2. Paragrafen
2.5. Verbonden partijen
2.5.1. Algemeen
Een verbonden partij is een instelling buiten de eigen organisatie, waarin de gemeente een bestuurlijk en financieel belang heeft (Besluit begroting en verantwoording, Bbv, artikel 1).
Met een zetel in het bestuur van een instelling of met stemrecht heeft de gemeente een ‘bestuurlijk belang’. Onder een ‘financieel belang’ wordt verstaan het ter beschikking stellen van middelen die de gemeente kwijtraakt bij faillissement van de verbonden partij of die bij financiële problemen van de verbonden partij op de gemeente verhaald kunnen worden.
We kunnen een verbonden partij zien als één van de drie vormen waarmee gemeenten hun taken (laten) uitvoeren: door een eigen dienst, een commerciële partij of door een verbonden partij.
Er kan een aantal redenen zijn, waarom een gemeente samenwerkt met een verbonden partij.
Bijvoorbeeld vanwege de mogelijkheden van spreiding van risico’s over de verschillende deelnemers of om een efficiëntere uitoefening van een wettelijke taak te realiseren.
De gemeente blijft verantwoordelijk voor het realiseren van de beoogde doelstellingen in de
programma’s. De raad dient hiervoor kaders te stellen en de verbonden partijen te controleren op de realisatie van de doelstellingen.
Naast bovengenoemde taken is deze paragraaf belangrijk voor de raad vanwege de kosten en de financiële risico’s die de gemeente kan lopen met verbonden partijen.
Mede naar aanleiding van de conclusies van een rekenkameronderzoek over de verbonden partijen, komen wij op korte termijn met een informatienota, die zich specifiek zal richten op de wijze waarop uw raad invloed kan uitoefenen op verbonden partijen. Ook mogelijke maatregelen om die invloed te vergroten zullen daarbij aan de orde komen.
2.5.2. Onderscheid gemeenschappelijke regelingen, stichtingen en privaatrechtelijke verbondenheden
Op een aantal gebieden is binnen de gemeente sprake van verbonden partijen. Het belangrijkste onderscheid dat daarbij gemaakt kan worden is dat in gemeenschappelijke regelingen, stichtingen en privaatrechtelijke verbondenheden.
Bij gemeenschappelijke regelingen betaalt onze gemeente jaarlijks een bedrag voor exploitatiekosten van die gemeenschappelijke regeling naar rato van deelname in de regeling. Evenals bij stichtingen is bij de oprichting bijgedragen in de oprichtingskosten. Naar rato van de bijdragen loopt de gemeente Reusel-De Mierden risico in een eventueel liquidatiesaldo van een gemeenschappelijke
regeling/stichting. Verder lopen wij het risico dat een andere partij, die deelneemt in een
gemeenschappelijke regeling/stichting, uittreedt. Op dat moment zal die partij uittreedkosten moeten betalen die meestal bestaan uit kosten in de vorm van wachtgelden aan personeel. Voor de
achterblijvende deelnemende partijen zal de bijdrage in de exploitatiekosten dan veelal stijgen,
doordat algemene kosten, bijvoorbeeld overheadkosten, over minder deelnemers omgeslagen kunnen worden. Ook kan het draagvlak van een gemeenschappelijke regeling/stichting verminderen bij uittreding van een partner. Hiervan is sprake als bijvoorbeeld de gemeente Eindhoven uit de MRE zou stappen. Een volgend risico is er voor ons wanneer wij zelf uit een gemeenschappelijke regeling stappen. Op dat moment zijn wij ook verplicht tot het betalen van de eerder genoemde kosten.
Via de afvaardiging van leden in besturen van gemeenschappelijke regelingen kunnen risico’s beïnvloed worden. De stem van de gemeente is naar rato van de verhouding ten opzichte van het totaal aantal bestuursleden.
