• No results found

Trends en succesfactoren

In document Roodkapje (pagina 39-43)

Zoals gezien in het vorige hoofdstuk is er een grote groep mensen die graag live-televisie kijkt maar ook graag contact houdt via sociale media over hetgeen hetgeen zij kijken. In dit hoofdstuk wordt hier verder naar gekeken. In

paragraaf 1 wordt gekeken naar de trends met betrekking tot de manier waarop televisie wordt gekeken. De succesfactoren rondom formats komen vervolgens in paragraaf 2 aan bod.

7.1 Trends met betrekking tot de manier van televisiekijken

De manier waarop mensen televisiekijken is onderhevig aan veel verandering. Om het televisielandschap beter te begrijpen worden deze veranderingen en trends besproken.

7.1.1 Video On Demand

Een van de grootste trends, geconstateerd door Spot, in 2014 is Video On Demand. (2014B) Dit maakt uitgesteld televisiekijken mogelijk. Onder een panel van 1.025 respondenten is de vraag gesteld of zij in de maanden voor het onderzoek, gebruik hadden gemaakt van een VOD-service. Van de ondervraagden heeft 56 procent daarvan gebruik gemaakt. VOD-services omvatten diensten zoals ‘Uitzending gemist’, maar ook betaalde diensten zoals Netflix.

Volgens Caudron (2011) zijn er drie lagen in het Video On Demand televisiekijken, te weten: - Pre – Run: je kunt content die pas later op het kanaal komt al op voorhand bekijken. - Re – Run: programma waarmee je de her-uitzending on demand kunt bekijken.

- Cataloog: is niet gelinkt aan een televisiezender. Het zijn films en topseries die je tegen betaling kunt kijken. Netflix en NLziet

Door de CEO van Netflix wordt gesteld dat in het jaar 2030 het gewone televisiekijken niet meer zal bestaan. Het zal dan allemaal uitgesteld televisiekijken zijn, waarin de kijker zelf bepaalt wat en wanneer er gekeken wordt. (Nelson, 2014) Om zijn standpunt beter te begrijpen moet uitgelegd worden wat Netflix precies is. Netflix is een

streamingsdienst voor films, televisieseries en documentaires. Voor een bedrag van €8,- per maand kan de gebruiker onbeperkt kijken naar alles wat via Netflix beschikbaar is. De gebruiker kan in één keer acht seizoenen van zijn of haar favoriete serie kijken. Netflix leert van zijn gebruiker en doet zo ook steeds betere aanbevelingen. (Poort, 2013)

NPO, RTL Nederland en SBS Broadcasting spelen in op de VOD-trend. Begin 2014 lanceerden zij NLziet, een gezamenlijke abonnementsdienst die drie van hun eigen online platforms combineren. Dat zijn NPO Plus, Kijk (SBS) en RTL XL. (Mediamonitor, 2014) Deze trend wordt ook benoemd door Kevin Spacey.

“Acteur Kevin Spacey, hoofdrolspeler in de Netflix-serie ‘House of Cards’, zei tijdens het festival in Edinburg: 'We leven niet meer in een wereld waarin mensen op gezette tijden dingen kijken. Het gesprek vindt nu online plaats. Studio's en televisiezenders die deze verschuiving negeren (...) zullen worden achtergelaten.” (Volkskrant, 2013)

7.1.2 Binge-watching

Met de komst van Netflix, waarmee de kijker zelf kan bepalen, waar, wanneer en hoeveel ze kijkt, is een trend opgedoken waarbij men urenlang films en televisieseries kan kijken.

Het concern, Netflix, weet dankzij jarenlange ervaring met de verhuur van dvd's precies wat de kijker wil zien en, misschien nog wel belangrijker, hoe hij het wil zien. Dat is niet: aflevering voor aflevering, maar soms drie

afleveringen achter elkaar, of een complete serie in één ruk. Netflix zet nieuwe series daarom in één keer compleet online. Er is zelfs een term voor het nieuwe kijkgedrag: binge-watching, het in een lange teug kijken van meerdere afleveringen. (Althuisius & van de Weijer, 2013)

Netflix heeft een beeld uitgestippeld van wat de consument tegenwoordig wil. Netflix heeft flink bijgedragen aan dit nieuwe kijkgedrag. Een onderzoek uitgevoerd door DVJ Insights, in opdracht van RTL Nieuws, laat zien dat 39 procent van de Nederlanders aan binge-watching doet. Deze binge-watchers kijken gemiddeld 3 uur achter elkaar. (RTL Nieuws, 2014)

7.2 Succesfactoren televisieformats

Elk jaar verschijnen er weer nieuwe televisieprogramma’s, steeds weer met een nieuw of aangepast format. De succesfactoren hiervan worden in deze paragraaf besproken. Om de succesfactoren van televisieprogramma’s te kunnen analyseren, komen er in deze paragraaf een aantal formatdeskundigen aan het woord. De succesfactoren worden onderzocht om een beter beeld te krijgen van het televisiemaken en het huidige televisielandschap. Eerst wordt uitgelegd wat een format precies is.

