• No results found

48.- DIENST HUISVESTING - AANVRAAG TOT ERKENNING VAN WONINGBOUW- WONINGBOUW-GEBIEDEN EN WOONVERNIEUWINGSWONINGBOUW-GEBIEDEN IN OOSTENDE ALS BIJZONDERE

namens de Verenigde Commissies de Burgemeester-Voorzitter

48.- DIENST HUISVESTING - AANVRAAG TOT ERKENNING VAN WONINGBOUW- WONINGBOUW-GEBIEDEN EN WOONVERNIEUWINGSWONINGBOUW-GEBIEDEN IN OOSTENDE ALS BIJZONDERE

GEBIEDEN VOOR DE UITOEFENING VAN HET RECHT VAN VOORKOOP : AANNEMING

Mevrouw Nancy Bourgoignie, schepen, verwijst naar het volgende verslag van de Verenigde Commissies:

Vergadering van 28 mei 2001 Dames en Heren,

In de Vlaamse wooncode is de mogelijkheid ingeschreven om een voorkooprecht uit te oefenen op woningen en percelen bestemd voor woningenbouw die gelegen zijn in een woonvernieuwings- of woningbouwgebied dat door de bevoegde minister als een bijzonder gebied is erkend. Dit impliceert dat de instrumenterende notaris bij elke verkoop van een dergelijk onroerend goed in dit gebied verplicht is om het recht van voorkoop aan te bieden aan de huisvestingsactoren, nL de Stad, de sociale huisvestingsmaatschappijen die actief zijn op het grondgebied van de stad, de Vlaamse huisvestingsmaatschappij en in sommige gevallen ook het Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn.

Bij een besluit van 07 april 1998 van de Vlaamse Regering werden onder meer voor Oostende verschillende buurten zoals zij door het Nationaal Instituut voor de Statistiek zijn genoemd en vastgesteld opgenomen als woonvernieuwings- respectievelijk woningbouwgebieden.

Momenteel wordt er in Oostende reeds actief gebruik gemaakt van het voorkooprecht, jnaar dit kan voorlopig alleen op woningen die op een inventaris van leegstand, verkrotting, ongeschiktverklaring of onbewoonbaarverklaring zijn opgenomen.

Aangezien de bouwgrond zeer schaars geworden is in Oostende, zullen de huisvestingsactoren noodgedwongen meer en meer inbreidingsgericht moeten werken voor de realisatie van sociale woonprojecten. Dit kan enkel wanneer de mogelijkheid bestaat om diverse aanpalende panden en/of gronden aan te kopen. Met het beperkte voorkooprecht zoals het nu wordt uitgeoefend is deze mogelijkheid beperkt.

Onlangs werd in uitvoering van het bestuursakkoord dat werd gesloten voor de legislatuur 2001-2006 een woonplan opgemaakt voor de stad Oostende. In dat woonplan wordt onder meer de intentie uitgedrukt om een aantal gebieden in Oostende die de Vlaamse Regering als woonvernieuwings- respectievelijk woningbouwgebieden heeft afgebakend, als bijzondere gebieden te laten erkennen en zodoende de kansen om het voorkooprecht uit te oefenen te verhogen.

- Post-Mercatordok (A01 -) - Sint-Jozef(A201)

- Hospitaal (A232) - Konterdam (D30-) - Velodroomstraat (A532) - Nieuwlandstraat (A42-) - Ooievaarslaan (A43-) - Sint-Jan (E400) - Hoge Barrière (E42-)

In deze zones zijn er tal van woningen waarvan de kwaliteit te wensen overlaat. Bovendien kan een deel van de daar wonende bevolking omschreven worden als kansarm. Belangrijk is dat er in deze zones momenteel geen sociale woningen gebouwd zijn.

Om tot een goede spreiding van de sociale woningen te komen en tevens een goede sociale mix te bereiken, is het wenselijk dat ook in deze zones sociale woningen kunnen gerealiseerd worden.

