• No results found

“En España? Todo…Er zijn zoveel dingen die beter moeten… De mentaliteit, educatie, maar vooral de politiek. Maar het gaat heel zwaar worden, en veel tijd in beslag nemen om deze dingen te

59 Op de vraag welke aspecten van de Spaanse samenleving er moeten veranderen om de huidige situatie te verbeteren volgden lange monologen, verhitte discussies en oplopende emoties. Over een ding waren de respondenten het in ieder geval eens: Spanje heeft nog een lange weg te gaan. De aspectenwaar het meest kritiek op werd gegeven zijn de politiek, educatie en de Spaanse mentaliteit.

7.2a Politiek

“De politiek in Spanje is een grap. De enige partijen zijn de PSOE en de PP, die elkaar afwisselen maar beiden even corrupt zijn. ‘El mismo perro con distinto collar’ (‘Dezelfde hond met een andere

halsband’).” (Manuel,27)

Zoals elders in deze scriptie al aangekaart is, vormen de politici en het politieke systeem een van de grootste kritiekpunten van de ondervraagden hoogopgeleiden jong volwassenen. Zij zien het verkiezingsstelsel, met het tweepartijen systeem en gesloten lijsten, als ondemocratisch en beide politieke partijen (PP en de PSOE) als corrupt. Als er open lijsten zouden komen, zou er minder corruptie zijn, omdat er dan persoonlijk mensen gestraft kunnen worden als ze de fout in gaan. Nu stem je op een hele partij, waardoor er geen verantwoordelijke kan worden aangewezen.

De respondenten waren het er unaniem over eens dat de politiek in Spanje moet veranderen. Over de manier waarop waren er echter grote verschillen. Volgens Luis (28) heeft Spanje een ‘frisse wind’ nodig , “een nieuwe generatie die veranderingen meebrengt. We hebben jonge mensen nodig, die een andere mentaliteit hebben, die gereisd hebben, andere dingen ervaren hebben en andere culturen kennen. Zij moeten hetgene wat ze geleerd hebben naar Spanje brengen.” Volgens Marta (26) moeten de politici meer gevormd, beter opgeleid zijn ‘bijvoorbeeld degene die regeert moet veel over de politiek afweten, maar ook over hetgene waar hij of zij zeggenschap overheeft.” Zo zou de Minister van Onderwijs zowel ervaren moeten zijn binnen het onderwijs als kennis over de politiek moeten bezitten. “Je hebt het beide nodig. Als jij minister van educatie bent, maar je weet niks over educatie, je hebt nog nooit les gegeven en nog nooit iets over onderwijs gestudeerd, kan je nooit goed beleid voeren.” Ook Teresa (28) was het hiermee eens: ‘Ik denk dat we het land moeten schoonmaken. Je kan beter een tío hebben die economie heeft gedaan en die wat van de politiek af weet, dan iemand die 25 jaar politiek heeft gedaan, maar niks van de economie af weet.

Tot slot wordt er kritiek geuit op het enorme politieke apparaat in Spanje. “Het overheidsapparaat is een monster. Elke autonomía heeft zijn eigen ambtenaren, dus er zijn heel veel mensen die voor de overheid werken. Ze genereren geen geld voor de Staat, maar ze kosten alleen maar heel veel geld.

60 Bovendien hebben ambtenaren een contract voor het leven. En dit moet veranderen,

verbeteren”(Jose, 26).

Het is niet alleen de politiek zelf die moet veranderen, maar ook de Spaanse burgers zelf . Volgens de respondenten kan Spanje alleen veranderen als de inwoners meer van de politiek af zouden weten. De mensen moeten meer zelf gaan na denken, meer interesse tonen voor de politiek, zodat ze er ook iets aan kunnen veranderen. “Het [de politiek] interesseert ze niet… als we de wetten zouden kennen en meer over de politiek zouden weten, en als we zouden weten dat in andere landen dingen op een andere manier beter functioneren zou het kunnen veranderen.. maar niemand heeft interesse in de politiek en niemand weet er iets vanaf ”(Paco,30). “Als mensen stemmen op een partij is dat uit ‘costumbre’(gewoonte), niet omdat ze er ook daadwerkelijk iets vanaf weten”(Jose, 26). “Als je kijkt welke krant het beste verkocht wordt in Spanje is dat ‘La Marca’, een sportkrant. La Marca heeft bijna de dubbele circulatie per dag in vergelijking met bijvoorbeeld el Pais, of el Mundo”- (Tomas, 26).

