• No results found

De politieke partijen onder de Inheemsche bevolking zijn alle uitingen van een in die massa-bevolking de laatste jaren

DE ALGEMEENE SECRETARIE

B. De politieke partijen onder de Inheemsche bevolking zijn alle uitingen van een in die massa-bevolking de laatste jaren

ont-waakt zelfbewustzijn, dat zich echter verschillend openbaart in de tot verschillende kringen behoorende individuen; moeilijk is echter vast te stellen, in hoeverre de hier geboren denkbeelden beïnvloed worden door uit Europa hier ingevoerde, vooral révo-lutionnaire geestesrichtingen. Men kan hierbij in hoofdzaak twee richtingen opmerken, al naarmate het streven naar het doen her-leven van eigen inheemsche cultuur dan wel verbetering van zuiver economische toestanden op den voorgrond staat.

Zoo is in 1908 onder de gestudeerde Inlandsche jongelieden opgericht Boedi Oetomo, welke vereeniging in verschillende plaat-sen van Java afdeelingen stichtte. In den beginne streefde ze bijna alleen naar verbetering van het Onderwijs voor Inlanders, de laatste jaren heeft ze het gebied der politiek betreden en samengewerkt met andere, ook révolutionnaire partijen (de sedert weer uiteengevallen Radicale Concentratie), hoewel in het

alge-meen gesproken haar streven gericht is gebleven op het verkrijgen van verbeteringen langs wettelijken weg.

Met Boedi Oetomo zijn te vergelijken andere meer locaal wer-kende vereenigingen, als de Perserikatan Batawi, de Pasoendan

(voor West-Java), de Sarekat Minahassa, de Sarekat Ambon, de Sumatranenbond.

Onder de inheemsche kleinhandelaars en landbouwers is ont-staan de Sarekat Islam (S. I.), die eerst geen politiek karakter had, doch alleen streefde naar opheffing op elk gebied van de tot den Islam behoorende leden der Inlandsche bevolking in samenwer-king met het Gouvernement en bevordering van godsdienstig leven onder de leden. Overal ontstonden plaatselijke vereenigingen met eigen rechtspersoonlijkheid, terwijl het verband tusschen de dee-len werd onderhouden door de zg. Centraal S. L, die eerst te Soe-rabaja, later de Djokdja werd gevestigd.

Onder invloed van socialistische en communistische leiders is de S. I. eene politieke, zelfs révolutionnaire partij geworden, die zich vooral kantte tegen het Europeesche groot-kapitaal. In 1921 is zij in tweeën gesplitst, nl. de gewone S. L, geleid door

Tjokro-aminoto en de roode of communistische S. I., later Sarekat Rajat geheeten, geleid door Semaoen.

Door deze splitsing is echter hare kracht als politieke partij verminderd, zoodat ze langzamerhand te niet ging.

Uit de Sarekat Rajat ontstond tijdens den Wereldoorlog de Per-serikatan Kommunist India (P. K. I.), met het doel, Indië los te

maken van Nederland en het Europeesche grootkapitaal uit Indië te verdrijven. Zij telt hare leden vooral onder het Inlandsche per-soneel van de groote bedrijven, ook van het Gouvernement, en tracht haar doel te bereiken o. m. door het uitlokken van werksta-kingen, zooals de spoorwegstaking in 1923 en de November-rel-letjes van 1926.

52

De boven genoemde Radicale concentratie, waarvan zoowel Eu-ropeanen als Inlanders deel uitmaakten, viel tengevolge van weder-zijdsch wantrouwen uiteen. De Europeesche leden sloten zich aan bij de I. S. D. P. en de N. I. V. B., terwijl de Inlandsche leden

gedeeltelijk zich aansloten bij Boedi Oetomo, gedeeltelijk bij de nieuwe Partai Nasionalis Indonesia (P. N. L).

Tengevolge van het veroordeelend vonnis tegen de P. N. I.-leiders is deze partij opgeheven in April 1931 en direct weer opgericht onder den naam Partai Indonesia (P. I.).

Behalve de Sarekat Minahasa en de Sarekat Ambon hebben thans alle inheemsche partijen zich aaneengesloten tot de Perseri-katan Pekoempoelan Pekoempoelan Kebangsaan Indonesia (dus de P. N. I. (thans P. I.), de Pasoendan, de Perserikatan Batawi, de Sumatranenbond en Boedi Oetomo). Tengevolge van de felle actie der P. N. I. heeft de geheele bond een minder goeden naam gekregen.