7.2.1 Wat is een format?

Volgens Kersten (2009) is een format: ‘De beschrijving van een televisieprogramma waarin bepaalde, vaste, terugkerende elementen zijn opgenomen. […] Het format is uniek en reproduceerbaar: het moet verkocht kunnen worden’. (p.30) Een idee voor een televisieprogramma is niet zomaar een format, pas als het is beschreven aan de hand van onderstaande gegevens wordt het gezien als format. De analyse van ‘Roodkapje’ in ‘Hoofdstuk 3 – Interne analyse’ is ook geschreven aan de hand van deze elementen. De televisieprogramma best practices in ‘Hoofdstuk 8 – Best practice’ zullen ook beoordeeld worden aan de hand van deze elementen. Een format wordt volgens Kersten uitgeschreven aan de hand van de volgende elementen:

- Genre

- Ontwikkeling of trend

- Kern – specifiek element waaraan het format is opgehangen - Essentie van het format in vijf zinnen

- Line-up - Aantal afleveringen - Sfeer beschrijving - Type presentator - Spin-offs - Budgetindicatie 7.2.2 Algemene succesfactoren

Nederland is één van de koplopers in het produceren van succesvolle formats, naast Groot-Brittannië en de VS. De grote formatbedrijven zoals Endemol, Talpa en Fremantle Media zijn tevens productiebedrijven, zodat zij zelf hun creatieve concept kunnen uitwerken.

Volgens Line up Industries bestaat een format uit zes succesfactoren (Immovator, 2014):

- Een opzet die door iedereen begrepen wordt (bijvoorbeeld een zangcompetitie is herkenbaar in iedere cultuur);

- Een idee of twist (roterende stoelen in The Voice);

- Een heldere structuur (als mensen goed zingen, dan mogen ze door naar de volgende ronde);

- De insteek van het programma moet belangrijk aanvoelen (het programma voelt groter als BN’ers in de jury zitten in plaats van onbekende mensen);

- Het merk moet vertaalbaar zijn (de verschillende versies van The Voice in andere landen zien er grotendeels hetzelfde uit, maar verschillen op detailniveau);

- En voor de verkoop van een format moet er een aantoonbaar succes zijn geweest (zodat de aankoop te verantwoorden is voor de koper, meestal gemeten in kijkcijfers).

7.2.3 Succesfactoren volgens experts

Hieronder komen een aantal formatdeskundigen aan het woord over verschillende succesfactoren van televisieprogramma’s.

Lisette van Diemen en Patty Geneste – scripted reality en kneuterige programma’s

In 2006 was ‘Deal or No Deal’ een vernieuwend programma. ‘Deal or No Deal’ was onderscheidend omdat er bij deze gameshow geen quizvragen zijn. Zoiets was nog niet eerder op televisie te zien. Het is een spel waarbij de deelnemer een koffer kiest, met daarin een bedrag tussen de € 0,01 en € 5.000.000,-. In het spel gaat de deelnemer

onderhandelen over de prijs die de bank wil betalen voor het koffertje van de deelnemer. In het koffertje van de deelnemer zit een onbekend geldbedrag. Elke ronde worden nieuwe koffertjes geopend waardoor de bank haar prijs kan verhogen of verlagen. (Postcodeloterij, 2015) Iedereen kan mee doen, je hoeft niet te beschikken over grote algemene kennis.

Een onderscheidend kenmerk is belangrijk voor een succesvol format. Patty Geneste (CEO Absolutely Independent) zegt in een interview (Kleijne, 2013) dat er altijd veel belangstelling is voor dramaformats en er is bij televisiezenders altijd wel vraag naar ‘shiny floor family entertainment’, zoals ‘The Voice’.

In hetzelfde interview verwacht Lisette van Diemen (aankoop televisieformats Sony) een opkomst van scripted- reality-programma’s, zoals ‘Jersey Shore’. Deze programma’s worden zo goed gecast en geschreven dat het bijna lijkt alsof er geen script is. Tegelijkertijd is er ook een teruggang naar kneuterige programma’s, zoals ‘Heel Holland Bakt’ en ‘Van Hollandse Bodem’. Het is belangrijk dat mensen zich kunnen identificeren met de programma’s. Volgens Geneste en Van Diemen is sterrentelevisie zoals ‘Sterren springen’ wel afgelopen. Echter, sterren zoals Barbie en Sterretje zijn wel weer in trek dankzij de scripted-reality-programma’s. (Kleijne, 2013)

Rondom reality-tv zijn er een aantal ethische dilemma’s. In een onderzoek naar Britse en Zweedse kijkers van reality- programma wordt gesteld dat: ‘reality-tv seems to lack a moral centre by which viewers can check their own moral compass’. (Hill, 2007) In een ander onderzoek uitgevoerd door Mast (2013), docent journalistiek aan de Vrije Universiteit Brussel, worden de ethische pijnpunten rondom reality-tv behandeld aan de hand van drie begrippen. Dat zijn de volgende begrippen:

