• No results found

2. Artikel 37a Sr, een overzicht (het nationale kader)

2.3 Een hedendaagse lezing van ons artikel 37a Sr

2.3.1 Verduidelijking I van Dekker in het licht van artikel 37a Sr

Onder meer vanuit de opvatting dat weigering niet in de weg zou moeten kunnen staan aan

tbs-oplegging pleit Dekker voor aanpassing van artikel 37a Sr.

179

Uit zijn brief volgt dat

Dekker graag zou zien dat in die gevallen waar door gedragskundigen geen stoornis wordt of

kan worden geconstateerd, de rechter vaker (min of meer) zelfstandig tot het oordeel komt dat

aan het 37a Sr-stoornisvereiste is voldaan.

180

Ondanks het feit dat een nauwgezette toelichting

in dit kader geenszins zou hebben misstaan – juist ook nu de rechtspraktijk zich tegenwoordig

wel degelijk bewust lijkt te zijn van de mogelijkheid van een meer ‘autonome’

stoornisvaststelling door de rechter

181

– licht Dekker in zijn brief niet nader toe ten aanzien

van welke gevallen Dekker in het kader van zijn voorstellen nu precies een toename in het

aantal tbs-opleggingen verwacht. Wellicht is Dekker niet afdoende bewust geweest van het

feit dat in de strafrechtspraktijk zeer uiteenlopend wordt gedacht ten aanzien in welk(e)

geval(len) zou kunnen worden gezegd dat aan het stoornisvereiste wordt voldaan?

Nu Dekker het 37a Sr-stoornisvereiste aanmerkt als een juridisch begrip bestaat hier de

mogelijkheid dat, nu ik meen dat hiermee het 37a Sr-criterium te breed en onjuist wordt

uitgelegd, Dekker in meer gevallen dan momenteel in de praktijk gebeurt zal willen (kunnen)

aannemen dat aan de tbs-opleggingsvereisten wordt voldaan.

182

Mijn persoonlijk vermoeden

op dit punt – dat met Dekker’s voorstel in dezen geen ‘verduidelijking’ maar eerder een

verandering van, onder meer, (de reikwijdte van) het 37a Sr-stoorniscriterium zal volgen –

wordt daarbij nog eens versterkt door het feit dat het eveneens nog vaak genoeg voorkomt dat

om andere redenen geen tbs wordt opgelegd dan omdat (als gevolg van weigering) niet aan

het stoornisvereiste wordt voldaan.

183

Op dit punt voorzie ik de mogelijkheid dat met

Dekker’s verduidelijkingsvoorstel naast dat de weigeraarsproblematiek (wellicht) nader wordt

179 Zie Kamerstukken II 2018/2019 29452, 229. Vgl. evt. Abels, D., (onder a: ‘vrijheidsstraf’) in: ‘Behandelen en Straffen’, DD 2019/8. 180 Opdat in praktijk ook in deze gevallen tbs-oplegging nog steeds mogelijk is. Door het in de wet opnemen van de mogelijkheid van ‘zelfstandige stoornisvaststelling’ door de rechter zou de rechter hier in het vervolg volgens Dekker, die stelt dat de rechterlijke macht zich nu niet afdoende bewust is van deze mogelijkheid, vaker toe overgaan.

181 Uit de feitenrechtspraak zijn verschillende voorbeelden te herleiden – ook uit de feitenrechtspraak van eerdere jaren – waarin de rechter tbs oplegt aan wiegerende observandi. Zie hiertoe verder hoofdstuk 2.4 van dit onderzoek. Vgl. voorts Van der Wolf, M.J.F. & Mevis, P.A.M., ‘Beschouwingen over weigeren en beveiligen n.a.v. de zaak Michael P.’, DD 2018/27; Mevis, P.A.M., Struijk, S., Van der Wolf, M.J.F., ‘Juridische haalbaarheid van voorgestelde oplossingen voor de weigeraarsproblematiek omtrent tbs-oplegging’, Directoraat Generaal Straffen en Beschermen, Ministerie van Justitie en Veiligheid, Erasmus Universiteit Rotterdam, 2018, p. 11; Jongeneel, H., ‘Niet meewerken aan tbs-onderzoek kan verkeerd uitpakken’, Advocatenblad [online], (13 oktober) 2017; ‘Ondanks weigering toch geregeld tbs-vonnis’, (13 oktober 2017) https://www.advocatenblad.nl/2017/10/13/ondanks-weigering-toch-geregeld-tbs-vonnis/. Vgl. evt. ook ‘Rechter legde vorig jaar vaker tbs op’, https://www.rechtspraak.nl/Organisatie-en-contact/Organisatie/Raad-voor-de-rechtspraak/Nieuws/Paginas/Rechter-legde- vorig-jaar-vaker-tbs-op.aspx?pk_campaign=redactie&pk_medium=e-mail&pk_source=nieuwsbrief&pk_keyword=nieuwsbrief (en ‘Rechter beslist steeds vaker over gedwongen opname’, https://www.rechtspraak.nl/Organisatie-en-contact/Organisatie/Raad-voor-de- rechtspraak/Nieuws/Paginas/Rechter-beslist-steeds-vaker-over-gedwongen-opname.aspx).