Wij stellen u bijgevolg voor om voor deze zones een aanvraag tot erkenning als bijzonder gebied in te dienen bij de bevoegde minister, overeenkomstig het ontwerp van besluit dat hierbij is gevoegd.

namens dë Verenigde Commissies de schepen-Verslaggever

Nancy Bourgoignie

De Raad gaat met eenparigheid van stemmen op het voorstel in en neemt het volgende besluit:

DE GEMEENTERAAD,

Gelet op het verslag van de Verenigde Commissies;

Gelet op het Decreet van de Vlaamse Regering van 15 juli 1997, houdende de Vlaamse wooncode, inzonderheid de artikelen 85 t/m 89 betreffende het recht van voorkoop ;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 07 april 1998, houdende de afbakening van woonvernieuwings- en woonbouwgèbieden in Vlaanderen ;

Overwegende dat in uitvoering van het voormelde besluit ook op het grondgebied van de Stad Oostende woonvernieuwings- en woningbouwgebieden werden afgebakend ;

Overwegende dat de woonvernieuwingsgebieden waarin het aandeel sociale woningen niet meer bedraagt dan 20 % door de bevoegde minister erkend worden als bijzonder gebied in de zin van artikel 85 §2 tweede lid 3° van de Vlaamse Wooncode ;

Overwegende dat de woningbouwgebieden op gemotiveerd voorstel van de Stad door de bevoegde minister kunnen erkend worden als bijzonder gebied in de zin van artikel 85 §1 tweede lid 3° van de Vlaamse wooncode;

Overwegende dat er in Oostende een grote nood is aan bijkomende sociale woningen, gezien de lange wachtlijsten bij de verschillende sociale huisvestingsmaatschappijen die actief zijn op het grondgebied van Oostende;

Overwegende dat er tevens een schaarste is aan bouwgronden ;

Overwegende dat het bijgevolg noodzakelijk is om inbreidingsgericht te gaan werken ;

Overwegende dat de sociale huisvestingsmaatschappijen zoveel als mogelijk het voorkooprecht in Oostende uitoefenen op woningen die werden opgenomen in de inventaris van leegstand, verwaarlozing en ongeschikt/onbewooonbaar verklaarde woningen ;

Overwegende dat er wordt gestreefd naar een spreiding van de sociale woonprojecten over de hele stad om zo een optimale sociale mix te bereiken ;

Overwegende dat het derhalve gewenst is om de volgende gebieden in Oostende door de minister bevoegd voor Huisvesting als bijzonder gebied te laten erkennen om op die manier het recht van voorkoop maximaal te kunnen uitoefenen ;

- Post-Mercatordok (A01 -) - Sint-Jozef(A201)

- Hospitaal (A232) - Konterdam (D30-) - Velodroomstraat (A532)

- Nieuwlandstraat (A42-) - Ooievaarslaan (A43-) - Sint-JAN (E400) - Hoge Barrière (E42-)

Overwegende dat er in de woonvernieuwings- en woningbouwgebieden waarvoor het statuut van bijzonder gebied wordt aangevraagd momenteel geen sociale woningen beschikbaar zijn;

Overwegende dat het telkens gaat om gebieden waar de kwaliteit van tal van woningen te wensen overlaat en waar een aantal kansarmen gehuisvest is;

Overwegende dat het de bedoeling is om door middel van de uitbreiding van het recht van voorkoop een actieve huisvestingspolitiek te voeren die erop gericht is om het woningenbestand te verbeteren met als doelstelling om vooral jonge mensen, gezinnen met kinderen en nieuwe gezinnen binnen de stad een degelijke huisvestingsmogelijkheid te bieden ;

Gelet op artikel 117 van de Nieuwe Gemeentewet;

Gelet op de artikelen 28 en 31 van het gewijzigde Decreet van 28 april 1993 van de Vlaamse Raad inzake het administratief toezicht;

BESLIST:

Art. 1.- Aan de Vlaamse minister bevoegd voor huisvesting wordt gevraagd om de volgende woonvernieuwings- en woningbouwgebieden te erkennen als bijzondere gebieden in de zin van artikel 85 §1 tweede lid 3° van de Vlaamse wooncode :

- Post-Mercatordok (A01 -) - Sint-Jozef(A201)

- Hospitaal (A232) - Konterdam (D30-) - Velodroomstraat (A532) - Nieuwlandstraat (A42-)

