• No results found

Uitwerking instrumenten

4.1. Jongeren langer op school houden, School Ex-programma

Het kabinet streeft ernaar om 10.000 mbo‐leerlingen met een slecht arbeidsmarktperspectief niet van 

1.  Alumnibeleid – maken beleidsplan en inventarisatie 

Inzicht te krijgen in vervolgstappen van deelnemers,  om met die informatie effectiever en efficiënter te  voorkomen dat het aantal jongeren dat in de jeugdwerkeloosheid  terecht komt enorm stijgt: 

ƒ door diegene die willen werken te helpen alsnog een baan te bemachtigen 

ƒ door meer studenten te laten doorstromen  2.  Invulling school Ex­programma 

ƒ van de 6.200 MBO studenten die afstuderen is 90% zich bewust van de voordelen van doorleren  80% van hen staat positief tegenover doorleren 

ƒ

ƒ

50‐60 % besluit daadwerkelijk tot doorleren (in plaats van 59% werken en 41% doorleren  normaliter) in regio   ongeveer 950 – 1000 man (+ 10 ‐ 20%) 600 – 1200 gemiddeld 950 

ƒ van de 10 – 12% (630 – 700) die nog geen toekomstperspectief heeft, 50% (300 ‐ 350) bewegen 

ƒ tot een adviseringsgesprek 

daarvan 10% vervolg product aanbod 30 – 35 man 

ƒ van de 2.500 deelnemers die zonder diploma de markt op komt, zorgen dat 25% (600 man) zich  alsnog inschrijft 

3.  Versteviging begeleiding jongeren op de leer/werkplek 

Pilot met intensieve en professionele begeleiding/mentorschap voor 200 deelnemers in een leerwerktraject 

  

a.  Verstevigen realisatie EVC‐capaciteit 

ƒ 46.000 jongeren tussen de 18 en 24 jaar, daarvan waarschijnlijk 60% (27.00) werkend. Daarvan  de voordelen ervan zijn 

ƒ weet 60% (16.000 + ) wat EVC inhoud en wat s staat 75% positief tegenover EVC (12.000)  van die 16.000 werknemers en hun werkgever

ƒ daarvan is 20% met ontslag bedreigd is 2.400   

b.    Verstevigen van kennis onderwijsmogelijkheden t.b.v. werkgeverservicepunten 

ƒ 90% van de medewerkers van de werkgeverservicepunten in de regio kent de  onderwijsmogelijkheden van de MBO instellingen en weet bij vragen wie te benaderen 

4.2. Matching-offensief

Jongeren zoeken banen, ondernemers en bedrijven zoeken werknemers als ze vacatures hebben. Dat gaat niet altijd vanzelf. Belangrijk onderdeel van het actieplan is daarom een zogenoemd matching-offensief om de vraag van werkgevers en de kwaliteiten van

jongeren beter bij elkaar te brengen. Ook moet er meer aandacht komen voor stages en rijwilligerswerk. De uitvoering ligt bij het UWV Werkbedrijf en de gemeenten. Het kabinet telt voor het matching-offensief landelijk € 10 miljoen beschikbaar.

v 1. Marktbewerking 

2. Begeleiding van jongeren die kunnen uitstromen naar werk (inzet van intensieve persoonlijke  dienstverlening) 

3. Begeleiding van werkgevers die jongeren kunnen plaatsen (inzet van intensieve persoonlijke  dienstverlening) 

 

1.   Marktbewerking 

De werkgeversservicepunten gaan actief de markt benaderen om de beschikbare vacatures voor jongeren  binnen te halen. De werkgeversservicepunten richten zich hierbij op sectoren waarin uitstroomkansen  groot zijn. 

De marktbewerking vindt plaats via 4 sporen: 

ƒ Communicatiecam

ƒ

pagne 

ƒ Voorlichtingsbijeenkomsten  Bedrijfsbezoeken 

ƒ Organisatie van banenmarkten/speedmeets 

2.   Begeleiding van jongeren die kunnen uitstromen naar werk

Alle  jongeren  die  kunnen  uitstromen  naar  werk  krijgen  direct  persoonlijke  intensieve  dienstverlening  aangeboden.  De  persoonlijke  intensieve  dienstverlening  wordt  geleverd  door  de  coaches  van  het  UWV  WERKbedrijf, de coaches van het jongerenloket en de coaches van de werkgeversservicepunten.  

 

3.   Begeleid  van werkgevers die j ngeren kunnen plaatsen 

Alle  werkgevers  die  jongeren  kunnen  plaatsen  krijgen  direct  persoonlijke  intensieve  dienstverlening  aangeboden.  De  persoonlijke  intensieve  dienstverlening  wordt  geleverd  door  de  coaches  van  de 

vicepunten. 

4.3. Leerwerkbanen/stages

Sociale partners hebben in het overleg met het kabinet over de aanpak van de crisis aangegeven het 

ƒ verwacht wordt dat 15 tot 20% meer jongeren met een mbo‐diploma een jaar extra doorleren  binnen het mbo. Dit geldt zowel voor jongeren die komen uit een BOL opleiding als voor jongeren  uit een BBL opleiding en met ontslag bedreigd worden of ontslagen worden. Dit zou neer komen  op 1.718 leerlingen extra in het MBO die beroep doen op een stage of een leerwerkplek. Een deel  hiervan zal volgens normale weg tot stand komen. De inschatting is dat er extra inspanningen  plaats dienen te vinden voor 950 stages/ leerwerkplekken voor de extra instroom in het MBO 

ƒ In 2009 wordt de ongediplomeerde uitstroom uit het MBO geschat op 1.785 jongeren. Verwacht  l stages/ 

wordt dat 600 hiervan teruggeleid worden naar het MBO‐onderwijs, waarvoor evenzovee leerwerkplekken extra nodig zijn. 