182 Zie in dit kader ook het (“vaker” in het) in de inleiding aangehaalde biefcitaat.

183 Vgl. o.m. Van der Wolf, M.J.F. & Mevis, P.A.M., ‘Te gek, te gewoon, te vaag, te vreemd: wie hoort er eigenlijk (niet) thuis in de tbs?’,

ondervangen ook dat de tbs-opleggingsdrempel ten aanzien van onder andere de ‘stoornis’ in

het algemeen naar beneden wordt bijgesteld.

184

De moeilijkheid van [de juridische aannemelijkheid van] een ‘juridische stoornis’

Uit zijn brief volgt dat Dekker met zijn voorstellen hoopt het aantal weigeraars terug te

dringen alsook het effect van een weigering zoveel mogelijk te beperken.

185

Echter, juist nu

ten aanzien van de weigeraar reeds minder strikte eisen gelden met betrekking tot

gedragskundigenadviezen is het zeer de vraag of – als ten aanzien van de weigeraar de teugels

meer gevierd zouden worden – ook de effecten van weigering in de tegenovergestelde

richting gemitigeerd zullen blijven.

186

Tegen de stelling dat de rechter niet voor deskundige kan spelen,

187

werpen Struijk, Mevis en

Van der Wolf op dat de betrouwbaarheid van de gedragskunde (als ‘zachtere wetenschap’)

niet moet worden overschat.

188

Echter, zou worden aangehouden dat voor tbs-oplegging ten

aanzien van de ‘stoornis’ daadwerkelijk niet méér vereist is dan (enige mate van juridische

aannemelijkheid ten aanzien van de aanwezigheid van) een (ruim-vormgegeven) ‘juridische

stoornis’, eigenhandig door de rechter vast te stellen, dan dienen zich niettemin direct – reeds

in het nationaalrechtelijke kader – de nodige vragen aan.

189

Bijvoorbeeld: nu in de meest

penibele gevallen, waar door gedragskundigen geen stoornis kan worden vastgesteld, de

rechter alsnog min of meer (geheel) zelfstandig een ‘stoornis’ kan vaststellen, waarom zou

dan in de minder knellende gevallen – waar geen sprake is van weigering – wel worden

vastgehouden aan de (dubbel)rapportageplicht van deskundigen?

190

En: zou het 37a Sr-

stoornisbegrip een juridisch stoornisbegrip inhouden, welk doel wordt er dan mee gediend als

de psychiater zich expliciet als deskundige genoemd ziet in artikel 37a Sr? Of sterker: als

artikel 37a Sr geen medisch maar een juridisch begrip behelst, op welke manier zou het dan

überhaupt gerechtvaardigd zijn dat een gedragskundige de jurist ten aanzien van deze

184 Hetgeen naar mijn idee – met het oog op Dekker’s tweede ‘verduidelijkingsvoorstel’ en ook zeker in het later te behandelen

internationaalrechtelijke kader – de nodige nadere beschouwing verdient. Mochten mijn vermoedens hier juist zijn, dan zou zowel in het

nationale- als in het internationale kader een nadere beschouwing hieromtrent niet misstaan. Zie in dit kader het vervolg van dit onderzoek. 185 Brief Dekker, p. 3.