Deze desinteresse is volgens Martin (25) wel langzaam aan het veranderen, “omdat het heel slecht gaat met het land, gaan mensen iets meer over dit thema nadenken. Maar toen alles nog goed ging, waren de politiek en de economie geen gespreksondewerpen.. het is een raar thema hier.. Het gaat meer over voetbal, uitgaan, familie.. dat is de cultuur’ (Martin, 25).” Pas als het niet goed gaat gaan de mensen zelf nadenken over wat er anders moet. “Vroeger was er net zoveel corruptie als nu, maar zolang het goed gaat met de mensen zelf, maakt het ze niks uit.. Als ik heb wat ik wil, maakt het me niks uit wat een ander doet”(Jose, 26).

Een van de oorzaken voor deze politieke desinteresse is volgens de respondenten dat er in het onderwijs niet genoeg aandacht gegeven wordt aan politieke thema’s en dat de politiek teveel invloed heeft op het onderwijs. Dit brengt ons bij het tweede kritiekpunt wat het meest genoemd werd in de interviews: de educatie in Spanje.

7.2b Educatie

Volgens de respondenten is de politiek ‘doordrongen in alle aspecten van de samenleving, en dat moet veranderen” (Jose, 26). Vooral in het onderwijs is de politieke inkleuring te groot: “Met elke nieuwe regering, elke vier jaar, veranderen ze het onderwijs, en de verandering is nooit goed. Elke generatie Spanjaarden is slechter opgeleid dan die daarvoor”(Paco,30). Het educatiesysteem wordt bepaald door de politieke partij die aan de macht is. De ideologische waarden van de betreffende partij zijn doordrongen in het gehele leerstelsel, waardoor er beoogd wordt er geen andere politieke ideeën op na te houden.

61 “Dat is het probleem [dat politiek en educatie te veel verbonden zijn]. In de educatie wordt alles van bovenaf opgelegd. Het hele leerplan van de studies is vastgelegd door de politici die aan de macht zijn, en daar mag niks aan veranderd worden, ook niet door de leraren zelf. Het lijkt wel alsof de politici je een beetje dom willen houden, zodat je er niet teveel van afweet, en je er dus ook geen andere ideeën op na houdt. Omdat de politiek bepaalt wat er in het onderwijs gebeurt, leer je de waarden en de ideologie van de politieke partij die aan de macht is, wat zij denken dat belangrijk is.” (Clara, 26)

“De educatie is hier doordrenkt met politiek. Er komt een politicus aan de macht van de ene partij, die zorgt dat de educatiesysteem op zijn manier wordt uitgevoerd. Komt er een andere politicus, van de andere partij, die verandert het systeem weer in zijn richting. We hebben heel veel wetten die zich noch richten op de leerling, noch op de leraren, noch op wat ze onderwijzen. Nee, ze richten zich op wat de ene politicus wil of op wat de andere politicus wil. En wat de politicus wil, is dat de leerling niet al te kritisch is, dat we niet al te goed weten wat er echt speelt.. dat we doen dat zij willen dat we doen.” (Marta, 26).

“In het onderwijs worden echt belangrijke thema’s niet behandeld.. Er is hier een cultuur van voetbal, men interesseert zich niet voor ‘temas interesante’. De politici willen geen

intelligente mensen creëren.”(Martin, 25)

