• No results found

In dit hoofdstuk zijn verschillende resultaten aan het licht gekomen. In deze tussenconclusie zal er antwoordt gegeven worden op de onderstaande deelvragen en zal het conceptueel model ge-completeerd worden.

1. Hoe ziet de Nederlandse architectenbranche eruit?

2. Welke omgevingsfactoren zijn van invloed op de Nederlandse architect?

3. Hoe wordt er in de theorie gekeken naar besturing?

4. Hoe wordt er in de theorie gekeken naar het besluitvormingsproces?

5. Welke factoren spelen mee in een besluitvormingsproces? 3.6.1 Antwoorden op de deelvragen

In dit hoofdstuk is er als eerste gekeken naar de Nederlandse architectenbranche. Het architecten-vak is een beschermd beroep in Nederland. De drie opleidingen om architect te worden zijn: De TU Delft (61%), TU Eindhoven (30%) en de academies van bouwkunst (9%). Na hun opleiding gaat een architect in het algemeen werken voor een architectenbureau. Er zijn verschillen in de culturen en structuren van de verschillende architectenbureau. Op hoog niveau zijn er drie typen bureauprofielen:

Strong idea

Bij de strong idea ligt de nadruk op het creëren van vooruitstrevende architectuur. Bij het aanstu-ren van projecten zal architectonische kwaliteit belangrijker zijn dan tijd en geld.

Strong service

Hier ligt de nadruk op het leveren van betrouwbare en op maat gesneden oplossingen voor de opdrachtgever. De tevredenheid van de klant is de drijvende kracht bij de procesaansturing.

Strong delivery

Hier ligt de nadruk op het leveren van efficiënte dienstverlening. Bureaumanagement speelt een grote rol, waarbij de beheersing van tijd en kosten voorop staan.47 De architectenbureaus ontlenen hun bestaansrecht uit het vervullen van behoeften van klanten. Door middel van het primaire pro-ces van een architectenbureau worden de behoeften van klanten vervuld. Het primaire propro-ces is in het kort samen te vatten in de volgende stappen: Het ontwerpproces, bestek en aanbesteding, het adviesproces en de uitvoering. Vroeger was de architect de verantwoordelijke partij voor het vol-ledige proces. In de afgelopen jaren is er een afname waarneembaar van volvol-ledige opdrachten. Specialisten als bouwinstallateurs hebben werkzaamheden overgenomen van de architect. Deze functiescheiding is gekomen door de vergaande innovaties in de bouwwereld en om budgettaire redenen.

Een architectenbureau werkt niet als een gesloten systeem. De omgeving van een architectenbu-reau is te typeren als de bouwnijverheid. Het product van de bouwnijverheid is het te realiseren bouwwerk. De betrokken partijen in de bouwnijverheid zijn: de opdrachtgever, de architect, de ingenieursbureaus, de aannemers, fabrikanten van bouwmaterialen en de gebruiker. Al deze par-tijen zijn van invloed op het uiteindelijke product: het bouwwerk.

47

Besturing is belangrijk voor het onderzoek aangezien bedrijf X een partij wil beïnvloeden. Voor de besturingstheorie is er gekeken naar de theorie van De Leeuw. Besturing is enigerlei vorm van gerichte besturing, waarbij er minstens twee deelsystemen betrokken zijn: het systeem dat wordt bestuurd (besturend systeem) en het systeem welke bestuurt (besturend orgaan). Om effectief te besturen moet er worden voldaan aan de vijf voorwaarden van effectieve besturing. Daarnaast draait het om de stuurmaatregelen, welke gebruikt worden om het besturend systeem te besturen. Nadat besturing beschreven is het belangrijk om het besluitvormingsproces inzichtelijk te maken. Dit is belangrijk voor het onderzoek, aangezien in dit proces de keuze voor bedrijf X producten gemaakt wordt. In dit hoofdstuk is er aandacht geweest voor verschillende besluitvormingstheo-rieën. De besluitvormingstheorieën hadden gemeen dat besluitvorming als een proces gezien wordt en dat het vergaren van informatie erg belangrijk is. De onafhankelijke positie van de ar-chitect maakt het niet mogelijk om het besluitvormingsproces direct te besturen met behulp van beloningen. Er is hierdoor gekozen om een factor te beïnvloeden in het besluitvormingsproces: het kennisproces.

Het kennisproces is een belangrijke factor van het besluitvormingsproces. In dit hoofdstuk is er een grote aandacht voor het kennisproces. Dit proces zal door bedrijf X direct bestuurd worden, met als gevolg dat bedrijf X het besluitvormingsproces bestuurd. Sprenger beschrijft het kennis-proces met de volgende stappen: absorptie, diffusie, generatie en exploitatie. In het verdere on-derzoek zullen deze stappen bij architectenbureaus inzichtelijk gemaakt moeten worden en zullen er aanbevelingen gedaan worden om deze stappen te besturen.

3.6.2 Conceptueel model

In het paragraaf 2.3 is het conceptueel model opgesteld. In het conceptueel model (figuur 1) is het besluitvormingsproces als een black-box weergegeven. Aan de hand van de theorieën van dit hoofdstuk zal het conceptueel model gecompleteerd worden. In paragraaf 3.3 is besturen geope-rationaliseerd. Er is gekozen voor de theorie van De Leeuw, omdat deze belangrijk is voor de studie Bedrijfskunde in Groningen. Aan de hand van de voorwaarden van effectieve besturing zal de ontwerpdoelstelling gerealiseerd worden.