- Intrusie – het schenden van iemands (gevoel van) autonomie of zelfbeschikking. Dit is een relatief begrip omdat grenzen en gevoeligheden per individu verschillen. Wat bijdraagt aan deze problematiek is dat de programmamakers aansturen op een conflict of op emoties door een bepaalde situatie uit te lokken. - Vernedering – er is een verschil tussen de daad van vernedering en het gevoel van vernedering. De daad:

concrete handelingen die anderen schenden in hun waardigheid waarbij diegene die vernedert zich superieur voelt en hieraan voldoening ontleent. Het gevoel: de negatieve emoties die iemand ervaart wanneer hij of zij onrechtmatig wordt neergehaald. In reality-tv gebeurt dit vaak in de vorm van iemands schaamte of schaamteloosheid publiek te maken, gedreven door de voldoening en het superioriteitsgevoel die de maker hiervan krijgt.

- Misrepresentatie – elke vorm van communicatie die op niet waarheidsgetrouwe wijze een bepaalde stand van zaken voorstelt. De programmamakers hebben de macht om iemand een bepaald imago te geven. (Mast, 2013)

Deze begrippen omschrijven de ethische dilemma’s rondom het maken van reality-televisie. De deelnemers weten niet altijd waar ze aan beginnen en tekenen een contract waarin ze afstand doen van de rechten op de gemaakte opnamen. Hierdoor kunnen ze (vaak) niet meer uit het programma stappen of voorkomen dat iets uitgezonden mag worden. Dit maakt het maken, meedoen aan en kijken naar reality-programma’s omstreden. Betreffende ‘Roodkapje’ kan intrusie geïnterpreteerd worden op die manier dat Paul de Leeuw niet altijd even aardige grappen maakt richting zijn gasten, zoals gezien in ‘Hoofdstuk 3.3.3 – Format ‘Roodkapje’’. In het geval van misrepresentatie of vernedering is Paul de Leeuw de programmamaker, hij geeft zijn gasten al snel een label als iemand een fout of een rare opmerking maakt.

Alan Boyd – emotie is de drijfveer en authenticiteit

In de documentaire Trendspotting: Luzern (2010) komen Alan Boyd, Dick de Rijk en David Liddement aan het woord. Alan Boyd, producer bij Fremantle Media en bedenker van ‘Pop Idol’, wijst erop dat talentenjachten tegenwoordig emotie moeten overdragen. Het programma en de deelnemer moeten een verhaal hebben. Tijdens een auditie van ‘Pop Idol’ kwam hij erachter dat deze talentenjacht was gebaseerd op emotie. ‘Pop Idol’ was een trendsetter voor de toekomst van talentenshows. Het ging bij ‘Pop Idol’ om de verhalen van de kandidaten, emotie was hierbij de drijfveer van het programma. Het ‘ouderwetse’ format van talentenjachten, iemand op een decor zetten en laten zingen, was niet meer genoeg. Deze manier van een verhaal overbrengen dwong producers om anders naar programma’s te kijken. De emotie als drijfveer is een succesfactor die vanaf 2010 steeds meer doorzet. Boyd stelt ook dat authenticiteit van een programma belangrijk is: “De situatie kan nep zijn, maar de reactie moet echt zijn, die moet authentiek zijn.”

Dick de Rijk (bedenker van ‘Deal or no deal?!’) is het hier mee eens en zegt: “Het programma moet eerlijk zijn. Bij ‘Deal or no Deal’ werd en wordt niet vals gespeeld met elektronische borden in de koffers.”

David Liddement, bestuurslid bij de BBC zegt: “Net zoals bij grote talentenshows en ‘Deal or no deal?’ is het proces dat plaatsvindt bij de deelnemer erg belangrijk. Dat proces gaat hun leven veranderen. Het moment is gecreëerd voor een televisieprogramma, dus staan de camera’s al goed om de emotie vast te leggen. Entertainment en formats zijn succesvol als ze erin slagen om die herkenbare emotie op te roepen.”

‘Roodkapje’ speelt nog niet in op de emotie van de kijker, de verhalen in de show zouden meer emotie kunnen overdragen, dit is een verbeterpunt.

7.3 Conclusie en samenvatting

De trends, Video On Demand en binge-watching via Netflix, zorgen er waarschijnlijk voor dat er in 2030 niet meer ‘gewoon’ televisie wordt gekeken, dit wordt gesteld door de CEO van Netflix. Mensen gaan niet meer op vaste tijdstippen voor de televisie zitten.

De eerste drie succesfactoren genoemd door Line Up Industries en de succesfactor van Alan Boyd, zijn belangrijk om mee te nemen in de formatomschrijving van ‘Roodkapje’. Hier kan ‘Roodkapje’ met het talkshowgedeelte meer op inspelen. Door het te hebben over persoonlijke verhalen van de BN’ers wordt emotie opgeroepen bij de kijker. De gekozen namen in het spel zijn een leidraad voor deze verhalen.

In document Roodkapje (pagina 39-43)