• No results found

Verkiezingen door de groepen Nederlanders en Vreemde Oosterlingen, benevens door de Kieskringen I, II, III en X

DE ALGEMEENE SECRETARIE

A. Verkiezingen door de groepen Nederlanders en Vreemde Oosterlingen, benevens door de Kieskringen I, II, III en X

(meer dan één afgevaardigde).

Hierbij wordt toegepast het stelsel van evenredige vertegen-woordiging, zoodat dus geen tusschentijdsche verkiezingen plaats hebben.

Candidaatstelling. Het stellen van candidaten heeft voor geheel N. I. plaats 14 en 15 October van het jaar, voorafgaande aan de aftreding van den V. R.

Op die dagen worden candidatenlijsten ingediend bij de Voor-zitters van de bovenbedoelde raden door kiesgerechtigden der ver-schillende groepen; élke lijst mag niet meer namen bevatten dan tweemaal het aantal voor die groep te vervullen plaatsen en moet de onderteekening dragen van ten minste vijf bevoegde kiezers.

Voor de candidaatstelling van Inlandsche afgevaardigden der kies-kringen moeten de onderteekenaars behooren tot den kring, waar-voor de candidaatstelling plaats heeft, terwijl de indiening alleen kan geschieden bij den Voorzitter van een binnen dien kring in-gestelden raad. Een bepaalde kiezer mag slechts ééne opgave onderteekenen. Ieder Voorzitter zendt de bij hem ingediende lijsten, voor elke onderdanengroep afzonderlijk, na hiervan af-schrift' te hebben aangehouden, toe aan het Stemkantoor, dat ze publiceert in de Javasche Courant en beslist over de geldigheid van elke lijst.

Daarna maakt bedoeld Stemkantoor op alphabetische verzamel-staten van de geldigverklaarde candidaten, afzonderlijk voor de Nederlanders, de Vreemde Oosterlingen en vcor de candidaten van elk der bovengenoemde 4 Kieskringen.

Staan op een dezer verzamellijsten niet meer candidaten dan voor die groep of dien kring verkozen moeten worden, dan ver-klaart het Stemkantoor deze candidaten „bij enkelvoudige candi-daatstelling" verkozen, zoodat geen stemming meer plaats behoeft te hebben.

Stemmingen. Is dit niet het geval, dan moet eene stemming plaats hebben, waarvoor als datum is gesteld 3 Januari.

Deze stemmingen hebben plaats in vergaderingen der raden, waarvan de kiezers lid zijn. Is iemand lid van meer dan één raad, dan heeft hij te kiezen.

De leden ontvangen minstens 7 dagen van te voren eene oproe-ping, vergezeld van de verzamellijst hunner groep. De verga-dering wordt op het bepaalde uur geopend, zonder dat behoeft te worden nagegaan, of een zeker percentage der leden tegenwoor-dig is. Nadat de Voorzitter eene stemcommissie van 2 leden heeft ingesteld, wordt aan ieder kiezer een stemkaart uitgereikt. Deze kaarten zijn van drie verschillende kleuren, welke aangeven de on-derdanen-groepen, waartoe de kiezers behooren. Ze dragen aan de eene zijde den naam van den raad en de gestempelde handtee-kening van den Voorzitter van dien raad, terwijl aan de andere zijde gestemd wordt. Daartoe plaatst ieder kiezer op zijn kaart de door hem geschikt geachte candidaten zijner groep in de

volg-orde, waarin hij aan hen de voorkeur geeft. Bij eene vergissing kan eenmaal een nieuwe kaart worden verstrekt. Ieder kiezer vouwt zijn stemkaart samen naar den kant der namen en levert die in bij den Voorzitter, die ze telt, voor elke groep sluit in een door hem ter vergadering verzegeld pak, waarop hij aan de buiten-zijde schrijft den naam van den raad, het aantal stembrieven en den naam van de groep, waarvoor ze bestemd zijn. Al deze pak-ken worden toegezonden aan het Stemkantoor.

Mogelijke kwesties worden beslist door den Voorzitter van den betrokken raad met de door hem benoemde stemcommissie, die ook van het gebeurde in de raadsvergadering aanteekening houdt ter kennisneming van het Stemkantoor.

