachtigd bij het Decreet van 04 maart 1997 van het Vlaamse Parlement;

Gelet op de artikelen 69 en 171 van het op 26 april 2000 gewijzigde Decreet van 18 mei 1999 van het Vlaamse Parlement, houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening;

Gelet op artikel 117 van de Nieuwe Gemeentewet;

Gelet op de artikelen 28 en 31 van het gewijzigde Decreet van 28 april 1993 van de Vlaamse Raad inzake het administratief toezicht;

BESLIST:

Art. 1.- §1.- Jegens mevrouw Angelica Hendier, Christinastraat 54 in 8400 Oostende] worden de volgende onroerende goederen overgenomen : j

1. het gebouw gelegen Hertstraat 14 in Oostende, met een oppervlakte volgens het Kadaster van vijfenveertig vierkante meter (45 m2), bij het Kadaster gekend in! de 1ste afdeling sectie A als nummer 21D ; !

2. het gebouw met bijbehorende grond gelegen Hertstraat 16 in Oostende, met een oppervlakte volgens het Kadaster van zesenveertig vierkante meter (46 m2)', bij het Kadaster gekend in de 1ste afdeling sectie A als nummer 22B;

hierna genoemd "het goed", dat door omranding in rode kleur is aangeduid op het plan nr. 5230/089.

§2.- Het goed wordt overgedragen in volle eigendom, behoudens de handelshuur vrij van huur en gebruiksrecht en van alle welkdanige lasten, voorrechten, hypotheken en belastende randmeldingen, die niet door tegengestelde zijn gevolgd, met vrijwaring voor alle stoornissen, uitwinningen en alle welkdanige hindernissen.

§3.- Het goed wordt overgedragen in de toestand waarin het zich bevindt, met de voordelige en nadelige, zichtbare en onzichtbare, actieve en passieve, voortdurende en niet-voortdurende erfdienstbaarheden, maar zonder dat deze bepaling iemand meer rechten kan verstrekken dan deze die voortspruiten uit regelmatige titels of uit de Wet.

§4.- Geen enkele vordering mag worden ingebracht wegens een vergissing in de aanduiding of in de grootte, het verschil in meer of in min, al overtrof dit één twintigste, blijvend ten bate of ten laste van de Stad.

Art. 2.-§1.- De overdracht van het goed geschiedt tegen de betaling door de Stad aan de overdragende partij van de som van drie miljoen negenhonderdvijftigduizend frank (3.950.000 frank), hetzij zevennegentig duizend negenhonderdzeventien euro vierennegentig

cent (97.917,94 euro), waarin alle vergoedingen zijn begrepen die in de praktijk bij onteigening worden toegekend, waaronder de wederbeleggingsvergoeding, de wachtintresten, e.a.

§2.- De betaling van de koopsom geschiedt nadat de authentieke akte aan de vereiste formaliteiten is onderworpen en uiterlijk twee maanden na de datum waarop de akte wordt verleden, rekening houdend evenwel met een eventuele aftrek van de bedragen die zouden kunnen worden gevorderd door schuldeisers in wiens voordeel gebeuriijk op het goed hypothecaire inschrijvingen zouden genomen zijn tot zekerheid van de schuldvorderingen tegen de overdragende partij en voorzover desgevallend de instemming van deze schuldeisers met de doorhaling van deze inschrijvingen wordt verkregen.

§3.- In voorkomend geval zullen van de uit te keren som de bedragen aan nog verschuldigde belastingen, overeenkomstig de bepalingen van het Wetboek van de Inkomstenbelastingen en dit van de Belasting op de Toegevoegde Waarde worden ingehouden en rechtstreeks aan de betrokken ontvangers worden betaald.

§4.- Indien het goed niet vrij zou zijn van de in sub artikel 1 §2 bedoelde lasten en hypotheken, heeft de Stad het recht zich van de koopsom te kwijten door neerlegging van de koopsom in de Consignatiekas, zonder voorafgaande aanbieding noch aanmaning. Dit zal eveneens het geval zijn indien verzet tegen de betaling zou bestaan. De kosten van de lichting van de consignatie zijn in dat geval ten laste van de overdragende partij.

