• No results found

4.3 Zelfidentificatie en het gedeelde discours over de Andalusische identiteit.

5.1.2 Het belang van ouders in het voorzien van levensonderhoud van de werkloze jong volwassenen.

De (economische) steun van ouders is essentieel in het voorzien van levensonderhoud van de werkloze jong volwassenen in Sevilla. De mate waarin ze afhankelijk zijn van hun ouders hangt af van de persoonlijke factoren van de respondent. Alle respondenten hebben aangegeven dat ze zich zonder de economische steun van hun ouders geen raad zouden weten. Ze classificeren het belang van de steun van hun ouders als: “Total. Total y absoluta” (Marta, 26); “100 %” (Simon, 28);

“Fundamental “ (Mada, 30); “Completamente dependente” (Teresa, 28); “Nesecario y indispensable” (Dani, 27); ”Lo más importante en el mundo” (Pili, 25); en “Essencial” (Niko,25). De belangrijkste steun die ouders bieden is dat ze hun kinderen voorzien van onderdak. Alle respondenten, zowel van 25 als van 30 jaar, zijn van hun ouders afhankelijk als het om woongelegenheid gaat. De meeste respondenten wonen nog – of weer- bij hun ouders thuis. Behalve onderdak krijgen ze andere basisbehoeften, zoals voedsel en dergelijke en eventuele educatie of cursussen, van hun ouders. Van de respondenten die op zichzelf of met vrienden wonen, wonen de ouders in het buitenland of in een dorp buiten Sevilla, waardoor uit huis gaan noodzakelijk was om te gaan studeren en later om een baan te zoeken. De ouders van Pili (25) bijvoorbeeld wonen in een klein dorp waar geen

universiteit is en de mogelijkheden voor het vinden van een baan nog kleiner zijn dan in Sevilla. Haar ouders hebben een huis gekocht in Sevilla waar ze met haar twee zussen en haar broertje woont. Bij

38 andere uitwonende respondenten wordt de huur door hun ouders betaald. Bovendien krijgen zij maandelijks zakgeld om basisbenodigdheden te kopen. Het betreft hier werkloze jong volwassenen met een afgeronde hogere opleiding. De geïnterviewden komen in principe allemaal uit een

welgesteld gezin uit de midden/hoge klasse, waardoor de ouders in staat zijn de zorg voor hun kind- voor een verlengde tijd- op zich te nemen.

Als het extra uitgaven betreft- zoals uitgaan, kleren en vakantie- verschilt de financiële steun die ouders aan hun kind bieden per situatie. De eerste situatie is dat de ouders voorzien in de

basisbehoeften van hun kind, maar dat extra uitgaven zelf bekostigd moeten worden. Het komt vaak voor dat de jong volwassenen zwart geld verdienen in de informele economie, dat ze gebruiken om bijvoorbeeld uit te gaan. De tweede, meest voorkomende, situatie is dat het werkloze kind

maandelijks een bepaald bedrag ontvangt van zijn of haar ouders- in de meeste gevallen tussen de 100 en 200 euro per maand- waar ze hun uitjes en extra uitgaven mee kunnen bekostigen. Een derde situatie is dat het werkloze kind zolang hij of zij zelf geld verdient- dit gaat vaak om een tijdelijke betaalde stage of om geld verdiend met zwart werken, wat onregelmatig is en dus onvoorspelbaar - daar van het uitgaan of kleren betaalt, maar als er een week of maand niks is, de ouders extra geld geven om leuke dingen te doen. De achterliggende motivatie van het geven van zakgeld is vaak om het kind te motiveren en te steunen in het (blijven) zoeken naar een baan in zijn of haar vakgebied of ter voorkoming van dat hij of zij ergens in een bar gaat werken en daar niet meer weg gaat. ”Mijn moeder wil me graag helpen, om te zorgen dat ik niet in een neerwaartse spiraal komt. Ze geeft me zakgeld om te voorkomen dat ik geen geld heb om uit te gaan, thuis blijf zitten, en steeds

gefrustreerder en depressiever word omdat ik geen werk heb. Op deze manier blijf ik het huis uit gaan, contacten opbouwen”(Martin, 25).

Behalve economische steun, bieden ouders hun kinderen ook sociale steun. Door de uitwisseling van sociaal kapitaal- door het in contact brengen van hun kinderen met sociale netwerken, zowel binnen als buiten de familie- kunnen zich via-via mogelijkheden voordoen tot het vinden van (informeel) werk of andere voordelen (hier wordt later dieper op ingegaan). De respondenten beschrijven de ´Mama- Sevilla´ bovendien over het algemeen als zorgzaam, ondersteunend en begripvol voor hun situatie. Dit zorgzame aspect was een van de dingen die mij als eerste opviel tijdens de etentjes die ik had bij een van mijn informanten, Luis. Luis is 28 jaar en tien maanden werkloos, woont bij zijn moeder thuis samen met zijn zus van 27 en broertje van 25. In de handelingen en emoties gaf zijn moeder (Maria) nooit enige blijk van irritatie of vermoeidheid dat haar kinderen nog steeds thuis wonen. Als we het huis binnen kwamen verscheen er een glimlach op haar gezicht en kwam ze meestal bij ons op het terras of op de bank zitten. Maria ging altijd uitgebreid voor ons koken, vroeg continue of we nog wat te drinken wilden en kwam daarna gezellig bij ons zitten met een wijntje. Af

39 en toe vond ik haar juist té zorgzaam, alsof Luis nog een klein kind was. Dit was iets wat Luis zelf ook opmerkte: “De ‘Sevilla- mam’ houdt er van om haar kinderen te vertroetelen. Het is lief, maar ik ben geen kind meer.. Ik ben 28 en wil zelf dingen bepalen…dan wil je niet dat je moeder om drie uur in de middag schreeuwt: ‘Luis! wat wil je voor lunch?’ Ik wil gewoon zelf kunnen bepalen wanneer ik eet. Misschien wil ik wel pas om vijf uur eten of misschien wil ik wel helemaal niet eten.. haha. Ik bedoel het is lief, maar voor als je vijftien of zeventien bent.”

Het wordt in de Spaanse cultuur van oudsher als normaal beschouwd dat kinderen tot vrij late leeftijd thuis blijven wonen, maar dit was voor het begin van de crisis wel aan het veranderen. “Vroeger gingen kinderen alleen het huis uit als ze gingen samenwonen of trouwen met hun vriend(in). Hierin kwam wel steeds meer verandering de laatste jaren.. Studenten gingen vaker op kamers wonen, alleen of met vrienden. Door de individualisering van de samenleving hebben Spaanse jongeren meer behoefte om een onafhankelijk leven te leiden. Dit wordt nu [uit noodzaak] weer teruggedraaid. Ik heb vrienden die al jaren op zichzelf wonen en op een leeftijd van 32 weer terug naar hun ouders moeten omdat ze geen werk hebben” (Arno, 30).

Ouders vervullen een essentiële rol in het voorzien van levensonderhoud van de jongvolwassen werkloze Spanjaarden. Zonder de steun van hun ouders, op zowel economisch als sociaal gebied, zouden ze verloren zijn. Maar hoe voelt dit, om op zo’n late leeftijd nog (volledig) afhankelijk te zijn van je ouders? Hoe wordt dit door de jongeren zelf ervaren?