Luis (28) relateert de slechte educatie aan het gebrek aan ambitie in Spanje. De docenten zouden een voorbeeldfunctie moeten vervullen, maar het tegenovergestelde is het geval. “Waarom [hebben mensen geen ambitie]? Het is de educatie, dat is het belangrijkste. Als jij de mensen motiveert en leert om altijd meer te willen, dat je jezelf moet blijven ontwikkelen en moet groeien, dan doen ze dat ook.. maar als je dat niet doet, als je de studenten geen goed voorbeeld geeft op de universiteit dan gebeurt er ook niks. Ze moeten zien waarom, waarom moet ik harder studeren? Ze moeten de resultaten zien, een rolmodel hebben. Je moet denken als je naar je leraar kijkt, wow kijk naar die man, ik wil ook die positie hebben ik wil zo als hij zijn.. terwijl nu is het zo in de pauze, zit de leraar een sigaret te roken en dan komt hij tien minuten te laat terug... dat werkt niet motiverend” (Luis, 28). Ook Mario (26) vertelde over de laksheid van zijn docent. Toen er een belangrijke

voetbalwedstrijd op de televisie was, kwam zijn leraar 45 minuten te laat in de les. Vervolgens ging hij in de pauze weer verder kijken en kwam hij weer tien minuten te laat de klas binnen.

62

“Tenemos que cambiar la mentalidad de todo el mundo...” 25(Pedro, 26)

Tot slot moet volgens de respondenten de mentaliteit van alle Spanjaarden veranderen: dat is de enige manier om de Spaanse samenleving in zijn geheel te veranderen. “De samenleving moet veranderen, de manier waarop we tegen dingen aan kijken.. Ook de informele economie waar we het over gehad hebben, de mentaliteit moet veranderen. Mensen denken er te makkelijk over. Mensen moeten ambitieuzer worden, meer willen werken, serieuzer worden, de mentaliteit van de mensen moet veranderen, productiever worden”(Dani,27). Om de mentaliteit te veranderen, om de mensen gemotiveerder te maken om harder te werken en om ambitieuzer te worden moeten ook de arbeidsomstandigheden veranderen: de werkdagen zijn te lang, er zijn geen prikkels om harder te werken (promoties/bonussen) en de arbeidsvoorwaarden zijn slecht. “Buiten Spanje hoeven de mensen niet zoveel uren te werken als hier. Hier werken ze veel meer uur, maar dit betekent niet dat ze productiever zijn. Als je 8 uur per dag werkt, brengt dit voordelen mee voor iedereen. De

werknemer hoeft minder lang t werken, en heeft daardoor meer motivatie om productiever te zijn. Het bedrijf hoeft je niet meer dan 8 uur uit te betalen, dus kunnen de salarissen omhoog” (Juan, 25). “Als jij 12 uur per dag werkt, zijn er misschien 5 of 6 uur productief.. Het wordt hier niet gestimuleerd om harder te werken, er zijn geen motieven van sobresueldos (bonussen). Dat hebben ze in Spanje alleen maar in de hele grote bedrijven, maar in de kleine/ medium bedrijven is dat er niet. Daarom zeggen veel mensen, goed ik doe mijn noodzakelijke uren en dan ga ik naar huis.. want ze gaan niet meer bereiken” (Jose, 26).

Een van mijn informanten, Pedro (26), vertelde dat toen hij begon met werken in het bedrijf waar hij werkt heel veel zin had om te werken. Hij stak al zijn energie erin, zodat het bedrijf beter zou

worden. “Ik wilde de beste zijn in mijn werk, in mijn baan. Maar naarmate de tijd verstreek merkte ik dat degene in mijn omgeving niet zo hard werkte als ik… Terwijl ik veel minder verdiende dan de rest [ik studeerde nog en dan verdien je minder]. Dus toen ben ik gestopt en heb ik het ritme lager gezet. Ik dacht, ik ga niet het hardst werken van iedereen zonder er iets voor terug te krijgen. Ik wil er wel iets voor terug, betere arbeidsvoorwaarden, iets van erkenning. Luister, ik heb al een jaar geen vakantie gehad, dat is illegaal.. Maar ja, wat doe je er aan? Voor jou tien anderen”.

Er is sprake van een wisselwerking tussen twee factoren. Aan de ene kant zijn de

arbeidsomstandigheden slecht: de werkdagen zijn lang, de lonen zijn laag en er zijn geen stimulansen om harder te werken of beter je best te doen. “Er zijn heel veel mensen die economisch niet

gewaardeerd worden voor het werk wat ze doen- ze verdienen niet naar gelang het werk ze

verrichten”(Pedro, 26). Dit heeft tot gevolg dat de werknemers ontevreden zijn en niet gemotiveerd

63 zijn om harder te werken. De mentaliteit ten opzichte van werk is daardoor niet goed: “De

werknemers proberen onder hun werk uit te komen, werken langzaam of nemen extra pauze als de baas even weg is”(Oskar, 25).