- Ooievaarslaan (A43-) ' - Sint-JAN (E400) i - Hoge Barrière (E42-)

Art. 2.- Het College van Burgemeester en Schepenen wordt belast met het vaststellen van de secundaire modaliteiten

403/01/220.W.369/AM

49.- DIENST WERKEN EN LEVERINGEN - BOUWEN SPORTHAL EN CAFETARIA IN DE DR. EDUARD MOREAUXLAAN -VERREKENING NR. 3 : AANVAARDING

Mevrouw Nancy Bourgoignie, schepen, verwijst naar het volgende verslag van de Verenigde Commissies:

Vergadering van 28 mei 2001 Dames en Heren,

Uw Raad besliste op 29 augustus 1997 om een sporthal met cafetaria te bouwen in de Dr. Eduard Moreauxlaan.

Vergadering van de Gemeenteraad van 01 juni 2001 - Nr. 6

Het College van Burgemeester en Schepenen besliste in zijn vergadering van 22 december 1997 om Algemene Ondernemingen Himpe nv te belasten met voormelde opdracht tegen de prijs van 49.893.449 frank (1.236.826,29 euro) excl. BTW.

In zijn vergadering van 17 april 2000 aanvaardde het College van Burgemeester en Schepenen de rheerprijs van 2.213.905 frank (54.881,27 euro) excl. BTW.

Uw Raad aanvaardde in vergadering van 02 november 2000 verrekening nr. 2 van werk in meer ten bedrage van 5.775.753 frank (143.177,18 euro) excl. BTW.

Hierbij vindt u de verrekening nr. 3 van werk in meer ten bedrage van 3.153.092 frank (78.163,11 euro) excl. BTW ; het totaal bedrag van de drie verrekeningen bedraagt 11.142.750 frank (276.221,56 euro), d.i. ± 22,33 % van het toewijzingsbedrag.

Deze verrekening is hoofdzakelijk het gevolg van een aantal bouwtechnische vaanpassingswerkzaamheden.

Déze uitgave kan worden aangewezen op artikel 76401/722-60/97 van de stadsbegroting.

Uw Verenigde Commissies stellen u bijgevolg voor het besluit te nemen waarvan u hierbij het ontwerp vindt.

namens de Verenigde Commissies de Schepen-Verslaggever

Nancy Bourgoignie

P. VAN LAER.- Ik wens in openbare vergadering te stellen dat wij hier te maken hebben met een derde verrekening ; dat de drie verrekeningen in totaal een bedrag inhouden van 22 % van het voorziene krediet voor de bouw. Op een bedrag van 50 miljoen vind ik dat heel veel. Het is niet de eerste keer dat wij geconfronteerd worden met dergelijk dossier. Ik wil dit toch eens aan de kaak stellen.

N. BOURGOIGNIE, schepen.- Het staat ook zo vermeld in het dossier. Ik deel de bekommernis van collega Van Laer.

De Raad gaat met eenparigheid van stemmen op het voorstel in en neemt het volgende besluit:

DE GEMEENTERAAD,

Gelet op zijn besluit van 29 augustus 1997, houdende het bouwen van een sporthal met cafetaria in de Dr. Eduard Moreauxlaan ;

Gelet op het besluit van 22 december 1997 van het College van Burgemeester en Schepenen, houdende het belasten van Algemene Ondernemingen Himpe nv met voormelde opdracht tegen de totale prijs van 49.893.449 frank (1.236.826,29 euro) excl. BTW;

Gelet op het besluit van 17 april 2000 van het College van Burgemeester en Schepenen, houdende het aanvaarden van de meerprijs van 2.213.905 frank (54.881,27 euro) excl. BTW;

Gelet op zijn besluit van 02 november 2001, houdende het aanvaarden van verrekening nr. 2 van werk in meer, sluitend op een bedrag in meer van 5.775.753 frank (143.177,18euro)excl. BTW;

Vergadering van de Gemeenteraad van 01 juni 2001 - Nr. 6

Gelet op verrekening nr. 3 van werk in meer en in min, sluitend op een bedrag in meer van 3.153.092 frank (78.163,11 euro) excl. BTW;

Gelet op het verslag van de Verenigde Commissies ; Gelet op artikel 236 van de Nieuwe Gemeentewet;

BESLIST:

Enig artikel.- Aanvaardt met betrekking tot bovenvermelde opdracht: verrekening nr. 3 van werk in meer, sluitend op een bedrag in meer van 3.153.092 frank (78.163,11 euro) excl. BTW.