Van de verzending der pakken stelt ieder raadsvoorzitter het Stemkantoor telegrafisch op de hoogte.

Opening der Zijn alle op een bepaalde volksgroep betrekking hebbende pak-ken stembrieven, pak-ken ontvangen, dan wordt eene openbare zitting van het Stemkan-toor gehouden. Hier worden de pakken een voor een geopend en nagegaan, of het aantal in het pak zich bevindende stembrieven overeenstemt met de op de buitenzijde geschreven verklaring. Hier-na wordt het totaal aantal uitgebrachte stemmen vastgesteld, dat Kiesquotiënt. dienen moet voor de bepaling van het kiesquotiënt of kiesdeeler, d. i. het aantal stemmen, dat een candidaat minstens moet hebben verkregen om gekozen te zijn. Het wordt gevonden door het to-taal aantal uitgebrachte stemmen te deelen door het aantal te ver-vullen plaatsen vermeerderd met één en dan het naast hoogere ge-heele getal te nemen.

Stel, dat er 7 plaatsen zijn te vervullen en dat er 160 stem-men worden uitgebracht.

Het aantal candidaten moet in dit geval minstens 8 bedra-gen, want, indien er slechts 7 waren gesteld, zou geen stem-ming plaats hebben.

Van deze (minstens) 8 candidaten zal dus iemand verkozen zijn, zoodra hij 1/8 van het aantal stemmen plus 1 op zich heeft vereenigd, want hebben 7 candidaten dit aantal, dan kan de achtste niet meer verkozen zijn.

Worden in N. I. bij eene stemming voor Nederlandsche le-den van le-den Volksraad bv. 800 stemmen uitgebracht, dan is het kiesquotiënt dus 1 5800 _, 1 + 1 = 51.

Nadat het kiesquotiënt is bepaald, worden de stembrieven door-eengemengd en daarna doorloopend genummerd.

Bepaling der ver- Hierna opent de voorzitter de stembrieven in de volgorde der kozenen. nummers en leest overluid den naam van den candidaat voor, die daarop No. 1 is geplaatst, totdat een dezer nummers 1 het kies-quotiënt heeft bereikt en hij derhalve is verkozen. Nu worden alle volgende stembrieven, waarop deze verkozene als No. 1 voorkomt, beschouwd als stemmen voor den daarop als No. 2 geplaatsten candidaat. Wanneer na de eerste lezing der stembrieven nog niet het aantal te vervullen plaatsen is bezet, wordt eene tweede lezing gehouden, totdat zooveel personen zijn verkozen als plaatsen ver-vuld moeten worden.

56

Na de opening van eiken stembrief wordt over de geldigheid beslist. De al of niet geldigheid heeft dus geen invloed op de be-paling van het kiesquotiënt.

Nadat de voorzitter den uitslag der stemming heeft medegedeeld, worden zoowel de geldige als van onwaarde verklaarde stembrie-ven in een pak verzegeld.

Geloofsbrief. Van de werkzaamheden van het stemkantoor wordt een proces-verbaal opgemaakt, dat in de Javasche Courant wordt gepubliceerd.

Ieder verkozene ontvangt hiervan van den voorzitter van het stern-kantoor door tusschenkomst van het betrokken H. v. pi. best. een afschrift, waaruit zijne verkiezing blijkt; het strekt hem tot ge-loofsbrief. Van de ontvangst geeft hij een ontvangstbewijs af en binnen 4 weken daarna geelt hij kennis aan bedoeld H. v. pi. best., of hij de verkiezing aanneemt. Deze stelt er den Voorzitter van het Stemkantoor telegrafisch mee op de hoogte.

Van de aanneming geeft de voorzitter kennis aan den G. G. en den Voorzitter van den V. R. Zoodra hij bericht ontvangt, dat een verkozene bedankt, of indien een der verkozenen de termijn van 4 weken laat voorbijgaan zonder te antwoorden, dan komt het stemkantoor weer in openbare zitting bijeen, het verzegelde pak stembrieven wordt weer geopend en de lezing weder voortgezet tot een volgende candidaat het kiesquotiënt heeft verkregen, enz.

