• No results found

Afbeelding  1.   LHH als huurder in het ‘Ihme Zentrum’

6.5   Periode 4-­‐ Geen investeerder meer en leegstand en verval 6.5.1 Inleiding periode 4

In het voorjaar van 2009 wordt het faillissement van de dochteronderneming de Carlyle Group aangevraagd door de Landesbank Berlin AG en vordert zij de inbewaringstelling van het grondbezit. Voor deze inbewaringstelling wordt een zaakwaarnemer, Thorsten Jaskulski, aangewezen. Deze zaakwaarnemer bezit zelf een vastgoedfirma, Cardea Immobilien, en saneert in samenwerking met de

Landeshauptstadt Hannover de belangrijkste delen van het ‘Ihme Zentrum’ (Sachstandsbericht, 2016). Echter zijn de voormalige winkelpanden, door de transformatiepogingen van de Carlyle Group 2007 en 2008 in kritieke toestand (Interview Kastning, Bijlage 1). Om de omgeving van het ‘Ihme Zentrum’ op te waarderen heeft de LHH ca. 34 miljoen euro geïnvesteerd in de infrastructuur en de bebouwde omgeving. Tevens wordt er door de LBB naar een nieuwe investeerder gezocht maar dit blijkt moeilijker dan gedacht doordat niet alleen de leegstaande winkel– en kantoorruimtes gesaneerd moeten worden maar het gehele ‘Ihme Zentrum’ in steeds slechtere toestand raakt (Sachstandsbericht, 2016).

6.5.2  De  betrokken  actoren  in  de  vierde  periode  

Deze periode wordt door een de afwezigheid van een investeerder getypeerd en brengt een nieuwe actor met zich mee. De actoren en hun doelen worden kort geschetst.

De betrokken actoren in deze periode zijn:

- de woningkopers/bewoners, vertegenwoordigd door een Sprechergremium (VVE)

- de Landeshauptstadt Hannover (LHH) - de Landesbank Berlin AG (LBB)

- de heer Thorsten Jaskulski (zaakwaarnemer) Figuur  16.  Verdere  verval  van  leegstaande  panden  ‘Ihme  Zentrum’

Figuur  17.  Schematische  weergave  van  onderlinge  relaties  van  betrokken  actoren  in  periode  4  

  Bron:  Auteur,  2016  

 

6.5.2  De  posities  van  de  actoren  volgens  het  model  van  Mitchell  et  al.,   (1997)  in  periode  4  

 

Schematische  weergave  van  posities  van  actoren  in  de  vierde  periode  

De woningkopers/bewoners

De bewoners van het complex staan in goed contact met de zaakwaarnemer Jaskulski en wachten op een nieuwe investeerder. Ze worden door de LBB op de hoogte gehouden over het vinden van een nieuwe investeerder. Echter merken ze wel op dat de leefomstandigheden buiten hun woningen steeds slechter worden en het complex steeds meer vervalt (Interview Winger, Bijlage 1).

Demanding stakeholder

De bewoners zijn in deze periode te typeren als een demanding stakeholder. Ze bezitten geen macht en ook geen legitimiteit. Ze worden alleen gekenmerkt door urgentie. Doordat dat ze nog steeds een oneindigheid hebben binnen hun VVE verspelen ze hun positie als dangerous stakeholder, ze kunnen geen gebruik van hun middelen maken. Ze blijven een collectief actor in deze periode (Scharpf, 1997). In deze periode hebben ze alleen urgentie doordat de sanering zo snel mogelijk moet verlopen omdat anders hun eigendom aan waarde verliest.

De Landeshauptstadt Hannover (LHH)

De LHH is in deze periode huurder van kantoorpanden maar heeft door de

omstandigheden de huurpanden uitgebreid tot 26.500 m2 (Interview Finger, Bijlage 1). Verder geeft de LHH in deze periode veel geld uit aan de herstructurering van de bebouwde omgeving om het gebied aantrekkelijk te maken voor nieuwe

investeerders. De infrastructuur in het gebied wordt door de LHH nieuw aangelegd om het complex toegankelijker te maken.

Dominant stakeholder

De LHH kan in deze periode als dominant stakeholder gezien worden. Ze bezit macht en legitimiteit bezit. Ze gebruikt hier de materiële macht (utiliteit) om het gebied weer aantrekkelijker te maken en de LHH bezit financiële middelen die gebruikt worden om het proces positief te beïnvloeden (het opknappen van de omgeving als

waardestijging van het complex).

Verder blijft zij een dwingende macht bezitten in vorm van wet- en regelgeving maar maakt er in deze periode alleen gebruik van voor het verbouwen van het gebied. Ze oefent geen dreigende macht uit tegenover de andere actoren binnen dit proces. Legitimiteit is er vanuit de LHH, doordat zij de omgeving op willen knappen. De leegstand van het complex heeft invloed op de wijk. Het opknappen van de wijk kan een positieve stimulans voor het ‘Ihme Zentrum’ zijn.