Naast gemeenschappelijke regelingen/stichtingen heeft onze gemeente ook belangen in partijen op privaatrechtelijke grondslag. Het financiële risico van dit soort belangen is beperkt tot de waarde van de aandelen c.q. de geaccepteerde verantwoordelijkheid.
2.5.3. Overzicht verbonden partijen
Hieronder volgt een overzicht van de verbonden partijen van onze gemeente.
Naast het openbaar belang worden ook de relevante ontwikkelingen toegelicht.
Naam:
Vestigingsplaats:
GGD Brabant-Zuidoost Eindhoven
Relatie programma: Programma 7: Werk, inkomen en zorg
Bestuurlijk belang: De gemeente is vertegenwoordigd in het algemeen en dagelijks bestuur.
Openbaar belang: Belangenbehartiging op het gebied van gezondheidszorg.
Financieel belang: Gemeentelijke bijdrage 2016: € 201.000
Eigen vermogen (1-1-2016 / 31-12-2016): € 2.375.000 € 3.050.000 Vreemd vermogen (1-1-2016 / 31-12-2016): € 14.100.000 € 13.875.000
Resultaat 2016: (geschat) € 275.000
Ontwikkelingen: De belangrijkste ontwikkelingen zijn:
Er is een nieuw paraatheid- en spreidingsplan ambulancezorg; in 2017 wordt gestart met de uitvoering hiervan.
Regionaal signaleert de GGD een toename van drugsgebruik onder jongeren:
hiervoor is een programmatische netwerkaanpak gestart.
Regionaal signaleert de GGD een toename van suïcides: hiervoor is een programmatische netwerkaanpak gestart.
Er is een toename van vluchtelingen en arbeidsmigranten; de gezondheid van deze kwetsbare groepen vraagt extra inzet en aandacht van de GGD.
Optimaal inzetten van Jeugdgezondheidszorg als collectieve basisvoorziening in de jeugdzorgketen.
Risico’s: Jaarlijks wordt voor het bestuur, bij het aanbieden van de programmabegroting, een actuele financiële risico-inventarisatie opgesteld. De gemeenten in de
gemeenschappelijke regeling lopen risico voor een bedrag van € 1.850.000. Op basis van de verdeling over de deelnemende gemeenten loopt Reusel-De Mierden risico voor een bedrag van € 31.408.
Naam:
Vestigingsplaats:
Kempisch Bedrijvenpark (KBP) Bladel
Relatie programma: Programma 3: Ruimtelijke ordening en bouwen
Bestuurlijk belang: De gemeente is vertegenwoordigd in het algemeen bestuur en dagelijks bestuur.
Openbaar belang: Het ontwikkelen en realiseren van een kwalitatief hoogwaardig en uit financieel-economisch oogpunt aanvaardbaar bedrijvenpark gelegen binnen het rechtsgebied, binnen de door het bevoegd gezag te stellen ruimtelijke en andere publiekrechtelijke randvoorwaarden. Bovenstaande met inachtneming van de nader te formuleren sectorale doelstellingen en uitganspunten.
Financieel belang: Gemeentelijke bijdrage 2016: € 0
Eigen vermogen (1-1-2016 / 31-12-2016): € 0 € 0
Vreemd vermogen (1-1-2016 / 31-12-2016): € 51.227.000 € 57.748.000
Resultaat 2016: € 0
Ontwikkelingen: Van de uitgeefbare grond (69 ha) is 46% verkocht. Geconcludeerd kan worden dat in 2016 de uitgifte van grond achterblijft bij de prognose als wordt gekeken naar de feitelijke en juridische levering van gronden. Echter, als ook de in 2016 ondertekende overeenkomsten worden betrokken, die in 2017 tot levering zullen leiden, dan kan worden geconcludeerd dat het totaalbeeld van de gronduitgifte positief is. De productie van 2017 is nu al voor een belangrijk deel zeker gesteld. Hiermee ligt de uitgifte op schema.
