• No results found

4. Overige Jaarverslagen

4.1. Verslag commissie bezwaarschriften

Inleiding

Bezwaarschriften worden behandeld volgens hoofdstuk 6 en 7 Algemene wet bestuursrecht (Awb).

De Awb maakt het mogelijk een adviescommissie in te stellen die de beslissing op het bezwaarschrift voorbereidt door belanghebbenden te horen en een advies aan het bestuursorgaan uit te brengen.

Artikel 19 van de Verordening commissie bezwaarschriften 2011 vermeldt dat jaarlijks verslag wordt uitgebracht over de werkzaamheden van de Commissie Bezwaarschriften (verder: commissie).

De doelstelling is om kort en bondig verslag te doen van de commissie en de bezwaarschriften, die zij in 2016 heeft behandeld.

De informatie in dit jaarverslag is bijgewerkt tot en met 27 februari 2017. Gegevens met betrekking tot bezwaarschriften die in 2016 zijn ingekomen, maar die pas in 2017 door de commissie worden behandeld, zijn nog in het jaarverslag van 2016 opgenomen.

Samenstelling commissie

De commissie bestaat sinds 2015 uit een voorzitter, één lid en twee plaatsvervangende leden die rouleren. Gelet op mogelijke ontwikkelingen op het gebied van samenwerking (onderzoeken mogelijkheden gezamenlijke commissie bezwaarschriften Kempengemeenten) is in 2015 door het college besloten om te kiezen voor deze samenstelling.

Daarnaast is er een ambtelijk secretaris aangewezen, die de commissie ondersteunt en fungeert als aanspreekpunt voor zowel de commissie, de burger als het bestuursorgaan. De secretaris wordt ondersteund door een administratief medewerker bij de voorbereiding, de verslaglegging en de afwerking van de hoorzitting.

Samenstelling commissie in het jaar 2016:

De heer mr. (Wim) W.A.M. Waarma - voorzitter Mevrouw mr. (Femke) F.D.L.H. Koesen - lid

De heer mr. (Piet) P.L. Kerkhofs - plaatsvervangend lid De heer mr. (Frans) C.F.J. de Jongh - plaatsvervangend lid

Mevrouw mr. Irene van Asten - ambtelijk secretaris vanaf 1 augustus 2015

De heer mr. Stefan Bertrands - plaatsvervangend ambtelijk secretaris vanaf 1 augustus 2015 tot 15 december 2016

De heer mr. Jasper van de Wiel, plaatsvervangend ambtelijk secretaris vanaf 1 februari 2017 Mevrouw Mieke Kühne - administratieve ondersteuning

Competentie

De commissie is niet bevoegd ten aanzien van bezwaarschriften die zijn ingediend tegen besluiten op het gebied van: sociale zaken (werk, inkomen en zorg), gemeentelijke belastingen, Wet waardering onroerende zaken en personele aangelegenheden. De met betrekking tot deze onderwerpen ingediende bezwaarschriften staan dan ook niet in dit jaarverslag vermeld.

Heroverwegingsbesluiten

In totaal zijn er 20 bezwaarschriften ingediend in het jaar 2016; er stonden nog 21 zaken op de rol van 2015.

Van de werkvoorraad van 21 zaken die begin 2016 nog in behandeling waren, heeft de commissie in 19 bezwaarschriften in 2016 een advies uitgebracht. Eén bezwaarschrift van deze werkvoorraad is ingetrokken en één bezwaarschrift is, in overleg met partijen, voor langere tijd aangehouden. Over dit bezwaarschrift heeft de commissie begin 2017 een advies uitgebracht.

Van de bezwaarschriften die in 2016 zijn ingediend is op dit moment nog één bezwaarschrift aangehouden. Dit bezwaarschrift zal worden ingetrokken. De overige in 2016 ingekomen bezwaarschriften zijn allemaal behandeld. (zie tabel 2: in- en uitstroom van zaken).

In 2016 bracht de commissie in 32 zaken een eindadvies uit:

 in 10 zaken luidde het advies: ongegrond (evt. wel onder aanvulling van de motivering).

 in 17 zaken luidde het advies: gegrond.

 in 5 zaken luidde het advies: (kennelijk) niet-ontvankelijk.

De commissie hield in 2016 zeven hoorzittingen.

De meeste bezwaarschriften werden ingediend tegen besluiten in het kader van handhaving en omgevingsvergunningen. In 2016 zijn 3 bezwaarschriften ingediend tegen verzoeken met als

onderwerp: Wet openbaarheid van bestuur en 2 bezwaarschriften met als onderwerp: Wet hergebruik overheidsinformatie.