De stembrieven worden pas vernietigd, nadat de geheele termijn is verloopen, waarvoor de verkiezing heeft plaats gehad, dus in het algemeen na 4 jaar.

B. Verkiezing in de Kieskringen, die slechts één lid afvaardigen.

Voor de verkiezing der Inlandsche afgevaardigden van de ove-rige Kieskringen heeft (behalve in Kring IV) ook candidaatstelling plaats, als sub A. omschreven, behalve, dat eene candidatenlijst slechts den naam van één candidaat mag bevatten. Ook de stem-ming heeft plaats als boven omschreven, alleen mag ieder kiezer slechts den naam van één der op de verzamellijst voor zijn kies-kring geplaatste candidaten invullen op zijn stemkaart.

Een candidaat is verkozen, indien hij ten minste de helft plus een der geldig verklaarde stemmen op zich heeft vereenigd. Heeft geen der candidaten dit bij eerste stemming, dan moet in dien be-paalden Kieskring eene herstemming plaats hebben tusschen de twee candidaten, die het grootst aantal stemmen hebben gekregen.

Kunnen geen twee candidaten worden uitgekozen, doordat enkelen een gelijk aantal stemmen hebben gekregen, dan komen dezen allen in aanmerking.

De candidaat, die de meeste geldige stemmen verkrijgt, is ver-kozen. Bij gelijk aantal stemmen beslist het lot.

C. Regeling voor Kieskring IV.

Omdat in de Vorstenlanden nog geen Locale Raad is ingesteld, wordt hier een Inlandsch Volksraadslid gekozen in eene besloten vergadering, waarin het oudste Hoofd van Gewestelijk Bestuur 3, de Soesoehoenan van Soerakarta 2, de Sultan van Djokjakarta 2 Volstrekte

meer-derheid.

Herstemming.

Vorstenlanden.

en ieder der Hoofden van de Mangkoenegarasche en Pakoe-Alamsche Huizen 1 stem uitbrengen.

Verder geldt voor dezen Kieskring de regeling sub B.

Benoemde leden. Na afloop der verkiezingen heeft de benoeming der overige leden plaats: de G. G. doet hierbij eene keuze uit leden der partijen, die tengevolge van de verkiezing niet of niet voldoende vertegen-woordigd zijn en uit personen, die geacht kunnen worden, groote belangengroepen uit de ingezetenen te vertegenwoordigen.

Ook indien door verkiezing niet het vereischte aantal leden voor een bepaalde bevolkingsgroep is verkregen, wordt dit door benoe-ming aangevuld.

Evenals volgens het R. R. geschiedt elke benoeming na raad-pleging van den R. v. N. I., die eene aanbeveling van twee personen doet voor elke te vervullen plaats (zie art. 55 al. 3 I. S. en artt.

1—7 der Aanvullende Volksraadregelen 1926 Stb. 1926—277).

Vereischten voor Leden van den Volksraad kunnen alleen zijn:

het lidmaatschap ingezetenen van N. I., die van den Volksraad. & c . ,

a. 25 jaar oud zijn,

art. 55. b. tevens Nederlandsch onderdaan zijn,

c. niet krachtens onherroepelijke rechterlijke uitspraak de beschik-king of het beheer over hunne goederen missen (d. i. curatele), dan wel in staat van faillissement verkeeren,

d. niet bij onherroepelijke rechterlijke uitspraak:

lo. van de verkiesbaarheid zijn ontzet,

2o. veroordeeld zijn tot gevangenisstraf van meer dan één jaar, e. niet op niet eervolle wijze uit 's Lands dienst zijn ontslagen.

Incompatibiliteit. Volgens art. 58 is het lidmaatschap van den Volksraad tevens art. 58 al. 1. onvereenigbaar met de navolgende ambten: Vice-President of lid

a r t 56 van den Raad van N. I., Hoofd van een Departement, Voorzitter

of lid der Algemeene Rekenkamer en volgens art. 56 I. S. ook met dat van Secretaris van den Volksraad.

art. 58 al. 2. De tweede alinea van art. 58 draagt de regeling van de gevolgen eener vereeniging van het lidmaatschap van den V. R. met andere bezoldigde Landsbetrekkingen op aan eene ordonnantie.