In 2016 zijn nieuwe plannen voor het woonbos in Hapert gemaakt. Het nieuwe plan betreft de ontwikkeling van een aantal woonconcepten, waaronder patiowoningen, bungalows, appartementen en duplexvilla’s. De verkaveling wordt aangepast en het plan biedt ruimte voor meer woningen. De nieuwe aanpak gaat uit van een
verdubbeling van de plancapaciteit van 15 naar 30 woningen. Daarvoor is een aanpassing van het bestemmingsplan nodig. Het ontwerp daarvan wordt nu
voorbereid. De raad van Bladel zal te zijner tijd besluiten over de aanpassing van het bestemmingsplan. Het bestuur van KBP gaat een ontwikkelovereenkomst aan met de initiatiefnemer.
Risico’s: De belangrijkste risico’s zijn:
Vertraging gronduitgifte. Het tempo van de uitgifte heeft grote invloed op het eindresultaat van de exploitatie. Indien het break-evenpoint nog niet is bereikt, heeft dit een grotere impact op het resultaat, omdat de financieringslasten langer doorlopen.
Meerkosten grondverwerving. Bij één aankoopdossier loopt nog een discussie over nabetaling in verband met een rechtelijke uitspraak over een nieuw bouwplan. Hierover is begin 2017 een zitting gepland.
Vennootschapsbelastingplicht: Er is advies ingewonnen over de effecten voor KBP van de invoering van de vennootschapsbelastingplicht (Vpb) voor gemeenten. De
uitkomst daarvan is, dat het de vraag is of er bij KBP sprake is van een
onderneming in fiscale zin, of dat er sprake is van passief vermogensbeheer. In dat laatste geval zou KBP in het geheel geen vennootschapsbelasting hoeven afdragen. Hierover wordt overleg gevoerd met de fiscus. In geval KBP wel als ondernemer in de zin van de Vpb worden aangemerkt, dan is de inschatting dat de totale af te dragen Vpb over de gehele looptijd van KBP minder dan € 500.000 bedraagt. De financiële effecten van invoering van de Vpb-plicht zijn dus naar alle waarschijnlijkheid relatief zeer beperkt.
Naam:
Vestigingsplaats:
Gemeenschappelijke Regeling Samenwerking Kempengemeenten (GRSK) Reusel
Relatie programma: Programma 9: Algemene dekkingsmiddelen (kostenplaatsen) / diversen voor programmakosten.
Bestuurlijk belang: De gemeente is vertegenwoordigd in het algemeen en dagelijks bestuur.
Openbaar belang: Het, met behoud van de huidige bestuurlijke schaal, vergroten van de bestuurskracht door bundeling van ambtelijke expertise op strategisch, tactisch en operationeel niveau, met als resultaat verhoogde kwaliteit, continuïteit en efficiëntie.
Financieel belang: Gemeentelijke bijdrage 2016: € 2.710.315
Eigen vermogen (1-1-2016 / 31-12-2016): € 1.269.560 € 133.823 Vreemd vermogen (1-1-2016 / 31-12-2016): € 9.885.523 € 9.710.844
Resultaat 2016: € 133.823
Ontwikkelingen: Op 1 april 2016 is de SK daadwerkelijk gegroeid door toevoeging van de taken op het terrein van Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving (afdeling VTH). De huidige schaal en omvang van de organisatie vragen om een grondige analyse ten behoeve van een efficiënte bedrijfsvoering. De Kempengemeenten hebben in 2016 een strategische oriëntatie op de regionale samenwerking in gang gezet en hebben de gemeentesecretarissen, in het kader van de doorontwikkeling van de organisatie SK, de opdracht gegeven knelpunten te inventariseren en verbetervoorstellen te
formuleren. In 2017 zal duidelijk worden hoe de samenwerking in de toekomst ingevuld zal worden en hoe de organisatie de taken die de gemeenten aan de SK hebben overgedragen efficiënt kan (blijven) uitvoeren en welke maatregelen hiervoor noodzakelijkerwijs getroffen moeten worden.