Mevrouw H. Veulemans verlaat de vergadering.

721/01/1.5.7/31/1/IM

50.- RUIMTELIJKE ORDENING EN STEDENBOUW - ONTEIGENINGSPLAN "DOKTER EDUARD MOREAUXLAAN-ANKERSTRAAT" : VOORLOPIGE VASTSTELLING

De heer Bart Bronders, schepen, verwijst naar het volgende verslag van de Verenigde Commissies:

Vergadering van 28 mei 2001 Dames en Heren,

Het Vlaamse Gewest is eigenaar van een terrein, groot 13.424 m2, gelegen tus,sen de Ankerstraat en de Dokter Eduard Moreauxlaan, bij het Kadaster gekend in de 2de afdeling sectie D als nummer 744/m en deel van nummer 747/d. j

I

Krachtens het Gewestplan "Oostende-Middenkust" dat bij een Koninklijk Beslijiit van 26 januari 1977 werd vastgesteld, is het gebied waarin dit terrein is gelegen bestemd als bufferzone. Bij het besluit van de Vlaamse Regering van 08 juni 1999, is het ontwerpplan tot gedeeltelijke wijziging van het Gewestplan "Oostende-Middenkust" voorlopig vastgesteld.

Krachtens dit ontwerpplan maakt het voormelde terrein deel uit van een gebied voor stedelijke ontwikkeling.

In het kader van de realisatie van het Frimout-project op het terrein aan de Fortstraat, is het zowel op stedenbouwkundig vlak als vanuit het oogpunt van de mobiliteit aangewezen dat een parking wordt gerealiseerd.

De Stad heeft geopteerd voor de inplanting van de parking op het terrein tussen de Ankerstraat en de Dokter Eduard Moreauxlaan als meest geschikte locatie.

Het Comité tot Aankoop van onroerende goederen dat gelast is met de verkoop van dit terrein is in principe bereid dit terrein onderhands aan de Stad te verkopen voorzover de Stad het bewijs levert dat zij over de vereiste onteigeningsmacht beschikt. Zoniet is het Comité krachtens de onderrichtingen van het ministerie van Financiën ertoe verplicht de publicatie van de verkoop te doen met het gevolg dat de Stad in concurrentie treedt met mogelijke andere kandidaten waaronder particulieren.

Het geplande parkeerterrein kadert binnen de opties van het structuurplan Oosteroever.dat doof de Gemeenteraad op 22 oktober 1999 werd aangenomen en is niet strijdig met de

voorschriften van het voorlopig vastgestelde ontwerpplan tot gedeeltelijke wijziging van het Gewestplan.

Wij stellen u voor het onteigeningsplan "Dokter Eduard Moreauxlaan-Ankerstraat" voorlopig vast te stellen krachtens het hierbijgevoegd ontwerp van raadsbesluit.

namens de Verenigde Commissies de Schepen-Verslaggever

Bart Bronders

W. INGHELBRECHT.- Mijnheer de Schepen, zou u in grote trekken de huidige toestand kunnen uiteenzetten van het Dirk Frimout Centrum ? Gaat u nu grond onteigenen voor een parkeerterrein in functie van dat centrum ? Is het nu al zeker dat het centrum er komt of niet ? Loopt u vooruit op een aantal zaken of niet ?

B. BRONDERS, schepen.- Het is in elk geval de betrachting om het er te laten komen, laat ons dat vooreerst duidelijk stellen. Zoals u weet wachten wij de goedkeuring af van de wijziging van het Gewestplan, waarna een nieuwe bouwvergunningsaanvraag kan worden ingediend. Wij zullen dan vragen of die bouwaanvraag met spoed kan worden behandeld door de bevoegde stedenbouwkundig ambtenaar. De goedkeuring van de wijziging van het Gewestplan wordt verwacht - de termijn voor advies vragen aan de Raad van state door de Vlaamse Regering is verlengd - voor augustus en nadien kan een nieuwe bouwvergunning worden ingediend zodat ertegen het eind van het jaar een nieuwe bouwvergunning zou moeten zijn.

