5. Resultaten
5.7 Vergelijking zorgpaden
In deze paragraaf worden de belangrijkste overeenkomsten en verschillen van de onderzochte zorgpaden op het gebied van de kenmerken van het zorgpad, de stakeholders, de projectorganisatie en de uitkomsten van de vragenlijsten weergegeven.
Kenmerken zorgpaden
Bij alle vier de onderzochte zorgpaden gaat het om een homogene patiëntengroep, waarbij het bij de COPD, ColonCare en CVA een aandoeninggericht zorgpad betreft en bij de CAG om een zorgpad gericht op een onderzoek. Bij alle vier de zorgpaden gaat het om een groot volume patiënten variërend van 400 tot 1000 per jaar. De zorgpaden COPD en CAG overstijgen de afdelingsgrenzen maar spelen zich wel binnen één organisatie af, beide zorgpaden vallen binnen één specialisme. Het zorgpad ColonCare speelt zich voornamelijk binnen het ziekenhuis af, is afdelingsoverstijgend en door de betrokkenheid van de radiotherapie ook voor een deel transmuraal vormgegeven en hierbij zijn zes specialismen betrokken. Bij de CVA zorgketen zijn twee medisch specialismen betrokken en is transmuraal vormgegeven. Het zorgpad ColonCare en de CVA zorgketen zijn het meest
multidisciplinair vormgegeven, gevolgd door het zorgpad COPD, bij het zorgpad CAG is maar zeer beperkt sprake van multidisciplinariteit. Het zorgpad CAG is gericht op een onderzoek en derhalve zijn hier geen evidence based richtlijnen beschikbaar anders dan op het gebied van het
nierschadeprotocol. De zorgpaden COPD en ColonCare en de CVA zorgketen zijn op basis van evidence based richtlijnen opgesteld.
COPD CAG ColonCare CVA
Homogene patiëntengroep ja ja ja ja
Aandoeninggericht ja nee ja ja
Volume 400-500 800 750-1000 500
Intra- of transmuraal intramuraal intramuraal beperkt transmuraal
transmuraal
Multidisciplinariteit beperkt zeer beperkt hoge mate hoge mate
Evidence based ja nauwelijks ja ja
Tabel 5.7.1
Stakeholders
De bij het onderzoek betrokken stakeholders bij de ontwikkeling van de zorgpaden betreffen de hoofdgroepen professionals en management, de hoofdgroep professionals is verder onderverdeeld in medici, verpleegkundigen en paramedici. Per zorgpad zijn deze stakeholders geïdentificeerd en geclassificeerd volgens de stakeholder ‘Salience’ theorie, de classificatie van de stakeholders is in onderstaande tabel (xx) weergegeven. Het zorgpad ColonCare kent naast de poortspecialisten ook ondersteunende specialisten; deze zijn als afhankelijke stakeholders geclassificeerd, de overige medici zijn bij alle vier de zorgpaden als definitieve stakeholders aangemerkt. De verpleegkundigen
zijn bij de zorgpaden COPD en CAG als definitieve – en bij het zorgpad ColonCare en de CVA zorgketen als afhankelijke stakeholders getypeerd. Bij het zorgpad ColonCare zijn de verpleegkundig specialisten als definitieve stakeholders aangemerkt. In alle vier de zorgpaden zijn de paramedici als afhankelijke stakeholders getypeerd. Bij de zorgpaden COPD, CAG en ColonCare is het management als dominante stakeholder aangemerkt, bij de CVA zorgketen heeft de ketenregisseur deze typering gekregen. De kerngroepleden zijn als definitieve stakeholders aangemerkt.
COPD CAG ColonCare CVA
Medici definitieve definitieve definitieve/afhankelijke definitieve
VPK definitieve definitieve afhankelijke afhankelijke
VPK specialist nvt nvt definitieve nvt
Paramedici afhankelijke afhankelijke afhankelijke afhankelijke Management dominante dominante dominante zie KG & KR
Kerngroep nvt nvt nvt definitieve
CVA ketenregisseur nvt nvt nvt dominante
Tabel 5.7.2
Projectorganisatie
De ontwikkeling van de zorgpaden COPD en CAG zijn van recentere datum en via een project tot stand gekomen. De ontwikkeling van het zorgpad ColonCare dateert al uit 2004 en is destijds op informele wijze met een kleine werkgroep met direct betrokkenen tot stand gekomen. De ontwikkeling van de CVA zorgketen is vormgegeven in een samenwerkingsverband en dateert al uit 1997 en is in 2007 nieuw leven ingeblazen. Bij alle vier de zorgpaden zijn er in meer of mindere mate doelstellingen geformuleerd, de concreetheid van deze doelstellingen variëren, waarbij die van het zorgpad COPD het meest en van het zorgpad ColonCare het minst concreet zijn. In termen van grijpbaarheid, een maat voor de hoeveelheid grip op het project, kan die van het zorgpad COPD als het grootst en die van de CVA zorgketen als het kleinst worden aangemerkt. Het instrumentariumgebruik was bij de ontwikkeling van het zorgpad nagenoeg afwezig, bij het zorgpad CAG en de CVA zorgketen gemiddeld en bij het zorgpad COPD groot.