Risico’s: De afzonderlijke gemeenten vragen een steeds grotere diversiteit aan dienstverlening van de GRSK, waardoor het huidige model niet meer passend is bij de vraag. Een transitie/transformatie of andere bestuurlijke keuzes zullen nodig zijn om dit weer op elkaar af te stemmen.
Naam:
Vestigingsplaats:
Metropoolregio Eindhoven (MRE) Eindhoven
Relatie programma: Programma 4: Burgers en bedrijven Programma 8: Bestuur en ondersteuning
Bestuurlijk belang: De gemeente is vertegenwoordigd in het algemeen en dagelijks bestuur.
Openbaar belang: Samenwerken op regionale taken op het terrein van economie, ruimte en Mobiliteit met een onderverdeling in 9 sub thema’s:
1. Economische strategie 6. Wonen
2. Strategie ruimte 7. Zorgvernieuwing en vitale samenleving 3. Strategie mobiliteit 8. Duurzaamheid
4. Arbeidsmarkt 9. Bestuurlijke netwerkontwikkeling 5. Werklocaties
Financieel belang: Gemeentelijke bijdrage 2016: € 120.000
Eigen vermogen (1-1-2016 / 31-12-2016): € 7.341.237 € 4.823.940 Vreemd vermogen (1-1-2016 / 31-12-2016): € 32.432.421 € 26.085.557
Resultaat 2016 (ingeschat): € 350.000
Ontwikkelingen: In februari 2017 is door het algemeen bestuur (AB) het werkprogramma voor 2017 vastgesteld. Na twee jaar samenwerken zijn de opdrachten opnieuw tegen het licht gehouden en een stap verder gebracht.
In het werkprogramma 2017 zijn de werkplaatsen omschreven (economische strategie, arbeidsmarkt, bedrijventerreinen en detailhandel, strategie ruimte, strategie mobiliteit en innovatie, wonen). In de werkplaatsen worden vastgestelde opgaven voorbereid en uitgewerkt. De werkplaatsen nemen geen besluiten, de besluiten nemen de gemeenten zelf.
In 2016 heeft de raad besloten over het advies van de werkplaats Wonen van de MRE en over de bereikbaarheidsagenda en intentieovereenkomst ‘Brainport Duurzaam Slim Verbonden’.
In 2016 is aan de AB-vergadering het Witboek Raadstafel21 ter informatie
aangeboden. In dit boek ‘met raad en daad samenwerken in de regio’s’ is de rol en de werkwijze van de Raadstafel21 omschreven.
Geconstateerd is dat de uitnodiging van de Raadstafel21 aan de werkplaatsen om een beroep op de leden van de Raadstafel21 te doen, niet actief wordt opgepakt. De Raadstafel21 heeft in 2016 in groepjes uitgangspunten geformuleerd voor het betrekken van raadsleden bij de werkplaatsen.
In 2016 is de onderzoeksvraag voor de evaluatie van de bestuurlijke samenwerking voorbereid en goedgekeurd. De hoofdonderzoeksvragen luiden als volgt:
1. In hoeverre worden de uitgangspunten (de inhoudelijke ambities) die bij de start van de MRE zijn geformuleerd waargemaakt? Sluiten deze ambities nog steeds aan bij de behoeften van de gemeenten?
2. Hoe functioneert de MRE als samenwerkingsverband. Is dit (nog steeds) het juiste bestuurlijke arrangement voor de uitdagingen waar we voor staan?
Op basis van de zienswijzen van de gemeenteraden en het DB zijn de onderzoeksvragen op onderdelen aangepast.
1. Bij invalshoek (hoofdvraag 1), keuze van de thema’s wordt het onderwerp ‘hoe gedacht wordt over de thema’s sociaal domein en duurzaamheid’ expliciet opgenomen.
2. Bij invalshoek, (hoofdvraag 2) ‘Functioneren van de MRE’ wordt het onderwerp
‘controlerende taak van de gemeenteraden’ toegevoegd.