Om een parkeerterrein te realiseren is een onteigeningsplan nodig. Dat terrein is niet enkel bestemd voor het Dirk Frimout Centrum, maar zal ook dienstig zijn in de realisatie van de hele Oosteroever.

P. VAN LAER.- Mijnheer de Burgemeester, the sky is the limit, lijkt mij en de zee is niet diep genoeg. Ik zou willen een parallel trekken met wat de heer Bronders daarnet zei in verband met de kinderboerderij. Ik zou nog eens de problematiek willen aankaarten van het dossier dat zich kadert in een site waar heel wat meer mogelijkheden zijn dan deze die vandaag gebruikt worden. Wij staan vandaag voor een onteigeningsplan van een stuk grond met een oppervlakte van 13.424 m2 dat bestemd is voor de aanleg van een parkeerterrein voor het Dirk Frimout Centrum. De aanleg van dit terrein kwam in de vorige legislatuur reeds ter stemming en heeft een kostprijs van 12 tot 15 miljoen, zonder de verrekeningen.

Wij hebben in de nabij gelegen site voor het voormalige Militair Hospitaal een volledig aangelegde wijk, weliswaar omheind, met bestrating, rioleringen én parkeerterrein, terwijl wij straks nogmaals geld zullen uitgeven voor een parkeerterrein.

Ik zet een paar zaken op een rij. Wij hebben aan de aannemer van het centrum in november 2000; las ik, een schadevergoeding van 30 miljoen moeten betalen wegens stillegging van de werken. Ik doe hier nu niet de hele problematiek uit de doeken .

Wij hebben recent drie repetitielokalen aangelegd in het Europacentrum, kostprijs ± 12 miljoen.

De schepen voor Cultuur viel achterover toen hij inzage kreeg van de bedragen en ik kan hem gerust volgen.

Welnu, als men die 30 miljoen schadeloosstelling optelt bij die 12 miljoen die wij betaalden voor de repetitielokalen - wat op een andere plaats veel goedkoper had gekund en men bespaart de aanleg van een parkeerterrein en de kosten voor onteigening uit door gebruik te maken van het bestaande terrein in het voormalige Militair Hospitaal en ik heb het dan nog niet over de

kostprijs voor de gebouwen - dan komen wij aan een totaal bedrag van 60 miljoen, exact de aankoopprijs voor het Fort Napoleon dat hier reeds herhaaldelijk aan de orde is gesteld.

Dit is een enorme site met enorme mogelijkheden waarvoor wij hier vruchteloos gepleit hebben, ook in de vorige legislatuur, om tot de aankoop over te gaan en ik ben er zeker van dat dit voor de begroting van het bedrijf voor Grond- en Bouwbeleid een winstgevende zaak kan blijken in de toekomst als dat moet worden gevaloriseerd.

Toevallig volgde ik op televisie een vergadering van de schepenen van Financiën van de centrumsteden en onze schepen kwam ook aan het woord. Ik moet zeggen, telkens als zij het op televisie over financiën heeft, ziet zij er bleker en bleker uit. Desondanks gaat men gewoon door, blik op oneindig, met zaken aan te pakken die heel veel geld kosten en waarvan de gevolgen niet te overzien zijn, terwijl in de bredere context bekeken van de nabij gelegen site van het voormalige Militair Hospitaal geld aan onze gemeenschap zou kunnen worden bespaard. Het is de plicht van alle mandatarissen in deze Raad om te waken over de belangen van de burgers, ook de financiële. Hier is dat in feite weggegooid geld dat veel beter kan worden gebruikt om andere zaken te realiseren. Wij zijn niet tegen het Dirk Frimout Centrum als dusdanig, maar betreuren dat de nabij gelegen site er niet bij wordt betrokken en er niet gekeken wordt naar wat mogelijk is om ervan gebruik te maken in de bestaande toestand.