In alle gevallen waarin het college tot nu toe een besluit op bezwaar heeft genomen, is in het besluit op bezwaar het advies van de commissie overgenomen. Bij het opstellen van dit jaarverslag was voor alle bezwaarschriften, waarvoor een advies is uitgebracht, een besluit op bezwaar genomen.

Beslistermijnen

Met betrekking tot de 32 uitgebrachte adviezen is in al deze gevallen een besluit op bezwaar

genomen. In twee gevallen is hierbij de wettelijke beslistermijn overschreden. In een aantal gevallen is de beslistermijn in overleg met de bezwaarmaker verlengd. Dit verklaart ook dat in de meeste gevallen tijdig is beslist.

Toch blijft het nodig om aan het halen van de beslistermijnen en het tijdig verdagen de nodige aandacht te besteden. Om ingebrekestellingen en dwangsommen wegens niet tijdig beslissen te voorkomen, is nodig dat de besluiten op bezwaar binnen de wettelijke beslistermijn worden genomen.

Als dat niet lukt, moeten tijdig verdagingsbrieven worden verstuurd of moet instemming met een verder uitstel van de beslistermijn schriftelijk worden vastgelegd. Vanaf 2017 is afgesproken dat de commissiesecretaris de verdagingsbrieven gaat verzenden.

Inzetten mediationvaardigheden

In 2016 is in een aantal bezwaarschriften actie ondernomen om met een persoonlijke aanpak en overleg het bezwaarschrift van tafel te krijgen. Bij 6 bezwaarschriften is dit gelukt. Bij de overige bezwaarschriften is dit niet gelukt. De inhoud van een aantal besluiten of bezwaarschriften was minder geschikt voor een persoonlijke aanpak. Er blijft aandacht om ook in het primaire

besluitvormingstraject, dus vóór het nemen van een besluit, door het inzetten van mediationvaardigheden te proberen de-escalerend te werken.

Proceskostenveroordeling

In artikel 7:15, tweede lid van de Awb is een regeling opgenomen voor de vergoeding van kosten, die een belanghebbende redelijkerwijs heeft moeten maken bij de behandeling van een door hem ingediend bezwaarschrift. Deze kosten worden door het bestuursorgaan uitsluitend vergoed op verzoek van de belanghebbende en voor zover het bestreden besluit wordt herroepen wegens aan het bestuursorgaan te wijten onrechtmatigheid. De beslissing op een dergelijk verzoek is onderdeel van de beslissing op bezwaar. De commissie brengt ook advies uit over het verzoek om kostenvergoeding in de bezwarenfase.

In het Besluit proceskosten bestuursrecht is aangegeven dat de hoogte van het tarief per punt voor 2016 (proceshandeling) € 496 bedraagt.

In 2016 is geen advies uitgebracht om de proceskosten te vergoeden. Wel is een bedrag van € 496 betaald bij de intrekking van een bezwaarschrift (geen advies uitgebracht door de commissie).

Rechtstreeks beroep

In 2016 is geen verzoek ontvangen om rechtstreeks in beroep te gaan bij de rechtbank.

Beroep

In 2016 is in 8 zaken beroep ingesteld door een bezwaarmaker na de beslissing op het bezwaarschrift.

Het onderwerp van 2 beroepszaken was dat niet tijdig op het bezwaarschrift was besloten. Van deze 2 beroepzaken heeft de rechtbank ondertussen uitspraak gedaan. De ingediende beroepschriften zijn gegrond verklaard. De motivering is dat als de conclusie bij een uitspraak op een bezwaarschrift is, dat het primair besluit niet in stand kan blijven en een nieuw besluit nodig is, het college niet kan volstaan met een (gedeeltelijke) gegrondverklaring van het bezwaar. In dat geval is het nodig het primair besluit te herroepen of een nieuw besluit nemen. Het gevolg is dat er dwangsommen zijn verbeurd wegens het niet tijdig beslissen van in totaal € 2.520.

Van de overige ingediende beroepszaken zijn nog geen uitspraken ontvangen.

In 2016 is geen bezwaarschrift ontvangen waartegen ook een verzoek om voorlopige voorziening is ingediend.

De rechtbank en de Raad van State brengen zaken sneller op zitting. Er gaat veel aandacht uit naar het achterliggend conflict en de wijze waarop dat kan worden opgelost. Het doel is:

1. dat er sneller een uitspraak is;

2. definitieve geschilbeslechting.