3. Bij invalshoek, hoofdvraag 2, Functioneren van de MRE’ wordt het onderwerp ‘hoe om te gaan met de triple helix partijen in de samenwerking (rol en invloed)’
toegevoegd.
Bureau Berenschot is op 1 januari 2017 aan de slag gegaan met de evaluatie van de bestuurlijke samenwerking. In juni 2017 wordt deze evaluatie aangeboden aan het algemeen bestuur.
In 2016 is een start gemaakt door de vier gemeenschappelijke regelingen uit de regio om meer samen te werken op het gebied van planning & control en de diverse (financiële) verordeningen.
De MRE heeft het controleprotocol 2016-2017 vastgesteld.
Risico’s: In hoofdstuk 5.1 paragraaf weerstandsvermogen en risicomanagement van de Programmabegroting 2016 zijn de risico’s en bijbehorende weerstandcapaciteit benoemd. De belangrijkste risico’s worden gelopen bij de afbouw van het voormalig SRE personeel en bij de garantstelling voor de vuilverbranding AVI-Moerdijk.
Naam:
Vestigingsplaats:
Veiligheidsregio Brabant-Zuidoost (VRBZO) Eindhoven
Relatie programma: Programma 1: Openbare orde en veiligheid
Bestuurlijk belang: De gemeente is vertegenwoordigd in het algemeen en dagelijks bestuur.
Openbaar belang: Samenwerkingsverband tussen 21 gemeenten in de regio Zuidoost-Brabant. Taken op het terrein van brandweerzorg, gemeenschappelijke meldkamer, geneeskundige hulpverlening bij ongevallen en rampen, ambulancezorg, rampenbestrijding en crisisbeheersing.
Financieel belang: Gemeentelijke bijdrage 2016: € 617.000
Eigen vermogen (1-1-2016 / 31-12-2016): € 6.878.914 € 9.172.122 Vreemd vermogen (1-1-2016 / 31-12-2016): € 14.648.480 € 11.710.915
Resultaat 2016: € 2.412.471
Ontwikkelingen: In 2016 heeft definitieve besluitvorming plaatsgevonden over het uit de Toekomstvisie Brandweerzorg voortvloeiende personeels- en
materieelspreidingsplan dat zijn financiële vertaling heeft gekregen middels een wijziging van de begroting 2016.
De herijking van het gemeentefonds in 2016 heeft ook zijn effect gehad op het taakveld Openbare orde en veiligheid en de daaruit voortvloeiende aanpassing van de verdeelsleutel voor de bijdrage van de gemeenten aan VRBZO. Dit is verwerkt in de begroting 2017 waar de gemeenten medio 2016 mee hebben ingestemd.
In 2017 zal VRBZO gevisiteerd worden door een andere Veiligheidsregio. Deze visitatie is onderdeel van de wettelijk benoemde kwaliteitszorg waar
Veiligheidsregio’s aan moeten voldoen. In deze visitatie wordt op strategisch / bestuurlijk en operationeel niveau de organisatie doorgelicht en aanbevelingen gedaan.
In 2017 wordt gestart om een visie 2025 voor VRBZO op te stellen om als
organisatie te kunnen blijven inspelen op de veranderende (sociaal-maatschappelijke) omgeving.
Als afgeleide van de visie 2025 wordt er een nieuwe visie op Crisisbeheersing en Rampenbestrijding opgesteld. De samenvoeging van de meldkamers van VRBZO en VR Brabant-Noord in 2018 nopen tot herbezinning op de crisisorganisatie.
In 2016 is een start gemaakt door de vier gemeenschappelijke regelingen uit de regio om meer samen te werken op het gebied van planning & control en de diverse (financiële) verordeningen.