We vinden deze regeling in Stb. 1926—453, de zg. V. R.-Positieregeling, echter een a. m. v. b. Hierin wordt aan eene regeeringsyerordening opgedragen, de ambten op te noemen, die niet gelijktijdig met het lidmaatschap van den V. R. kunnen worden bekleed (zie Stb. 1927—12), terwijl verder eene rege-ling van het salaris wordt gegeven, indien beide ambten wel naast elkaar kunnen worden uitgeoefend.

a rt . 61. Is iemand tot lid van den V. R. verkozen of benoemd, die het om een der bovenstaande redenen niet kan zijn, dan vernietigt de G. G.

zijne verkiezing of ontslaat hem.

Ook, indien de reden, die het lidmaatschap onmogelijk maakt, eerst later ontstaat, volgt eveneens ontheffing door den G. G.

58

Onderzoek der geloofsbrieven.

Betreft een en ander den Voorzitter van den V. R., dan wordt ontslag of ontheffing verleend door de Kroon.

Naast deze controle door den G. G. staat het onderzoek van de geloofsbrieven door den V. R. zelf, dat na eene periodieke verkie-zing plaats heeft in de eerste vergadering. Hierbij licht eene uit de benoemde leden samengestelde commissie den V. R. voor.

Bij dit onderzoek wordt gelet op:

lo. het al of niet voldoen aan de voor de leden gestelde vereisch-ten;

Oordeelt de V. R., dat een verkozene of benoemde geen lid kan zijn, dan geeft hij den G. O. hiervan kennis, die bij een met redenen omkleed besluit, waarover de R. v. N. I. moet worden gehoord, zijne beslissing geeft.

2o. de al of niet geldigheid van de in de Locale Raden gehouden stemmingen;

Besluit de V. R. tot niet-toelating van een lid wegens on-geldigheid zijner verkiezing, dan geeft hij hiervan kennis aan den O. ü . en het Stemkantoor, dat eene nieuwe verkiezing in

den betrokken kring gelast.

3o. de al of niet juistheid van de vaststelling van den uitslag der verkiezing door het stemkantoor.

Ontdekt de V. R. eene onjuistheid in de vaststelling van den uitslag der gehouden verkiezing door het Stemkantoor, die in-vloed heeft gehad op dien uitslag, dan moet deze opnieuw worden vastgesteld, te beginnen bij die onjuistheid.

(Zie de artt. 8—14 van de Aanvullende Volksraadregelen 1926, Stb. 1926—277).

Na afloop van vier jaar treden de leden gelijktijdig af, doch zij kunnen onmiddellijk weer verkozen of benoemd worden. Bij tus-schentijdsche benoeming of verkiezing treedt het nieuwe lid met het verstrijken van het algemeene zittingstijdvak af (art. 60 I. S.).

De leden kunnen te allen tijde hun ontslag nemen; ze geven hiervan schriftelijk kennis aan den G. G. (art. 61 al 3).

Het lidmaatschap van den Volksraad eindigt derhalve:

a. bij het verstrijken van den zittingsduur, b. bij overlijden,

c. door tusschentijdsch ontslag of vernietiging van benoeming of verkiezing,

d. door vertrek uit N. I. of afwezigheid van meer dan 8 maanden (art. 61), waarop de G. G. uitzonderingen kan maken.

voorzitter en olv Zooals we boven zagen, wordt de Voorzitter van den Volksraad Voorzitter. ' voor vier jaren door den Koning benoemd. De Volksraad zelf art. 64. benoemt uit zijn midden eveneens voor vier jaren een eersten en

tweeden plaatsvervangenden voorzitter.

Secretaris Ook de secretaris van den Volksraad wordt door dezen zelf he-art. 56. noemd, maar mag niet tevens lid zijn. Dit is eene blijvende betrek-king, eindigt derhalve niet bij het aftreden der Volksraadsleden.

Einde van het lid maatschap.