Daarom vragen wij de stemming.

W. INGHELBRECHT.- Ik vraag eveneens de stemming. Mij gaat het niet om het al dan niet weggegooid geld, maar omdat men nog niet weet wat er met het voormalige Militair Hospitaal zal gebeuren ; of het Dirk Frimout Centrum er komt of niet; of het Gewestplan wel degelijk herzien wordt zoals het is ingediend ; dat men nog niet weet wat met de rest van de, site zal gebeuren. Men weet het allemaal nog niet, maar men gaat wel alvast een parkeerterrein aanleggen, want er is een stuk grond dat nog vrij is. Dit is een beetje een rare maaier van werken. I

i1

B. BRONDERS, schepen.- Mijnheer Inghelbrecht, wij leggen dat parkeerterrein nog niet aan.

Wij hebben het voorlopige onteigeningsplan vastgesteld - wij hopen dat vast te steller^ - met het oog op het aanleggen van een parkeerterrein wanneer de bouwvergunning is verkregen en deze de toets van de Raad van State wellicht zal hebben doorstaan.

Mijnheer Van Laer, u kent mijn standpunt. Wij hebben het uitvoerig besproken in de raadscommissie. Ik denk er niet aan om de zeer mooie site van het voormalige Militair Hospitaal tot parkeerhaven om te vormen. Ik meen dat die site zoveel mogelijkheden biedt, hetzij voor de Stad, hetzij voor anderen, dat wij het niet mogen hypothekeren met de aanleg van een parkeerterrein.

Ik heb u ook gezegd dat omtrent de Oosteroever nog veel gestudeerd, gedebatteerd en gesproken zal worden vooraleer iets wordt beslist. Die opdracht komt er aan. Na vaststelling van het Gewesplan zal dat nodig zijn, want wij zullen ons moeten bezinnen over de opmaak van een Bijzonder Plan van Aanleg en ik denk dat het dan het gepaste forum en de gepaste tijd zal zijn om deze hele problematiek terug aan de orde te brengen.

Er is nu een onteigeningsplan, want het gebied is nu eigendom van het Vlaamse Gewest. Het betreft enkel een procedurele kwestie waarom wij een onteigeningsplan moeten voorbrengen.

Als de bouwvergunning er is, kunnen wij onmiddellijk starten.

D. DE KEYSER.- Mijnheer de Schepen, in feite hebt u daarnet al geantwoord op mijn vraag, maar kort en bondig, de Stad zou toch moeten overwegen om het voormalige Militair Hospitaal aan te kopen. De Stad kan de gebouwen voor een habbekrats verwerven en ze voor tal van

Vergadering van de Gemeenteraad van 01 juni 2001 - Nr. 6

projecten gebruiken. Ik noem maar enkele, u kan de lijst zelf aanvullen : de uitbreiding van het openluchtcentrum Duin en Zee, jeugdlokalen, fuifzalen, gedeeltelijk een randparkeerterrein, want de straten liggen er al, enzoverder.

J. VERSTREKEN, schepen.- Mijnheer Van Laer, ik hoor dat u goed heeft geluisterd wat de repetitieruimtes onder het Europacentrum betreft. Het is inderdaad zo dat wij zullen waken over het geld van de burger en er zeer zuinig mee omspringen, maar het zijn wel een paar miljoenen minder dan het vernoemde bedrag. Het is inderdaad zo dat het een pak meer kost, wat ik betreurenswaardig vind, maar het is moeilijk om de kelders te isoleren om jeugd- en rockgroepjes in de toekomst te laten repeteren, vandaar de meerkost.

B. BRONDERS, schepen.- Mijnheer De Keyser, ik ben het met u eens, wij moeten dit overwegen en u weet dat onder uw voorstellen ik onder meer zeer gespecialiseerd ben in het verdedigen van opvangcentra voor asielzoekers, kwestie van ...

DE BURGEMEESTER-VOORZITTER.- Wij hebben hem daarom schepen gemaakt.

DE BURGEMEESTER-VOORZITTER.- Wij hebben hem daarom schepen gemaakt.