• No results found

Het model is zo ingericht dat een (stoppend) agrariër met 11 vragen een indicatie krijgt van een beoogde investering in een installatie. In de vragenlijst zijn naast de investering van de PV-installatie ook vragen opgenomen omtrent eventuele asbestsanering of sloopkosten.

Tabblad vragen Asbest

Asbestdaken zijn vanaf 2024 verboden in Nederland en dienen voor deze tijd gesaneerd te worden (Asbestdaken verboden in 2024, 2015). Voordat zonnepanelen op het dak geplaatst kunnen worden dient het desbetreffende dak geschikt te zijn, dit betekent asbestvrij, een stevige dakconstructie en een gebouw dat de panelen kan dragen. Mocht het gebouw niet geschikt zijn voor het plaatsen van zonnepanelen, bijvoorbeeld wanneer de constructie onvoldoende draagkracht heeft, kan ervoor gekozen worden om het hele gebouw te saneren (indien nodig) en te slopen. De panelen kunnen dan op het erf geplaatst worden, in plaats van op het dak.

Sloop VAB, start zonne-erf

Door de huidige bedrijfsbebouwing te slopen en een PV-installatie te plaatsen op het erf kan met behulp van het rekenmodel worden berekend of dit rendabel is. De oppervlakte van de bebouwing en het feit of er asbest is verwerkt in de schuur kan invloed hebben op deze investering.

Dak vervangen

Wanneer asbest op het dak ligt, of als het dak niet voldoet aan technische eisen, kan het noodzakelijk zijn om het dak te vervangen. Het type dak dat wordt teruggeplaatst heeft invloed op het benodigde montagemateriaal en daarmee op de kosten.

Geschikt dak

Met geschikt dak wordt bedoeld het dak waar:

- De (dak)constructie toereikend is;

- Geen invloed is van schaduw;

- De dakbedekking ten minste 15 jaar meegaat;

- Oostwest is georiënteerd of als het stuk dak op het zuiden ligt (noord georiënteerd is niet geschikt).

Stroomverbruik

Door het eigenverbruik mee te nemen in het model worden besparingen op energieprijs, energiebelasting, opslag duurzame energie (ODE-heffing) en vermeden transportkosten doorgerekend.

Aansluiting

Als gebruik wordt gemaakt van Stimulering Duurzame Energie (SDE+) is een grootverbruik aansluiting (>3*80A) verplicht. Deze aansluiting wordt aangesloten op het middenspanningsnet. Wanneer het middenspanningsnet dicht bij desbetreffende locatie aanwezig is, kan de kabel van de grootverbruik aansluiting direct naar het net gelegd worden. Als dit niet het geval is dient een kabel gelegd te worden van de aansluiting naar een transformatorhuisje. De aanleg van de kabel naar het middenspanningsnet of transformatorhuisje is voor de eerste 25 meter inbegrepen bij de kosten voor de verzwaring van de aansluiting. Wanneer de afstand groter wordt stijgen de kosten per meter.

De afstand kan ervoor zorgen dat in bepaalde situaties het verdienmodel niet meer rendabel is. De

63 kosten van de kabel verschillen per aansluiting, hoe zwaarder de aansluiting hoe hoger de kosten (Gerven, 2018).

Tabblad investeringsoverzicht Investeringen vooraf

De kosten van het saneren van asbestdaken bedraagt €11,25 per m2 (BouwKostenKompas). Doordat een subsidie van €4,50 per m2 (tot een maximum van €25.000 per adres) komt het totaalbedrag uit op €6,75 per m2 (RVO, sd). De kosten voor het vervangen van het dak is afhankelijk van het daktype dat na sanering geplaatst wordt. Er is keuze uit de volgende vier opties: te weten een schuin dak met sandwichpanelen á €46,55 per m2, ijzeren golfplaten á €35,- per m2, plastic golfplaten á €32,- per m2 of een plat dak met teer rollen á €38 per m2 (Kosten-dakdekker, 2018) (Middendorp Montage, 2017).

Bijkomende investeringen zonne-erf

Een zonne-erf brengt verschillende kosten met zich mee die bij zonnepanelen op het dak niet van toepassing zijn. Zo dient de bedrijfsbebouwing gesloopt te worden, dit kost per vierkante meter ongeveer €15,- kost (BouwKostenKompas). Indien asbest aanwezig is binnen het gebouw kost de sloop €30,50 per m2 (AGEM, 2015). Verdere kosten bestaan uit het laten maken van een ontwerp en het projectmanagement dat komt kijken bij een zonne-erf. Voor deze kosten is een aanname gedaan van €40.000, dit is gebaseerd op kosten die zijn opgenomen in een vergelijkbaar project namelijk Zon op erf (AGEM, 2015). Verder dient men rekening te houden met de kosten van een

bestemmingswijziging. Voor deze kostenpost is een aanname gedaan van €15.000,-. De gemeente Oss schat de kosten van een bestemmingswijziging tussen de €10.000,- en €20.000,- (Gemeente Oss, sd). Na een bestemmingswijziging is voor de bouw van de PV-installatie een omgevingsvergunning nodig, deze wordt berekend aan de hand van de Verordening op de heffing en invordering van leges 2017 (Oss, 2017). De kosten worden berekend in schalen aan de hand van de bouwkosten, hier is in het rekenmodel rekening mee gehouden.

