• No results found

OVER DE VOORLEGGING AAN DE GEMEENTERAAD VAN HET BESTUURSAKKOORD

We love you

OVER DE VOORLEGGING AAN DE GEMEENTERAAD VAN HET BESTUURSAKKOORD

2001-2006

B. TOMMELEIN.- Dames en Heren,

De VLD-fractie heeft onmiddellijk na de verkiezingen van oktober 2000 signalen gegeven dat men bereid was tot een positieve en constructieve samenwerking met de meerderheid.

Dit resulteerde al onmiddellijk in besprekingen over de zogenaamde nota voor de industriële toekomst van Oostende. De VLD heeft dit als grootste minderheidspartij mede ondertekend en

wil mee haar schouders zetten onder een aantal belangrijke projecten voor Oostende. Wij kozen en kiezen dus voor samenwerking en overleg.

Het bestuursakkoord dat werd gesloten tussen de SP en de CVP is een document tussen twee partners. Er is echter door u zelf de keuze gemaakt om ze eerst en vooral in de media te brengen vooraleer de Gemeenteraad hiervan in kennis werd gesteld. En dit zeker niet officieel via de agenda van de Gemeenteraad.

Ik noem dit een vorm van miskenning van dit democratisch verkozen orgaan. En dit zeker naar mijn fractie toe, die op een officiële manier op de hoogte mag worden gebracht van de beleidsdoelstellingen van deze meerderheid op langere termijn.

In elke gemeenteraadsvergadering heb ik reeds om uitleg gevraagd. Vorige vergadering kreeg ik zelfs het antwoord dat het document te vinden was op mijn stoel bij een of andere vergadering. Terzelfder tijd gaf ik u te kennen dat dit document was besproken tijdens de begrotingsvergadering. Ik ga met uw visie niet akkoord.

Op de vergadering van 24 maart heb ik zelf aangebracht dat in het bestuursakkoord duidelijkheid bestaat in uw bestuursakkoord, zoals : mobiliteit, jeugdbeleid, luchthaven, leefmilieu, drugbeleid, middenstand en juist... inspraak en overleg.

Uw argumentatie dat het bestuursakkoord besproken werd tijdens de begrotingsvergadering houdt dus geen steek. Tenzij u gaat beweren dat u een meerjarenbegroting hebt voorgesteld die loopt tot 2006.

Ik stel vast dat u nu met het bestuursakkoord - nota bene een intern document tussen twee partijen - wel de boer opgaat en ze gaat voorstellen op de wijkraden. Ik apprecieer deze openheid van uw bestuursploeg ten zeerste. Rechtstreeks contact met de burger is zeer belangrijk.

Overheidsvoorlichting en communicatie zijn zaken die men niet mag verwaarlozen. Daar kan ik persoonlijk, professioneel zelfs, van meespreken. j

Maar de manier waarop u het meest democratisch verkozen orgaan, zijnde de Gemeenteraad, negeert, zorgt ervoor dat uw overheidsvoorlichting ruikt naar partijpolitieke propaganda.

Zoals u weet is dit in totalitaire regimes in het verleden en zelfs nu nog een gangbare praktijk.

Ik heb de indruk dat wij in Oostende te maken krijgen met een nieuw totalitair regime op stedelijk niveau. Mijn vermoedens worden zelfs nog bevestigd door de propagandamachine die u vanuit het verre Japan in gang hebt gestoken. Bijna dagelijks werden wij vanuit "het land-van de rijzende zon" vergast op een of ander initiatief of idee van het Oostendse Stadsbestuur. Dat terwijl het College en de meerderheid hier in Oostende zelf niet op de hoogte waren van bepaalde plannen.

Dat men een journalist laat schrijven over de missie van het Havenbestuur zelf, want het was het Havenbestuur dat op missie naar Japan ging, daar. heb ik geen probleem mee. Maar een propagandamachine om Oostendse dossiers en Oostendse socialistische partijbonzen in de kijker te plaatse is geen toonbeeld van goede overheidsvoorlichting. In januari hebben wij: zelfs kunnen vaststellen dat uw collega OCMW-voorzitter Franky "Gazette" De Block het akkoord voor de OCMW-bestuursploeg al in de kranten liet noteren nog vóór de verkiezingen van de OCMW-raad plaatsgevonden hadden in deze Gemeenteraad. Van politieke propaganda gesproken !