Signalen en aanbevelingen Vergelijking met het jaar 2015

Ten opzichte van het jaar 2015 zijn in 2016 minder bezwaarschriften ingediend: 19 bezwaarschriften in 2016 en 38 bezwaarschriften in 2015.

Het aantal ingetrokken bezwaarschriften is lager dan in 2015: 6 in 2016 en 8 in 2015.

In 2016 bracht de commissie 32 adviezen uit en in 2015 bracht de commissie 19 adviezen uit. Dit aantal ligt ten opzicht van 2015 hoger, omdat in november 2015 en december 2015 bezwaarschriften zijn ontvangen, waarover in 2016 advies is uitgebracht.

Zowel in 2015 als in 2016 bestaat het grootste deel van de besluiten waartegen bezwaarschriften worden ingediend, uit besluiten in het kader van handhaving en omgevingsvergunningen (onderdeel bouwen).

Tenslotte

De commissie juicht het initiatief toe dat door het inzetten van mediation vaardigheden wordt geprobeerd tot een oplossing van het geschil te komen alvorens de formele

bezwaarschriftenprocedure wordt gevolgd. Ook tijdens een hoorzitting beoordeelt de commissie of er mogelijkheden zijn om tot een oplossing te komen.

De commissie vindt het noodzakelijk om aandacht te blijven vragen voor het tijdig nemen van

besluiten op bezwaarschriften, zodat aan de wettelijke afhandelingstermijnen wordt voldaan. Het tijdig versturen van verdagingsbrieven en het in overleg treden met betrokkenen moet worden geborgd in de werkprocessen.

Ook vraagt de commissie aandacht voor de motivering van de primaire besluiten over omgevingsvergunningen.

De commissie spreekt haar waardering uit over de wijze waarop zij, voorafgaand aan de hoorzitting, wordt geïnformeerd door middel van een verweerschrift en over het feit dat het betrokken

bestuursorgaan door een behandelend ambtenaar wordt vertegenwoordigd tijdens de hoorzitting.

Door het tijdig en volledig aanleveren van stukken en een goede vertegenwoordiging tijdens de hoorzitting kan de commissie haar adviesfunctie naar behoren vervullen.

Tenslotte spreekt de commissie haar tevredenheid uit over de secretariële en ambtelijke ondersteuning.

De commissie wordt op deskundige en accurate wijze ondersteund en snel geïnformeerd over relevante zaken.

Vastgesteld door de commissie bezwaarschriften van de gemeente Reusel-De Mierden, op 1 maart 2017.

De voorzitter, De secretaris,

Dhr. mr. W.A.M. Waarma Mevr. mr. I.M.C. van Asten

Commissie in cijfers TABEL 1: VERGADERINGEN

VERSLAGJAAR 2016 2015 2014 2013 2012

Aantal vergaderingen 7 6 8 8 8

TABEL 2:IN- EN UITSTROOM VAN ZAKEN

STATUS 2016 2015 2014 2013 2012

Werkvoorraad op 1 januari 21 11 4 4 9

Bij: nieuw ingekomen 20 39 34 34 37

Af: advies uitgebracht*) 32 19 19 19 33

Af: ingetrokken/afgehandeld zonder advies 7 11 8 8 9

Nog in behandeling op 31 december 2* 20 11 11 3

* 1 bezwaarschrift in afwachting van intrekking

* 1 bezwaarschrift is begin 2017 advies uitgebracht

TABEL 3:ONDERWERPEN BEZWAARSCHRIFTEN

ONDERWERP AANTAL BEZWAARMAKERS AANTAL

BESLUITEN

Omgevingsvergunning 11 7

Planschade 1 1

Handhaving 3 3

Wob 2 1

Monumentenwet 0 0

APV 0 0

Drank- en horecawet 0 0

Nadeelcompensatie 0 0

Subsidie 0 0

Leerlingenvervoer 0 0

Overige bezwaren 3 1

20 13

4.2. Jaarverslag klachten

Inleiding

In dit jaarverslag wordt conform artikel 6 van het Protocol interne klachtbehandeling van de gemeente Reusel-De Mierden verslag uitgebracht over het aantal klachten, de aard van de klachten en de wijze van afdoening van de klachten in het jaar 2016.

Klachten worden behandeld conform hoofdstuk 9 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Het Protocol beschrijft hoe binnen onze organisatie de in hoofdstuk 9 Awb bedoelde klachten over een bestuursorgaan, en over personen werkzaam onder de verantwoordelijkheid van het bestuursorgaan, worden behandeld.