In het model staat de kostenpost landschappelijke inpassing, deze is echter onduidelijk en in de huidige situatie niet meegerekend. Echter is deze post wel opgenomen om dat deze, indien in rekening gebracht, een aanzienlijke invloed kan hebben (Provincie Noord-Brabant, 2015).

Investeringen materialen

Hieronder valt al het materiaal dat gebruikt wordt voor de installatie. De berekeningswijze en prijzen van de verschillende materialen zijn verkregen uit literatuuronderzoek en interviews met

installateurs van verschillende bedrijven (Eeken, 2018) (Schijndel, 2018) (Marijnusse, 2018). Verder zijn offertes aangevraagd voor de proeflocatie, hieruit is aanvullende actuele informatie gewonnen (Zonnepanelen op het dak BV, 2018) (Tenten Solar, 2018) (Volta Solar, 2018). Het aantal panelen op een dak wordt berekend door het aantal vierkante meters geschikt dak te delen door een paneel van 1.65m2. Er is van uitgegaan dat 90% van de totale hoeveelheid vierkante meters dak kan worden benut. Het oppervlak dat kan worden benut is sterk locatie afhankelijk, de afmetingen van de schuur kunnen in geval van een zonne-erf wordt 95% van de totale beschikbare oppervlakte benut door panelen, er dient rekening gehouden te worden met het plaatsen van omvormers en paden. Voor de omvormers is er gerekend met een vast bedrag van €0,05 per wattpiek vermogen van de installatie.

Dit is berekend door de prijs van de omvormer te delen door het vermogen van de omvormer. Per twee panelen wordt met één optimizer gerekend. Daarnaast voor ieder paneel een connector. Aan de hand van het aantal panelen is het aantal omvormers berekend. Op basis hiervan is het aantal meter AC-bekabeling bepaald. Voor de DC-bekabeling wordt uitgegaan van 4,5 meter per paneel,

64 hierbij is meegerekend dat verschillende strings (aaneengekoppelde panelen) een stuk van de

omvormer zijn verwijderd. De lengte van de AC en DC-kabels zijn sterk afhankelijk van de inrichting van de PV-installatie. Per locatie zullen de kosten voor de bekabeling verschillend zijn. Voor het aarden van de PV-installatie is gerekend met een halve meter aardekabel per paneel.

Investeringen installatiewerkzaamheden

De kosten van de installatiewerkzaamheden, zoals arbeid van installateurs zijn gebaseerd op een interview met de heer van Schijndel van Volta Solar (Schijndel, 2018). De huurprijs van een eventuele hijskraan (Citykraan, sd) en hoogwerker (Stuur, sd)zijn gebaseerd op literatuuronderzoek.

Investering aansluiting op het net

Zoals toegelicht in de verantwoording van het tabblad Vragen, kan het aansluiten van een PV-installatie op het net een grote kostenpost zijn binnen een PV-project. De tarieven die Enexis hanteert bij de aanpassing van een ent aansluiting zijn vastgelegd in het Tarievenoverzicht 2018 van Enexis (Enexis, 2018). In dit tarievenoverzicht wordt aan de hand van het vermogen van de PV-installatie de benodigde netaansluiting bepaald. De kosten voor zowel de aansluiting als de benodigde kabel nemen toe naarmate een zwaardere aansluiting nodig is. Dit is opgedeeld in

schalen, in het rekenmodel wordt aan de hand van het vermogen van de installatie de netaansluiting bepaald. De kosten van de kabel zijn afhankelijk van de benodigde netaansluiting en van de afstand tot het middenspanningsnet of transformatorhuisje. De kosten voor de kabel en de netaansluiting worden automatisch berekend met behulp van een als-functie.

Tabblad Tarieven

De tarieven voor SDE+ worden elk half jaar opnieuw bepaald, dit bedrag is afhankelijk van de fluctuatie in de energieprijs (ECN, 2017). In het rekenmodel is het huidige bedrag min het huidige correctiebedrag genomen. De (kale)energieprijs is net als SDE+ subsidie niet elk jaar hetzelfde, naar verwachting zal de energieprijs stijgen. In het model is een verwachte energieprijsstijging

opgenomen van een half procent (ECN, 2017).

Naast de kale stroomkosten betaalt men bij de inkoop van stroom energiebelasting en heffing duurzame energie (Nuon, 2018). Verdere jaarlijkse kosten zijn rente, afschrijving van de PV-installatie, verzekering (zonnepanelengids.com, 2018), onderhoud, transportkosten en vastrecht (Enexis, 2018). Dit wordt verder toegelicht bij de verantwoording van het tabblad Rentabiliteit.