Tot slot moet de mentalidad de ladrones van de Spanjaarden veranderen. Zoals aangegeven in hoofdstuk 6 is er in Spanje een hoge tolerantie voor corruptie. Deze mentaliteit moet volgens de respondenten veranderen, “er moet meer bewustzijn komen dat de mensen met elkaar dingen moeten oplossen, dat we met elkaar dingen kunnen verbeteren. Dit is de enige manier dat de samenleving als geheel kan veranderen”(Marta,26).

64

Conclusie

Er is in deze scriptie gekeken naarde verschillende paden die de werkloze hoogopgeleide jong volwassenen tot hun beschikking hebben om te voorzien in hun levensonderhoud. In een periode van ruim drie maanden heb ik getracht te observeren hoe de werkloze jong volwassenen in Sevilla zich middelen toe-eigenen en verdelen in de dagelijkse praktijk. Aangezien de formele arbeidsmarkt bijna geen mogelijkheden biedt voor de jong volwassenen, zijn in dit onderzoek alternatieve

manieren- buiten de formele economie om- onderzocht om rond te komen in het dagelijkse leven. Om te beginnen wil ik benadrukken dat de behandelde levensonderhoudsstrategieën de belangrijkste strategieën zijn, maar niet de enige. Er zijn ook andere (tijdelijke) oplossingen of uitwegen die tot de mogelijkheden behoren. Veel jong volwassenen proberen stage te lopen bij een bedrijf om werkervaring op te doen, sociale netwerken te creëren of in de hoop op een aanbod voor een vast contract. Ook volgen ze vaak extra cursussen in het verlengde van hun studie (specialiseren of kennis uitbreiden) of leren ze een vreemde taal. Tot slot is werk zoeken in een ander land een steeds meer voorkomende uitweg: meer en meer hoogopgeleide werkloze Spanjaarden verlaten hun eigen land om te proberen of ze in een ander land wel een baan kunnen krijgen. Vooral Engeland en Duitsland zijn populaire emigratielanden. Deze laatste optie is voor de werkloze jongeren in Sevilla vaak de allerlaatste optie: ze willen niet weg uit Sevilla en ze willen hun familie en vrienden niet achterlaten. Desalniettemin is dit voor steeds meer werkloze Spanjaarden de enige oplossing die er nog overblijft. Ze willen- en kunnen- niet voor altijd op de zak van hun ouders blijven teren en bovendien willen ze hun kennis en kwalificaties in de praktijk brengen.

De belangrijkste levensonderhoudsstrategieën van de werkloze jong volwassenen komen echter voort uit de voordelen die ze genereren uit sociale netwerken en het participeren in de informele economie. Door de strategieën van de werkloze jong volwassenen te analyseren vanuit de sociale en culturele structuren waarin ze zijn ingebed, kan er beter begrepen worden wat verschillende mensen leidt om verschillende goederen en diensten aan te schaffen door verschillende kanalen, en hoe betekenis wordt geproduceerd door de verschillende beschikbare paden (Narotzky 2005). De eerste twee strategieën komen voort uit de voordelen die de jong volwassenen genereren uit sociale netwerken. Binnen de sociale netwerken is een onderscheid gemaakt tussen gesloten netwerken met familieleden en open netwerken met vrienden en kennissen. De familie, met name de ouders, van de werklozen speelt de belangrijkste rol in het dagelijkse rondkomen. De ouders voorzien in zowel economische steun- door het voorzien in levensbehoeften- als in sociale steun- door het investeren van tijd en de uitwisseling van sociaal kapitaal. De uitwisseling van sociale en

