vijf periodes
Schematische weergave van posities van actoren van de vijf periodes volgens Mitchell et al., (1997)
De huurders van winkel-‐ en kantoorruimtes verdwijnen uit het complex. De bewoners krijgen bezitten minder macht. En er komt een nieuwe investeerder.
periode 1 periode 2
De bewoners hebben geen macht meer. Er komen twee nieuwe actoren bij in periode 3: de Landesbank Berlin AG en de nieuwe investeerder Carlyle Group.
De Carlyle Group gaat failliet. De Landesbank krijgt een andere positie en er
periode 2 periode 3
periode 3 periode 4
7.1 Invloed van de posities van actoren op de uitkomsten van de besluitvormingsprocessen bij de vijf periodes-‐ verschillen en overeenkomsten
Vergelijkt men de invloed van de verschillende posities van de actoren op de
uitkomsten, door de vijf periodes heen valt op dat positie van de definitief stakeholder pas in de vijfde periode ingenomen wordt. Verder valt op dat de bewoners vanuit een dangerous stakeholderpositie naar een demanding stakeholder positie wisselen, wat betekent dat ze hun macht verliezen. De bewoners maken geen gebruik van hun gemeenschappelijk recht door onenigheden binnen hun VVE. De rol als collectief actor wordt niet adequaat vervuld. Zo beïnvloeden ze de uitkomsten van de verschillende periodes - in hun eigen nadeel-, omdat ze geen gebruik van hun mogelijkheden kunnen of willen maken.
Kijkt men naar de Landeshauptstadt Hannover valt op dat deze gedurende de periodes een tot vier steeds dezelfde positie blijft innemen, namelijk een dominant stakeholder. Zij bezit macht en legitimiteit. Echter kiest zij ervoor om van deze macht geen
gebruik te maken. De LHH houdt zich tot periode vijf afzijdig van het proces en gebruikt haar middelen niet, of ontoereikend, om invloed uit te oefenen op de
uitkomsten. Dus ook deze actor benut haar middelen niet, in de hoop dat haar doelen vervult worden. Dit zorgt er tevens voor dat er minder variëteit binnen het
De LHH neemt een andere positie in. Er komen twee nieuwe actoren bij: de investeerder Intown en de Zukunftswerkstatt ‘Ihme Zentrum’.
periode 4 periode 5
besluitvormingsproces ontstaat: de bewoners, noch de LHH nemen niet actief deel in het proces. . Met name door de afzijdige houding van de stad kan de investeerder ongestoord zijn eigen beslissingen nemen. In het geval van de tweede en derde
periode betekent dit dat de aandelen enkel uit winstbejag doorverkocht worden zonder dat er transformatie plaatsvindt. Hieruit zou kunnen blijken dat het beter voor het besluitvormingsproces is als wel alle actoren gebruik maken van hun middelen in hun posities.
In de laatste periode neemt de LHH de positie van een definitief stakeholder in. In vergelijking met de andere periodes betekent dit dat de stad nu macht, legitimiteit en urgentie bezit en uitoefent. De LHH gebruikt haar positie als huurder om de
investeerder te dwingen een concreet plan voor te stellen. De LHH maakt dus in deze periode expliciet gebruik van haar middelen, in vorm van dwingende macht als
huurder van get complex. Deze nieuwe positie van de LHH kan de uitkomsten van het proces veranderen. Ze gebruikt haar middelen om nu wel aan het proces deel te
nemen wat betekent, dat er meer variëteit binnen het proces ontstaat en dat er niet alleen door de investeerder selecties gemaakt worden (De Bruijn en ten Heuvelhof, 2004). Hierdoor kunnen de uitkomsten voor meerdere actoren succesvoller worden. Beslissingen en ideeën worden niet enkel door de investeerder genomen maar worden ook geleid door de LHH. Zij maakt gebruik van haar middelen in vorm van dreigende macht en legitimiteit.
7.2 Hypothese voor de uitkomsten van de vijfde periode
Aan de hand van de eerder geanalyseerde posities van actoren volgens Mitchell et al., (1997) en aan de uitkomsten van de periodes 1-4 kan een hypothese geformuleerd worden over de uitkomsten van vijfde periode.
Doordat de investeerder tot dusver nog geen plannen voor transformatie heeft voorgesteld lijkt het alsof de investeerder geen urgentie bij het project heeft. Verder houdt hij, behalve via de woordvoerder Jaskulski, geen direct contact met de andere actoren. Door dit gedrag zou de LHH besloten kunnen hebben om haar positie als definitief stakeholder te in te nemen. Het blijkt uit de vergelijking van de
verschillende periodes dat de bewoners en de LHH zich afzijdig hebben gehouden tijdens de periode 2 tot 4. Dit heeft ertoe geleid, dat de achtereenvolgende
investeerders hun eigen posities kunnen gebruiken om hun doelen te verwezenlijken. Met gevolg dat de transformatie, die gepland en noodzakelijk is uitblijft.
In deze vijfde periode maakt de LHH gebruik van haar macht en haar middelen als huurder en indirect ook als eigenaar door een ultimatum aan de investeerder te stellen (urgentie). Tevens heeft de LHH een legitiem karakter.
Zodanig neemt de LHH de positie in van een definitive stakeholder.
Hierdoor zouden de uitkomsten van periode 5 duidelijk kunnen verschillen van de eerdere periodes.
Tevens zijn de LHH en de bewoners aan het overleggen of ze het gemeenschappelijk recht veranderen in een appartementsrecht zodat er geen inspraak meer is voor de bewoners. Het lijkt erop dat de bewoners onder elkaar schikken en hun inspraak blijven behouden.
Het proces laat nieuwe spelers toe, zoals de vereniging Zukunftswerkstatt ‘Ihme Zentrum’ en dit zorgt voor meer variëteit.
Deze onafhankelijke actor heeft urgentie en verandert kleine delen van het ‘Ihme Zentrum’ in samenwerking met de LHH en Jaskulski.
Hypothese:
- Aangezien de LHH nu de positie van definitive stakeholder inneemt, bestaat er een redelijke kans, dat het transformatieproces opgestart wordt,
- Indien de eigenaars/bewoners binnen de VVE schikken, nemen zij hun positie van dangerous stakeholder weer in. Dan is te verwachten dat de uitkomsten voor eigenaars/bewoners succesvol worden.
- Door de bijdrage van ‘ZW Ihme Zentrum’ zullen de uitkomsten voor de omwonenden succesvol worden en daarmee voor de LHH (imagoverbetering)
Figuur 20. Schematische weergave van hypothese
Bron: Auteur, 2016