§5.- De overdragende partij machtigt de Stad zich van de haar toekomende som te kwijten door overschrijving ervan op een door haar aan te wijzen rekening die zij bij een financiële instelling heeft geopend.

Art. 3.- §1.- De Stad heeft vanaf de datum waarop de authentieke akte wordt verleden, de volle eigendom van het goed.

§2.- Deze akte zal worden verleden binnen twee maanden nadat de beslissing ad hoc van de Gemeenteraad van de stad Oostende kracht van uitwerking heeft verkregen, d.w.z. op het ogenblik dat de termijn van 30 dagen, te rekenen vanaf de dag waarop het Provinciebestuur van deze beslissing in kennis werd gesteld, is verstreken, zonder dat de toezending van het dossier is gevorderd, hetzij bij opvraging van het dossier op het ogenblik dat de termijn van 30 dagen, te rekenen vanaf de dag volgend op de ontvangst van het dossier, is verstreken, zonder dat een beslissing tot schorsing aan de Stad is genotificeerd. In het geval op het goed hypothecaire inschrijvingen zouden zijn genomen, zal de datum van aanvang van de bedoelde termijn van één maand worden verschoven naar de datum waarop de instemming met de doorhaling van de hypothecaire inschrijvingen vanwege de schuldeisers is verkregen.

§3.- In deze akte zal worden bepaald dat de overdragende partij:

1. afziet van elke eis tot ontbinding van de koopovereenkomst en van elke vordering tot terugeising of wederafstand van het goed welke bestemmingswijziging het ook moge ondergaan en dit ondanks elke hiermee strijdige bepaling ;

2. de bevoegde Hypotheekbewaarder ontslaat van de verplichting enige inschrijving van ambtswege te nemen;

3. onvoorwaardelijk en onherroepelijk afziet van het recht om jegens de Stad te vorderen dat de Stad haar de mogelijkheid zou bieden om in de geplande herverkavelingsoperatie een nieuwe kavel te verwerven.

§4.- Het bedrag van de onroerende voorheffing dat op het goed betrekking heeft, moet verhoudingsgewijs door de Stad worden gedragen, vanaf de eerste dag van de maand, die volgt op de datum waarop de akte wordt verleden.

§5.- De overdragende partij is ertoe gehouden de authentieke akte van overdracht van het goed te ondertekenen op het eerste verzoek dat de Stad hiertoe tot haar zal richten.

§6.- De overdragende partij is ertoe gehouden het goed volledig te ontruimen en ter beschikking te stellen van de Stad uiterlijk op de laatste dag van de maand waarin de Stad de koopsom heeft vereffend.

§7.- In het geval de in sub artikel 2 vermelde koopsom niet binnen de gestelde termijn zou zijn betaald, is de Stad een interest verschuldigd, die berekend wordt tegen de wettelijke rentevoet die in burgerrechtelijke zaken van toepassing is, op de in sub artikel 2 vermelde koopsom over de periode die aanvangt op de vervaldatum en eindigt op de dag waarop de betaling van de koopsom effectief is verricht.

Art. 4.-§1.- Alle meters en leidingen die zich in het goed zouden bevinden en aan de overdragende partij niet toebehoren, maken geen deel uit van de verkoop en worden voorbehouden aan degene die er recht op zou hebben.

§2.- De overdragende partij verklaart dat het goed is verzekerd tegen brand en andere risico's. Zij verbindt zich ertoe het bestaande verzekeringscontract ten minste tot acht dagen na de datum van het verlijden van de authentieke akte te handhaven, evenwel zonder waarborg wat betreft de verzekerde bedragen. Na het verstrijken van deze termijn, zal de Stad zelf moeten instaan'voor het verzekeren van het gekochte goed. }

t

§3.- De overdragende partij heeft de last zelf de polissen die zij heeft onderschreven ter verzekering van het goed en/of van de inboedel tegen brand of andere risico's op te

zonder dat de Stad tot enige betaling, benaarstiging of tussenkomst kan worden genoopt.

zeggen,

§4.- De overdragende partij moet zelf instaan voor de opzegging bij de bevoegde maatschappijen van de huur van de tellers van gas-, water- en elektriciteitsverbruik, van het abonnement op het gebruik van de telefoonverbinding en van het abonnement van de radio- en televisiedistributie en voor de verwijdering ervan uiterlijk op de in sub artikel 3 §6 bedoelde datum van ontruiming van het goed.