Na enkele maanden rood bewind in Oostende meen ik te mogen vaststellen dat u op een ongelooflijk arrogante manier bestuurt en communiceert. Toen minister-president Kok met zijn

Vergadering van de Gemeenteraad van 01 juni 2001 - Nr. 6

paarse coalitie enkele jaren geleden de verkiezingen won, gaf hij zijn partij- en coalitiepartners éen mooie waarschuwing mee, die ik altijd heb onthouden. Ik citeer: "Wij moeten ons hoeden voor de arrogantie van de macht". Welnu, ik denk dat ik van op deze bank en als fractieleider van de grootste minderheidspartij ook moet waarschuwen voor arrogantie van de macht.

Nu al is duidelijk aan het worden voor de Oostendenaars dat het ideale beeld dat door deze meerderheid werd opgehangen niet klopt. Nu is duidelijk dat dit een hersenspinsel, is een beeld zonder veel concrete uitwerking en dat de rode meerderheid weinig zin heeft om op een open, constructieve en positieve manier samen te werken aan een Oostende voor iedereen.

Men werkt hier aan een Oostende voor de socialisten. Niet Oostende telt, maar de macht van de socialistische kopstukken en de macht van de SP.

Een pleintje hier of een fonteintje daar zullen niet blijven volstaan om de Oostendenaars te misleiden en zoet te houden. De actieve en initiatiefnemende Oostendenaars willen inspraak en overleg en geen dictatuur van één partij.

Mijnheer de Burgemeester, geachte collega's, op 23 maart jongstleden verscheen in het Belgisch Staatsblad een wet die de Colleges verplicht om aan de Gemeenteraad een algemeen beleidsprogramma voor de duur van het mandaat voor te leggen. Dit staat in het nieuwe artikel 242bis dat door de Wet van 05 februari 2001 werd ingevoegd in de Nieuwe Gemeentewet.

Het beleidsprogramma moet binnen de drie maanden na de verkiezing van de schepenen worden voorgelegd. Er werd echter uitstel gegeven tot het verstrijken van de derde maand na de dag waarop de Wet in het Belgisch Staatsblad werd bekendgemaakt.

U hebt nog tijd tot 24 juni 2001 om uw beleidsprogramma te verbeteren en verder uit te werken.

Aangezien u zelf hebt gesteld, in deze Gemeenteraad, dat dit bestuursakkoord een intern document was tussen twee partijen kan ik dit onmogelijk beschouwen als het beleidsprogramma waarvan sprake in de Wet.

Ik verzoek u dus om vóór 24 juni 2001 de Gemeenteraad samen te roepen om overeenkomstig artikel 242bis van de Wet van 05 februari 2001 het beleidsprogramma voor te leggen aan alle gemeenteraadsleden, die democratisch werden verkozen en de enige echte vertegenwoordigers zijn van alle Oostendenaars.

Op deze Gemeenteraad kan uw beleid worden uiteengezet en kunnen de gemeenteraadsleden amendementen ter goedkeuring indienen en voorleggen, én eventueel voor- of tegenstemmen.

Dat is democratie ! Dat is inspraak en overleg ! En niet de wijze waarop u nu te werk gaat en de Gemeenteraad telkens buiten spel plaatst.

DE BURGEMEESTER-VOORZITTER.- Eerst en vooral, begrijp ik uw spijt en een beetje uw frustratie dat u niet gemerkt hebt dat dit document op de banken lag op 07 januari 2001 en nog eens in. het dossier stak van de begroting, bij de meerjarenplanning en die inderdaad daarmee niet alleen het document werd van de afspraak tussen twee partijen, maar van deze Gemeenteraad die voldoet aan de nieuwe regelgeving waar wij trouwens op vooruitliepen.

In 1994 - ik weet niet of het anders nog in Vlaanderen gebeurd is - waren wij zeker bij de eerste stadsbesturen, en zeker voor de eerste keer in Oostende, die toen al een verklaring op papier zetten waarin wij formuleerden wat wij de volgende zes jaar wilden realiseren. Nu hebben wij dat opnieuw gedaan en opnieuw waren wij daarmee pionier, want het was al gedaan voordat de nieuwe wetgeving van 05 februari 2001 in voege kwam. Eigenlijk kan u, wat het formalistisch element betreft, ons geen verwijten maken.