186 M.i. is het onwenselijk als t.a.v. de weigeraar aanzienlijk mildere regelingen zullen (gaan) gelden m.b.t. tbs-oplegging (bijvoorbeeld in het kader van de stoornisbvaststelling) dan t.a.v. de niet-weigeraar het geval is. Dit kan evenwel het geval zijn op het moment dat de verduidelijkingen van Dekker hier worden verondersteld een verbreding van het toepassingsbereik van artikel 37a Sr mee te brengen. 187 hetgeen onder meer in strijd zou zijn met de vereisten van de strafrechtelijke bewijsvoering. Vgl. Mackor, A.R., ‘Grenzen aan de autonomie van strafrechters: wie bewijst de stoornis en het recidiverisico?’, in: Ontmoetingen: Voordachtenreeks van het Lutje Psychiatrisch-Juridisch Gezelschap (17), 2012.

188 Mevis, P.A.M., Struijk, S., Van der Wolf, M.J.F., ‘Juridische haalbaarheid van voorgestelde oplossingen voor de weigeraarsproblematiek omtrent tbs-oplegging’, Directoraat Generaal Straffen en Beschermen, Ministerie van Justitie en Veiligheid, Erasmus Universiteit Rotterdam, 2018, p. 25.

189 Vgl. o.m. Meynen, G., ‘Een medische of een juridische stoornis?’, Tijdschrift voor Psychiatrie, jaargang 61, februari 2019. 190 Vgl. Ligthart, S., Kooijmans, T. & Meynen, G., ‘Tbs en stoornis – Enkele overwegingen voor de wetgever’, NJB 2019/837.

juridische “stoornis” zou adviseren?

191

Vervolgens, bij het veronderstellen van de

gelijktijdigheid en in het kader van de gevaarsinschatting

192

is het de vraag in hoeverre de

huidige 37a Sr-opleggingscriteria houd- c.q. bruikbaar zijn te achten wanneer men te maken

krijgt met een juridische stoornis.

193

In het kader van de tenuitvoerlegging van de tbs,

tenslotte, kan men zich afvragen wat voor behandeling de personen te wachten staat bij wie

een [juridische] stoornis geheel zelfstandig door de rechter aanwezig werd geacht.

194

Bij Dekker’s interpretatie van het 37a Sr-stoornisbegrip zal in het internationaalrechtelijke

kader nader worden stilgestaan. Op dit punt volsta ik met te zeggen dat er niet gesteld kan

worden dat het bij tbs-oplegging geenszins zou hoeven gaan om de [juridische] vaststelling

van een medische stoornis – ook niet slechts in het nationaalrechtelijke kader en zelfs niet als

er genoeg aanknopingspunten zijn om aan te nemen het bij het 37a Sr-stoornisbegrip niet

(hoofdzakelijk) gaan om de medische vaststelling van een stoornis.

195

191 Vgl. Meynen, G., ‘Een medische of een juridische stoornis?’, Tijdschrift voor Psychiatrie, jaargang 61, februari 2019. 192 Zowel voor de inschatting zelf alsook voor de waardering van het ingeschatte gevaar.

193 Vgl. o.m. Mevis, P.A.M. & Vegter, P.C., ‘Rapportage over stoornis en gevaar en de betekenis van nieuwe wetenschappelijke inzichten daaromtrent voor die rapportage’ in: J.P. van der Leun, E.R. Muller, N. van der Schee, P.M. Schuyt en M.A.H. van der Woude (red.), De

vogel vrij, liber amicorum prof. dr. mr. M. Moerings, Den Haag: Boom Lemma Uitgevers 2011.

194 Zie o.m. Meynen, G., ‘Een medische of een juridische stoornis?’, Tijdschrift voor Psychiatrie, jaargang 61, februari 2019; Van Mulbregt, J.M.L., ‘Zorgkoorts en risicokramp. De weg van de toerekeningsvatbaarheid’, DD 2011/69 en Ligthart, S., Kooijmans, T. & Meynen, G., ‘Tbs en stoornis – Enkele overwegingen voor de wetgever’, NJB 2019/837.

195 Vgl. daarbij Kamerstukken II 2009/10, 32 399, nr. 3, pp. 11-12, waaruit blijkt dat, m.b.t. het (na het inwerkingtreden van de Wvggz [en de Wfz] veranderde) 37a Sr-stoorniscriterium uitdrukkelijk aansluiting werd gezocht bij de DSM-terminologie.