65 economische steun tussen generaties is een van de belangrijkste steunpilaren van zowel het Spaanse familieleven als van het welvaartsysteem (Kohli & Albertini 2007). Dit laatste komt voort uit het feit dat de overheid geen enkele steun biedt aan de werkloze jongeren: er bestaat in Spanje een

wettelijke verplichting om de verantwoordelijkheid voor je kinderen te nemen (ongeacht de leeftijd). De tweede strategie komt voort uit netwerken van zwakke banden met familie en vrienden. Deze netwerken zijn met name van belang voor de toegang tot informatie over bijvoorbeeld nieuwe baanopeningen. In Sevilla draait alles om ‘enchufe’- het kennen van zoveel mogelijk mensen die jou kunnen aandragen bij een werkgever of een goed woordje voor je kunnen doen. Vooral op dit moment, nu er bijna geen werk is, worden banen bijna alleen maar gevonden met behulp van sociale contacten. Tot slot is er een derde levensonderhoudsstrategie onderzocht: het belang van de

economía sumergida. Ook deze strategie blijkt van essentieel belang te zijn voor de werkloze jong

volwassenen, alleen vervult het een andere functie dan de twee voorgaande: het participeren in de informele economie is voornamelijk een vervanging van formeel werk. Het is een manier voor de jongeren om een eigen inkomen te genereren en nog enige vorm van onafhankelijkheid van hun ouders te waarborgen. Sociale netwerken zijn essentieel voor de participatie in de informele economie- informeel werk wordt voornamelijk gevonden via familie, vrienden of kennissen. De sociale inbedding in de structuur van interpersoonlijke relaties is dus van fundamenteel belang om de toegepaste levensonderhoudsstrategieën van de werkloze jongeren te begrijpen. Het is echter niet voldoende om alleen naar de sociale inbedding te kijken, er moet ook naar de culturele

inbedding gekeken worden. Sociaal- culturele verplichtingen, gedeelde normen en waarden spelen een belangrijke rol in de levensonderhoudsstrategieën van mensen. Bovendien is het ook van belang naar de invloed van de economische en politieke context te kijken waaruit de strategieën

voortkomen.

De tabel hieronder geeft grafisch weer op welke manieren zowel de toegepaste

levensonderhoudsstrategieën elkaar beïnvloeden als hoe ze beïnvloed worden door hun sociale en culturele omgeving.Nummer 1,2, en 3 zijn de levensonderhoudsstrategieën met daaronder de functie die ze vervullen. Familieleden voorzien in sociaal kapitaal in de vorm van open netwerken. Het driehoek geeft de inbedding van de drie strategieën weer in de sociale en culturele structuren van de samenleving. Sociaal kapitaal-zowel open als gesloten netwerken- bevordert de participatie in de informele economie en ook de economische (hoge werkloosheid) en politieke context (weinig vertrouwen in de regering) verhoogt de participatie in de informele economie.

66 1.Informele economie

(inkomen genereren)

Sociaal kapitaal

2. Open netwerken 3. Gesloten netwerken

(informatie) (levensbehoeften)

Politieke context Economische context

(wantrouwen, ontevredenheid) (hoge werkloosheid, slechte arbeidsomstandigheden)

Tabel 1: Een grafische weergave van de verschillende processen die invloed hebben op de levensonderhouds- strategieën van de werkloze jong volwassenen.

Als er gekeken wordt naar de manier waarop de inwoners van Sevilla omgaan met de crisis, lijkt het wel alsof de mensen proberen de chaos in het land en het feit dat Spanje in een grote economische recessie verkeert, te ontkennen. Ze blijven zwart geld verdienen in de informele economie en ze blijven geld uitgeven aan uitgaan en gezelligheid, alsof er niks aan de hand is. Alsof ze hun eigen leven in hun ‘mundo íntimo’ kunnen voortzetten, met hun eigen cultuur en hun eigen economie, afgezonderd van de rest van Spanje. Als we kijken naar de culturele inbedding van de

jongvolwassenen in Sevilla is er een dubbelzinnige houding waarneembaar van de jongeren ten opzichte van de Andalusische cultuur. Aan de ene kant worden de economische strategieën die de jongeren toepassen gevormd door de gedeelde collectieve normen en waarden in de samenleving: het belang van familie en van sociale relaties en de participatie in de informele economie als ‘práctica habitual’. Aan de andere kant hebben de jongeren ook kritiek op deze manieren van