De vergaderingen van den Volksraad zijn openbaar en worden gehouden in het vroegere paleis van den Legercommandant in het Hertogspark te Batavia (Weltevreden). De deuren worden ge-sloten, wanneer minstens 5 leden het vorderen of de voorzitter het noodzakelijk vindt; darna beslist de vergadering, of met gesloten deuren zal worden beraadslaagd. Dit mag echter nooit geschie-den, wanneer financieele aangelegenheden van N. I. behandeld worden. In eene geheime vergadering kan over de daarin behan-delde punten ook eene. beslissing worden genomen.

Gewone en buiten- In elk zittingsjaar moeten twee gewone zittingen van den V. R.

gewone zittingen, worden gehouden.

De ee'rste wordt den 15 den Juni of eersten daaropvolgenden werkdag door den G. G. geopend, hetgeen meestal met groote staatsie en het uitspreken eener uitvoerige rede plaats heeft. Hier-mede begint tevens het zittingsjaar.

De eerste zitting mag uiterlijk tot 15 September voortduren.

De tweede zitting begint 10 Januari of eersten daaropvolgenden werkdag en duurt uiterlijk tot 20 Februari.

Behalve deze gewone zittingen kunnen nog buitengewone zit-tingen worden gehouden, indien de G. G. het noodig oordeelt of minstens 1/3 der leden (de Voorz. niet meegerekend) daartoe hun wensch te kennen geven. In tegenstelling met de gewone zittingen kunnen in de buitengewone alleen onderwerpen worden behandeld, die in de oproeping zijn vermeld.

Wanneer een ontwerp eener aanvullingsbegrooting (ter beoor-deeling van den G. G.) zooveel spoed vereischt, dat de tijd ont-breekt tot behoorlijke oproeping van alle leden, kan volstaan wor-den met de op Java en Madoera gevestigde lewor-den, terwijl de overige leden kennis krijgen van deze buitengewone zitting, die ook zij, in-dien zij daartoe in de gelegenheid zijn, mogen bijwonen. De op-gekomen leden worden dan geacht den Volksraad te vormen (de zg. Javaraad).

De leiding der vergaderingen berust bij den Voorzitter. Zijne bevoegheden zijn geregeld in het Reglement van Orde, dat inge-volge art. 57 door den V. R. zelf wordt vastgesteld en openbaar gemaakt door plaatsing in het Staatsblad van N. I. (Stb. 1926—

544, gew. bij Stbb. 1927—574 en 1928—523).

Ook de handhaving van de orde geschiedt door den voor-zitter op de wijze, als ook voor de Ilde Kamer in Nederland geregeld met dit verschil, dat de V. R.-voorzitter zelfstandig het woord mag ontnemen.

Volgens art. 63 mag de G. G. de vergaderingen van den V. R.

régeeringsgemach-bijwonen en met raadgevende stem aan de beraadslagingen deel-tigden. nemen. Dit heeft echter nooit plaats. Wel wijst hij de zg. re-art- 63- geeringsgemachtigden aan, die hem vertegenwoordigen.

Zoo worden de departementshoofden en andere hooge ambte-naren gemachtigd voor de toelichting van de begrootingen en Vergaderingen,

art. 62.

Spoedzittingen, art. 65.

Reglement van Orde.

art. 57.

60

andere tot hun werkkring behoorende onderwerpen, terwijl een regeeringsgemachtigde voor algemeene zaken bij den Volksraad is aangesteld voor de toelichting van het algemeen regeerings-beleid of van zaken, die niet tot een bepaald departement behooren.

Quorum. De V. R. mag noch beraadslagen, noch een besluit nemen, zoo art. 66 al. i. niet minstens de helft der leden (de Voorzitter niet meegerekend),

tegenwoordig zijn.

In het Reglement van Orde wordt dit voorschrift nader uit-gewerkt en bepaald, dat voor het houden eener vergadering tegenwoordig moeten zijn meer dan de helft van het aantal leden, dat den V.R. uitmaakt. Hoewel niet geheel duidelijk, zal dit in vergelijking met het slot van art. 65 1. S. wel aldus moe-ten worden uitgelegd, dat bedoeld wordt het aantal leden, dat is toegelaten.