In 2020 wordt door het ministerie van V&J geacht dat de Veiligheidsregio’s Brabant-Noord en Brabant-Zuidoost één meldkamer voor Oost-Brabant gerealiseerd hebben. De bestuurlijke begeleidingsgroep, bestaande uit een bestuurlijk en ambtelijke vertegenwoordiging van de betrokken organisaties, heeft in 2015 besloten al in 2018 een samengevoegde meldkamer Oost-Brabant op te leveren. Een besluit wat door de besturen van de diverse organisaties is
bekrachtigd. In 2017 treffen we hier de nodige voorbereidingen voor en leggen we bestuurlijk de samenwerkingsovereenkomst voor ter besluitvorming.
Risico’s: In hoofdstuk 5.1 paragraaf weerstandsvermogen en risicomanagement van de Programmabegroting 2016 zijn de risico’s en bijbehorende weerstandscapaciteit benoemd. In het jaarverslag 2016 is deze paragraaf geactualiseerd. De belangrijkste risico’s worden gelopen bij:
Frictiekosten als gevolg van de samenvoeging van de meldkamers VRBZO en VR Brabant-Noord;
Een zeer grote brand met veel inzet van brandweermaterieel en vrijwilligers;
Invoering Vpb zal naar verwachting geen financiële consequenties hebben. Echter de belastingdienst heeft daarover nog geen besluit genomen, waardoor dit mogelijk nog tot een naheffing kan leiden.
Naam:
Vestigingsplaats:
Omgevingsdienst Zuidoost-Brabant (ODZOB) Eindhoven
Relatie programma: Programma 2: Milieu
Programma 3: Ruimtelijke ordening en bouwen
Bestuurlijk belang: De gemeente is vertegenwoordigd in het algemeen bestuur.
Openbaar belang: Belangenbehartiging op het gebied van:
uitvoeren verplichte taken uit het landelijke basistaken-pakket op het gebied van vergunningverlening, toezicht en handhaving;
advisering over verzoektaken op het gebied van vergunningverlening, toezicht en handhaving.
Financieel belang: Gemeentelijke bijdrage 2016: € 151.000
Eigen vermogen (1-1-2016 / 31-12-2016): € 1.577.000 € 1.577.000 Vreemd vermogen (1-1-2016 / 31-12-2016): € 6.109.000 € 8.443.000
Resultaat 2016 (ingeschat): € 0
Ontwikkelingen: Intern:
Op basis van het Arenarapport zijn binnen de ODZOB ontwikkelacties uitgevoerd langs 4 lijnen: inhoudelijk, bestuurlijk, relationeel en organisatorisch / strategisch.
Van twee- naar een eenhoofdige directie per 1 januari 2016.
Verhuizing van de ODZOB. Invoering nieuw werkconcept (flexibel en digitaal).
Extern:
Inwerkingtreding van de Wet VTH (april 2016). Deze wet regelt de
randvoorwaarden voor gemeenten en provincies om tot een hogere kwaliteit van vergunningverlening, toezicht en handhaving te komen. Het basistakenpakket van de omgevingsdiensten wordt wettelijk verankerd. Gemeenten en provincies zijn wettelijk verplicht een verordening kwaliteit VTH te hebben.
Het Besluit omgevingsrecht (Bor) wordt aangepast (1 juli 2017). In een AMvB wordt vastgelegd wat de basistaken zijn. Ook worden eisen gesteld aan de beleidscyclus, uitvoeringsniveau van basistaken inclusief monitoring ervan.
Invoering van de Omgevingswet (2019) leidt tot een stelselherziening van de wet- en regelgeving van de leefomgeving. Dit vraagt om een regionale afstemming en samenwerking met alle betrokken partners.
Risico’s: Bezuinigingen door gemeenten / provincie kan leiden tot daling van de omzet.
Verlies deel takenpakket (verzoek) aan kleine samenwerkingsverbanden en andere concurrenten.
Mutaties in werk onder andere als gevolg van deregulering, lokaal beleid en op termijn Omgevingswet.
Naam:
Vestigingsplaats:
WVK-groep Bladel
Relatie programma: Programma 7: Werk, inkomen en zorg
Bestuurlijk belang: De gemeente is vertegenwoordigd in het algemeen bestuur en dagelijks bestuur Openbaar belang: Uitvoering sociale werkvoorziening.