Samenstelling. De I. S. heeft in de samenstelling van den Volksraad belangrijke wijzigingen aangebracht. Het aantal leden werd uitgebreid, ter-wijl de wijze van samenstelling niet langer aan een Kon. Besl.

werd opgedragen, doch in de I. S. zelf werd geregeld (artt. 53 t/m 55).

art. 53. Thans bestaat de V. R. uit 61 leden, waarvan een, de Voorzitter, door de Kroon wordt benoemd.

art. 54. Deze benoeming geschiedt voor 4 jaren, het tijdperk, waarvoor de V. R. wordt samengesteld. Wanneer tusschentijds een nieuwe Voorzitter moet worden benoemd, blijft deze aan tot het eind van bedoeld tijdperk.

Teneinde hem eene onafhankelijke positie te waarborgen, be-paalt art. 54, dat zijne bezoldiging en pensioen door de Kroon worden geregeld.

Bij Stb. 1917—444 werd het jaarlijksch inkomen van den Voorzitter gesteld op f. 25.000, terwijl het aan dit ambt verbonden pensioen werd geregeld bij Stb. 1929—39.

art. 55 al. 2. De 60 gewone leden bestaan uit drie groepen, die gedeeltelijk worden benoemd, gedeeltelijk verkozen.

Van hen moeten zijn:

30 inheemsche onderdanen niet-Nederlanders, die wij in het vervolg met den algemeen gebruikten naam Inlanders zullen

aanduiden;

25 tot 27 onderdanen-Nederlanders, die wij Nederlanders zullen noemen;

3 tot 5 uitheemsche onderdanen niet-Nederlanders, waarvoor wij den ouden naam Vreemde Oosterlingen zullen blijven gebrui-ken, hoewel deze niet geheel juist is, omdat er ook toe kunnen behooren Europeanen, niet-Nederlanders, die onderdanen zijn.

Verkozen leden. Van de 60 leden worden 38 verkozen, nl.:

art. 55 al. 3. 20 Inlanders, 15 Nederlanders en

3 Vreemde Oosterlingen.

Verkiezing. De wijze, waarop de verkiezingen voor de vertegenwoordigers art. 55 al. 4 t/m 8. der verschillende volksgroepen plaats hebben, wordt geregeld in

art. 55 al. 4 t/m 8 I. S„ nader uitgewerkt in Stb. 1926—216 jo.

217, de zg. Volksraadkiesverordening.

De 20 Inlandsche leden worden afgevaardigd door 12 Kieskrin-gen, waarvan 4 op Java en Madoera en 8 in de Buitengewesten.

Kiezers zijn de Inlandsche leden van de Plaatselijke Raden, de Regentschaps- en Stadsgemeente-raden (niet de Provinciale Raden).

Alleen in den kieskring van de Vorstenlanden op Java, waar geen Locale Raden zijn, wordt de eene afgevaardigde verkozen door het oudste Hoofd van Gew. Bestuur en de Zelfbestuurders.

De 15 Nederlandsche leden en de 3 Vreemde Oosterlingen wor-den respectievelijk gekozen door de tot die bevolkingsgroepen be-hoorende leden der in art. 55 al. 4 genoemde raden, die voor ge-heel N. I. tezamengenomen worden tot twee kiesgroepen.

Kieskringen. De bovenbedoelde 12 Kieskringen zijn: afgev.

I. West-Java (provincie van dien naam) 3 II. Midden-Java (provincie van dien naam) 3 III. Oost-Java (provincie van dien naam) 4 IV. Vorstenlanden (Soerakarta en Djokjakarta) 1

V. Zuid-Sumatra (Lampongsche Districten, Benkoelen, Palembang, Djambi, Banka en

Onder-hoorigheden, Biliton) 1 VI. Minangkabau (Sumatra's Westkust) 1 VII. Noord-Sumatra (Atjeh en Ond., Tapanoeli) 1

VIII. Oost-Sumatra (Oostkust van Sumatra, Riouw en

Ond.) 1 IX. Borneo (Westerafd., Zuicier-en Güster afd.) 1

X. Celebes (Menado, Celebes en Ond.) 2 XI. Molukken (Gouvernement van dien naam) 1 XII. Kleine Soenda-eilanden (Bali en Lombok, Timor en

Ond.) 1 Totaal 20 Volksraad-stem- Alle verkiezingen en stemmingen door alle groepen en in de

kantoor. Kieskringen hebben plaats onder de technische leiding van het Volksraadstemkantoor te Batavia, bestaande uit 5 leden en ten minste 3 plv. leden, die door den G. G. voor 4 jaren worden be-noemd.

54

A. Verkiezingen door de groepen Nederlanders en Vreemde