Klachtbehandeling in eerste aanleg

In 2016 zijn in totaal vier klachten ontvangen door de gemeente Reusel-De Mierden. Hier wordt verwezen naar het schematisch overzicht van ingekomen klachten in 2016, aan het eind van dit jaarverslag. Het aantal klachten in 2016 was gelijk aan het aantal klachten in 2015.

De eerste klacht betrof een bejegenings- c.q. communicatieklacht, en was gericht tegen de afdeling Financiële administratie. Dit naar aanleiding van een door klager ontvangen brief van een

incassobureau. Hij beklaagde zich erover dat de gemeente niet eerst telefonisch of e-mailcontact met hem had gelegd, terwijl dit volgens hem in de rede had gelegen. Ook klaagde hij over de lay-out van de gemeentelijke aanmaningsbrief, die verwarring had opgewekt. Na ontvangst van de klacht heeft de Financiële administratie onmiddellijk contact opgenomen met klager, zowel telefonisch als per e-mail.

Tijdens het telefoongesprek is aangegeven dat de lay-out van de gemeentelijke aanmaningsbrieven zou worden aangepast naar aanleiding van zijn opmerkingen. Klager was hier erg verheugd over. Zijn klacht is tijdens het gesprek informeel afgehandeld. Klager heeft alsnog voldaan aan het dwangbevel.

De tweede klacht was gericht aan het gemeentebestuur en betrof het niet doorgaan van een belafspraak met de burgemeester. Na ontvangst van de klacht is een nieuwe belafspraak gemaakt.

Hierna heeft het telefoongesprek met de burgemeester alsnog plaatsgevonden. De klacht is hiermee als afgehandeld beschouwd, hetgeen de wethouder per brief heeft medegedeeld aan klager.

De derde klacht was feitelijk geen klacht, maar een verzoek om een telefoongesprek met de

burgemeester. Dit in verband met een eerdere klacht van klager over de ISD. Klager is er per e-mail van op de hoogte gebracht dat zijn klacht is doorgestuurd naar de ISD, waar de klacht behandeld zou worden. In deze e-mail is verder voorgesteld om de uitkomst van een reeds gepland gesprek tussen de ISD en klager af te wachten. Indien klager niet tevreden zou zijn met de uitkomst van dat gesprek met de ISD en nog steeds behoefte zou hebben aan een gesprek met de burgemeester of wethouder, kon hij dit aangeven. Voor zover bekend, heeft klager niet meer gereageerd op deze e-mail.

De vierde klacht werd ontvangen naar aanleiding van een brief van een adviesbureau met betrekking tot het Inwonerspanel, en was gericht aan de (raads)fracties. De anonieme klager, naar eigen zeggen een oudere inwoner van de gemeente, beklaagde zich erover dat hij (of zij) en andere ouderen

uitgesloten werden (van het Inwonerspanel) omdat zij niet in het bezit van een computer zijn. Ook uitte de klager zijn ongenoegen over de kosten van het adviesbureau. Gelet op de omstandigheid dat zijn identiteit en contactgegevens niet bekend zijn, is deze klacht niet in behandeling genomen.

Klachtbehandeling sociaal domein

De verantwoordelijkheid voor de uitvoering van taken en de behandeling van klachten op het gebied van het sociaal domein (Wmo, Participatiewet en Jeugdwet) ligt formeel niet bij de gemeente Reusel-De Mierden. Reusel-Deze verantwoordelijkheid is overgedragen aan de gemeenschappelijke regeling Samenwerking Kempengemeenten (SK).

De Nationale ombudsman stelt dat een gemeente zich in alle gevallen verantwoordelijk moet voelen voor een behoorlijke dienstverlening aan haar inwoner, ook als taken zijn uitbesteed of overgedragen.

De behoorlijke behandeling van een klacht door de aangewezen instantie valt hier ook onder. Omdat voor een burger vaak niet duidelijk is welk bestuursorgaan verantwoordelijk is voor de gedraging waarover hij een klacht heeft, moet de gemeente haar verantwoordelijkheid nemen door haar inwoner te begeleiden naar het juiste loket en een vinger aan de pols houden bij de verdere klachtbehandeling.

De SK neemt in haar jaarverslag een overzicht van de ontvangen klachten op. Voor een overzicht van de klachten op het gebied van het sociaal domein wordt hier verwezen naar het jaarverslag van de SK.