Het doel van het onderzoek is inzicht verkrijgen in de advisering van architectenbureaus en het doen van aanbevelingen hoe bedrijf X het besluitvormingsproces betreffende productadvies kan besturen ten einde meer winst te genereren. Een belangrijk aspect van de architectenbranche is de onafhankelijke positie van de architect. Dit bemoeilijkt de besturing. Het is niet mogelijk om de architect te besturen met behulp van een beloning. Een verkooppercentage aanbieden bij het voorschrijven van het bedrijf X product is niet toegestaan. Ik ben op zoek gegaan naar een andere manier waarop de architect te beïnvloeden is in zijn advies naar de opdrachtgever toe. Uit analyse van de theorieën over besluitvorming is naar voren gekomen dat informatie zoeken een belangrij-ke fase in het besluitvormingsproces is.

Mijn veronderstelling is dat als bedrijf X in staat is om het kennisproces van de architect te beïn-vloeden, het in staat is om het besluitvormingsproces en vervolgens het adviesproces in haar voordeel kan doen uitslaan. Het kennisproces zal geoperationaliseerd worden aan de hand van de theorie van Sprenger. (zie paragraaf 3.4 en 3.5) De variabelen absorptie, diffusie, generatie en exploitatie zullen me helpen in het operationaliseren van het kennisproces. Hiermee is het be-sluitvormingproces inzichtelijk gemaakt en ontstaat conceptueel model zoals in figuur 11 op de volgende pagina te lezen is.

Het conceptueel model is met dit hoofdstuk verder uitgewerkt. Bedrijf X staat aan top van het model en heeft als doel meer winst te genereren. De veronderstelling is dat als bedrijf X in staat is

om het besluitvormingsproces van de architect te besturen, de architect de opdrachtgever zal ad-viseren om een bedrijf X product te kopen. De opdrachtgever zal naar dit advies handelen en kie-zen voor het bedrijf X product, wat de opbrengst en de winst van bedrijf X ten goede zal komen.

Figuur 11: Het gecompleteerde conceptuele model

Naast advies van de architect zijn er omgevingsfactoren van invloed op de keuze van producten. In dit hoofdstuk zijn de volgende omgevingsfactoren besproken: installateurs, aannemers, fabri-kanten en gebruikers. Deze en andere omgevingsfactoren maken geen deel uit van het verdere onderzoek, aangezien bedrijf X de wens heeft om alleen onderzoek te laten verrichten naar de architectenbranche. Met een rode stippellijn is aangegeven waar het onderzoek zich afspeelt. Terug naar de besturing van de architectenbranche. In hoofdstuk 2 is het besluitvormingsproces nog als een black-box weergegeven. In dit hoofdstuk is naar voren gekomen dat het kennisproces bij besluitvorming van groot belang is. Aangezien de architect niet direct te besturen is door zijn onafhankelijke positie is er gekeken naar andere mogelijkheden om de architect te besturen. De veronderstelling is dat door middel van het besturen van het kennisproces, bedrijf X in staat zal zijn om het besluitvormingsproces binnen een architectenbureau naar haar voordeel kan doen uitslaan. Het kennisproces is geoperationaliseerd aan de hand van de variabelen: absorptie, diffu-sie, generatie en exploitatie. Deze variabelen zullen de hulpstukken zijn voor verder onderzoek. Als laatste de volgende opmerking. Het is niet alleen belangrijk om het besluitvormingsproces c.q. adviesproces te besturen, maar het is van groot belang om dit te doen op een manier welke winst genereert. De kosten van de besturing moeten lager zijn dan de extra opbrengsten welke de besturing met zich meebrengt. De kosten zijn weergegeven met een minteken, aangezien kosten

een negatieve invloed hebben op de winst. Alleen als de kosten lager zijn dan de opbrengsten is het interessant om de architect te besturen.

In het volgende hoofdstuk is het empirisch onderzoek te lezen. In dit hoofdstuk zullen de (sub) variabelen gediagnosticeerd worden. Op basis van deze diagnose zullen er stuurmaatregelen ont-wikkeld worden welke in de conclusie te lezen zijn.

4 Empirisch onderzoek

4.1 Inleiding

Dit hoofdstuk beschrijft de resultaten van het onderzoek en geeft antwoord op de volgende deel-vragen:

1. Zijn er lokale verschillen waar te nemen in de Nederlandse architectenbranche? 2. Wie is de belangrijkste persoon bij het besluitvormingsproces?

3. Hoe ziet het besluitvormingsproces bij architectenbureaus eruit? 4. Hoe ziet het kennisproces bij architectenbureaus eruit?

De resultaten zijn de uitkomsten van de interviews, waarin verbanden tussen de verschillende interviews worden getrokken. Het hoofdstuk start met de beschrijving van de interviews, de on-derzoekseenheden en de respons. Vervolgens worden de uitkomsten beschreven in paragraaf 4.5. Bij de uitkomsten staan twee aspecten centraal: het besluitvormingsproces en het kennisproces. Als bedrijf X in staat is om het kennisproces van de belangrijkste besluitnemer in het besluitvor-mingsproces te beïnvloeden zal bedrijf X meer producten afzetten. Het hoofdstuk sluit af met een tussenconclusie.