Evenals bij de Volksvertegenwoordiging wordt dit voorschrift aldus uitgelegd, dat alle leden, die de presentielijst hebben getee-kend, geacht worden, aanwezig te zijn, tenzij door eene hoofdelijke stemming blijkt, dat sommigen niet tegenwoordig zijn.

Wijze van Stem- De regeling voor de te houden stemmingen is gelijk aan die in men. artt. 107 en 108 G. W. voor de Tweede Kamer voorgeschreven.

art. 66 al. 2 t/m 6.

Ook hier wordt de regeling aldus opgevat, dat, indien bij de behandeling van zaken niemand hoofdelijke stemming verlangt, het voorstel wordt geacht met algemeene stemmen te zijn aan-genomen (het gaat „onder den hamer door"; zg. „hamer-punten").

Taal. Volgens het Reglement van Orde moet de Voorzitter alle onder-werpen aan de orde stellen in het Nederlandsch, terwijl ook voor de beraadslagingen deze taal wordt voorgeschreven, echter met deze uitzondering, dat leden zich, indien zij daaraan de voorkeur geven, ook van het Maleisch mogen bedienen.

Niet gerechtelijke Evenals in alle publiekrechtelijke colleges zijn ook de leden vervolgbaarheid, van den Volksraad en de regeeringsgemachtigden niet strafrechte-art. 63 al 2 en 66 jy^ vervolgbaar voor hetgeen zij in de vergadering hebben gezegd

of schriftelijk aan haar hebben overlegd, tenzij zij daarmede schen-den het geheim eener besloten vergadering.

Zittingsgelden. De Volksraadpositieregeling (Stb. 1926—453) regelt de toe-Bezoldiging Secre- kenning van zittingsgelden aan de leden van den V. R. (f. 30) taris en personeel. v o o r ei ke n cjag; waarop ze aan vergaderingen van het heele college

a r t- 6 7 - of een of meer commissies deelnemen.

Art. 67 al. 2 sluit den Voorzitter hiervan uitdrukkelijk uit.

Bij hetzelfde K. B. wordt de bezoldiging van den Secretaris en van het overige personeel, dat aan den V. R. is verbonden, ge-regeld.

Werkzaamheden en bevoegdheden van den Volksraad.

De Volksraad is in de eerste jaren vooral een College van advies geweest naast den R. v. N. I., dat alleen eene beperkte bemoeienis had met de wetgeving. Eerst langzamerhand zou zich hieruit een vertegenwoordigend lichaam voor N. I. moeten vormen. Reeds in de I. S., dus 8 jaar na de instelling, is het karakter veranderd, im-mers het vertegenwoordigende is nu op den voorgrond geplaatst.

Zoo zegt art. 68, dat de V. R. bij de Kroon, bij de Staten-Gene-raal en den G. G. de belangen van N. I. en van zijne ingezetenen kan voorstaan, dus een soort petitierecht. Voorstellen hiertoe kun-nen uitgaan van den Voorzitter en van een of meer leden, de wijze van behandeling wordt geregeld in het reglement van orde. Heeft de V. R. besloten tot het indienen van eene voordracht of een adres aan een der bovengenoemde staatsorganen, dan wordt het schrif-telijk aangeboden.

Hiernaast heeft de V. R. thans een soort interpellatierecht, dat in de praktijk is ontstaan en thans naar het voorbeeld van de Re-geeringsreglementen van Suriname en Curacao in de I. S. is ge-regeld.

Volgens art. 69 kan de V. R. den G. G. uitnoodigen, inlichtingen te geven omtrent zaken, N. I. betreffende. Deze worden dan door de Regeeringsgemachtigden gegeven, wanneer de G. G. oordeelt, dat de aan hem toevertrouwde belangen er niet door worden

Volgens art. 69 kan de V. R. den G. G. uitnoodigen, inlichtingen te geven omtrent zaken, N. I. betreffende. Deze worden dan door de Regeeringsgemachtigden gegeven, wanneer de G. G. oordeelt, dat de aan hem toevertrouwde belangen er niet door worden