Klachtbehandeling in tweede aanleg

Sinds 1 januari 2009 is onze gemeente voor de verplichte klachtbehandeling in tweede aanleg aangesloten bij de Nationale ombudsman.

Eenieder heeft het recht om de Nationale ombudsman schriftelijk te verzoeken om een onderzoek in te stellen naar de wijze waarop een bestuursorgaan zich in een bepaalde aangelegenheid jegens hem of een ander heeft gedragen.

In 2016 heeft geen klachtbehandeling in tweede aanleg door de Nationale ombudsman voor onze gemeente plaatsgevonden. Wel heeft de Nationale ombudsman in 2016 acht verzoekschriften voor onze gemeente ontvangen. Dit blijkt uit het Overzicht verzoekschriften van 27-02-2017 (zie bijlage 1).

Eén melding betrof een verzoek om een kostenvergoeding. De gemeente heeft deze zaak op 21 februari 2017 afgehandeld met instemming van de klager. Vervolgens is dit teruggekoppeld aan de Nationale ombudsman. De overige zeven verzoekschriften zijn alle door de Nationale ombudsman afgedaan zonder (nader) onderzoek.

Op 12 april 2017 publiceert de Nationale ombudsman zijn jaarverslag over 2016.

Voor de aansluiting bij de Nationale ombudsman is jaarlijks een vast bedrag per inwoner verschuldigd.

Voor onze gemeente kwam dit over het jaar 2016 neer op een totaalbedrag van € 2.464,84.

Tot slot

De gemeente vindt het belangrijk dat klachten en klagers serieus genomen worden. Een klacht biedt de gemeente de mogelijkheid om zowel bestaande problemen op te lossen, als om problemen in de toekomst te voorkomen. Elke klacht is namelijk een gratis advies over hoe we als gemeente de zaken anders en wellicht beter kunnen organiseren. Waar dat mogelijk is, worden verbeteringen in de werkprocessen aangebracht.

De gemeente streeft een meer persoonlijke aanpak richting de burger na, ook bij de behandeling van klachten. Als een klacht op een informele wijze naar tevredenheid kan worden afgedaan, heeft dit daarom de voorkeur boven een formele klachtbehandeling.

Schematisch overzicht van ingekomen klachten in 2016 met klager is deze klacht informeel afgehandeld.

Jaarrekening

5.1. Balans

Vaste activa

Immateriële vaste activa

● Bijdrage aan activa in eigendom van derden 857.426 882.695

Totaal immateriële vaste activa 857.426 882.695

Materiële vaste activa

● Investeringen met een economisch nut 14.543.307 14.675.375

● Investeringen met economisch nut waarvoor ter bestrijding

van de kosten een heffing kan worden geheven 7.016.942 7.078.466

● Investeringen in de openbare ruimte met een maatschappelijk nut

1.465.260 1.504.029

Totaal materiële vaste activa 23.025.509 23.257.870

Financiële vaste activa

● Kapitaalverstrekkingen aan:

● Deelnemingen 11.685 11.685

● Overige langlopende leningen 691.745 1.062.578

● Overige uitzettingen met een rentetypische looptijd van één

jaar of langer 159.866 208.162

Totaal financiële vaste activa 863.296 1.282.425

Totaal vaste activa 24.746.231 25.422.990

Vlottende activa Voorraden

● Grond- en hulpstoffen:

- overige grond- en hulpstoffen

● Onderhanden werk, waaronder bouwgronden in exploitatie: 29.550.134 32.739.430

- voorziening voorraad grond in exploitatie -14.711.977 -16.530.887

Totaal voorraden 14.838.157 16.208.543

Uitzettingen met een rentetypische looptijd korter dan één jaar

Vorderingen op openbare lichamen 1.523.461 1.781.336

● Overige vorderingen 2.381.326 1.923.150

Totaal uitzettingen met rentetypische looptijd korter dan één

jaar 3.904.787 3.704.486

Liquide middelen

● Kassaldi 3.938 1.931

● Banksaldi

Totaal liquide middelen 3.938 1.931

Overlopende activa

● Overige nog te ontvangen bedragen en de vooruitbetaalde

bedragen die ten laste van volgende begrotingsjaren komen 1.486.653 976.607

Totaal overlopende activa 1.486.653 976.607

Totaal vlottende activa 20.233.535 20.891.567

TOTAAL ACTIVA 44.979.766 46.314.557

ACTIVA (bedragen in €) Ultimo Ultimo

2016 2015 na herrubr Bbv

Vaste passiva Eigen vermogen

● Reserves :