ƒ Er zal een stijging plaatsvinden van het aantal werkzoekende jongeren dat bij het UWV is  ingeschreven. Alle ingeschreven werkzoekende jongeren tot 27 jaar met een afstand tot de  arbeidsmarkt komen in principe in aanmerking voor op‐ of omscholing met een eventuele stage of  leerwerkbaan. Verwacht wordt dat het gaat om 300 extra stages/ leerwerkplekken. 

ƒ In het kader van de Wet investeren in Jongeren wordt verwacht dat er 250 traineebanen nodig zijn  voor gediplomeerde jongeren die langer dan drie maanden werkloos zijn. 

 

De inspa voldoende stages en leerwerkbanen in

de regio

nningen die geleverd dient te worden om

ƒ

te realiseren zijn:

ƒ

behoud van bestaande stage en leerwerkbanen 

ƒ betere benutting van bestaande stage en leerwerkbanen 

ƒ werving van extra stage en leerwerkbanen bij erkende leerbedrijven  werving van stage en leerwerkbanen bij niet erkende leerbedrijven 

ƒ dubbel gebruik van stage en leerwerkbanen door twee deelnemers achter elkaar op één plek 

ƒ brancheoverstijgende stage en leerwerkbanen. Leerlingen verwerven competenties in andere  g zijn 

ƒ branches dan waarvoor ze in opleidin erwerkbanen 

ƒ inzet bedrijfstakmiddelen t.b.v. bestaande en nieuwe stage en le aanpassing stageplanning in het mbo 

ƒ afstemming stageplanning tussen meerdere ROC’s in één regio   

L  

eerwerkbanen/stages worden inhoudelijk en financieel toegelicht in bijlage V. 

4.4. Kansen voor kwetsbare jongeren

Jongeren met problemen moeten, als álle jongeren, kunnen profiteren van de ingezette maatregelen. 

Daarnaast is het kabinet van mening dat er voor deze groep jongeren extra voorzieningen nodig zijn. 

Onderdeel van deze voorzieningen vormen de Plusvoorzieningen (samenhangend aanbod van onderwijs,  zorg, ondersteuning en toeleiding naar de arbeidsmarkt), de 24‐uurs opvang voor leerlingen (project  Internaat voor Veiligheid en Vakmanschap) en het verbinden van jeugdzorg, onderwijs en arbeidsmarkt  (project MKB/MO‐groep jeugdzorg). Het kabinet stelt hiervoor in hiervoor landelijk € 40 miljoen 

eschikbaar. 

b  

Landelijk worden activiteiten ingericht zoals hierboven aangegeven. De landelijke activiteiten hebben tot op  heden geen samenhang met de convenant regio’s. Regio Holland Rijnland en Rijnstreek zal voor de 

uitwerking van actielijn 2 de doelgroep kwetsbare jongeren meenemen. Kwetsbare jongeren zijn een groep  jongeren waar ook via de overige lijnen indirect aandacht aanbesteed gaat worden. 

 

Vanuit het matchingsoffensief van het UWV Werkbedrijf zal voor kwetsbare jongeren, die via de  persoonlijke intensieve dienstverlening van het UWV onvoldoende geholpen kunnen worden, de  dienstverlening van de instanties voor sociale werkvoorziening in de regio worden ingezet. Dit betreft  DeZijlBedrijven in de regio Leiden, de MareGroep in de regio Duin en Bollenstreek en SWA in de regio 

lphen aan den Rijn. 

A  

Holland Rijnland en Rijnstreek in uitvoering (specifiek)   

1.               Activiteitengeld voor kwetsbare jongeren 

Kwetsbare  jongeren  waar  voorliggende  voorzieningen  geen  maatwerk  oplossingen  kunnen  bieden.  O.a. 

zwerfjongeren en praktijkschool leerlingen in de leeftijd 23‐27 jaar. 

 

2.                Activiteitengeld  voor  kwetsbare 

jongeren Zorg­scholingstraject Arbeidsinpassing 

Jongeren (18‐27 jaar) zonder werk en dagbesteding met een zorg problematiek en/of  minder begaafd. 

Het gaat om jongeren, die door een traject gemotiveerd worden tot een vorm van dagbesteding gericht op  van zorg en arbeid. 

combinatie   

Holland Rijnland en Rijnstreek in uitvoering algemeen maar waar kwetsbare jongeren ook gebruik van kunnen  maken 

 

1. Oprichten werkpool

Als gevolg van de economische crisis zijn veel werkgevers huiverig om jongeren in dienst te nemen, maar kunnen ze wel bereid zijn jongeren in te huren via ‘uitzendconstructies’.

De gemeente Leiden en Leiderdorp detacheren al uitkeringsgerechtigden via de DZB bij

2.                  Loonkostensubs jongeren zonder werk en uitkering 

Aanvullend op de loonkostensubsidies die de gezamenlijke partijen reeds