Vergadering van de Gemeenteraad van 01 juni 2001 - Nr. 6

Ik begrijp uiteraard dat het de taak is van de minderheid om oppositie te voeren en dit is maar goed zo. Het is altijd populair om te schrijven dat wij in een dictatuur leven, dat zal de tactiek zijn van de minderheid in de komende jaren, die eigenlijk de verkiezingsuitslag ontkent en dan beweert dat wij met onze absolute meerderheid - die komt omdat de Oostendenaars nu eenmaal zo gestemd hebben en niet door toeva! of andere omstandigheden, het is een puur democratisch gegeven - moeten opletten dat wij niet in de val lopen van de arrogantie van de macht, van de dictatoriale neigingen. Nu wij kennen elkaar allemaal en het zou ronduit stom zijn van ons mochten wij in die val trappen. Een val die u eigenlijk voorspiegelt, misschien wil leggen, maar wij zullen ervoor zorgen dat wij met deze meerderheid niet in die val trappen. Een meerderheid trouwens die wij uit democratische overwegingen uitgebreid hebben met onze coalitiepartner, de CVP, omdat wij dachten dat het niet gezond was voor de Stad om met één partij de stad te besturen. Ik denk dat dit toch duidt op een bepaald democratisch gehalte. Dat zijn argumenten die ik kan aanhalen. Trouwens, wij gaan nu met het bestuursakkoord, het document dat goedgekeurd is door deze Gemeenteraad - ik herhaal h e t - naar alle wijkraden in de loop van de maand juni. De bewoners moeten kennis kunnen maken met dat document. Is dat document een bijbel ? Nee, niet alles staat daarin vermeld over onze ambities en andere zaken. Het is een richtlijn, het is een geraamte waarrond deze meerderheid denkt te doen wat goed is voor de stad Oostende tussen 2001 en 2006.

Ik wil er u eens op wijzen dat in deze Gemeenteraad zoals in de meeste Gemeenteraden van de stad Oostende, meer dan 80 % van de punten unaniem goedgekeurd worden. In een dictatuur lijkt mij dat zeer vreemd te zijn.

Een ander symptoom - u bent jong en ik kan u dat niet verwijten, Mijnheer Tommelein - ik maakte twaalf jaar deel uit van de minderheidspartijen, niet onder de dictatuur van dé CVP en de VLD, maar onder het democratische bewind van de CVP en de VLD en toen werderj er geen mandaten in intercommunales gegeven aan de minderheidspartijen, daar was geen sprake van, toen had zelfs geen van de meerderheidspartijen de absolute meerderheid. j

i

Wij hebben misschien ook een unicum. Vanuit onze dictatoriale instellingen die u zo inoemt -hebben wij gezegd : laat de mensen van de minderheid eens meedoen in de extra organen die zich buiten de Gemeenteraad afspelen. Iedereen heeft er gekregen, van de democratische partijen uiteraard, omdat wij jullie nog meer actief bij de democratische werking van deze Gemeenteraad - binnen en buiten deze Raad - willen betrekken. Voor de ee.rste keer was er inspraak in de samenstelling van de industriële nota, u haalde het zelf aan. Waar haalt u het dictatoriale vandaan als wij de moeite doen om met de grootste minderheidspartij rond de tafel te zitten en jullie betrekken in belangrijke projecten. Wij hebben ervoor gezorgd dat u in directiecomités terechtkomt, o.a. Plassendale, Haven Oostende ag, enz. Ik weet niet wat u met dictatuur bedoelt, ik zou alleen maar zeggen dat wij het zo democratisch mogelijk spelen en als u dat al een dictatuur vindt, dan vrees ik dat wij naast elkaar aan het praten zijn. Ik kan alleen maar verwijzen naar de feiten die ik zelf meemaakte. Al die zaken die u nu met uw partij krijgt, waren toen zelfs niet denkbaar. Er waren geen mandaten in intercommunales, of bestuursfuncties voor de minderheidspartijen. Er werd nergens rekening mee gehouden, laat staan dat men iets met de bevolking besprak.

Mijnheer Tommelein, ik begrijp dat u moet oppositie voeren, maar argumenten zie ik weinig.

B. TOMMELEIN.- Mijnheer de Burgemeester, zo vlug ben ik niet gefrustreerd, u moet daar niet mee inzitten. Ik vind het wel een zeer rare beredenering, dat eerst het dossier op 07 januari 2001 op een formalistische manier bij de meerjarenbegroting stak...