§5.- De overdragende partij is ertoe gehouden voor de periode waarin zij het goed in gebruik heeft, na de overdracht van de eigendom, een verzekeringscontract te sluiten tot dekking van het risico brand en andere risico's waarvoor zij als huurder of gebruiker aansprakelijk kan worden gesteld.

Art. 5.- §1.- De Stad moet zelf op haar kosten instaan voor de beëindiging van de handelshuur die de overdragende partij aan de heer Noureddine Younessi, Antoon Belpairestraat 5 in Oostende, heeft toegekend bij de overeenkomsten die op 14 juni 1994, respectievelijk 15 september 1994 werden gesloten.

§2.- De overdragende partij heeft er kennis van dat het bereiken van een overeenkomst met de huurder inzake de beëindiging van de handelshuur een absolute vereiste is voor de Stad om over te gaan tot de verwerving van de eigendom van het goed. De beide overeenkomsten vormen dus één geheel en zijn onafscheidelijk met elkaar verbonden.

Vergadering van de Gemeenteraad van 01 juni 2001 - Nr. 6

§3.- De overdragende partij zal zelf instaan voor de tijdige beëindiging van het gebruik en of de huur, van lokalen in het gebouw, of andere overeenkomsten die zij eventueel met derden heeft aangegaan.

Art. 6.- §1.- Met de heer Noureddine Younessi, Antoon Belpairestraat 5 in 8400 Oostende, hierna genoemd de huurder, wordt een overeenkomst gesloten die behelst dat definitief een einde wordt gesteld aan de handelshuur van het voormelde goed.

§2.- De huurovereenkomsten nemen een einde op de dag waarop de authentieke aktes inzake de verwerving van de eigendom van het goed en de beëindiging van de handelshuren worden verleden.

§3.- Krachtens de overeenkomst inzake de overdracht van het goed moet het goed volledig worden ontruimd en ter beschikking gesteld van de Stad uiterlijk op de laatste dag van de maand waarin de Stad de koopsom heeft vereffend.

§4.- De huurder is ertoe gehouden voor de periode waarin hij het goed in gebruik heeft, na de overdracht van de eigendom, een verzekeringscontract te sluiten tot dekking van het risico brand en andere risico's waarvoor hij als huurder of gebruiker aansprakelijk kan worden gesteld.

§5.- Uit hoofde van de beëindiging van de huur en van de stopzetting van de handelsactiviteiten in het goed, is de Stad aan de huurder de som van één miljoen negenhonderdvijfennegenduizend tweehonderd tweeëndertig frank (1.995.232 frank), hetzij negenenveertigduizend vierhonderd zestig euro eenenvijftig cent (49.460,51 euro) verschuldigd.

§6.- Tegen betaling door de Stad van de in sub §1 bepaalde vergoeding verklaart de huurder af te zien van elke verdere eis tot vergoeding of schadeloosstelling uit hoofde van de beëindiging van het gebruik, van de stopzetting van de handelsactiviteiten en van alle gevolgen vandien.

§7.- De betaling van de vergoeding geschiedt nadat de authentieke akte aan de vereiste formaliteiten is onderworpen en uiterlijk twee maanden na de datum waarop de akte wordt verleden, rekening houdend evenwel met een eventuele aftrek van de bedragen die zouden kunnen worden gevorderd door schuldeisers in wiens voordeel gebeurlijk op het handelsfonds hypothecaire inschrijvingen zouden genomen zijn tot zekerheid van de schuldvorderingen tegen de huurder en voorzover desgevallend de instemming van deze schuldeisers met de doorhaling van deze inschrijvingen wordt verkregen.

§8.- In voorkomend geval zullen van de uit te keren som de bedragen aan nog verschuldigde belastingen overeenkomstig de bepalingen van het Wetboek van de Inkomstenbelastingen en dit van de Belasting op de Toegevoegde Waarde worden ingehouden en rechtstreeks aan de betrokken ontvangers worden betaald.

§9.- In geval van beletsel of van verzet tegen de betaling heeft de Stad de mogelijkheid om zich te bevrijden door consignatie van de vergoeding in de Deposito- en Consignatiekas zonder voorafgaande aanbieding noch aanmaning. De lichtingskosten van de consignatie zijn voor de begunstigde partij.

