• No results found

2 Literatuuronderzoek

2.3 Voorwaarden locatie specifiek PV-installatie VAB’s

2.3.2 Erfopstelling

Een erfopstelling is interessant wanneer de bedrijfsbebouwing niet geschikt is voor het leggen van zonnepanelen. Bij een erfopstelling is het van belang dat er voldoende ruimte beschikbaar is om panelen op te zetten. Dit is nodig om een hoeveelheid stroom op te wekken die het project rendabel maakt. Verder dient er rekening gehouden te worden met de invloed van schaduw die veroorzaakt kan worden door bijvoorbeeld omliggende bebouwing of beplanting.

Opstelling

De panelen komen in het geval van een erfopstelling in stellages, hierbij kan worden gedacht aan een zuid-opstelling of een

oostwest-opstelling. Bij een zuid-opstelling zijn de panelen gericht op het zuiden waardoor een hoger rendement kan worden behaald. Het nadeel van een zuid-opstelling ten opzichte van een oostwest-opstelling is dat er ruimte tussen de panelen blijft om zo te voorkomen dat panelen in de schaduw vallen van elkaar. Het voordeel van een oostwest-opstelling is dat er meer panelen kunnen worden geplaatst. Dit omdat de panelen in een hoek van 10 tot 13

graden worden geplaatst waardoor er amper schaduw ontstaat. Het nadeel van een oostwest- opstelling is dat per wattpiek het rendement 5-7 procent lager ligt, zie figuur 2 (Zonnepanelen.net, sd). Uit onderzoek van Zon op Erf blijkt dat ingeval van beperkte ruimte (bijvoorbeeld op een erf) een oostwest-opstelling rendabeler is (Grandia, Hulst, & Ydema, Rapportage vervolg 'Zon op Erf', 2017).

Uit onderzoek van Antea voor de gemeente Oss blijkt dat een veld- of erfopstelling rendabel is vanaf

Figuur 2: Rendement oostwest en zuid opstelling (Zonnepanelen.net, sd)

26 500 kWp. Ingeval van een zuid-opstelling zou dit betekenen dat er ongeveer 0,65 hectare grond wordt gebruikt (Wolfs, de Vlugt, & Pellis, 2017).

Montagemateriaal

Als wordt gekozen voor een erfopstelling is de keuze voor stellageconstructie en fundering van groot belang (RVO, 2016). Voor een zuid opstelling zijn verschillende mogelijkheden. Zo kunnen de panelen dicht bij de grond worden geplaatst of op hogere stellages. Afhankelijk van de wens en de wettelijke mogelijkheden kan hierin worden gevarieerd. De keuze voor hogere stellages wordt gemaakt in verband met een dubbelfunctie. Onder de stellages kan in dit geval een tweede functie aan het land worden gegeven. Echter is het niet altijd gewenst omdat het niet overeenkomt met de

landschappelijke inpassing. Een andere duurdere mogelijkheid is de aanschaf van een met de zon meedraaiende stellage. Hierin zijn echter weer verschillende soorten te onderscheiden, zo zijn er panelen waarvan de hellingshoek handmatig kan worden aangepast, of panelen die met de zon meedraaien (Spruijt, 2015).

Omgevingsvergunning en bestemmingswijziging

In de wet bepalingen omgevingsrecht (Wabo) is de omgevingsvergunning opgenomen. Voor het aanvragen van een omgevingsvergunning dient een aantal stappen doorlopen te worden.

1. Eerst dient er gekeken te worden of het project vergunningsvrij is.

2. Als dit niet het geval is dient te worden gekeken of het binnen het bestemmingsplan past, zo ja dan kan een vergunning aangevraagd worden. Stel dat in het bestemmingsplan is

opgenomen dat naast een agrarische functie ook stroom mag worden opgewekt, dan kan een vergunning worden aangevraagd voor het plaatsen van zonnepanelen op het erf.

3. Past het niet binnen het bestemmingsplan dan kan in enkele gevallen via besluit omgevingsrecht (BOR), artikel 4 bijlage 2, een uitzondering worden gemaakt en een vergunning worden verleend.

4. Als voorgaande stappen geen mogelijkheid bieden dan kan een bestemmingswijziging worden aangevraagd. Als een wijziging of aanvulling op het bestemmingsplan wordt toegezegd kan een vergunning worden aangevraagd (Loon, 2018).

De aanvraag van een omgevingsvergunning verloopt via de gemeente. Hieronder is een kort stappenplan te vinden.

- Eerst dient een aanvraag te worden gedaan voor een bouwplan bij de gemeente.

- Ten tweede dienen eventuele ontbrekende stukken aangeleverd te worden, dit wordt te zijner tijd gemeld door de gemeente.