De degradatie van de zonnepanelen worden benoemd in dit tabblad. Hiermee wordt in het tabblad rentabiliteit de energiewinning van de PV-installatie jaarlijks gecorrigeerd.

Tabblad Rentabiliteit

In het tabblad rentabiliteit is er een overzicht gegeven van de opbrengsten, kosten, winst en cashflow. De totale opbrengst wordt berekend door de SDE+ inkomsten, stroombesparing en stroomverkoop (verdermetwind.nl, 2018) bij elkaar op te tellen.

SDE+ inkomsten worden zoals aangegeven in de verantwoording voor het tabblad Tarieven berekend door het toegekende SDE+ bedrag te verminderen met het bepaalde correctiebedrag.

De stroombesparingen worden berekend door de som van de (kale) stroomprijs, energiebelasting en de heffing opslag duurzame energie(ODE) maal het eigenverbruik te doen. Hierbij is rekening

gehouden met de verschillende tarieven van energiebelasting en ODE bij het gebruik van verschillende hoeveelheden energie. De toename van de besparingen per jaar komt door de verwachte stijging van de energieprijs met een half procent per jaar.

65 De stroomverkoop is berekend door de kale stroomprijs keer de hoeveelheid opgewekte stroom min het eigenverbruik te doen, plus de opbrengsten van de garantie van oorsprong.

De jaarlijkse kosten zijn een optelsom van de verzekering, onderhoud en vastrecht. Voor de

afschrijving wordt gerekend met een periode van 15 jaar, dit is tevens de periode dat SDE+ subsidie wordt uitgekeerd. De cashflow is berekend door alle kosten af te trekken van alle opbrengsten, met uitzondering van de afschrijving.

Tabblad Terugverdientijd

Om de terugverdientijd te berekenen wordt de totale investering als uitganspunt genomen. Deze wordt in een grafiek naast de cumulatieve kasstromen gelegd, en de terugverdientijd van de investering is af te lezen op het punt waar de lijnen elkaar kruisen.

Tabblad Verhuur

In tabblad Verhuur wordt een indicatie gegeven van de verwachte opbrengst bij de verhuur van een dak voor zonnepanelen. Het voordeel voor de agrariër is dat hij geen investering hoeft te doen.

Hierbij zijn twee voorbeelden gegeven; de eerste is FrieslandCampina die haar boeren de

mogelijkheid geeft om hun dak aan hen te verhuren voor het plaatsen van zonnepanelen. De prijs hiervoor is €4,- per paneel en daarnaast een vergoeding van €10,- per ton bespaarde CO2.

Voorwaarde is dat het dak een minimale oppervlakte dient te hebben van 1000 m2. Daarnaast dient de agrariër lid te zijn van FrieslandCampina (FrieslandCampina, 2018). Het tweede voorbeeld, firma Groenleven BV, betaalt ook €4,-, maar geen extra vergoeding voor de CO2 besparing (Groenleven BV, 2018).

Tabblad Leaseconstructie

Voor de leaseconstructie is contact opgenomen met de bedrijven Kingspan BV uit Tiel (Seffinga, 2018) en KiesZon (Pol, 2018) uit Rosmalen. De leaseconstructies zijn per locatie anders, maar gemiddeld genomen kan worden gerekend met een opslag van 54 % voor het leasebedrijf. Dit is berekend door verschillende leasevoorbeelden met elkaar te vergelijken. De kosten van de PV-installatie, asbestsanering en dakvervanging worden bij elkaar opgeteld en vervolgens gaat hier nog 54 % bovenop. Dit totale leasebedrag wordt vervolgens terugbetaald via maandelijkse termijnen.

Tabblad Postcoderoos

Voor het verdienmodel van de postcoderooscoöperatie is contact opgenomen met Zonopnederland.

Dit bedrijf voert postcoderoosprojecten uit in het hele land. Het verdienmodel voor de eigenaar van het dak komt op het volgende neer: “De agrariër die zijn dak beschikbaar stelt voor een periode van 15 jaar, krijgt een eenmalige vergoeding van 5% van de totale projectwaarde. Indien hij deze omzet in certificaten binnen de postcoderooscoöperatie levert dit hem in de loop van de 15 jaar effectief een opbrengst van circa 10% van de aanschafwaarde op. Daarnaast kan de boer voor maximaal 10.000 kWh participeren in de coöperatie - wat hem per jaar 1.000 euro aan besparing energiebelasting oplevert. De belangrijkste winst voor de agrariër zit in het feit dat hij een prachtig good-will project met de omgeving creëert” (Lange, 2018).

De dak eigenaar krijgt een eenmalige vergoeding en een kleine vrijstelling van energiebelasting, maar is wel voor 15 jaar gebonden aan een contract. Het voordeel is dat de agrariër zelf niets hoeft te investeren, maar wel kan profiteren van de voordelen van de postcoderoos, namelijk de vrijstelling van energiebelasting tot 10.000 kWh en daarnaast iets goeds doet voor de buurt.

66