§10.- De huurder machtigt de Stad zich van de hem toekomende som te kwijten door overschrijving ervan op een door hem aan te wijzen rekening die hij bij een financiële instelling heeft geopend.

Vergadering van de Gemeenteraad van 01 juni 2001 - Nr. 6

§11.-Voorzover als nodig is, ontslaat de huurder de bevoegde Hypotheekbewaarder van de verplichting om enige inschrijving van ambtswege te nemen.

§12.- Deze akte zal worden verleden binnen de in artikel 3 §2 gestelde termijn.

§13.- De huurder is ertoe gehouden de authentieke akte van beëindiging van de huur te ondertekenen op het eerste verzoek dat de Stad hiertoe tot hem zal richten.

§14.- De huurder zal instaan voor de tijdige beëindiging van het gebruik en/of de huur van lokalen in de gebouwen of andere overeenkomsten die hij eventueel met derden heeft aangegaan. Hij vrijwaart de Stad voor alle verhaal op de Stad ten opzichte van alle derden waarmee hij overeenkomsten heeft aangegaan.

§15.- In het geval de in sub §1 vermelde som niet binnen de gestelde termijn zou zijn betaald, is de Stad een interest verschuldigd, die berekend wordt tegen de wettelijke rentevoet die in burgerrechtelijke zaken van toepassing is, op de in sub §1 vermelde som over de periode die aanvangt op de vervaldatum en eindigt op de dag waarop de betaling van de som effectief is verricht.

Art. 7.- §1.- De overdracht van het goed en de beëindiging van de handelshuren geschieden voor openbaar nut, namelijk voor de verwezenlijking van de herverkaveling die is opgetekend in het Bijzonder Plan van Aanleg nr. 126A "Stadscentrum-Kursaal", dat op 08 julh 1999 werd goedgekeurd, met het oog op de vorming van één lot dat is bestemd voor de oprichting van een gebouw met gemengde functies, waaronder woongelegenheden, handel, horeca en gemeenschaps- en openbaar-nutsvoorzieningen.

§2.- Aan de bevoegde Ontvanger van de Registratie wordt derhalve de kosteloze registratie van de authentieke aktes gevraagd, in toepassing van artikel 161-2° van het Wetboek der Registratierechten. !

§3.- Overeenkomstig de voorschriften van het Gewestplan "Oostende-Middenkust" dat bij een Koninklijk Besluit van 26 januari 1977 werd vastgesteld, is het gebied waarin het goed is gelegen, bestemd als "woongebied".

§4.- Geen bouwwerk noch enige vaste of verplaatsbare inrichting die voor bewoning kan worden gebruikt, mag op het goed worden opgericht zolang de bouwvergunning niet is verkregen.

Art. 8.- In toepassing van artikel 36 van het Decreet van 22 februari 1995 van de Vlaamse Raad betreffende de bodemsanering bevestigt de Stad dat zij de overdragende partij in kennis heeft gesteld van de inhoud van de bodemattesten die de Openbare Afvalstoffenmaatschappij voor het Vlaamse Gewest, overeenkomstig artikel 4 §4 van het voormelde Decreet, op 26 april 1997 heeft uitgereikt.

In deze attesten is bepaald dat geen gegevens beschikbaar zijn betreffende de eventuele verontreiniging van het onderhavige goed.

Art. 9.- Alle kosten die verbonden zijn aan het verlijden van de aktes en aan de overschrijving ervan in het Kantoor der Hypotheken vallen ten laste van de Stad.

Art. 10.- De overdracht van het goed en de beëindiging van de huurovereenkomsten geschieden op de opschortende voorwaarde dat dit raadsbesluit kracht van uitwerking heeft verkregen.

Art. 11.- De hieraan verbonden uitgaven worden aangewezen op artikel 605.2.37 van de begroting van het stedelijk bedrijf voor Grond- en Bouwbeleid.

Art. 12.- Het College van Burgemeester en Schepenen wordt belast met het vaststellen van de secundaire modaliteiten.

721/01/2/121B/318-14/JV

40.- BEDRIJVEN - BEDRIJF VOOR GROND- EN BOUWBELEID - IMMOBILAIRE