- In de derde stap wordt het plan getoetst aan het bestemmingsplan, de bouwverordening, het bouwbestand en de welstandsnota.

- Tenslotte beslist de gemeente of de omgevingsvergunning toegekend wordt (Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelatie).

27

Figuur 3: RO-procedure (RVO, 2016)

Wanneer wordt gekozen voor een erfopstelling is altijd een bestemmingsplanwijziging nodig. Dit komt omdat in het huidige bestemmingsplan van de gemeente Oss, de functie stroomopwekking of energy farming niet is opgenomen binnen de mogelijkheden die van toepassing zijn op een agrarisch bouwvlak. Om een vergunning te krijgen voor het plaatsen van bouwwerken ten dienste van de functie stroomopwekking (zoals stellages met zonnepanelen) is een bestemmingsplanwijziging noodzakelijk. De bestemming agrarisch wordt dan stroomopwekking (Loon, 2018). Het traject dat nodig is om toestemming te krijgen voor een PV-installatie (aangeduid als zonnepark) is in figuur 3 weergegeven.

In sommige gevallen zal de agrariër de agrarische functie willen behouden. In dit geval is een aanvullende bestemming nodig in plaats van een wijziging van de functie. Net als bij het omzetten van een functie is een bestemmingsplanwijziging nodig. Bij het aanvragen van een

bestemmingsplanwijzing dient rekening gehouden te worden met eventuele bezwaren. Dit kan invloed hebben op de tijdsduur waarmee de wijziging zal worden doorgevoerd (Grandia, Hulst, &

Ydema, Rapportage vervolg 'Zon op Erf', 2017).

Wanneer het bestemmingsplan dient te worden herzien om zonnepanelen te mogen plaatsen is extra onderzoek nodig. In het kader van ruimtelijk integrale inpassing dient aandacht besteed te worden aan milieuonderwerpen (Kenniscentrum InfoMil, sd). Bij de aanvraag van een

bestemmingswijziging dient een ruimtelijke onderbouwing te worden bijgevoegd. Hierin wordt onderbouwd dat de bestemming geen nadelige gevolgen heeft voor de omgeving. Er wordt tevens toegelicht hoe eventuele nadelige effecten worden ondervangen. De gemeente beoordeeld of dit onderzoek afdoende is (Loon, 2018). De gemeente zal in het traject besluiten of verder onderzoek nodig is, eventueel in de vorm van een omgevingstoets of milieueffecten rapportage (MER) (Kenniscentrum InfoMil, sd).

Wanneer wordt gekozen voor een erfopstelling is het verstandig om het maatschappelijk draagvlak in

28 de omgeving op voorhand te bepalen. Door middel van het burenrecht kan men invloed uitoefenen op de procedure voor een bestemmingsplanwijziging. Rijksdienst voor ondernemend Nederland (RVO) geeft aan dat door op voorhand te overleggen met belanghebbenden over ruimtelijke inpassing, goodwill kan ontstaan (RVO, 2016). Bij de aanvraag van de omgevingsvergunning kan worden besloten dat het bouwplan voorgelegd dient te worden aan de welstandskamer. Dit is afhankelijk van de (welstands)vrijheid, een kaart met de verschillende welstandsniveaus is te vinden op de website van de gemeente Oss (Gemeente Oss, sd).

Per situatie dat zonnepanelen worden geplaatst, dient aan het bouwbesluit te worden voldaan. Het bouwbesluit beschrijft de minimale technische eisen die in Nederland gelden. Hierin worden onder andere regels beschreven voor veiligheid en gezondheid (Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelatie).

Ruimtelijke inpassing

Wanneer een bestemmingsplanwijziging wordt doorgevoerd is een tegenprestatie verplicht. De afspraken die de gemeente heeft gemaakt met de provincie Noord-Brabant geven aan dat er drie categorieën zijn voor niet-planmatige ontwikkelingen.

Cat. 1 geen impact: geen tegenprestatie

Cat. 2 beperkte impact: landschappelijke inpassing

Cat. 3 grote impact: berekende kwaliteitsverbetering van het landschap

Wanneer een zonneboerderij in categorie drie valt betekent dit dat 20 procent van de waardevermeerdering van het opnieuw bestemde kavel, geïnvesteerd dient te worden in

kwaliteitsverbetering van het landschap. De waardevermeerdering van een zonnepark kan worden bepaald door het verschil te nemen van de WOZ-waarde van een zonnepark en die van het agrarisch bouwvlak. Het is niet duidelijk in welke categorie een zonneboerderij valt (Provincie Noord-Brabant, 2015).