DE BURGEMEESTER-VOORZITTER.- Nee, op 07 januari werd het getekend en de dag nadien hebben wij reeds de moeite gedaan om de gemeenteraadsleden te informeren over het

ondertekende akkoord, tussen de voorzitter en de topmandataris van beide partijen. Dat lag op uw stoel - ik heb het speciaal gevraagd aan de dienst - in de Gemeenteraad, maar - dat is de cruciale stap die u moet beseffen - op het moment van de begrotingsvergadering was het document een onderdeel van de begroting en de meerjarenplanning die wij verplicht zijn op te stellen, die voorgelegd was aan de gemeenteraadsleden en met de goedkeuring van de begroting in deze Gemeenteraad is die tekst ook goedgekeurd. Ik zeg niet dat dit de tekst is van de minderheidspartijen, dat beweer ik niet en ik mag dat ook niet beweren. Ik zeg dat de meerderheidspartijen in deze Gemeenteraad deze tekst goedgekeurd hebben en tot nader order is een meerderheid in deze Gemeenteraad nog altijd een uiting van democratie en van democratische regels.

B. TOMMELEIN.- U doet alsof ik daarmee problemen zou hebben, alsof ik problemen zou hebben met de uitslag van de verkiezingen. Ik heb helemaal geen problemen met democratie.

Mijnheer de Burgemeester, u kent mij al langer dan vandaag. U weet dat ik een rechtgeaard democraat ben. Ik heb geen problemen met het feit dat een meerderheid een meerderheid is en dat de meerderheid beslist. Ik heb wel problemen met de manier waarop u het nu allemaal uitlegt. Niemand in deze Raad wist het, U hebt het misschien nadien op de een of andere manier ook moeten samenstellen. Ik vraag enkel - ik heb dit elke maand opnieuw gevraagd in de Gemeenteraad - een open debat over het bestuursakkoord, ik vraag aanvullingen op bepaalde gebieden, zoals mobiliteit, jeugdbeleid, drugsbeleid, luchtvaart, enz. Die vraag stelde ik ook op de begrotingsvergadering tijdens de uiteenzetting van de begroting. Ik vraag daaromtrent een open gesprek zodat op een goede manier samen kan worden gekeken waar vanuit de minderheidspartijen op een positieve manier verbeteringen kunnen worden aangebracht aan het beleid.

Ik heb u gezegd dat ik het bestuursakkoord niet aanvaard als het beleidsplan. U hebt zelf in deze Gemeenteraad gezegd dat het bestuursakkoord een intern document is tussen twee partijen. Dit is nooit besproken in de Gemeenteraad, er was ook nooit mogelijkheid om amendementen in te dienen. Formalistisch kan u misschien gelijk hebben, maar dan geeft u mij gelijk in mijn argumentatie, omdat ik het niet netjes vind op zo'n tactische manier te proberen een discussie en een debat rond het beleidsplan te omzeilen.

Mijnheer de Burgemeester, u zegt dat u een volstrekte meerderheid had en dat de CVP niet nodig was om een meerderheid te vormen. Ten eerste, u weet dat het een zeer nipte meerderheid was en ten tweede hebt u dan nog een overloper nodig gehad om uw persoonlijke fractie te versterken, zodat de CVP in een nog zwakkere positie kwam. U weet bovendien als u eerlijk en correct bent dat de coalitie in Oostende vooraf was gemaakt en dat deze een onderdeel was van een globaal West-Vlaams akkoord, waar coalities in andere steden en gemeenten en in de Deputatie ook aan bod kwamen. U moet mij niet uitleggen hoe coalities tot stand komen en u moet mij zeker niet uitleggen hoe het komt dat u zo genereus was om de CVP te betrekken in uw coalitie. Die uitleg heb ik niet nodig, dat weet ik zo al.

Wat uw meerderheid betreft, het is een meerderheid, ik aanvaard dit, maar zit er toch niet hele dagen mee op te scheppen dat u een meerderheid hebt. U moet alleen zorgen dat u binnen zes jaar nog diezelfde meerderheid hebt. Met andere woorden, dat u nog altijd evenveel kiezers achter u krijgt. U moet de minderheidspartijen niet op zo'n manier behandelen, waarbij u zegt dat een beleidsplan niet nodig is om te bespreken en het niet nodig is om voorstellen in te dienen. Het lag op uw bank Tommelein en het stak in het dossier en u hebt het niet eens gezien ! Ik vind dit geen manier van politiek voeren, om dan met grote manieren naar de wijkraden te trekken en daar wel jmet de burgers een open volwassen gesprek aan te gaan.