- algemene reserve 5.732.594 7.311.444

- bestemmingsreserves 1.158.259 478.138

● Het gerealiseerde resultaat volgend uit het overzicht van baten en lasten 182.860 -580.350

Totaal eigen vermogen 7.073.713 7.209.232

Voorzieningen

2.952.324 1.746.014

Vaste schulden met een rentetypische looptijd van één jaar of langer

● Onderhandse leningen van:

- binnenlandse banken en overige financiële instellingen 29.957.072 32.896.187

Totaal vaste schulden 29.957.072 32.896.187

Totaal vaste passiva 39.983.109 41.851.433

Vlottende passiva

Netto vlottende schulden met een rentetypische looptijd korter dan één jaar

● Banksaldi 1.210.361 1.839.412

● Overige schulden 2.197.783 1.937.385

Totaal netto vlottende schulden 3.408.144 3.776.797

Overlopende passiva

● Nog te betalen bedragen 1.298.636 486.891

● Overige vooruitontvangen bedragen 289.877 199.436

Totaal overlopende passiva

1.588.513 686.327

Totaal vlottende passiva 4.996.657 4.463.124

TOTAAL PASSIVA 44.979.766 46.314.557

Totaalbedrag waartoe aan natuurlijke en rechtspersonen 14.081.000 23.937.000

borgstellingen of garantstellingen zijn verstrekt

Ultimo

2016 2015 na herrubr Bbv

Ultimo PASSIVA (bedragen in €)

Toelichting balans

Afschrijvingsbeleid

Op 6 november 2012 is een herziene Nota reserves, voorzieningen en afschrijvingsbeleid vastgesteld door de raad. In januari 2016 is hierop een wijziging vastgesteld ten aanzien van de afschrijvings-termijnen voor lichtmasten en armaturen voor de openbare verlichting.

Uitgangspunten

 Voor zover niet anders vermeld, zijn de activa gewaardeerd tegen verkrijgings- of vervaardigingsprijs.

 Investeringen worden verantwoord volgens de zogenaamde bruto methode: afschrijven op de volledige investering en indien subsidies of bijdragen derden ontvangen worden, tegelijkertijd negatief afschrijven over de subsidie, bijdrage e.d.. Ingaande 2017 vindt hierop een wijziging plaats omdat op basis van de gewijzigde Bbv-voorschriften de bijdragen van derden in mindering moeten worden gebracht op de investering en er dus afgeschreven moet worden op basis van de netto-investering.

Voor investeringen waarbij het krediet vóór 2004 (=datum invoering Bbv) is gevoteerd en waarvoor dekking uit reserves is aangewezen, wordt nog wel direct afgeschreven (= netto methode).

 Nieuwe investeringen zijn gebaseerd op de afschrijvingstermijnen zoals opgenomen in de herziene nota 2012, inclusief de later daarop vastgestelde wijziging. Bestaande investeringen ondergaan geen wijziging qua afschrijving.

 Op alle investeringen wordt afgeschreven, met uitzondering van investeringen in gronden en terreinen.

 Lineaire afschrijving is het uitgangspunt met uitzondering van investeringen waarvoor van Rijkswege jaarlijks gelijkblijvende bijdragen worden ontvangen, dan wel waar directe (huur)opbrengsten tegenover staan. In die gevallen geldt de annuïtaire methode.

 Investeringen tot € 5.000 worden ineens afgeschreven.

 In de ramingen worden jaarlijkse kapitaallasten bepaald op basis van de begrote

investeringsbedragen totdat de investering is afgerond, vanaf welk moment de werkelijke verkrijgings- of vervaardigingsprijs als basis voor de afschrijving dient. De werkelijke afschrijving vindt plaats op basis van werkelijk uitgegeven bedragen op maandelijkse basis.

 Van activa welke als gevolg van verkoop, sloop, diefstal, verlies en dergelijke niet of niet meer in bezit zijn van de gemeente, wordt de restant boekwaarde in het desbetreffende jaar

afgeboekt ten laste van de exploitatie. Eventuele opbrengsten uit verkoop, verzekeringsgelden of anderszins worden in datzelfde jaar ten gunste van de exploitatie gebracht. In gevallen, waarin de inkomsten uit verkoop, verzekeringsgelden of anderszins hoger zijn dan de boekwaarde, zal de boekwaarde altijd worden afgeboekt.

Waardering van passiva en activa alsmede de bepaling van het resultaat vinden in principe plaats op

Waardering van passiva en activa alsmede de bepaling van het resultaat vinden in principe plaats op