COPD CAG ColonCare CVA
Project ja ja nee samenwerkingsverband
Doelstellingen ja, SMART ja globaal ja
Grijpbaarheid groot, score 11 zeer groot, score 8 vrij groot, score 12 beperkt, score 19 Instrumentarium- gebruik
groot gemiddeld nagenoeg
afwezig
aanvankelijk weinig, met komst KR gemiddeld
Betrokkenheid stakeholders zorgpaden
0% 20% 40% 60% 80% 100%Ontwikkeling Inrichting Planning
COPD CAG ColonCare CVA Totale groep Onderzoek stakeholders
De response van het onderzoek onder de stakeholders (tabel xx) van de vier zorgpaden is voor de totale groep 37 %, bij de ColonCare is deze met 28 % het laagst en bij de COPD met 62 % het hoogst.
Totaal COPD CAG ColonCare CVA
response % 37% 62% 36% 28% 34%
vragenlijsten 283 45 88 86 64
respondenten 106 28 32 24 22
Tabel 5.7.4
In onderstaande grafiek (5.7.1) is de score op de perceptie van de stakeholders van de vier zorgpaden naar de betrokkenheid van de discipline bij de ontwikkeling van de zorgpaden in het algemeen en op de aspecten inrichting en planning in het bijzonder weergegeven. Bij de totale groep en bij alle vier de afzonderlijke zorgpaden is de score op de ontwikkeling het hoogst en neemt af bij de inrichting en de planning, de lijn komt overeen de scores variëren. De scores van de zorgpaden COPD en CAG liggen hoger dan die van de totale groep, met name de scores op de inrichting is aanmerkelijk hoger. De 100% score bij het zorgpad CAG op de betrokkenheid bij de ontwikkeling van het zorgpad is opvallend/opmerkelijk. De scores van de totale groep en die van de groep ColonCare komen op alle drie de items nagenoeg overeen. Bij het CAG zorgpad valt het relatief grote verschil tussen de scores op de inrichting en de planning op. De scores van de CVA groep is op alle drie de items beduidend lager, zowel in vergelijking met de totale groep als met de andere zorgpaden.
Grafiek 5.7.1.
Zowel in de totale groep als bij de afzonderlijke zorgpaden achten de stakeholders hun invloed op de inrichting groter dan op de planning van het zorgpad (figuren 5.7.2. en 5.7.3). De variaties in scores tussen de verschillende zorgpaden is echter groot, met name bij de gezamenlijke scores zeer groot, groot en gemiddeld. De scores zijn in lijn/congruent met de scores op de betrokkenheid van de
0% 20% 40% 60% 80% 100%
Totale groep COPD CAG ColonCare CVA
Invloed stakeholders planning zorgpaden
Zeer groot & groot Zeer groot, groot & gemiddeld 0% 20% 40% 60% 80% 100%
Totale groep COPD CAG ColonCare CVA
Invloed stakeholders inrichting zorgpaden
Zeer groot & groot Zeer groot, groot & gemiddeld
Invloed inrichtingsaspecten zorgpaden
0% 20% 40% 60% 80% 100%
Kernactiviteiten Volgordelijkheid Informatievoorziening
Totale groep COPD CAG ColonCare CVA
Invloed planningsaspecten zorgpaden
0% 10% 20% 30% 40% 50%
Financiën Facilitering Patiënten Personeel Bezetting Totale groep COPD CAG ColonCare CVA
discipline bij de ontwikkeling, inrichting en planning van het zorgpad. Opvallend is de hoge score op de planning bij het zorgpad COPD.
figuur 5.7.2 figuur 5.7.3
De figuren 5.7.2 en 5.7.3. geven een beeld van de uitkomsten per zorgpad op de aspecten inrichting en planning. Bij de inrichtingsaspecten (figuur 5.7.2 is de trendlijn bij alle groepen vergelijkbaar, de score op de informatievoorziening bij de COPD groep wijkt hierbij licht naar boven af. De scores van de ColonCare groep komen nagenoeg overeen met die van de totale groep, die van de COPD – en CAG groep zijn wat hoger en die van de CVA groep is ook hier duidelijk lager.
figuur 5.7.4. figuur 5.7.5
Bij de planningsaspecten (figuur 5.7.5) vertoont de trendlijn iets meer variatie, opvallend is de vrijwel gelijke score van alle groepen op de invloed op de bezettingsplanning van de verpleegafdeling. Bij de COPD groep valt de relatief lage score op de invloed van de inzet van de faciliterende processen op. Zowel de trendlijn als de scores op alle deelaspecten komen bij de totale groep en de groepen CAG en ColonCare vrijwel overeen. De scores van de COPD groep op de deelaspecten financiën, patiënten- en personeelsplanning zijn hoger dan van de andere groepen. De scores van de CVA groep zijn, met uitzondering van het aspect bezetting verpleegafdeling, lager dan bij de andere groepen.