Mijnheer de Burgemeester, ik heb respect voor u, maar dit vind ik niet correct!

Wat betreft de mandaten, op de duur moeten wij nog dank u zeggen. Trouwens de minderheidspartijen hebben altijd een lid gehad in de Raad van Bestuur van de Haven...

DE BURGEMEESTER-VOORZITTER.- Niet in de directiecomités.

B. TOMMELEIN.- De heer Desimpel was expert en Mijnheer Vandecasteelë, u weet dit evengoed, want u het mij zelf gevraagd...

DE BURGEMEESTER-VOORZITTER.- Vanaf onze periode. Dat kan ook niet anders, want het bedrijf is maar gesticht in de vorige legislatuur.

B. TOMMELEIN.- Laten wij elkaar geen Liesbeth noemen, Mijnheer Vandecasteelë. Mijn fractie en ikzelf waren daarvoor niet eens vragende partij. U bent het ons zelf komen vragen om daarin te zetelen. Begin dan niet, een half jaar later, te vertellen dat u mij grote cadeaus deed.

Als het moet, dan neem ik morgen direct ontslag. Ik wil daarin zetelen, niet omdat u mij cadeaus moet doen, maar omdat ik op een positieve manier wil meewerken aan de toekomst van Oostende. Ik ga niet akkoord dat u telkens tegen ieder gemeenteraadslid zal zeggen hoeveel cadeaus u hem deed. U zegt dan ook nog : kijk eens hoe goed wij zijn, want wij hebben jullie gevraagd om mee de industriële nota te bespreken. En wij als minderheidsraadsleden mogen nog blij zijn dat wij mógen meetekenen aan de industriële nota voor Oostende. Dat is de teneur van uw verhaal. Wij mogen blij zijn dat u nog met ons spreekt, wij mogen blij zijn dat wij nog mogen mee uitstippelen en wij mogen blij zijn dat wij nog op een positieve manier iets kunnen doen voor Oostende. Ik ben het daar dus niet mee eens, Mijnheer de Burgemeester, als u het echt meent met inspraak en democratie. Ik weet niet watrjullie te verbergen hebben. Misschien willen jullie de discussie niet aangaan, want ik hoor ook in de wandelgangen dat de VLD-f ractie niets kan en wij niet weten waarover wij spreken. |

Wel wij zullen hier spreken over uw bestuursakkoord. Ik wil er een hele dag rnetj u over discussiëren en daarover amendementen indienen. Ik zal dan eens zien op welke manier u daar positief mee omgaat. Maar dat wil u niet, want u zou door de mand vallen. De Oostenidenaars zouden dan zien dat er ook van de minderheidspartijen positieve voorstellen kunnen komen, die goed voor hen zijn. Ik zeg u, u doet niet aan voorlichting, maar aan propaganda. Ik heb u in mijn interpellatie uitgelegd wat dit betekent en ik waarschuw u nu al dat ik daar in de komende jaren verder zal op inspelen. Dit is niet mijn stijl van oppositie voeren en u weet dat goed genoeg. Ik heb de eerste vier maanden geprobeerd op een andere manier oppositie te voeren, maar als u de mentaliteit van bepaalde raadsleden van de minderheid uit uw vorige legislatuur wil terugkrijgen, dan rhoet u verder doen zoals u nu bezig bent. Wel, dan krijgt u minderheidsraadsleden in de echte zin van het woord. Dan kan u wel zeggen daarmee geen stemmen te krijgen, Tommelein, wel dan zal de kiezer beslissen. Ik pin mij niet vast aan dat potje en deze bank. Ik doe het voor Oostende en mijn collega's ook. Ofwel betrekt u ons erbij en bespreekt u met ons het beleidsplan, ofwel doet u dat niet.

DE BURGEMEESTER-VOORZITTER.- Mijnheer Tommelein, van frustratie gesproken. U moet toch wel goed weten wat u doet. U komt af met een nota van drie bladzijden waarin u ons

DE BURGEMEESTER-VOORZITTER.- Mijnheer Tommelein, van frustratie gesproken. U moet toch wel goed weten wat u doet. U komt af met een nota van drie bladzijden waarin u ons