De Landesbank Berlin AG

De LBB heeft meneer Jaskulski als curator aangewezen en zoekt naar een nieuwe investeerder. Ondertussen staat zij in contact met de Landeshauptstadt Hannover om de nodige saneringen door te voeren en te financieren. Na de verkoop van de aandelen zal de LBB als actor verdwijnen uit het proces (Interview Finger, Bijlage 1).

Dangerous stakeholder

De LBB vertoont de eigenschappen van een dangerous stakeholder. Zij bezit

materiele macht. Ze is door het faillissement van het Duitse dochteronderneming van de Carlyle Group aangewezen over de ontwikkeling van het ‘Ihme Zentrum’ te beslissen. Er is door de LBB een curator aangewezen die voor haar het complex onderhoudt. Zo kan de LBB op zoek naar een nieuwe investeerder. De LBB bezit vooral in deze periode veel urgentie. Ze wil zo snel mogelijke een nieuwe

investeerder vinden voordat het ‘Ihme Zentrum’ totaal vervalt. De LBB heeft veel geld verloren door het faillissement en wil zo veel geld als mogelijk nog terug krijgen doormiddel van een nieuwe investeerder.

Thorsten Jaskulski (zaakwaarnemer)

Meneer Jaskulski wordt als curator aangewezen door de LBB en onderhoudt nu het ‘Ihme Zentrum’ met zijn vastgoedbedrijf, Cardea Immobilien. Meneer Jaskulski heeft zijn vastgoedfirma in het ‘Ihme Zentrum’ in een van de kantoorruimtes gevestigd (Interview Jaskulski, Bijlage 1). Hij probeert nu het complex zo goed mogelijk te onderhouden samen met de LHH zodat er een nieuwe investeerder kan gevonden worden.

Dormant stakeholder

De heer Jaskulski is in dit proces een dormant stakeholder. Hij heeft macht maar geen urgentie en ook geen legitimiteit. Doordat hij door de LBB aangewezen is als curator kan hij beslissingen nemen over de ontwikkeling van het complex en bezit hij dus een materiële macht. Hij heeft geen urgentie doordat hij met zijn vastgoedfirma zo lang mogelijk betrokken wil blijven bij het complex om zo veel mogelijk winst te maken. 6.5.3  De  uitkomsten  van  de  vierde  periode  volgens  de  theorie  van  Franzen  et   al.,  (2011)  

De uitkomsten van deze periode zijn voor de betrokken actoren verschillend

succesvol. Als men vanuit het perspectief van de LBB kijkt blijkt dat het proces niet erg succesvol is geweest. De bank heeft nog geen nieuwe investeerder kunnen vinden waardoor zij haar geld niet terug krijgt. Voor de bewoners was het proces ook niet succesvol doordat er geen transformatie plaatsgevonden heeft. Als eindgebruikers kijken zij vooral naar het product, dat steeds meer aan het vervallen is. De waarde van hun eigendom daalt verder. De LHH hoopte op een succesvolle uitkomst, doormiddel van het opknappen van het gebied om het ‘Ihme Zentrum’. Echter is er nog geen serieuze investeerder gevonden worden, hoewel het gebied opgeknapt werd. Dus kan er van uitgegaan worden dat het proces ook voor de stad niet het succesvol verlopen is. De enig die het proces van periode vier als een succes kan zien is de curator Jaskulski. Hij werd aangedragen door de LBB om het complex te onderhouden en maakt daarmee winst met zijn eigen vastgoedfirma, Cardea Immobilien.

In deze periode is er wel een overstemming van doelen maar zijn er geen finale middelen om deze doelen te kunnen verwerkelijken (Scharpf, 1997).

6.5.4  Deelconclusie  invloed  van  de  verschillende  posities  van  actoren  op  de   uitkomst  van  het  besluitvormingsproces  in  de  vierder  periode  

Kijkt men naar de verschillende posities die in deze vierde periode ingenomen worden door de betrokken actoren blijkt dat de bewoners door hun posities als demanding stakeholder de uitkomst beïnvloeden. Zij hebben nog steeds onenigheden binnen hun VVE en verspelen daarom hun macht om als een partij op te treden en met hun stem mee te beslissen over het transformatieproces van het ‘Ihme Zentrum’. Volgens de theorie van Scharpf (1997) zijn de bewoners een collectieve actor. Deze actor is een grote groep, die alle acties, doelen en middelen collectief bepaald door een democratische afsteming. Juist daardoor beïnvloeden de bewoners dus de

uitkomst van de deze periode doordat zij het onderling niet eens zijn en dus niet als collectief actor, met één mening op kunnen treden.

De LHH probeert als dominant stakeholder, aan de hand van haar macht als wet- en regelgever, de uitkomst te beïnvloeden door het gebied om het ‘Ihme Zentrum’ op te knappen en zo in te spelen op het vinden van een investeerder. Door het imago te verbeteren van de buurt zou een investeerder meer kunnen zien in het complex zou dit leidden tot een succesvolle uitkomst zijn voor de LHH maar ook voor de LBB en de bewoners.

6.6  Periode  5-­‐  De  nieuwe  investeerder  Intown