Financieel belang: Gemeentelijke bijdrage 2016: € 132
(ontvangst € 300.000)
Eigen vermogen (1-1-2016 / 31-12-2016): € 30.093.822 € 28.425.810 Vreemd vermogen (1-1-2016 / 31-12-2016): € 2.129.538 € 2.077.595
Resultaat 2016: € 514.264
Ontwikkelingen: De wijze waarop de diverse taken in het kader van de Participatiewet uitgevoerd gaan worden en door wie dat zal gebeuren, is van invloed op de resultaten van de WVK-groep.
Risico’s: Vermindering van opdrachten (met name groen in industrie).
Onzekerheden in de toekomstige financieringsstructuur als gevolg van Participatiewet in combinatie met stopzetting instroom Wsw en geleidelijke uitstroom van Wsw-personeel, waardoor er een negatief effect op productieve uren en resultaat kan ontstaan.
Naam:
Vestigingsplaats:
Stichting Regionaal Bureau Inkoop en aanbestedingen Zuidoost Brabant (Bizob) Oirschot
Relatie programma: Programma 9: Algemene Dekkingsmiddelen (kostenplaatsen) Bestuurlijk belang: De gemeente is vertegenwoordigd in het algemeen bestuur.
Openbaar belang: Samenwerking door 21 gemeenten in Zuidoost-Brabant op inkoopgebied waarbij een drietal doelstellingen worden nagestreefd:
financieel voordeel;
betere kwaliteit;
hoge mate van professionaliteit.
Financieel belang: Gemeentelijke bijdrage 2016: € 68.040
Eigen vermogen (1-1-2016 / 31-12-2016): € 1.167.210 € 645.523 Vreemd vermogen (1-1-2016 / 31-12-2016): € 387.839 € 513.495
Resultaat 2016: € 177.764
Ontwikkelingen: Het afgelopen jaar heeft voor Bizob naast haar normale dienstverlening vooral in het teken gestaan van het implementeren van de nieuwe inkoop en aanbestedingswet.
Risico’s: Capaciteitsproblemen als gevolg van uitvallen van personeel door ziekte, zwangerschap en dergelijke.
Naam:
Vestigingsplaats:
NV Bank Nederlandsche Gemeenten (BNG) Den Haag
Relatie programma: Programma 9: Algemene Dekkingsmiddelen Bestuurlijk belang: Aandeelhouder (zeer beperkt aandeel)
Openbaar belang: De BNG is de bank van en voor overheden en instellingen voor het maatschappelijk belang. De bank draagt duurzaam bij aan het laag houden van de kosten van maatschappelijke voorzieningen voor de burger.
Financieel belang: Gemeentelijke bijdrage 2016: € 0
Eigen vermogen (1-1-2016 / 31-12-2016): € 4.163.000 € 4.486.000 Vreemd vermogen (1-1-2016 / 31-12-2016): € 145.317.000 € 149.483.000
Resultaat 2016: € 369.000.000
Ontwikkelingen: Gedurende 2016 hebben zich geen veranderingen voorgedaan in de belangen van aandeelhouders in de BNG.
Risico’s:
Naam:
Vestigingsplaats:
NV Brabant Water
’s-Hertogenbosch
Relatie programma: Raakt diverse programma’s.
Bestuurlijk belang: Aandeelhouder (zeer beperkt aandeel)
Openbaar belang: Het leveren van water en het in stand houden van de benodigde infrastructuur om water te distribueren.
Financieel belang: Gemeentelijke bijdrage 2016: € 0
Eigen vermogen (1-1-2016 / 31-12-2016): Nog geen jaarrekeningcijfers van Brabant Water bekend.
Vreemd vermogen (1-1-2016 / 31-12-2016):
Resultaat 2016:
Ontwikkelingen:
Risico’s: